Moedige redders onderscheiden.
3)e £cicbclie (Sou/twnt
Feyenoord verkreeg een voorsprong op haar concurrent voor het atdeelmgskampioenschap D.W.S.,
door Z.F.C met 1 0 te verslaan, waardoor de Zaansche club thans degradatiewedstrijden moet
spelen. Moment voor het doel van Z F C.
len stadhuize te Schiedam werden Zaterdag aan verschillende personen
onderscheidingen uitgereikt voor hun moedig gedrag tijdens de ontplotfings-
ramp aan boord van het Grieksehe ss. „Petrakis Nomikos", door luit.-gen.
P. J. van Munnekrede, die daarna een toespraak hield
De jaarlijksche nationale veldloop van
„Pro Patria" In den Blijdorper polder
werd Zondag wederom gehouden,
hierboven een snapshot
De heer L Korstanje, adjunct-inspec
teur voor de scheepvaart te IJmuiden,
wiens benoeming tot inspecteur voor
de scheepvaart in het derde district te
Groningen binnenkort te verwachten is
Jan Musch als .Nathan de Wijze" In het gelijknamige
tooneelstuk, waarvan in den Stadsschouwburg te Amster
dam de gnerale repetitie werd gehouden
Ter gelegenheid van de herdenKing van den 75sten steridag van den Isjechischen
componist Fr. Skroup. werd op diens g at op de begraafplaats Crooswijk te
Rotterdam een krans gelegd door den Tsjechischen zaakgelastigde,dr. V. Matejka
De Carnavalsviering te Maastricht werd Zondag ingezet met een grooten
optocht, waartusschen zich de feestvierders vroolijk bewogen. Hierboven
een aardig snapshot
FEUILLETON
WAT HET SCHILDERIJ
VERBORG
Naax het Engelsch
door
THEA BLOEMEES.
(Nadruk verboden).
26)
De angst gaf vleugelen aan haar voeten
en in een paar seconden waren de beide
meisjes bij het hek.
„Ik wip er het eerst uit. Dan kom jij
en als je buiten bent, loop je wat je loo-
pen kunt."
„Goed", stemde Sadie bevend toe.
Rosalie duwde het hek open en hield het
vast om Sadie te laten voorgaan. Als die het
direct op een loopen had gezet, waren ze
misschien veilig ontkomen, maar in haar
verbijstering aarzelde ze een ondeelbaar
oogenblik en in dat moment werd een zwa
re hand tegen Rosalie's mond gedrukt en
een zoete, bedwelmende geur drong in haar
neusgaten.
Alles werd zwart voor haar oogen en
het meisje, dat dien nacht zooveel ge
waagd had, hing slap en hulpeloos in de
armen van den chauffeur.
Na Rosalie zonder omslag in de auto te
hebben geworpen, keerde Sadie zich om
en zag Sadie, die daar stokstijf stond en
hem met open mond aanstaarde.
„O, jij bent het juffertje, dat ik hebben
moet! Er in jij. ik heb langzamerhand mijn
buik val-van het zaakje...
Verlamd van ontzetting als ze was, liet
Sadie zich zonder verzet opnemen en in
de auto duwen.
Het volgend oogenblik schoot de wagen
in pijlsnelle vaart weg.
HOOFDSTUK XV.
„Oom Charlie, waar bent u?" riep Rosa
lie met een zwakke, aarzelende stem tegen
wat een zee. van zwarte inkt leek. De duis
ternis scheen een donkere muur, die haar
insloot en die ze toch niet met de hand kon
aanraken.
Ze wilde Chicago Charley's vriendelijken,
troostenden handdruk voelen; ze stak een
hand uit en greep inderdaad een andere,
maar niet de eeltige werkhand, die ze ver
wachtte. Deze was zacht en klein. Rosalie
begreep er niets van.
„O, ben je eindelijk waicer? Ik was zoo
bang, dat je dood was", klonk het angstig
en toen Rosalie zich oprichtte, zag ze, Sa-
die Brown's gezicht; de bruine oogen wa
ren vol ontzetting en de ronde wangen wa
ren vaal en bleek.
«O, jij?" Rosalie herinnerd e zich nu wat
er gebeurd was. De duisternis week voor
het terugkeerend bewustzijn; het tooneel in
den tuin, het lange en koude wachten ach
ter de struiken op Tiffany heuvel, ston
den haar zoo duidelijk voor den geest, dat
ze de handen voor de oogen hield.
„Zeg, we zijn hier opgesloten. Dit huis is
onbewoond, geloof ik. Ze hebben me met
geweld hierheen gebracht, en het Is jouw
schuld dat het gebeurd is", zei Sadie boos.
Rosalie streek zich over het voorhoofd.
Sadie's woorden deden haar hoofdpijn voor
een oogenblik ophouden ze vroeg:
„Wat bedoel je?"
De millonnairsdochter trok meteen haar
hand terug en Rosalie zag haar blozen.
„Ik zal het je wel moeten vertellen, al
was het niet mijn bedoeling", begon ze on
vriendelijk.
„Dan heb ik liever dat je het me niet
vertelt", antwoordde Rosalie.
