De vergrooting van het instructievaartuig „Prinses Juliana1'. HELGA'S WEDDENSCHAP Het nieuwe stedelijk museum van Weert is deze week geopend. De conservator, de heer Linssen, legt de laatste hand aan de inrichting De tinbaggermolen „Kantoeng", bestemd voor de tinwinning in Ned. Indië en in opdracht van het Departement van Koloniën te Schiedam gebouwd, is Dinsdag te water gelaten President Roosevelt werd op zijn terugreis van Buenos Aires naar de Vereenigde Staten te Trinidad verwelkomd door den gouverneur-generaal sir Murchison Fletcher. In het midden de zoon van den president Ook Rotterdam bereidt zich voor op een luisterrijke viering van het a.s. huwelijk van H. K. H. Prinses Juliana met Z. D. H. Prins Bernhard. De vlaggentooi in de Hoogstraat De man aan de lier tijdens het van elkaar trekken der twee deelen van het instructievaartuig .Prinses Juliana" van het Onderwijsfonds voor de Scheepvaart, dat te Arnhem vergroot wordt Koningin Elisabeth, Engeland's nieuwe Koningin, op 9 jarigen leeftijd met haar jongeren broeder David. Deze toto werd in 1909 op Glamis Castle in Schotland gemaakt FEUILLETON Uit het Noorsch door SIGRID BOO. (Nadruk verboden). 34) Vingergaard, 10 JunL Twaalfde rapport. Lieve Grete! Als je wenscht, d'e wereld op haar al- lervoordeeligst te zien, dan behoef je slechts op een helderen Juni-ochtend op te staan tusschen 6 en 7. Ik geef toe, dat ik het enkel doe omdat het moet, maar daarom verdient het evengoed aanbeve ling voor anderen. Van twee goede din gen moet je het beste kiezen, zou je met een kleine variatie kunnen zeggen; en de zoete loomheid der leden, als men nog even insluimert is niets, vergeleken bij de zoete lichtheid van het gemoed, wanneer men opstaat bij het eerste hanengekraai en den Juni-morgen aanschouwt in al zijn heerlijkheid. Op den zolder naast onze jonkvrouwen- kooi is een klein raam, dat uitzicht geeft op de welgevormde kroon van een esch- doorn. lederen ochtend loop ik er even heen voor ik naar beneden ga. Als ik op m'n hurken ga zitten, zie ik door de bla deren heen recht in de diepte van de eigen kleine wereld van m'n boom; en tel kens is het me, of ik deelgenoote word van een gelukkig-makende wijsheid. Sterk staan de takken, licht als een geest de bladeren tegen een teer blauwen hemel, en over dit alles breken golven stralen ro zenrood licht. Soms ruischen de bladeren in den zonne-wind, een ruischen dat me doet denken aan de zee; en in een vluch tige glimp is het me, of ik alles begrijp. Het is een extase, die slechts het onder deel eener seconde duurt, maar ze is dan ook het hoogtepunt van alle denken en voelen. Het volgende oogenblik is ze voorbij; en men begrijpt niet, wat men zoojuist heeft begrepen. Het is moeilijk deze gewaarwording on der woorden te brengen, maar je kent ze zelf ook. Ze is zeker algemeen mensche- lijk en kan worden gewekt door duizen den andere dingen dan een eschdoorn ach is een hopeloos ouderwetsch woord, maar in dit verband moet ik het wel ge bruiken ach, dat men deze wondere wijsheid nimmer kan vatten, wanneer men op het punt staat, te benaderen. Wan neer je niet zult eischen, dat ik mijn geest vermogens laat onderzoeken, wil ik je wel bekennen, dat het schijnt, of de oplos sing van het wereldraadsel een oogen blik binnen ons bereik ligt. Je kunt mijn bekentenisen licht of ern stig opvatten, al naar de zelf wilt. Het is werkelijk practisch zóó te spreken, dat het op twee manieren kan worden uitgelegd. En in onzen tijd is het in de eerste plaats noodig, practisch te zijn, als ik de twee jonge Amerikaanschen moet gelooven, die hier een paar dagen hebben gelogeerd: dochters van mijn Mr. Wood uit Tampa Florida. Zij zijn in Noorwegen om het ge boorteland hunner moeder te leeren ken nen. Ik stel geweldig veel belang in de Ame- kaansche. Zij domineert over al haar zus teren, de heele wereld door. Zeker heb ben we aan haar te danken de vele ge makken in keuken en kelder, de verlich ting van het huishoudelijk werk; maar zij is er ook de schuld van, dat wij jonge meisjes niet langer gedichten lezen en zelfs op ons achttiende jaar niet meer ge looven, dat men kan leven van enkel lucht en liefde. Zij heeft ons geleerd, ons lichaam .goed te verzorgen, maar heeft ze ons eigenlijk niet verleid tot het dwaze ge loof, dat we weinig