ZATERDAG 9 JANUARI 1937
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 6
Hoe komen de plannen
voor het Prinselijk
Jacht tot stand.
Nu de officieele aanbieding van het na
tionaal huwlijksgeschenk heeft plaats ge
vonden en op symbolische wijze aan ons
prinselijk jaar het motorjacht en de Verbe
tering van het paleis te Soestdijk zijn
aangeboden, rijst alom belangstelling voor
de vraag: hoe komen de plannen voor dit
jacht tot stand? Aanstonds zal ook ge
vraagd worden: hoe zal het worden ge
bouwd, hoe zal het worden ingericht?
Het spreekt vanzelf, dat in deze met de
wenschen der toekomstige eigenaren, met
name van H.K.H. Prinses Julana en van
Z.K.H. Prnns Bernhard, behoeft rekening
te worden gehouden. Teneinde het formu
leeren dezer wenschen gemakkelijker te
maken, werd Z.K.H. voorgelicht door eeni-
ge leden van een inmiddels in het leven
geroepen technische commissie en bezocht
de Prins enkele" jachten en jachtwerven.
Genoemde commissie, bestaande uit ex
perts op het gebied van scheepsbouw en
jachtbouw, is belast met den bouw van het
prinselijk jacht.
De Prinses en de Prins wenschen een
motorjacht geen zeiljacht aan boord
waarvan zij met eenige gasten kunnen ver
blijven en waarmede zij weekend-tochten
en langere tochten kunnen maken, waar
zij van zon, water en buitenlucht kunnen
genieten en waarmede zij zich kunnen be
wegen langs vele schilderachtige plekken,
die ons land aan de waterzijde zoo talrijk
biedt. Een zeer gelukkige omstandigheid
is, dat ons prinselijk paar niet de begeer
te heeft de Noordzee te gaan bevaren.
Voor een gebruik zoowel in Nederland als
buitengaats behoeft het schip dus niet te
worden ingericht. Was die eisch wel ont
staan, dan was een tweeslachtig schip ont
staan, een schip, dat eigenlijk ongeschikt
zou zijn voor beide doeleinden. Immers,
tot heden is men nog nooit geslaagd een
schip te construeeren dat goed en be
trouwbaar bleek in zee en tegelijk met een
geringen diepgang het meerendeel der
binnenwateren kon bevaren, waarvan er
vele slechts een geringen diepgang toe
laten.
Er blijven evenwel voor cTe technische
commissie genoeg moeilijkheden ter over
weging. Het ligt voor de hand, dat een
klein schip met weinig diepgang een uit
gebreider vaarterrein vindt dan een groo-
ter met meer diepgang. Maar een dergelijk
klein schip biedt niet de benoodigde ruim
te, noch het comfort, dat in een jacht, voor
prinselijke eigenaren bestemd, wordt ge-
eischt. De verlangde ruimte bepaalt de mi-
nimummaten van het schip, terwijl de af
metingen van bruggen en sluizen en de
diepten der vaarwegen de maximumafme
tingen voorschrijven. Een voldoende ma
chinecapaciteit moet ter beschikking staan,
wil het schip bevrediging aan de eigena
ren geven. Voor de vaart in Zeeland en op
Waal en Rijn, waar krachtige stroomen
voorkomen, zijn sterke motoren noodig,
die hun gewicht meebrengen en ruimte
verlangen. Er moet gedacht worden aan
een voldoende mate van geschiktheid voor
het bevaren der Zuiderzee, van de wad
den en breede zeegaten in Zeeland en in
het Noorden. Niemand zou eenige conces
sie aan dezen eisch dulden. Ook de kwes
tie der stabiliteit is zeer belangrijk, waar
het ook hier gaat om de veiligheid der op
varenden. Het schip mag niet te weinig
diepgang hebben en daarbij een te hoo-
gen bovenbouw, wil het niet bij zijdeling-
schen wind dwars weggeblazen worden en
onregeerbaar blijken. Bovendien zou een
te hooge opbouw voeren tot een minder
sierlijk geheel. Dan dient gelet op den on-
derlingen samenhang der scheepsafmetin-
gen. Waar het geheel een zeker gewicht en
dus een zekere waterverplaatsing heeft, is
er verband tusschen lengte, breedte en
diepte. Met het oog op de niet te over
schrijden maximum-lengte, beteekent een
vermindering van den diepgang een ver
grooting der breedte. Een uitbreiding van
het vaarterrein zou gezocht moeten wor
den met een breeder schip dat met meer
moeite en verhoogd risico bruggen en
sluizen en tegenkomende vaartuigen pas
seert. Dan zijn er de aesthetische eischen,
die een zeer belangrijk woord meespreken.