Sadie keek snel op van haar zitplaats
op den vloer het vertek, waarin de meis
jes zich bevonden, bevatte geen enkel meu
belstuk en ging daarop voort, met af
gewend gezicht en neergsgelagen oogen:
„Ik zou de volgende week getrouwd zijn
met den knapsten, flinksten man ter we
reld. We zouden het pas daarna aan mijn
vader vertellen, want ik weet zeker, dat
hij zou zeggen, dat ik te jong ben, of iets
dergelijks en over twee maanden word ik
achttien", liet ze er koppig op volgen.
Rosalie was jonger, mar op dat oogen
blik voelde zij zich jaren ouder en vervuld
van medelijden voor 't andere meisje, moe
derloos, evenals zij.
Ze kwam op haar toe en sloeg den arm
om haar heen.
„Arme Sadie, ik ben blij, dat ik op tijd
was om je tegen te houden", verklaarde ze
eenvoudig. Neen, wacht tot ik je alles ver
teld heb", sprak ze haastig verder, toen
de millionnairsdochter iets wilde zeggen.
„De man, waarmee je zou trouwen, is
eeneenze zocht een geschikte
uitdrukking, die sterk genoeg was, „nou,
een echte, gemeene schurk. Ik weet precies,
wat je voor hem voelt, omdat ik ook dacht,
dat ik van hem hield, toen ik hem leerde
kennen, maar je kunt niet van een slecht
mensch houden, Sadie!"
„Ik zou van hem houden, al was hij de
grootste schurk ter wereld al sloeg en mis
handelde hij mij.... daarl"
Sadie's oogen drukten.uit, wat haar lip
pen niet konden zeggen.
„Trouwens, hoe .en jij Gerald Graham?
Hij is pas kort uit Europa gekomen", her
nam ze na een korte pauze.
„De man, die zes maanden geleden net
zoo tegen mij praatte, kan zich noemen
zooals hij wil, maar wij kenden hem in
Glenconnel als Dick Bryce", voegde Rosa-
Lie naar scherp toe.
„Ik geloof er niets van, nu weet je het",
barstte Sadie uit en ze keerde zich norsch
af.
Rosalie zweeg. Het was bitter, dat al haar
moeite en al het gevaar, dat ze had geloo-
pen, zoo weinig weiden gewaardeerd door
het meisje, voor wie ze het gedaan had.
„Maar ik moet beletten, dat ze met hem
trouwt, dat moet!" hamerde het in haar
hoofd. En in haar gevoel van hulpelooze
eenzaamheid liepen de tranen over haar
wangen en heftige snikken deden haar
tenger lichaam schokken.
Sadie nam er geen notitie van. Haar eigen
toestand was veel erger, vond ze. En Ro
salie had niet het recht gehad haar gangen
na te gaan.
Eindelijk kalmeerde Rosalie, stond op en
trad aan het venster. Ze ontdekte, dat ze
zich in een sousterrain van een vrij groot
huis bevonden. Een trapje leidde naar de
straat, maar er waren stevige ijzeren tra
lies voor het met stof bedekte raam, dat
stevig op slot was.
Ze dacht aan Chicago Charley, aan Ro
nald, aan zijn moeder en alle jongens van
Glenconnel. die haar mee uit rijden zouden
nemen, toen het opengaan van de deur haar
deed omkijken.
„Wel, mooie vogeltjes, hoe bevalt het
kooitje? Niet erg naar jullie zin, vermoed
ik?"
De stem was grof en schor en de oogen,
die nasr de beide meisjes loerden, waren
allesbehalve vertrouwenwekkend. Rosalie
herkende den chaufefur, die den vorigen
avond den auto bestuurd had. Ze kon geen.
woorden vinden, maar haar koude blik ver
ried duidelijk genoeg haar minachting.
„Dat is een flinke", dacht de man, de
fiere gestalte bij het venster van het hoofd
tot de voeten opnemend.
Ssdie echter hurkte in een hoek, het ge
zicht vertokken van angst. Plotseling gaf
ze een luiden gil en snele op den man
toe, die grinnikend bij de deur stond.
..Laat me er uit mijn vader zal je zoo
veel geld geven als je maar wilt hij is
Samuel Brown, de millionnair, weet je
maar o, laat me gaan", smeekte Sadie en
de tranen lieten strepen achter op haar
gezicht.
„Niet zoo haastig, schatje, niet zoo haas
tig", zei de man, die schik in het geval
scheen te hebben. Met zijn gespierden arm
versperde hjj den uitgang. Sadie deinsde
huiverend terug, terwijl Rosalie hem recht
in de oogen keek en op een toon van gezag,
die zijn inwendige bewondering nog deed
toenemen, sprak:
„Wie je ook mag zijn, je behoort zeker
tot het laagste soort mannen, dat er be
staat, om eenpaar meisjes zoo te behan
delen. Ik kom uit een gouddelverskamp
uit den Yukon en ben misschien sterker
dan mijn vriendin hier. dus als je een van
ons bang wilt maken, laat het dan mij zijn.
Misschien kun je mijn vriendin wat te
eten brengen, als meneer Bryce je geen
verlof wil geven om haar vrij te laten",
eindigde Rosalie. (Wordt vervolgd).