anders dan dit ons lichaam bezitten? Ze heeft ons geleerd, dat een man goed en best kan zijn, zelfs al is z'n vader straatveger; maar tegelijk tracht ze ons wijs te maken, dat een man zonder auto en geld absoluut onmogelijk is. Ja, zoo heb ik de Amerikaansche be grepen door kranten en boeken; en de twee dames Wood hebben hierin geen ver andering gebracht. Ze waren werkelijk al lerliefst om te zien, allebei waren ze slank als eenden en beiden hadden zij de al lures van top tot teen in het donker blauw; donkerblauwen hoed, donkerblau- wen mantel en handschoenen en kousen en schoenen met hooge hakken, waardoor ze eenigszins schokkerig liepen. Ieder had haar film-revue in de hand en een reus achtige doos pralines, met een zijden lint er omheen. Ze verlangden direct een bad. Laurense sloeg de handen ineen in de keu ken: En dat zoo maar, midden op den dag. Wat overdreven! Laurense is werkelijk zin delijk, maar helt nog steeds over tot de opvatting dat een bad bij den Zaterdag avond hoort. Natuurlijk zat er aan die slankheid heel wat vast; dat is geen sinecure. Mijn acro batische prestaties zijn niets, vergeleken bij hun ochtend-gymnastiek. Het spreekt vanzelf, dat Laurense meende, dat de we reld het niet tot Paschen zou uithouden, toen ze van hun halsbrekende oefeningen hoorde. En voortdurend had ze aanlei ding te mopperen: Wat overdreven! Want saus moesten ze niet hebben en ook geen koekjes en gebak, en geen melk of room, en velerlei waren de sombere voor spellingen uit de keukenregionen naar aanleiding van dit alles. Verder waren ze lief en vriendelijk en zeiden bij alles: Fine! Doch hun belang stelling was slechts werkelijk levendig, als er sprake was van kleeren, auto's, films en mannen, en de veelgeroemde liefde. De vraag is of wij, jonge meisjes aan dezen kant van den aardbol aan veel meer denken! Ik weet het nog niet zoo net. Maar we hebben dan toch in ieder ge val zoo'n soort gewetenswroeging. En dat hebben de vrouwen uit het land, waar de schoonheidsconcurrenite aan de orde van den dag is, blijkbaar slechts in zeer ge ringe mate. Nu zijn ze weer weg, en wy hebben het best. Het privé-leven van den bedienden staf, dat zich anders heeft te beperken tot om den anderen Zondag, één middag in de week en des avonds na half negen, kan zich thans voluit ontplooien. Bovendien zijn de avonden nu zoo licht en lang, dat het onmogelijk is, vroeg naar bed te gaan; het zou gelijk staan met heiligschennis, wan neer je bedenkt, dat over een paar weken het licht al weer afneemt. Ik heb de streek hier naar alle kanten doorkruist, in goed gezelschap, en heb alles bewonderd, wat je gezien moet heb ben als je hier geweest bent; het pano rama vanaf de Mettekollen, waar je ze ven kerktorens tegelijk ziet, en dat van af Ringaassen, waar je bij helder weer de zee kunt zien: en de reusachtige hooge bergen; en de oeroude Larsstua, die thuis hoort in een museum; de plaats waar de echo het mooist is; en de plek waar de lui zich heel, heel vroeger doodreden en waar hun geesten nu nog in maanlichte nach ten rondwaren. Zoo zelden dus kwamen er vroeger ongelukken voor, dat er sagen over zijn ontstaan. Terwijl we daar zoo stonden en tu'irden in de glanzende golf jes van de rivier alsof we verwachtten, iets bijzonders te zullen zien, kwam er een auto aanstuiven met een vaart, als wilde die ons meteen toonen, hoe afdoend en snel tegenwoordig een ongeluk kan plaats vinden. Verbeeld je, dat er een sage over ons beiden in omloop geko men zou zijn; lijkt me niet waarschijnlijk. In de eeuw van de auto zouden we ons wel hebben moeten tevreden stellen met een klein berichtje in de krant. Het is een heerlijke streek; niet grootsch zooals andere plaatsen in Noorwegen, niets voor toeristen, maar een best plekje om te wonen. Overal heerscht welvaart, de boerderijen zijn flink, de landerijen goed verzorgd, de tuinen keurig onderhou den. De schilder Ytter vindt, dat het hier eigenlijk te welvarend is om pittoresk te zijn; maar als ik hiertegen protesteer, zegt hij dat, wanneer men de zaken be ziet van het standpunt van een kamer meisje, het natuurlijk het mooist is, wan neer de steenen symmetrisch liggen op den weg en de huizen glimmen alsof ze iederen dag met zeeps..p worden af ge boend. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 12