In dit labyrinth van eischen en beper
kingen moest de techni&che commissie een
weg zoeken en een compromis tot stand
brengen, waarbij in zooveel mogelijk op
zichten evenwicht wordt gebracht. Dat
tenslotte hier en daar beperkingen blijven
bestaan is duidelijk. Een gevolg is b.v. dat
dit schip enkele wateren niet zal kunnen
bevaren, die een ander ingevolge andere
verlangens gebouwd schip wel zou kun
nen bezoeken. Maar ernstig is dit bezwaar
niet, want het jacht zal een flinke motor
boot meevoeren, die het prinselijk paar
op dit punten zal kunnen brengen, waar
het groote schip niet kan komen. Aldus
zal geen hoekje in ons mooi en schilder
achtig waterland voor het prinselijk paar
verborgen behoeven te blijven.
De heer H. W. de Voogt bracht het re
sultaat aller overwegingen in teekening.
Zoo ontstaat in goede samenwerking en
met veel onderling overleg een harmonisch
geheel. Wanneer de thans in bewerking
zijnde plannen gereed zullen zijn, wordt
van het ontwerp een model gemaakt, dat
beproefd zal worden te Wageningen in het
scheepsbouwkundig proefstation. Enkele
wijzigingen in het onderwaterschip kunnen
dan met het oog op de snelheid van het
schip, het gedrag in ondiep water enz.
noodzakelijk blijken. Eerst dan zullen de
maten van het schip bepaald zijn en zal
met den bouw een aanvang kunnen wor
den gemaakt.
De Amsterdamsche scheepswerf
van den heer G. de Vries
Lentsch Jr. met den bouw be-
.last.
Naar wij vernemen, heeft op voorstel
van de Technische Commissie, belast met
BINNENLAND
STEMMEN BIJ VOLMACHT.
De Minister van Binnenlandsche Zaken
heeft een schrijven gericht aan de ge
meentebesturen, waarin hij o.m. zegt, dat
hen gebleken is, dat verschilende kiezers,
die gebruik wenschen te maken van de,
hun ingevolge artikel 7 der Kieswet ver
leende, bevoegdheid om bij volmacht te
stemmen, moeilijkheden ondervonden,
doordat op sommige gemeentesecretarieën
niet voldoende rekening wordt gehouden
met de omstandigheid, dat bij de jongste
wijziging van de Kieswet in artikel 56a
dier wet veranderingen zijn aangebracht.
De Minister vesti: t de aandacht op de
wet van 23 Mei 1935, tot wijziging en aan
vulling van de Kieswet, de provincale wet
en de gemeentewet. Daarbij is de moge
lijkheid geopend, dat de mededeeling, dat
de kiezer van de gevraagde bevoeggdheid
om bij- volmacht te stemmen gebruik
wenscht te maken, niet slechts kan ge
schieden ter secretarie van de gemeente,,
op welker kiezerslijst hij moet voorkomen,
doch ter secretarie van elke willekeurige
gemeente, waar hij zich toevallig bevindt.
