ZATERDAG 9 JANUARI 1937 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 6 Hoe komen de plannen voor het Prinselijk Jacht tot stand. Nu de officieele aanbieding van het na tionaal huwlijksgeschenk heeft plaats ge vonden en op symbolische wijze aan ons prinselijk jaar het motorjacht en de Verbe tering van het paleis te Soestdijk zijn aangeboden, rijst alom belangstelling voor de vraag: hoe komen de plannen voor dit jacht tot stand? Aanstonds zal ook ge vraagd worden: hoe zal het worden ge bouwd, hoe zal het worden ingericht? Het spreekt vanzelf, dat in deze met de wenschen der toekomstige eigenaren, met name van H.K.H. Prinses Julana en van Z.K.H. Prnns Bernhard, behoeft rekening te worden gehouden. Teneinde het formu leeren dezer wenschen gemakkelijker te maken, werd Z.K.H. voorgelicht door eeni- ge leden van een inmiddels in het leven geroepen technische commissie en bezocht de Prins enkele" jachten en jachtwerven. Genoemde commissie, bestaande uit ex perts op het gebied van scheepsbouw en jachtbouw, is belast met den bouw van het prinselijk jacht. De Prinses en de Prins wenschen een motorjacht geen zeiljacht aan boord waarvan zij met eenige gasten kunnen ver blijven en waarmede zij weekend-tochten en langere tochten kunnen maken, waar zij van zon, water en buitenlucht kunnen genieten en waarmede zij zich kunnen be wegen langs vele schilderachtige plekken, die ons land aan de waterzijde zoo talrijk biedt. Een zeer gelukkige omstandigheid is, dat ons prinselijk paar niet de begeer te heeft de Noordzee te gaan bevaren. Voor een gebruik zoowel in Nederland als buitengaats behoeft het schip dus niet te worden ingericht. Was die eisch wel ont staan, dan was een tweeslachtig schip ont staan, een schip, dat eigenlijk ongeschikt zou zijn voor beide doeleinden. Immers, tot heden is men nog nooit geslaagd een schip te construeeren dat goed en be trouwbaar bleek in zee en tegelijk met een geringen diepgang het meerendeel der binnenwateren kon bevaren, waarvan er vele slechts een geringen diepgang toe laten. Er blijven evenwel voor cTe technische commissie genoeg moeilijkheden ter over weging. Het ligt voor de hand, dat een klein schip met weinig diepgang een uit gebreider vaarterrein vindt dan een groo- ter met meer diepgang. Maar een dergelijk klein schip biedt niet de benoodigde ruim te, noch het comfort, dat in een jacht, voor prinselijke eigenaren bestemd, wordt ge- eischt. De verlangde ruimte bepaalt de mi- nimummaten van het schip, terwijl de af metingen van bruggen en sluizen en de diepten der vaarwegen de maximumafme tingen voorschrijven. Een voldoende ma chinecapaciteit moet ter beschikking staan, wil het schip bevrediging aan de eigena ren geven. Voor de vaart in Zeeland en op Waal en Rijn, waar krachtige stroomen voorkomen, zijn sterke motoren noodig, die hun gewicht meebrengen en ruimte verlangen. Er moet gedacht worden aan een voldoende mate van geschiktheid voor het bevaren der Zuiderzee, van de wad den en breede zeegaten in Zeeland en in het Noorden. Niemand zou eenige conces sie aan dezen eisch dulden. Ook de kwes tie der stabiliteit is zeer belangrijk, waar het ook hier gaat om de veiligheid der op varenden. Het schip mag niet te weinig diepgang hebben en daarbij een te hoo- gen bovenbouw, wil het niet bij zijdeling- schen wind dwars weggeblazen worden en onregeerbaar blijken. Bovendien zou een te hooge opbouw voeren tot een minder sierlijk geheel. Dan dient gelet op den on- derlingen samenhang der scheepsafmetin- gen. Waar het geheel een zeker gewicht en dus een zekere waterverplaatsing heeft, is er verband tusschen lengte, breedte en diepte. Met het oog op de niet te over schrijden maximum-lengte, beteekent een vermindering