DONDERDAG 7 JANUARI 1937
DE LEIDSCHE COURANT
EERSTE BLAD - PAG. 2
lakeien naast elk portier en waarin geze
ten waren Z. H. hertog Adolf Friedrich van
Mecklenburg en Prins Ernst Aschwin van
Lippe-Biesterfeld.
Daarna kwam een berline, bespannen
met vier paarden, gaande twee lakeien
naast elk portier en waarin zaten herto
gin Adolf Friedrich van Mecklenburg en
Prins Julius zur Lippe.
Vervolgens een berline, eveneens be
spannen met vier paarden en gaande twee
lakeien naast elk portier met Prinses Julius
zur Lippe en graaf Rabe Oeynhausen-Sier-
storpff.
Daarachter kwam een coupé, ook met
vier paarden bespannen en gaande twee
lakeien naast elk portier, waarin gezeten
waren jonkvrouwe L. P. van de Poll, dame
du palais honoraire van H. M. de Konin
gin en jhr. mr. F. Beelaerts van Blokland,
kamerheer i. b. d. van H. M. de Koningin,
vice-president van den Raad van State.
Dan een coupé bespannen met vier paar
den en gaande twee lakeien naast elk por
tier' met mevrouw Beelaerts van Blokland
en professor dr. J. Huizinga.
Ten slotte een coupé bespannen met vier
paarden en gaande twee lakeien naast elk
portier, waarin zaten gravin Rabe Oeyn-
hausen-Sierstorpff en kolonel von Pant-
schulitzew.
Achter het laatste hofrijtuig volgde een
afdeeling veldartillerie te paard van het 2e
regiment, waarbij^ ingedeeld waren 12
trompetters met de pauken.
Na het detachement artillerie kwam een
eskadron van 2 peletons van het 3e half re
giment huzaren, terwijl de stoet gesloten
werd door een afdeeling politie-troepen te
paard, ter sterkte van 8 ruiters.
Het publiek was opgetogen over de
kleurrijke stoet, een wondere mengeling
van prachtige toiletten en uniformen. Alge
meen was men zeer verrukt over de
bruidstoiletten van de Prinses en de
bruidsmeisjes.
Zoodra de muziek met het Wilhelmus
had opgehouden, ving de radio-repor
tage aan, zoodat men voor het paleis de
stoet op haar geheelen weg naar het stad
huis kon volgen. Daardoor bleek dat de
kop reeds voor het stadhuis was aangeko
men, toen de staart van den stoet nog op
het voorplein van het paleis stond.
DE TOCHT NAAR HET STADHUIS.
Terwijl van voor het paleis het gejuich
aanzwelt en dichterbij komt met het nade
ren van den stoet, klinken kort en scherp
de bevelen der officieren aan de troepen
langs den weg. die in de houding staan
voor het brengen van het militaire eerbe
toon. Achter de afzettingen verdringen zich
de menschen, uit de ramen der bovenhuizen
hangen zij ver voorover en in dichte rijen
zitten zij in de etalages van ie winkels in
de Heulstraat, die in overdekte tribunes
zijn herschapen.
In de Heulstraat zelf staan slechts de mi
litaire troepen, die de afzetting vormen, en
is op straat althans geen publiek toegela
ten.
Des te luider klinkt het gejuich op als
de stoet rechtsaf den Kneuterdijk opzwenkt,
waar het publiek in zeer dichte drommen
opeengedrongen staat. Enkele kleine tri
bunes zijn dicht bezet, evenals de ramen
der hier gevestigde winkels, restaurants en
bankgebouwen.
Het is een treffend oogenblik als het jon
ge bruidspaar tusschen de beide eere-fron-
ten van oud-gedienden doorrijdt, die stram
en ernstig het militaire saluut brengen. Het
zijn de gepensionneerde officieren van de
Kon. Landmacht, de Kon. Marine en het
Kon. Ned. Ind. leger, die hier onder leiding
van luitenant-generaal C. A. Prins staan
opgesteld, en daarnaast de vergrijsde rid
ders van de Militaire Willemsorde met hun
eere-teekenen groot op de borst.