Voorts blijkt verschil van opvatting te
bestaan met betrekking tot de interpre
tatie van het vierde lid van art. 56a der
Kieswet, met name nopens de vraag, of
de in den derden volzin van dat lid be
doelde termijn van vijf dagen begint te loo-
pen vanaf het tijdstip van aanwijzing van
den gemachtigde, dan wel vanaf den da
tum van de oproeping.
Aangezien de ïedactie der wet te dezen
geen uitsluitsel geeft, is de Minister ge
neigd in het belang van de kiezers de be
paling aldus te interpreteeren, dat de ter
mijn van vijf dagen begint te loopen vanaf
datum van verzending van de oproe
ping.
PROV. STATEN VAN ZUID-HOLLAND.
In de plaats van den heer A. C. Mos, is de
heer A. in 't Veld te Rijnsburg be
noemd verklaard tot lid der Prov. Staten
van Zuid-Holland.
Voorts is de heer C. J. Robtisch, Den Haag,
in de plaats van mr. H. W. J. M. de Jong,
die als zoodanig ontslag had genomen, tot
lid der Staten benoemd verklaard.
„DE DAG VAN DEN POSTZEGEL".
Op Zondag, 10 Januari, zal zoowel in Ne
derland als daarbuiten een „dag van den
postzegel" worden gehouden.
In December 1935 werd voor het eerst
in Oostenrijk, meer in het bijzonder in
Weenen, een „dag van den postzegel" geor
ganiseerd, in Januari 1936 werd dit voor
beeld door Duitschland overgenomen. In
Augustus j.l. besloot de federation interna
tionale de philatelie op haar jaarvergade
ring te Luxemburg in het vervolg gezamen
lijk den „dag van den postzegel" te vieren
en wel op Zondag na 7 Januari, dit is de
geboortedag van Heinrioh von Stephan,
den stichter van de wereldpostunie te Bern.
In geheel Europa zal dien dag propaganda
worden gemaakt voor het postzegel vèrza-
melen, in het bijzonder voor de jeugd.
De Nederlandsche bond heeft alle vef-
eenigihgen van postzegel-verzamelaars in
ons land verzocht op dezen dag een bijzon
dere bijeenkomst te beleggen, waarop zoo
mogelijk een eenvoudige tentoonstelling
wordt gehouden.
De Nederlandsche bond heeft voor deze
gelegenheid twee briefkaarten van 2 en 5
cent, links van de scheidingslijn, doen be
drukken met een passend symbool, terwijl
het hoofdbestuur der P.T.T. zijn medewer
king heeft verleend door te bepalen, dat
op 10 Januari aan het hoofdpostkantoor te
Amsterdam een bijzonder stempel in ge
bruik zal zijn, waarvan de tekst betrekking
heeft op dezen „dag van den postzegel".
De briefkaarten zijn verkrijgbaar bij den
secretaris van den Nederlandschen bond
van vereenigingen van postzegelverzame
laars, den heer W. G. Zwolle, Oranje Nas-
saulaan 37, Amsterdam (Z.).
HET ONTSLAGEN PERSONEEL VAN DE
KONINKLIJKE HOLLANDSCHE
LLOYD.
Een vordering tegen de Lloyd ingesteld.
Het bij verleenen der surseance van be
taling aan de Koninklijke Hollandsche
Lloyd ontslagen personeel heeft voor den
kantonrechter te Amsterdam een vorde
ring van zijn vermeende rechten op uitge
steld pensioen en op uitkeering ineensluit
het gevormde spaarfonds, welke aanspraak
door de directie van de Lloyd en de be
windvoerders worden ontkend. Een van de
leden van het personeel treedt in deze
test-case op voor 120 man.
Mr. Th. J. Eskens zal voor hem de pro-
ceduren voeren. Men rekent er op, dat de
beslissing spoedig kan worden verwacht.
Ontslagen personeel van de N. V.
Brabantsche Buurtspoorwegen.