van den diepgang een ver grooting der breedte. Een uitbreiding van het vaarterrein zou gezocht moeten wor den met een breeder schip dat met meer moeite en verhoogd risico bruggen en sluizen en tegenkomende vaartuigen pas seert. Dan zijn er de aesthetische eischen, die een zeer belangrijk woord meespreken. In dit labyrinth van eischen en beper kingen moest de techni&che commissie een weg zoeken en een compromis tot stand brengen, waarbij in zooveel mogelijk op zichten evenwicht wordt gebracht. Dat tenslotte hier en daar beperkingen blijven bestaan is duidelijk. Een gevolg is b.v. dat dit schip enkele wateren niet zal kunnen bevaren, die een ander ingevolge andere verlangens gebouwd schip wel zou kun nen bezoeken. Maar ernstig is dit bezwaar niet, want het jacht zal een flinke motor boot meevoeren, die het prinselijk paar op dit punten zal kunnen brengen, waar het groote schip niet kan komen. Aldus zal geen hoekje in ons mooi en schilder achtig waterland voor het prinselijk paar verborgen behoeven te blijven. De heer H. W. de Voogt bracht het re sultaat aller overwegingen in teekening. Zoo ontstaat in goede samenwerking en met veel onderling overleg een harmonisch geheel. Wanneer de thans in bewerking zijnde plannen gereed zullen zijn, wordt van het ontwerp een model gemaakt, dat beproefd zal worden te Wageningen in het scheepsbouwkundig proefstation. Enkele wijzigingen in het onderwaterschip kunnen dan met het oog op de snelheid van het schip, het gedrag in ondiep water enz. noodzakelijk blijken. Eerst dan zullen de maten van het schip bepaald zijn en zal met den bouw een aanvang kunnen wor den gemaakt. De Amsterdamsche scheepswerf van den heer G. de Vries Lentsch Jr. met den bouw be- .last. Naar wij vernemen, heeft op voorstel van de Technische Commissie, belast met BINNENLAND STEMMEN BIJ VOLMACHT. De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft een schrijven gericht aan de ge meentebesturen, waarin hij o.m. zegt, dat hen gebleken is, dat verschilende kiezers, die gebruik wenschen te maken van de, hun ingevolge artikel 7 der Kieswet ver leende, bevoegdheid om bij volmacht te stemmen, moeilijkheden ondervonden, doordat op sommige gemeentesecretarieën niet voldoende rekening wordt gehouden met de omstandigheid, dat bij de jongste wijziging van de Kieswet in artikel 56a dier wet veranderingen zijn aangebracht. De Minister vesti: t de aandacht op de wet van 23 Mei 1935, tot wijziging en aan vulling van de Kieswet, de provincale wet en de gemeentewet. Daarbij is de moge lijkheid geopend, dat de mededeeling, dat de kiezer van de gevraagde bevoeggdheid om bij- volmacht te stemmen gebruik wenscht te maken, niet slechts kan ge schieden ter secretarie van de gemeente,, op welker kiezerslijst hij moet voorkomen, doch ter secretarie van elke willekeurige gemeente, waar hij zich toevallig bevindt. Voorts blijkt verschil van opvatting te bestaan met betrekking tot de interpre tatie van het vierde lid van art. 56a der Kieswet, met name nopens de vraag, of de in den derden volzin van dat lid be doelde termijn van vijf dagen begint te loo- pen vanaf het tijdstip van aanwijzing van den gemachtigde, dan wel vanaf den da tum van de oproeping. Aangezien de ïedactie der wet te dezen geen uitsluitsel geeft, is de Minister ge neigd in het belang van de kiezers de be paling aldus te interpreteeren, dat de ter mijn van vijf dagen begint te loopen vanaf datum van verzending van de oproe ping. PROV. STATEN VAN ZUID-HOLLAND. In de plaats van den heer A. C. Mos, is de heer A. in 't Veld te Rijnsburg be noemd verklaard tot lid der Prov. Staten van Zuid-Holland. Voorts is de heer C. J. Robtisch, Den Haag, in de plaats van mr. H. W. J. M. de Jong, die als zoodanig