Voorbij de Plaats gaat het naar het Bui
tenhof, waar de belangstelling het grootst
is. En terecht heeft het publiek een bij
zondere voorkeur voor dit plein gehad,
want het is een prachtig schouwspel, als
de kleurige schitterende bruidsstoet van
den Kneuterdijk langs den Hofvijver het
fraai versierde plein met zijn dichte men-
schenmenigte oprijdt.
Het is een schittering van kleu
ren, die te levendiger uitkomen in
het licht van de zacht stralende
winterzon. En een gedaver van
vreugde klinkt uit deze bonte
mengeling op. Het jonge bruids
paar kan slechts, overstelpt door de
overweldigende blijken van aan
hankelijkheid, gelukkig glim
lachend terugknikken en wuiven
in de Gouden Koets, waarmee onze
Kroonprinses als de Prinses uit het
Sprookje met haar bruidegom ter
bruiloft rijdt.
.En daarachter, in de fraaie gla
zen koets, ziet men twee gelukkige
moeders, onze Koningin en Prin
ses Armgard, beiden eveneens lui
de en hartelijk toegejuicht, en dan
kend met een blijde glimlach om
het geluk van de beide vorsten
kinderen en om het meeleven, dat
uit al deze toejuichingen spreekt.
Door de smalle Gravenstraat gaat het,
waar de menschen dicht opeengedrongen
in de winkeletalages en voor de ramen
staan. Op het smalste gedeelte nabij de
Groenmarkt en tegenover het raadhuis is
geen publiek meer toegelaten. Stram staan
de hier opgestelde cadetten der Kon. Mili
taire Academie in de houding en eerbiedig
brengen zij het militaire eerbetoon als de
vorstelijke stoet het stadhuis nadert.
VOOR HET STADHUIS.
Ook op de Groenmarkt was de drukte en
de belangstelling buitengewoon. Er heersch-
te een opgewekte stemming onder de
wachtenden, dié zich op aangename wijze
den tijd kortten met het meezingen van va-
derlandsche liederen welke door de radio
weerklonken. Tegen elf uur kwam er meer
beweging onder het publiek en deze nam
nog toe toen men door de radio* hoorde, dat
de stoet het paleis verlaten had.
Onmiddellijk hierop verscheen de kop,
het militaire escorte, reeds op de Groen
markt. Bij het stadhuis had het muziek
corps van het 5e Regiment infanterie zich
opgesteld. De eerewacht was hier betrok
ken door het detachement van de koloniale
reserve, met vaandel en vaandelwacht.
Het eerste gedeelte van het militaire es
corte, dat den stoet opende, reed het stad
huis voorbij en langzaam ging de Gouden
Koets voorwaarts tot vlak voor het bordes
van het stadhuis. Terwijl de muziek het
Wilhelmus inzette en de troepen de mili
taire eerbewijzen brachten, stegen Bruid
en Bruidegom uit.
paar waren bij den ingang aanwezig en
begeleidden het bruidspaar tot aan de
trouwzaal.
In de burgemeesterskamer werd de stoet
geformeerd door baron Baud, de groot
meester van de Prinses had zich reeds eeni-
ge oogenblikken tevoren naar de trouw
zaal begeven.
Toen allen de voor hen bestemde plaatsen
hadden ingenomen, begaf men zich, voor
afgegaan door den burgemeester naar de
trouwzaal.
Bij den ingang werd het bruidspaar op
gewacht door twee paren bruidsmeisjes en
bruidsjonkers, die hun dienst in de trouw
zaal hadden te vervullen.
Inmiddels waren de chef van het mili
taire huis van de Koningin en de gouver
neur der residentie ook het stadhuis bin
nengetreden, doch zij gingen niet mede
naar de trouwzaal maar bleven in de
werkkamer van den burgemeester.
REDE VAN DEN BURGEMEESTER.
Koninklijke Hoogheden.
Het is mij een buitengewoon voorrecht
de eerste te mogen zijn. die U oprecht ge-
Iukwenscht met Uw besluit, dat ik zooeven
in naam der wet mocht bekrachtigen.
Majesteit.
Het zij mij vergund, ook Uwe Majesteit
mijn eerbiedigen gelukwensch aan te bie
den, nu zij het geluk mag smaken, met
haar volle instemming haar eenig kind
ver-bonden te zien aan den man, naar wien
de keuze van haar hart uitging.