Op de vragen van den heer Nivard in
verband met het ontslag van 60 man per
soneel van de N.V. Brabantsche Buurt
spoorwegen en autodiensten heeft de mi
nister van Waterstaat het volgende geant
woord:
Het goederenvervoer op de tramwegen
den bouw van het prinselijk jacht, het al
gemeen comité tot aanbieding van een na
tionaal huwelijksgeschenk aan de Amster
damsche scheepswerf van den heer G. de
Vries Lentsch Jr. opdracht gegeven tot den
bouw van dit schip. De plannen voor het
jacht kwamen tot stand, dank zij de sa
menwerking van de technische commissie
en den heer H. W. de Voogt.
van de N.V. Brabantsche buurtspoorwegen
en autodiensten B. B. A. zal inderdaad in
hoofdzaak worden gestaakt.
Dientengevolge is aan 60 man van het
personeel met ingang van 9 Januari 1937
ontslag aangezegd. Dit personeel kan op
grond van het reglement dienstvoorwaar-
den der maatschappij geen aanspraak op
wachtgeld doen gelden. Een uitkeering in
eens komt slechts in aanmerking bij ont
slag, dat niet het gevolg is van staking of
inkrimping van den dienst.
Het komt billijk voor en in dit geval ook
mogelijk, dat niettemin een uitkeering
wordt gegeven. De minister heeft reeds
maatregelen getroffen, dat hiervoor een re
geling tot stand komt.
HET PAUKENPAARD IN DEN
ENGELSCHEN KRONINGSSTOET
Aangekocht te Groningen
In opdracht van Z. K. H. den Hertog van
Kent hebben gisteren majoor Abel Smith
en Lady May Abel Smith, nicht van H.M.
Koningin Wilhelmina, een bezoek gebracht
aan Groningen, teneinde daar een paard te
koopen. De hooge bezoekers waren ver
gezeld van de heeren W. Graaf van Lim
burg Stirum, baron Rengers en jhr. de
Beaufort.
De aankoop betrof een bont paard, dat
bestemd is om in den kroningsstoet van
koning George IV op 12 Mei a.s., de pau
ken te dragen. Er werd een voorloopige
koop gesloten met den Groningschen paar
denhandelaar, den heer Dirk Bolt. Van
het gekozen paard werd een foto geno
men, welke zal worden doorgezonden aan
den Koning van Engeland. Deze zal dan
over den definitieven aankoop beslissen.
Na het bezoek bij den heer Bolt, die de
hooge gasten zeer charmant ontving met
koffie en Groninger koek, gebruikte het
gezelschap de lunch in het hotel „De Doe
len".
Om drie uur keerde men naar de Resi
dentie terug.
De overtredingen van voorschriften van
werkverschaffing en steunverleening
De landelijke vereeniging tot onderlinge
verzekering tegen de nadeelige gevolgen
van werkloosheid én ziekte, heeft van den
minister van Sociale Zaken in antwoord
op een desbetreffend schrijven van ge
noemde organisatie bericht ontvangen, dat
h'j geen vrijheid kan vinden ter gelegen
heid van het huwelijk van H.K.H. Prinses
Juliana algemeene amnestie te verleenen
aan hen, die zijn gestraft inzake overtre
ding van voorschriften van werkverschaf
fing en steunverleening. Het is echter de
bedoeling van den minister in bepaalde
gevallen verzachting van straf toe te staan.
Ieder geval zal daarbij echter op zich
zelf moeten worden beoordeeld.
RECHTZAKEN
VERBODEN LOTERIJ TE HILLEGOM.
Gistermiddag stonden in hooger beroep
voor de Haarlemsche Rechtbank trecht L.