ontslag had genomen, tot lid der Staten benoemd verklaard. „DE DAG VAN DEN POSTZEGEL". Op Zondag, 10 Januari, zal zoowel in Ne derland als daarbuiten een „dag van den postzegel" worden gehouden. In December 1935 werd voor het eerst in Oostenrijk, meer in het bijzonder in Weenen, een „dag van den postzegel" geor ganiseerd, in Januari 1936 werd dit voor beeld door Duitschland overgenomen. In Augustus j.l. besloot de federation interna tionale de philatelie op haar jaarvergade ring te Luxemburg in het vervolg gezamen lijk den „dag van den postzegel" te vieren en wel op Zondag na 7 Januari, dit is de geboortedag van Heinrioh von Stephan, den stichter van de wereldpostunie te Bern. In geheel Europa zal dien dag propaganda worden gemaakt voor het postzegel vèrza- melen, in het bijzonder voor de jeugd. De Nederlandsche bond heeft alle vef- eenigihgen van postzegel-verzamelaars in ons land verzocht op dezen dag een bijzon dere bijeenkomst te beleggen, waarop zoo mogelijk een eenvoudige tentoonstelling wordt gehouden. De Nederlandsche bond heeft voor deze gelegenheid twee briefkaarten van 2 en 5 cent, links van de scheidingslijn, doen be drukken met een passend symbool, terwijl het hoofdbestuur der P.T.T. zijn medewer king heeft verleend door te bepalen, dat op 10 Januari aan het hoofdpostkantoor te Amsterdam een bijzonder stempel in ge bruik zal zijn, waarvan de tekst betrekking heeft op dezen „dag van den postzegel". De briefkaarten zijn verkrijgbaar bij den secretaris van den Nederlandschen bond van vereenigingen van postzegelverzame laars, den heer W. G. Zwolle, Oranje Nas- saulaan 37, Amsterdam (Z.). HET ONTSLAGEN PERSONEEL VAN DE KONINKLIJKE HOLLANDSCHE LLOYD. Een vordering tegen de Lloyd ingesteld. Het bij verleenen der surseance van be taling aan de Koninklijke Hollandsche Lloyd ontslagen personeel heeft voor den kantonrechter te Amsterdam een vorde ring van zijn vermeende rechten op uitge steld pensioen en op uitkeering ineensluit het gevormde spaarfonds, welke aanspraak door de directie van de Lloyd en de be windvoerders worden ontkend. Een van de leden van het personeel treedt in deze test-case op voor 120 man. Mr. Th. J. Eskens zal voor hem de pro- ceduren voeren. Men rekent er op, dat de beslissing spoedig kan worden verwacht. Ontslagen personeel van de N. V. Brabantsche Buurtspoorwegen. Op de vragen van den heer Nivard in verband met het ontslag van 60 man per soneel van de N.V. Brabantsche Buurt spoorwegen en autodiensten heeft de mi nister van Waterstaat het volgende geant woord: Het goederenvervoer op de tramwegen den bouw van het prinselijk jacht, het al gemeen comité tot aanbieding van een na tionaal huwelijksgeschenk aan de Amster damsche scheepswerf van den heer G. de Vries Lentsch Jr. opdracht gegeven tot den bouw van dit schip. De plannen voor het jacht kwamen tot stand, dank zij de sa menwerking van de technische commissie en den heer H. W. de Voogt. van de N.V. Brabantsche buurtspoorwegen en autodiensten B. B. A. zal inderdaad in hoofdzaak worden gestaakt. Dientengevolge is aan 60 man van het personeel met ingang van 9 Januari 1937 ontslag aangezegd. Dit personeel kan op grond van het reglement dienstvoorwaar- den der maatschappij geen aanspraak op wachtgeld doen gelden. Een uitkeering in eens komt slechts in aanmerking bij ont slag, dat niet het gevolg is van staking of inkrimping van den dienst. Het komt billijk voor en in dit geval ook mogelijk, dat niettemin een uitkeering wordt gegeven. De minister heeft reeds maatregelen getroffen, dat hiervoor een re geling tot stand komt. HET PAUKENPAARD IN DEN ENGELSCHEN KRONINGSSTOET Aangekocht te Groningen In opdracht van Z. K. H. den Hertog van Kent hebben gisteren majoor Abel