Auch erlaube ich mir der Mutter und
dem Bruder Seiner Koeniglichen Hoheit
des Prinzen Bernhard, sowie den verehr-
ten weiteren Verwandten des hohen Ehe-
paares, meine aufrichtigen Glueckwuen-
sche anzubieten.
Koninklijke hoogheden! Jonge Echtge-
nooten!
Het is wel het grootste geluk, dat ons
menschen beschoren kan zijn, wanneer
een man en een vrouw elkander in op
rechtheid verklaard hebben, dat het hun
liefste wensch is om voortaan samen hun
leven te leiden, schouder aan schouder te
staan om samen te dragen wat ieder aan
zorgen en verdriet te torsen krijgt, maar
ook om de vreugde en de heerlijkheid van
het leven tezamen te genieten.
Elk van U heeft het geluk gekend van
een zonnige jeugd, omringd als gij waart
door de liefde van die u het naaste ston
den.
Wat de toekomst U brengen zal, nie
mand kan het U zeggen. Maar vast staat,
dat de band, dien gij heden gelegd hebt,
U sterk zal maken in de smart, omdat Gij
elkanders troost zult hebben, U de vreug
de dubbel zal doen genieten, nu Gij im
mers het geluk van den ander als eigen
geluk zult ervaren.
Naar menschelijke berekening zal U,
Koninklijke Hoogheid Prinses Juliana,
eenmaal moge het tijdstip nog heel
verre zijn de Kroon der Nederlanden
te dragen worden gegeven. Op den hoogen
en daardoor noodwendig eenzamen post,
dien Gij dan zult innemen, zal het voor U
een heerlijkheid zijn. naast U een man te
hebben, aan wien Gij al Uwe zorgen en
moeilijkheden zult kunnen toevertrouwen,
een man, die U kent en begrijpt, voor wien
Gij Uw hart kunt uitstorten en die als
geen ander deelen zal in- Uwe blijdschap
en voldoening, wanneer de uitkomst de
juistheid van moeilijke beslissingen aan
toont. Dan zal voor U beiden het eenvou
dige woord uit het burgerlijk wetboek,
waarvan Gij zooeven de naleving hebt be
loofd: „De echtgenooten zijn elkander we-
derkeerig getrouwheid, hulp en bijstand
verschuldigd", eerst recht een hooge be-
teekenis verkrijgen en zal het U, Prins
Bernhard. een genot kunnen zijn om Uwe
echtgenoote in zoo menig opzicht dien bij
stand te verleenen, die haar de vervulling
van hare hooge taak lichter zal maken.
Op dit oogenblik licht echter ge
lukkig nog een blijde, zorgelooze
toekomst U beiden tegen. Hartelijk
verheugen zich Uwe moeders en
Uw broeder in Uw jong geluk en
hef zal U goed gedaan hebben te
zién, hoe het Nederlandsche volk,
dat U, Prinses, van Uwe geboorte
af op de handen heeft gedragen,
in deze maanden met U heeft me
degeleefd, gelijk het in deze uren
bij honderdduizenden op en langs
de straten van deze stad, bij mil-
lioenen aan de radiotoestellen over
vier werelddeelen verspreid, U
zoo nabij tracht te zijn als slechts
mogelijk is.
Gij hebt het zij mij vergund dit te
zeggen die groote aanhankelijkheid ver
diend. Zoo jong gij nog zijt, hebt gij toch
reeds jaren geleden Uw persoon ingezet
tot de oprichting van een instelling, die
licht bracht in de duisternis, welke in vele
gezinnen heerschte en Gij zijt die instelling
door Uwen bijna dagelijkschen arbeid blij
ven steunen. Ën toen Gij werd aangezocht
om de opperste leiding op U te nemen van
den omvangrijken arbeid van het Neder
landsche Roode Kruis, waart Gij ook daar
toe aanstonds bereid.
Dat Gij. Prins Bernhard, thans onze
Prins der Nederlanden, U onmiddellijk ge
zet hebt aan de bestudeering 'an ons eco
nomisch leven door bezoeken aan belang
rijke centra in alle deelen van ons land,
door Uwen arbeid ook aan de instelling, die
het geesteskind was van den eersten Ko
ning, het heeft groote waardeering gewekt
bij de Nederlanders, wier hart U reeds ge
opend was, omdat Gij hun geliefde Prin
ses deed stralen van geluk, die Nederlan
ders, wier taal gij al dadelijk zoo goed
bleek te beheerschen, wier aard zich tot
Uwen eenvoud aangetrokken gevoelde.