B., chef der N. Z. H. T. M. en F. C. v. L..
brievenbesteller beiden uit Hillegom, resp.
voorzitter en secretaris van de Coöp.-ver-
bruikersvereeniging „Ons Belang" te Hil
legom, die bij vonnis van den kantonrech
ter te Haarlem waren veroordeeld tot een
geldboete van ƒ3.subs. 2 dagen hechte
nis. Eisch 6 subs 1 dag hechtenis, terzake
dat zij zonder toestemming een loterij op
touw hadden gezet.
Elke klant van Ons Belang", die voor
ten minste 50 cent kocht, werd in de ge
legenheid gesteld om mede te dingen naar
een dames- of heerenrijwiel en verschil
lende andere artikelein. In de etalage van
„Ons Belang" lagen eenige letters, waar
in een groot aantal punaises waren geprikt.
Het aantal punaises moest worden geraden.
Alleen verd. L. B. was- verschenen; deze
meende, dat hier niet van een overtreding
sprake was. Men kon op gemakkelijke wijze
het aantal punaises tellen, door met een
vergrootglas of verrekijker te kijken of een
foto te nemen. De officier van justitie mr.
A. R. Andringa zeide in zijn requisitoir,
dat dit geval zeer zeker onder de Loterij -
wet valt. Spr. kon zich volkomen vereeni
gen met het vonnis van den kantonrech
ter en vroeg derhalve bevestiging hier
van.
Vonnis over 14 dagen.
KIND UIT ST. VINCENTIUS-GESTICHT
TE LISSE ONTVOERD.
Drie maanden tegen vrouw geëischt.
De 22-jarige mej. P. C., de 23-jarige H. B.
en de 23-jarige J. W. S., allen te Den Haag
stonden gistermiddag voor de Rechtbank
te Haarlem terecht, omdat zij een kind van
twee jaar aan den voogdijraad hadden wil
len onttrekken. Het betrof hier 't geval van
den „kinderroof" te Lisse, dat zich enke
le maanden geleden in een R.-K. Opvoe
dingsgesticht afspeelde. Op een Zondag
meldde zich bij deze inrichting de onge
huwde moeder van twee kinderen, die in
het huis waren opgenomen. Het jongetje
was er reeds geruimen tijd, maar een klei
ner meisje had de voogdijraad eerst sinds
kort aan de ouderlijke macht ontnomen. De
vrouw scheen vooral dit kindje 't slechtst
te kunnen missen en om het nu weer mee
te kunnen nemen had zij een list bedacht.
Zij begaf zich naar de jongenszaal, waar
van een deur toegang gaf tot de zaal van
de meisjes. Onder voorwendsel, dat zij met
de beide kinderen in den tuin wilde gaan
wandelen, kon zij het meisje meelokken.
Toen zij hierin was geslaagd, was het een
kleine moeite het kind door een gat in de
heg te duwen, achter welke heg twee
handlangers verdekt stonden opgesteld. Met
behulp van een motorfiets is het kind toen
door de mannen mee naar Den Haag geno
men. De moeder volgde later met de tram,
noch voordat de Moeder Overste van 't ge-
De Vrijmetselarij en nog iets
P. S. schrijft in de „Tijd"t
Rome heeft in den loop der tijden de
vrijmetselarij veroordeeld. Het heeft dit
herhaaldelijk gedaan en ondubbelzinnig.
O.a. deed het Leo XIII in zijn encycliek
.Humanum genus", die in 1884 het licht
zag.
Met deze herhaalde veroordeelingen is
de zaak voor ons katholieken beslist. De
Magonnerie is voor ons een verboden or
ganisatie, van welker loges wij geen leden
kunnen zijn, noch mogen zijn. En met de
kerkelijke Overheid staan wij in 't geweer,
om haar aanvallen af te slaan en haar on-
dergrondsche strevingen te bestrijden. Dat
die strevingen in het eene land duidelijker
en scherper tot uiting komen, dan in het
andere, doet daaraan niets af. En dit geldt
natuurlijk ook voor ons land, waar het ge
heim genootschop evenzeer het anti-cleri-
calisme cultiveert, als elders, en zijn optre
den naar binnen en naar buiten daarmee
in overeenstemming brengt. De ouderen on
der ons zullen zich bijv. herinneren, dat,
toen bij de grondWetsherzienig van 1887
een felle strijd tusschen rechter- en linker
zijde ontbrandde over het onder wij sarti-
xel 194 (later 192) van de leiding der vrij
metselarij een zg. Teekenplank uitging,
waarvan de strekking was te voorkomen,
dat de confessioneele school gelijinstel
ling zou kunnen krijgen met de openbare,
of neutrale.