Smith en Lady May Abel Smith, nicht van H.M. Koningin Wilhelmina, een bezoek gebracht aan Groningen, teneinde daar een paard te koopen. De hooge bezoekers waren ver gezeld van de heeren W. Graaf van Lim burg Stirum, baron Rengers en jhr. de Beaufort. De aankoop betrof een bont paard, dat bestemd is om in den kroningsstoet van koning George IV op 12 Mei a.s., de pau ken te dragen. Er werd een voorloopige koop gesloten met den Groningschen paar denhandelaar, den heer Dirk Bolt. Van het gekozen paard werd een foto geno men, welke zal worden doorgezonden aan den Koning van Engeland. Deze zal dan over den definitieven aankoop beslissen. Na het bezoek bij den heer Bolt, die de hooge gasten zeer charmant ontving met koffie en Groninger koek, gebruikte het gezelschap de lunch in het hotel „De Doe len". Om drie uur keerde men naar de Resi dentie terug. De overtredingen van voorschriften van werkverschaffing en steunverleening De landelijke vereeniging tot onderlinge verzekering tegen de nadeelige gevolgen van werkloosheid én ziekte, heeft van den minister van Sociale Zaken in antwoord op een desbetreffend schrijven van ge noemde organisatie bericht ontvangen, dat h'j geen vrijheid kan vinden ter gelegen heid van het huwelijk van H.K.H. Prinses Juliana algemeene amnestie te verleenen aan hen, die zijn gestraft inzake overtre ding van voorschriften van werkverschaf fing en steunverleening. Het is echter de bedoeling van den minister in bepaalde gevallen verzachting van straf toe te staan. Ieder geval zal daarbij echter op zich zelf moeten worden beoordeeld. RECHTZAKEN VERBODEN LOTERIJ TE HILLEGOM. Gistermiddag stonden in hooger beroep voor de Haarlemsche Rechtbank trecht L. B., chef der N. Z. H. T. M. en F. C. v. L.. brievenbesteller beiden uit Hillegom, resp. voorzitter en secretaris van de Coöp.-ver- bruikersvereeniging „Ons Belang" te Hil legom, die bij vonnis van den kantonrech ter te Haarlem waren veroordeeld tot een geldboete van ƒ3.subs. 2 dagen hechte nis. Eisch 6 subs 1 dag hechtenis, terzake dat zij zonder toestemming een loterij op touw hadden gezet. Elke klant van Ons Belang", die voor ten minste 50 cent kocht, werd in de ge legenheid gesteld om mede te dingen naar een dames- of heerenrijwiel en verschil lende andere artikelein. In de etalage van „Ons Belang" lagen eenige letters, waar in een groot aantal punaises waren geprikt. Het aantal punaises moest worden geraden. Alleen verd. L. B. was- verschenen; deze meende, dat hier niet van een overtreding sprake was. Men kon op gemakkelijke wijze het aantal punaises tellen, door met een vergrootglas of verrekijker te kijken of een foto te nemen. De officier van justitie mr. A. R. Andringa zeide in zijn requisitoir, dat dit geval zeer zeker onder de Loterij - wet valt. Spr. kon zich volkomen vereeni gen met het vonnis van den kantonrech ter en vroeg derhalve bevestiging hier van. Vonnis over 14 dagen. KIND UIT ST. VINCENTIUS-GESTICHT TE LISSE ONTVOERD. Drie maanden tegen vrouw geëischt. De 22-jarige mej. P. C., de 23-jarige H. B. en de 23-jarige J. W. S., allen te Den Haag stonden gistermiddag voor de Rechtbank te Haarlem terecht, omdat zij een kind van twee jaar aan den voogdijraad hadden wil len onttrekken. Het betrof hier 't geval van den „kinderroof" te Lisse, dat zich enke le maanden geleden in een R.