Aldus hebt gij beiden aan ons volk de
hand gereikt en het heeft die met graagte
gegrepen.
Na hetgeen gij beiden reeds deedt, be
hoef ik U niet te vragen: trekt die hand
niet terug. Komende van de plaats, waar
op Gij staat, kan een enkel woord, een
enkele daad van U zoo vaak tot zegen zijn.
Een woord van bemoediging door U ge
sproken, Uw blik waaruit deelneming
spreekt, geven kracht in droefenis; Uw
waardeerend woord wordt door hem, wien
het gold, zijn leven lang niet vergeten.
Zóó mede te leven met ons volk, het kost
Gij hebt het reeds ervaren groote in
spanning en zelfverloochening, maar dui
zendvoudig vindt Gij die beloond in de
liefde en de aanhankelijkheid van dankbaar
Nederland, dat in deze dagen talloozc be
den omhoog zendt voor U beider geluk.
Neemt Gij u voor in het leven, dat Gij
thans samen beginlien gaat, allereerst el
kander te dienen in trouwe toewijding,
aan uwe moeders Uwe kinderlijke liefde
te blijven schenken en om U heen, in het
volk te midden waarvan Gij leeft, den ze
gen te verspreiden van Uw medeleven en
Uwe belangstelling, dan zult Gij stellig de
daad, die Gij heden hebt verricht, als de
beste, de mooiste van Uw leven blijven be-
schouwen.
VOORNAAMSTE NIEUWS
BUITENLAND.
De bisschop van Meissen krijgt verminde
ring van de hem opgelegde boete wegens
overtreding der deviezenbepalingen. (4de
blad)
Een vliegverbod over een groot gebied
langs de DuitschPoolsche grens. (4de
blad).
Madrid opnieuw gebombardeerd. (2de
blad).
Spaansche sleepboot te Gijon overvaren.
Twaalf dooden. (Buiten/. Ber., (4de blad).
BINNENLAND,
HET VORSTELIJK HUWELIJK. (1ste
blad).
De zout-conventie heeft de zoutprijzen
verlaagd. (2de blad).
Een regeling is in voorbereiding betref
fende een uitvoer van vijftig millioen
eieren naar Duitschland. (2de blad).
LEIDEN.
De stad Leiden werd gisteravond in op
schudding gebracht vermoedelijk door een
kwajongensstreek (2de blad).
Toen de burgemeester was uitgesproken
verzocht hij den assisteerenden ambtenaar,
den heer P. C. Wesseling, referendaris ter
gemeente-secrtarie en chef van de afdee
ling bevolking, verkiezingen en burgerlij
ken stand, de huwelijksacte voor te lezen,
welke als volgt luidt:
DE HUWELIJKSACTE.
Heden den Zevenden Januari Negen
tienhonderd zeven en dertig zijn voor mij,
ambtenaar van den burgerlijken stand der
gemeente 's-Gravenhage, Salomon Jean
Itené de Monchy, burgemeester van 's-Gra-
venhage, in het openbaar, in het huis der
gemeente verschenen, ten einde een huwe
lijk aan te gaan:
..Zijne Doorluchtige Hoogheid Prins Bern
hard Leopold Frederik Everhard Julius
Coert Karei Godfried Pieter van Lippe
Biesterfeld, oud vijf en twintig jaen, ge
boren te Jena, wonende alhier, meerder
jarige zoon van Wijlen Zijne Doorluchtige
Hoogheid Prins Bernhard Kasimir Frie
drich Gustav Heinrich Wilhelm Eduard zur
Lippe en van Hare Doorluchtige Hoogheid
Prinses Armgard Kunigunde Alharde Ag
nes Oda zur LippeBiesterfeld, oud drie
en vijftig jaren, wonende te Reckenwalde,
Kreis Bomst.
en Hare Koninklijke Hoogheid Prinses
Juliana Louise Emma Marie van Mecklen
burg, enzoovoorts, enzoovoorts, oud zeven
en twintig jaren, geboren te 's-Gravenhage,
wonende alhier, meerderjarige dochter van
wijlen Zijne Koninklijke Hoogheid Hen
drik Wladimir Albrecht Ernst, Prins der
Nederlanden, Hertog van Mecklenburg,
Vorst van Wenden, Schwerin en Ratze-
burg, graaf van Schwerin, en van Hare
Majesteit Wilhelmina Helena Pauline Ma
ria, bij de gratie Gods Koningin der Ne
derlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
Hertogin van Mecklenburg, enzoovoorts,
enzoovoorts, enzoovoorts, oud zes en vijftig
jaren, wonende alhier.