Onze houding ten aanzien der vrijmetse
larij is dus bepaald. Zij behoeft geen ver
dere toelichting, noch motiveering. Maar
juiste wijl dit zoo is, en deze houding moet
worden gehandhaafd met al den ernst,
welken zij verdient, wake men tegen ex
cessen, die daaraan slechts afbreuk zou
den kunnen doen. Dat er reden is voor
zulk een waarschuwing leert de ervaring.
En had men er zich immer naar gedragen,
dan zou ons tweeërlei verschijnsel zijn be
spaard gebleven. Eerstens, dat, in de Ro-
maansche landen vooral, de katholieken
wel heel druk gebaarden, spraken en
schreven over de magonnerie en daaraan
een groot deel van hun tijd en inspanning
ten koste legden, maar intusschen ver
zuimden de hand aan 't werk te slaan voor
een opbouwende actie, waardoor zij de vrij
metselarij zonden hebben belet haar in
vloed steeds meer uit te breiden. En ver
volgens, dat op schaamtelooze wijze door
bedriegers en schotschrijvers misbruik kon
worden gemaakt van veler meer dan
naieve lichtgeloovigheid, waardoor de zot
ste verhalen over de Loge voor echte munt
werden aangenomen en de strijd tegen de
magonnerie in een bespottelijk daglicht
werd gesteld. Wie heugenis heeft aan den
beruchten Taxil-zwendel, van eenige tien
tallen jaren geleden, zal weten, wat wij
bedoelen. Zelden heeft zich zulk een be
droevende en beschamende historie afge
speeld. en ergerlijk schandaal, dat tal van
katholieken, leeken en priesters, tot dupe
maakte, en. uit Frankrijk tot ons geko
men, ook hier te lande zijn slachtoffers
vond.
Daar kwam dan nog iets bij. Door
iemand klakkeloos en zonder meer het eti
ket vrijmetselaar" op te plakken, maakte
men hem, dikwijls voorgoed, verdacht of
zelfs onmogelijk. Vooral in Frankrijk ging
men zich hieraan meermalen te buiten.
Wie onder katholieken een tegenstander
wilde verpletteren, noemde hem 'n vrijmet
selaar, een trawant der Loge, of insinueerde
dat hij op de een of andere wijze tot het
geheim genootschap in relatie stond. Met
zijn reputatie was 't dan bij zijne geloofs-
genooten meestal gedaan, hij mocht protes
teeren zooveel hij wilde. De ergerlijkste
dingen hebben zich op dit punt voorge
daan, waarbij niemand werd ontzien, pries
ters zoo min als leeken, zelfs kerkelijke
hoogwaardigheidsbekleeders niet. Een
Frans prelaat, kardinaal Mathieu, deelde
daaromtrent een geval mee, dat men zou
weigeren te gelooven, wanneer het niet
sticht noch de politie haar hadden kunnen
achterhalen. Het kostte eenige mpeite de
vrouw op te sporen, omdat zij inmiddels
weer naar een ander adres in Den Haag
.was verhuisd, maar eindelijk vond men
haar en het kind, dat weer in de inrichting
kon worden geplaatst.
Ter terechtzitting gaven de drie verdach
ten de feiten toe. Een der mannen bleek
minder goed te staan aangeschreven, zoo
dat de officier van justitie tegen hem en
tegen de vrouw drie maanden onvoorwaar
delijke gevangenisstraf vroeg. De derde
verdachte hoorde drie maanden voorwaar
delijk eischen. Uitspraak 21 Jan.
DE BRAND IN EEN MEELFABRIEK
TE LISSE.
Officier gaat in hooger beroep.
De officier van justitie heeft hooger be
roep aangeteekend tegen het vonnis van
de Haarlemsche Rechtbank, waarbij de 66-
jarige F. H. V., te Lisse, grossier in kolo
niale waren is vrijgesproken van oplich
ting van het Rijk. Verd. zöu bij een brand
in zijn fabriek op onrechtmatige wijze sui
keraccijns gerestitueerd hebben gekregen.
De Officier van Justtitie had tegen ver
dachte geëischt 1 jaar gevangenisstraf.
Diefstal van bloembollen.
De Officier van Justitie in de Rechtbank
te Haarlem eischte tegen P. S. v. L. uit
Hillegom 6 maanden gev. straf met
aftrek van voorarrest wegens diefstal van
een hoeveelheid bloembollen uit een
schuur aldaar. Vonnis over 14 dagen.
KANTONGERECHT TE HAARLEM.
Ter zake van het besturen van een auto
onder den invloed van sterken drank te
Haarlem, waardoor een aanrijding ont
stond, stond terecht K. M. B. uit Aal s-
raeer. De ambtenaar van het O. M. eischte
van zoo eerbiedwaardige zijde was ver
haald. Toen indertijd kardinaal Lavigerie
de Franéche katholieken aanspoorde hun
vruchtelooze kanonnades tegen de Repu
bliek te staken en zich op constitutioneel
terrein aaneen te sluiten ter verdediging
hunner beginselen, wekte dit in hevige
mate den toorn op van vele royalisten en
imperialisten. Daar moest iets achter
schuilen! Daar zat bepaald de Loge ach
ter! Spoedig bleek, dat de Aartsbisschop
van Carthago in overeenstemming met den
H. Stoel had gehandeld en toen keerde zich
de woede, daar men niet rechtstreeks den
Paus, Leo XIII, kon aanvallen, met des te
grooter felheid tegen den Staatssecretaris,
't Is Verbijsterend, welke invectieven men
zich aan diens adres durfde veroorloven.
Een Fransch echtpaar aldus de boven
genoemde prelaat dat zich op de hu
welijksreis te Rome bevind, ging den Sint
Pieter binnen op een morgen, dat daar
een groote godsdienstige plechtigheid zou
plaats hebben. Aan een priester vroegen
zij, wie de Kardinaal was, die zou cele-
breeren. Toen hij den naam hoorde, sloeg
de echtgenoot als met afgrijzen een gat in
de lucht en haastte hij zich zijn vrouw toe
te voegen: „Laten we gauw heengaan,
liefste. Het schijnt, dat de vrijmetselaar de
Mis gaat opdragen!" Die „vrijmetselaar"
was niemand anders en niemand minder
dan Zijne Eminentie Kardinaal Rampolla,
staatssecretaris van Paus Leo XIII, en die
in 1903 naar alle waarschijnlijkheid den
Pauselijken Stoel zou hebben bestegen, in
dien Oostenrijks souverein daartegen geen
bezwaar had gemaakt!
Waar zulke onzinnigheden zich konden
voordoen, is het eenigermate te begrijpen
hoe onverklaarbaar het overigens moge
zijn dat later de schandelijkste en meest
ongerijmde verzinsels van een Taxil en
anderen bij een deel der katholieken ge
loof vonden.
Waarom wij dat alles memoreeren?