-K. Opvoe dingsgesticht afspeelde. Op een Zondag meldde zich bij deze inrichting de onge huwde moeder van twee kinderen, die in het huis waren opgenomen. Het jongetje was er reeds geruimen tijd, maar een klei ner meisje had de voogdijraad eerst sinds kort aan de ouderlijke macht ontnomen. De vrouw scheen vooral dit kindje 't slechtst te kunnen missen en om het nu weer mee te kunnen nemen had zij een list bedacht. Zij begaf zich naar de jongenszaal, waar van een deur toegang gaf tot de zaal van de meisjes. Onder voorwendsel, dat zij met de beide kinderen in den tuin wilde gaan wandelen, kon zij het meisje meelokken. Toen zij hierin was geslaagd, was het een kleine moeite het kind door een gat in de heg te duwen, achter welke heg twee handlangers verdekt stonden opgesteld. Met behulp van een motorfiets is het kind toen door de mannen mee naar Den Haag geno men. De moeder volgde later met de tram, noch voordat de Moeder Overste van 't ge- De Vrijmetselarij en nog iets P. S. schrijft in de „Tijd"t Rome heeft in den loop der tijden de vrijmetselarij veroordeeld. Het heeft dit herhaaldelijk gedaan en ondubbelzinnig. O.a. deed het Leo XIII in zijn encycliek .Humanum genus", die in 1884 het licht zag. Met deze herhaalde veroordeelingen is de zaak voor ons katholieken beslist. De Magonnerie is voor ons een verboden or ganisatie, van welker loges wij geen leden kunnen zijn, noch mogen zijn. En met de kerkelijke Overheid staan wij in 't geweer, om haar aanvallen af te slaan en haar on- dergrondsche strevingen te bestrijden. Dat die strevingen in het eene land duidelijker en scherper tot uiting komen, dan in het andere, doet daaraan niets af. En dit geldt natuurlijk ook voor ons land, waar het ge heim genootschop evenzeer het anti-cleri- calisme cultiveert, als elders, en zijn optre den naar binnen en naar buiten daarmee in overeenstemming brengt. De ouderen on der ons zullen zich bijv. herinneren, dat, toen bij de grondWetsherzienig van 1887 een felle strijd tusschen rechter- en linker zijde ontbrandde over het onder wij sarti- xel 194 (later 192) van de leiding der vrij metselarij een zg. Teekenplank uitging, waarvan de strekking was te voorkomen, dat de confessioneele school gelijinstel ling zou kunnen krijgen met de openbare, of neutrale. Onze houding ten aanzien der vrijmetse larij is dus bepaald. Zij behoeft geen ver dere toelichting, noch motiveering. Maar juiste wijl dit zoo is, en deze houding moet worden gehandhaafd met al den ernst, welken zij verdient, wake men tegen ex cessen, die daaraan slechts afbreuk zou den kunnen doen. Dat er reden is voor zulk een waarschuwing leert de ervaring. En had men er zich immer naar gedragen, dan zou ons tweeërlei verschijnsel zijn be spaard gebleven. Eerstens, dat, in de Ro- maansche landen vooral, de katholieken wel heel druk gebaarden, spraken en schreven over de magonnerie en daaraan een groot deel van hun tijd en inspanning ten koste legden, maar intusschen ver zuimden de hand aan 't werk te slaan voor een opbouwende actie, waardoor zij de vrij metselarij zonden hebben belet haar in vloed steeds meer uit te breiden. En ver volgens, dat op schaamtelooze wijze door bedriegers en schotschrijvers misbruik kon worden gemaakt van veler meer dan naieve lichtgeloovigheid, waardoor de zot ste verhalen over de Loge voor echte munt werden aangenomen en de strijd tegen de magonnerie in een bespottelijk daglicht werd gesteld. Wie heugenis heeft aan den beruchten Taxil-zwendel, van eenige tien tallen jaren geleden, zal weten, wat wij bedoelen. Zelden heeft zich zulk een be droevende en beschamende historie afge speeld. en ergerlijk schandaal, dat tal van katholieken, leeken en priesters, tot dupe maakte, en. uit Frankrijk tot ons geko men, ook hier te lande zijn slachtoffers vond. Daar kwam dan nog iets bij. Door iemand klakkeloos en zonder meer het eti ket vrijmetselaar" op te plakken, maakte men hem, dikwijls voorgoed, verdacht of zelfs onmogelijk. Vooral in Frankrijk ging men zich hieraan meermalen te buiten. Wie onder katholieken een tegenstander wilde verpletteren, noemde hem 'n vrijmet selaar, een