De afkondiging van dit huwelijk is zon
der stuiting afgeloopen en had alhier plaats
op den negentienden December Negentien
honderd Zes en Dertig.
Hare Doorluchtige Hoogheid voornoemd,
moeder van den Bruidegom en Hare Majes
teit mede voornoemd, moeder van de
Bruid, alhier tegenwoordig, hebben ver
klaard, dat zij hoogstderzelver toestemming
geven tot het aangaan van dit huwelijk.
Bruidegom en Bruid hebben mij overge
legd de bij de wet voorgeschreven akten
en bescheiden.
Zij verklaarden elkander aan te nemen
tot echtgenooten en getrouwelijk te zullen
vervullen alle de plichten, welke de wet
aan den huwelijken staat verbindt, waarna
ik in naam der wet heb verklaard, dat zij
door den echt aan elkander zijn verbon
den
DE GETUIGEN.
Als getuigen waren tegenwoordig:
Zijne Doorluchtige Hoogheid Prins Ernst
Aschwin George Carol Heinrich Ignatz zur
Lippe—Biesterfeld, oud twee en twintig
jaren, wonende te Berlijn, broeder van
den bruidegom, Zijne Hoogheid Hertog
Adolf Friedrich Albrecht Heinrich zu
Mecklenburg, oud drie en zestig jaren, wo
nende te Bad-Doberin, oom van de Bruid,
Zijne Doorluchtige Hoogheid Jrins Julius
Ernst Rudolph Friedrich Victor zur Lippe,
oud drie en zestig jaren, wonende te Dres-
den-Blasewitz, oom van den bruidegom,
Rabe Caspar Heinrich Aschwin Maria Lau-
rentius Joseph Ludwig graaf von Oeynhau-
senSierstorpff,, oud zeven een dertig ja
ren, wonende te Bad-Driburg, Kreis Höx-
ter, neef van den Bruidegom, Jonkvrouwe
Louise Pauline van de Poll, oud negen en
zeventig jaren, dame da palais honoraire
van Hare Majesteit de Koningin, wonende
te Zeist, Jonkheer Frans Beelaerts van
I Blokland, oud vier en zes'ig jaren, kamer-
1 merheer in buitengewenen dienst van Hare
I Majesteit de Koningin, vice- president van
den Raad van State, wonende alhier, Jo-
han Huizinga, oud vier en zestig jaren,
i hoogleeraar aan de Rijksuniversiteit te Lei-
den, wonende te Leiden en Alexis von
I Pantschulidzew, oud acht en veertig ja-
Het bruidstoilet
Het bruidstoilet van Ivoirie Satin peplum
is in overleg met H K.H. Prinses in een
voudig, smaakvol gedrapeerd model, waar
van de sierlijke lijnen aan een Grieksch
gewaad doen denken, met manteau de cour,
vervaardigd.
De sluier is in tulle geborduurd met zil
veren rozen, zoodanig gerangschikt, dat
men daarin de emblemen van Lippe-Bies-
terfeld herkent.
De bruidskrans is van oranjebloesem en
gegarneerd met vijf echte brillanten rozen,
in grootte afloopend, wederom zoodanig
gearrangeerd, dat zij het embieem Lippe-
Biesterfeid vormen.
De ceintuur is gegarneerd met naturel
oranje bloesems, waarbij als aardige bij
zonderheid is te vernielden, dai1 deze af
komstig zijn gedeeltelijk van bloeiende
o^anjeboomen van Paleis het Loo, gedeel
telijk gezonden door eenige Nederlanders,
wonende in Italië.
De manteau de cour, waarvan de sleep
vijf metei lang is, wordt opgehouden door
vier kinderen, in het wit gekleed.