Om kracht bij te zetten aan de nog
steeds niet overbodige waarschuwing zich
ook in den strijd tegen de magonnerie van
excessen te onthoudeïT en niet tot dwaas
heden en onrechtvaardigheden te verval
len. De reclame, indertijd door sommigen
of velen in al te kinderlijke goede trouw
voor de geschriften van Taxil c.s. gemaakt
ze vonden ook naar Nederland hun weg
had ten gevolge, dat eenerzijds tal van
eenvoudige menschen lectuur in handen
kiegen, die gewoonweg tot de prikkellec
tuur behoorde, en dat anderzijds degelijke
en deugdelijke verhandelingen over de
Loge en -haar werk onverkocht en onge
lezen bleven. Zoo sneed het mes naar twee
kanten verkeerd, ten voordeele alleen van
hen, die uit deze zwendel-affaire ruime
profijten trokken.
Gelukkig is dit jammerlijk gebeuren een
unicum gebleven. Het heeft zich niet her
haald, althans niet in dezen groven, onge-
geneerden vorm. Maar het gesol met de
vrijmetselarij men denke aan Spanje
duurt ook in onzen tijd nog voort, en
maar al te dikwijls komt het voor, dat
de katholieken met name in z.g. katho
lieke landen hun eigen laksheid en ge
mis aan initiatief bewust of onbewust ca-
moufleeren met een veel geruchtmakend
fulmineeren tegen de Loge. De magonnerie
is doorgaans de eenige schuldige, wan
neer in een katholiek geheeten land het
anti-clericalisme triomfeert en hatelijke
maatregelen treft tegen de Kerk. Maar
wanneer men dan de Hollandsch nuchtere
vraag stelt, hoe hef mogelijk is, dat in
zulk een land de Loge een zoo grooten
invloed kan uitoefenen, krengt men géén
antwoord
Onze Nederlandsche geloofsgenooten
het zij tot him eer gezegd toornen wat
minder luidruchtig tegen de vrijmetselarij
en zoeken" haar ook niet overal „achter".
Liever slaan zij de hand aan de ploeg, stel
len zij daden en organiseeren zij zich tot
een krachtig geheel, hetgeen den besten
waarborg oplevert voor de verdediging
hunner beginselen en de verzekering hun
ner belangen.
tegen verdachte een geldboete van 25
subs. 10 dagen hechtehis wegens de aanrij
ding en 7 dagen hechtenis en intrekking
van het rijbewijs voor den tijd van 6 maan
den wegens het onder den invloed van
sterken drank een auto besturen.
De kantonrechter veroordeelde verdach
te voor het eerste feit tot 25.subs. 10
dagen en voor het tweede feit tot 7 dagen
hechtenis en intrekking van het rijbewijs
voor den tijd van 3 maanden, omdat verd.
de auto voor zijn bedrijf had.
BEDREIGING MET DOODSLAG.
Zes maanden geëischt.
Voor de rechtbank te Zutfen storm gis
teren terecht de 33-jarige landbouwer H. S.,
te Ziewent, gemeente Ruurlo, wegens be
dreiging met doodslag van den buitenge
woon gemeenteveldwachter J. Beukema.
Beukema had den verdachte op heeter-
daad betrapt bij de overtreding van de
jachtwet. Verd. had, toen Beukema hem
wilde aanhouden, geroepen: „Blijf van mij
af" en meteen het met scherp geladen ge
weer op B. aangelegd. Op dat oogenblik
was de vader van B., onbezoldigd rijks
veldwachter, uit de struiken te voorschijn
gesprongen. Hij verklaarde als getuige, dat
verd. eerst had aangelegd op den politie
hond, die zij bij zich hadden en vervolgens
op zijn zoon. Toen was hij in een droge
sloot gesprongen, waaruit hij later weer te
voorschijnt kwam en nogmaals het geweer
aanlegde op Beukema Jr. Toen de twee
jachtopzieners verdachte hadden aange
grepen had hij zich hevig verzet door te
slaan met zijn geweer, te schoppen en te
bijten.
Verdachte, die het feit ontkende, hoorde
zes maanden gevangenisstraf tegen zich
eischen.
Uitspraak over veertien dagen.