trawant der Loge, of insinueerde dat hij op de een of andere wijze tot het geheim genootschap in relatie stond. Met zijn reputatie was 't dan bij zijne geloofs- genooten meestal gedaan, hij mocht protes teeren zooveel hij wilde. De ergerlijkste dingen hebben zich op dit punt voorge daan, waarbij niemand werd ontzien, pries ters zoo min als leeken, zelfs kerkelijke hoogwaardigheidsbekleeders niet. Een Frans prelaat, kardinaal Mathieu, deelde daaromtrent een geval mee, dat men zou weigeren te gelooven, wanneer het niet sticht noch de politie haar hadden kunnen achterhalen. Het kostte eenige mpeite de vrouw op te sporen, omdat zij inmiddels weer naar een ander adres in Den Haag .was verhuisd, maar eindelijk vond men haar en het kind, dat weer in de inrichting kon worden geplaatst. Ter terechtzitting gaven de drie verdach ten de feiten toe. Een der mannen bleek minder goed te staan aangeschreven, zoo dat de officier van justitie tegen hem en tegen de vrouw drie maanden onvoorwaar delijke gevangenisstraf vroeg. De derde verdachte hoorde drie maanden voorwaar delijk eischen. Uitspraak 21 Jan. DE BRAND IN EEN MEELFABRIEK TE LISSE. Officier gaat in hooger beroep. De officier van justitie heeft hooger be roep aangeteekend tegen het vonnis van de Haarlemsche Rechtbank, waarbij de 66- jarige F. H. V., te Lisse, grossier in kolo niale waren is vrijgesproken van oplich ting van het Rijk. Verd. zöu bij een brand in zijn fabriek op onrechtmatige wijze sui keraccijns gerestitueerd hebben gekregen. De Officier van Justtitie had tegen ver dachte geëischt 1 jaar gevangenisstraf. Diefstal van bloembollen. De Officier van Justitie in de Rechtbank te Haarlem eischte tegen P. S. v. L. uit Hillegom 6 maanden gev. straf met aftrek van voorarrest wegens diefstal van een hoeveelheid bloembollen uit een schuur aldaar. Vonnis over 14 dagen. KANTONGERECHT TE HAARLEM. Ter zake van het besturen van een auto onder den invloed van sterken drank te Haarlem, waardoor een aanrijding ont stond, stond terecht K. M. B. uit Aal s- raeer. De ambtenaar van het O. M. eischte van zoo eerbiedwaardige zijde was ver haald. Toen indertijd kardinaal Lavigerie de Franéche katholieken aanspoorde hun vruchtelooze kanonnades tegen de Repu bliek te staken en zich op constitutioneel terrein aaneen te sluiten ter verdediging hunner beginselen, wekte dit in hevige mate den toorn op van vele royalisten en imperialisten. Daar moest iets achter schuilen! Daar zat bepaald de Loge ach ter! Spoedig bleek, dat de Aartsbisschop van Carthago in overeenstemming met den H. Stoel had gehandeld en toen keerde zich de woede, daar men niet rechtstreeks den Paus, Leo XIII, kon aanvallen, met des te grooter felheid tegen den Staatssecretaris, 't Is Verbijsterend, welke invectieven men zich aan diens adres durfde veroorloven. Een Fransch echtpaar aldus de boven genoemde prelaat dat zich op de hu welijksreis te Rome bevind, ging den Sint Pieter binnen op een morgen, dat daar een groote godsdienstige plechtigheid zou plaats hebben. Aan een priester vroegen zij, wie de Kardinaal was, die zou cele- breeren. Toen hij den naam hoorde, sloeg de echtgenoot als met afgrijzen een gat in de lucht en haastte hij zich zijn vrouw toe te voegen: „Laten we gauw heengaan, liefste. Het schijnt, dat de vrijmetselaar de Mis gaat opdragen!" Die „vrijmetselaar" was niemand anders en niemand minder dan Zijne Eminentie Kardinaal Rampolla, staatssecretaris van Paus Leo XIII, en die in 1903 naar alle waarschijnlijkheid den Pauselijken Stoel zou hebben bestegen, in dien Oostenrijks souverein daartegen geen bezwaar had gemaakt! Waar zulke onzinnigheden zich konden voordoen, is het eenigermate te begrijpen hoe onverklaarbaar het overigens moge zijn dat later de schandelijkste en meest ongerijmde verzinsels van een Taxil en anderen bij een deel der katholieken ge loof vonden. Waarom wij dat alles memoreeren? Om kracht bij te zetten aan de nog steeds niet overbodige waarschuwing zich ook in den strijd tegen de magonnerie van excessen te onthoudeïT en niet tot dwaas heden en onrechtvaardigheden te verval len. De reclame, indertijd door sommigen of velen in al te kinderlijke goede trouw voor de geschriften van Taxil c.s. gemaakt ze vonden ook naar Nederland hun weg had ten gevolge, dat eenerzijds tal van eenvoudige menschen lectuur in handen kiegen, die gewoonweg tot de prikkellec tuur behoorde, en dat anderzijds degelijke en deugdelijke verhandelingen over de Loge en -haar werk onverkocht en onge lezen bleven. Zoo sneed het mes naar twee kanten verkeerd, ten voordeele alleen van hen, die uit deze zwendel-affaire ruime profijten trokken. Gelukkig is dit jammerlijk gebeuren een unicum gebleven. Het heeft zich niet her haald, althans niet in dezen groven, onge- geneerden vorm. Maar het gesol met de vrijmetselarij men denke aan Spanje duurt ook in onzen tijd nog voort, en maar al te dikwijls komt het voor, dat de katholieken met name in z.g. katho lieke landen hun eigen laksheid en ge mis aan initiatief bewust of onbewust ca- moufleeren met een veel geruchtmakend fulmineeren tegen de Loge. De magonnerie is doorgaans de eenige schuldige, wan neer in een katholiek geheeten land het anti-clericalisme triomfeert en hatelijke maatregelen treft tegen de Kerk. Maar wanneer men dan de Hollandsch nuchtere vraag stelt, hoe hef mogelijk is, dat in zulk een land de Loge een zoo grooten invloed kan uitoefenen, krengt men géén antwoord Onze Nederlandsche geloofsgenooten het zij tot him eer gezegd toornen wat minder luidruchtig tegen de vrijmetselarij en zoeken" haar ook niet overal „achter". Liever slaan zij de hand aan de ploeg, stel len zij daden en organiseeren zij zich tot een krachtig geheel, hetgeen den besten waarborg oplevert voor de verdediging hunner beginselen en de verzekering hun ner belangen. tegen verdachte een geldboete van 25 subs. 10 dagen hechtehis wegens de aanrij ding en 7 dagen hechtenis en intrekking van het rijbewijs voor den tijd van 6 maan den wegens het onder den invloed van sterken drank een auto besturen. De kantonrechter veroordeelde verdach te voor het eerste feit tot 25.subs. 10 dagen en voor het tweede feit tot 7 dagen hechtenis en intrekking van het rijbewijs voor den tijd van 3 maanden, omdat verd. de auto voor zijn bedrijf had. BEDREIGING MET DOODSLAG. Zes maanden geëischt. Voor de rechtbank te Zutfen storm gis teren terecht de 33-jarige landbouwer H. S., te Ziewent, gemeente Ruurlo, wegens be dreiging met doodslag van den buitenge woon gemeenteveldwachter J. Beukema. Beukema had den verdachte op heeter- daad betrapt bij de overtreding van de jachtwet. Verd. had, toen Beukema hem wilde aanhouden, geroepen: „Blijf van mij af" en meteen het met scherp geladen ge weer op B. aangelegd. Op dat oogenblik was de vader van B., onbezoldigd rijks veldwachter, uit de struiken te voorschijn gesprongen. Hij verklaarde als getuige, dat verd. eerst had aangelegd op den politie hond, die zij bij zich hadden en vervolgens op zijn zoon. Toen was hij in een droge sloot gesprongen, waaruit hij later weer te voorschijnt kwam en nogmaals het geweer aanlegde op Beukema Jr. Toen de twee jachtopzieners verdachte hadden aange grepen had hij zich hevig verzet door te slaan met zijn geweer, te schoppen en te bijten. Verdachte, die het feit ontkende, hoorde zes maanden gevangenisstraf tegen zich eischen. Uitspraak over veertien dagen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 6