Wat de japonnen dei twaalf bruidsmeis
jes betref' en waarvan het model dezelfde
idee als de Bruidsjapoi weergeeft, deze zijn
bij twee tegelijk in fijne zijden crêpe, in
een der pasteltinten Lila, bleu groen, geel
oranje, rose, vervaardigd. Zooals te begrij
pen is, maken deze zachte tinten, die op
treffende wijze de kleuren van den regen
boog weergeven, een ongemeen fraai ef
fect, netgeen nog geaccenteerd wordt door
de fluweeien coiffures en ceintuurs, welke
in eenzelfde kleurengamma doch in donker
der tinten en die in fluweel zoo warm aan
doen, gehouden zijn. Ook de zijden schoen
tjes zijn in de, donkert tinten terwijl de
lange handschoenen, als aansluitende aan
de japon, in de pasteltinten gehouden zijn.
Het zal de lezers en Lezeressen ongetwij
feld interesseeren te vernemen dat deze
tinten speciaal zijn uitgezocht door H.K.H.
de Prinses zelve, die op den blijden dag
van Haai Huwelijk het symbool van den
regenboog heeft willen bezigen om de
plechtigheid zoo mogelijk nog aan luister
en innigheid te doen winnen. Immers de
regenboog, teeken van het Verbond tus
schen Hemel en Aarae, is by uitstek ge
schikt om de menschen in een blijde en
hoopvolle stemming te brengen en wij
spreken de hoop uit, dat de wensch van
H K H. de Prinses, dat Haar Huwelijk niet
alleen Haarzelf en den Prins Gemaal, doch
ook het geheele Nederlandsche Volk tot
heil en zegen moge strekken, in vervulling
moge gaan en wij wederom den regenboog
mogen begroeten als de aankondiging van
eeii nieuwen, blijden dageraad, welke vrede
en voorspoed brengt.
De ontvangst ten
stadhuize
Het was tot voor eenige dagen niet ge
heel zeker of de gezondheidstoestand van
den burgemeester zou toelaten, dat deze
in zyn hoedanigheid van ambtenaar van
den burgerlijken stand het burgerlijk hu
welijk van het jonge prinselijke paar zou
kunnen voltrekken.
Gisteren echter kwam vast te staan, dat
het den burgemeester vergund zou zijn zich
van deze taak te kwijten. Hem was even
wel niet toegestaan het jonge paar en de
overige leden van den stoet op het bordes
van het stadhuis te verwelkomen, zoodat
de loco-burgemeester, prof. ir. C. L. van
der Bilt, hiermede belast werd.
Ook waren hier aanwezig de d.d. groot
meester van de Prinses, baron Rengers, en
de kamerheer, baron Baud.
Prof. van der Bilt geleidde het jonge
paar naar de vestibule, waar burgemees
ter de Monchy bruid en bruidegom ont
ving.
De vestibule had hetzelfde aanzien als
op den 19en December, den dag van aan-
teekening. In de schouw, waarboven het
schilderij voorstellende den Vader des Va-
deslands hangt, was wederojji een blok-
kenvuur aangemaakt. Op den vloer lag een
groot Perzisch tapijt, waaromheen een
eerewacht van cadetten en adelborsten
stond opgesteld.
De schilderijen achter de fraaie balustra
de van ijzersmeedwerk kwamen door in
directe verlichting beter tot haar recht.
De burgemeester geleidde het bruidspaar
naar zijn kamer, welke voor deze gelegen
heid als ontvangstsalon was ingericht. Wet
houder van der Bilt geleidde H. M. de Ko
ningin en de kabinetschef van den burge
meester, jhr. Six, prinses Armgard.
In de kamer van den burgemeester werd
een enkel oogenblik vertoefd, totdat allen
zich hier verzameld hadden.
Van de bruidsmeisjes en bruidsjonkers
deden in het stadhuis 4 paren dienst; twee
Op den drempel van den trouwzaal
wachtte baron Rengers den stoet op, wel
ke even later, voorafgegaan door jhr. mr.
Six, die het gewaad van Joanniter-ridder
droeg, tusschen de cadetten en adelborsten
door over de gang naar de trouwzaal
schreed.
Wanneer de bodes de deuren gesloten
hebben, neemt de plechtigheid een aan
vang.
HOE DE TROUWKAMER ER VAN
BINNEN UITZAG.
Achter de tafel, welke met een rood
kleed was bedekt, stonden twee stoelen be
stemd voor den burgemeester en den assi
stent-ambtenaar van den burgerlijken
stand. Voor de tafel stonden twee kostbare
zetels, welke aan de voormalige keizerlij
ke regeering in Weenen hebben toebehoord
en thans door de firma Cats uit Dieren aan
bruid en bruidegom zijn aangeboden.
De gemeenterarchitect, de heer van Zeg-
geren, zorgde voor de arrangementen. De
zetels voor het prinselyk paar zijn van
donker eikenhout en de zittingen en rug
leuningen met roode zijde overtrokken.
Voor de overige 18 aanwezigen waren
stoelen beschikbaar, welke van het gewo
ne ameublement ten stadhuize deel uit
maakten.
Op de tafel stonden twee oude zilveren
candelabers en in de hoeken van het ver
trek Queen Ann-stoelen. Voor de ramen
waren bloembakken gevuld met witte an
jers en goudsbloemen neergezet.
Het burgerlijk huwelijk
Nadat de Bruid en de Bruidegom op de
voor hen bestemde zetels hadden plaats
genomen, zeide de burgemeester:
„Bruid en Bruidegom, gy zijt voor mij,
ambtenaar van den burgerlijken stand,
verschenen, opdat uitvoering zal worden
gegeven aan uw voornemen om in het hu
welijk te treden. Nu aan de formaliteiten,
bij de wet voorgeschreven, is voldaan en
de afkondiging van het huwelijk zonder
stuiting is verloopen, bestaan er geen be
zwaren tegen thans tot de voltrekking van
uw huwelijk over te gaan, mits de moeder
van den Bruidegom en de moeder van de
Bruid hare toestemming verleenen".
Vervolgens richtte de burgemeester zich
eerst tot de moeder van den bruidegom en
vroeg haar of zij hare toestemming ver
leent tot het huwelijk van haar zoon met
H. K. H. Prinses Juliana Louise Emma
Marie Wilhelmina der Nederlanden, Prin
ses van Oranje-Nassau, Hertogin van
Mecklenburg, enz., enz.
Nadat deze vraag bevestigend was be
antwoord. riohtte hij zich tot de moeder
van de Bruid.
Als ook de Koningin de vraag bevesti
gend heeft beantwoord, richtte de burge
meester zioh weer tot Bruid en Bruide
gom. Hij verzocht hun op te staan, elkan
der de ontbloote rechterhand te geven en
de vragen, welke hij hun stellen zal, be
vestigend te willen beantwoorden.
Aan den Bruidegom vroeg de burge
meester:
„Prins Bernhard Leopold Fre
derik Everhard Julius Coert Karei
Godfried Pieter van LippeBies
terfeld, verklaart gij in tegenwoor
digheid Uwer getuigen. H. K. H.
Prinses Juliana Louise Emma Ma
rie Wilhelmina der Nederlanden,
Prinses van Oranje-Nassau, Herto
gin van Mecklenburg, enz. enz.
aan te nemen tot uw echtgenoote?"
Na de bevestigende beantwoording van
deze vraag ging de burgemeester als volgt
voort:
„Verklaart Uwe Hoogheid getrouwelijk
alle de plichten te zullen vervullen, welke
de wet aan den huwelijken staat verbindt?"
Nadat Prins Bernhard ook deze vraag
bevestigend had beantwoord, richtte de
burgemeester beide vragen in gelijken zin
tot Prinses Juliana en als H. K. H. het
zelfde antwoord als haar Bruidegom heeft
gegeven, zeide de burgemeester:
„Dan verklaar ik, als ambtenaar
van den burgerlijken stand in
naam der wet (hamerslag), dat
Z. D. H. Prins Bernhard Leopold
Frederik Everhard Julius Coert
Karei Godfried Pieter van Lippe
Biesterfeld en H. K. H. Prinses Ju
liana Louise Emma Marie Wilhel
mina der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, Hertogin van Mec
klenburg, enz., enz. in den echt
zijn verbonden".
Nadat Bruid en Bruidegom aan het ver--
zoek van den burgemeester weder op hun
zetels plaats te nemen, hadden voldaan,
hield de burgemeester de volgende toe
spraak: