GEMEENTERAAD VAN LEIDEN
DINSDAG 22 DECEMBER 1936
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 7
GARANTTE AAN HET SPORTFONDSENBAD AANVAARD. GE
MENGDE BADEN ZULLEN NIET WORDEN TOEGESTAAN. UIT
ZONDERINGEN TER BEOOR DEELING VAN B. EN W. HET RESUL
TAAT VAN EEN COMPROMIS.
HET SPORTFONDSENBAD.
5o. Voortzetting van de behandeling
van het voorstel in zake:
a. het waarborgen van de rente, aflos
sing en verdere kosten wegens een door
derden aan de N.V. Sportfondsenbad Lei
den te verstrekken ieening (of leeningen)
ten behoeve van den bouw van een over
dekte bad- en zweminrichting met een bui
tenbassin op het Schuttersveld;
b. het aangenoemde N.V. in erfpacht ge
ven van een gedeelte van het Schuttersveld
aan den Maredijk ten behoeve van den
bouw van een overdekte bad- en zwemin
richting met buitenbassin;
c. beschikbaarstelling van gelden ten
behoeve van de vertoeeding van den Mare
dijk langs het sub b bedoelde gedeelte van
het Schuttersveld.
De heer W r t z (Nat. Herstel) bespreekt
de financieele vooruitzichten. Hij leest o.a.
een verslag voor uit een Apeldoornsche
krant, waaruit blijkt, dat daar een verlies
geleden wordt door het Sportfondsenbad.
Zal de gemeente Leiden ook niet moeten
bijspringen bij de tekorten van het bad
alhier? Wat gebeurt er wanneer de bouw
kosten hooger zullen blijken dan geraamd
is? Als het bad niet aan zijn verplichtingen
kan voldoen, zal de gemeente het bad kun
nen overnemen, maar dan staan wij zelf
voor de exploitatie. Spr. acht het risico voor
de gemeente te hoog en geeft de voorkeur
aan het particulier initiatief.
De heer v. E c k (S.DAP.) keert zich te
gen den heer Beekenkamp. die o.a. Huizin-
ga geciteerd heeft. Spr. is het niet eens
met het pessimisme van Huizinga. Wanneer
wij meer vrij blijven van de dreigende ver
ruwing uit het Oosten, zal de publieke mo
raal ook weer stijgen. Spr. meent, dat het
een dwaling is, dat alleen de Christelijken
gevoel hebben voor zedelijke opvattingen
en hij komt tegen de bewering op, dat aan
soc. zijde onverschilligheid op dit punt be
staan zou.
Wij zijn niet onverschillig, maar meenen,
dat de zedelijkheid met andere middelen
bevorderd moet worden. Zooveel mogelijk
opvoeding tot sterke persoonlijkheden, en
zoo min mogelijk verbodsbepalingen.
Wethouder Verwey (S.D.A.P.) consta
teert, dat met uitzondering van de heeren
Goslinga en Würtz, er geen principieele be
strijding van het voorstel van B. en W. ge
hoord is. Meeningsverschil ontstond slechts
over onderdeelen. Wij staan thans voor een
zeer gewichtige beslissing. Spr. constateert,
dat iedereen het erover eens is, dat de
zwemgelegenheid hier allerslechtst is. De
techniek heeft de mogelijkheid geopend om
ook 's winters te zwemmen. In tal van ge
meenten zijn zulke inrichtingen gebouwd
en voorzien in een behoefte. Wij moeten
met onzen tijd mee en het is daarom, dat
B. en W. hun medewerking hebben ver
leend. Moeilijkheden van het vinden van
een plaats hebben vertraging veroorzaakt.
Vervolgens is er na de sluiting van de
zweminrichting aan den H. Rijndijk be
hoefte aan een tweede open zweminrich
ting. Het lag voor de hand om beide plan
nen te combineeren. Had de gemeente an
ders duizenden moeten uitgeven voor den
bouw van een tweede zwembad, thans
heeft zij de gelegenheid tot een aantrekke
lijke transactie met het Sportfondsenbad.
Er zijn thans ruim 500 spaarders met elk
een aandeel van 300.en de verwachting
is, dat dit aantal nog stijgen zal.
De plannen van het Sportfondsenbad
worden thans doorkruist door de plannen
van Koster. Spr. vindt dat niet aangenaam,
maar de bouwvergunning kan niet worden
geweigerd. Leiden zal er dus binnenkort
nog een zwembad bij krijgen. Moeten wij
ons thans terugtrekken? Spr. meent van
niet. De plannen zijn niet gelijkwaardig.
Het Sportfondsenbad heeft een buiten- en
een binnenbad en als de gemeente zelf een
buitenbad moet bouwen, kost dat de ge
meente /70 a /80.000. Thans verklaart de
gemeente zich garant voor 95.000, maar
het kost de gemeente voorloopig geen cent
en wij krijgen een buiten- en een binnen
bad. Tusschen de gemeente en het risico
staan 500 Leidsche ingezetenen met
150.000.
De heer Goslinga meent, dat Ged. Staten
geen toestemming zullen geven, doch cpr.
meent, dat de verhoudingen in Leiden an
ders zijn dan in de plaatsen, wier plannen
dienaangaande niet zijn goedgekeurd.
Maar al zou er kans bestaan op een niet-
goedkeuring, dan is er nog geen reden om
het voorstel terug te trekken. Ieder heeft
zyn eigen verantwoordelijkheid; willen
Ged. Staten het besluit niet goedkeuren,
dan moeten zij dat zelf weten.
Wat de kwestie der tarieven betreft, zegt
spr., dat een zoo laag mogelijk tarief in de
bedoeling van het bestuur ligt, terwijl het
tevens niet in de bedoeling ligt om winst
te maken. Men zal dus er naar streven om
de tarieven zóó laag mogelijk te houden.
Het bestuur van het Sportfondsenbad heeft
zich reeds bereid verklaard, om 10.800 ba
den te verstrekken voor 12 y, ct. en 9000
baden voor 10 ct., terwijl men zich ook be
reid verklaard heeft om het bad gedurende
bepaalde tijden aan vereenigingen te ver
huren a 12.50 per uur. Er is ook aanmer
king gemaakt op de loonen. Spr. geeft toe,
dat het loon van den badmeester 20.
aan den lagen kant is en spr. belooft zijn
invloed te zullen aanwenden om de loonen
verhoogd te krijgen, zoodra de zaken mar-
cheeren. De heer Schüller heeft een lans
gebroken voor de Zijl. Dat heeft met deze
zaak niets te maken. Binnenkort komen
daarover vooretellen.
Over de amendementen inzake de ge
mengde baden, zegt spr., dat hij eveneens
van oordeel is, dat de overheid moet zor
gen voor de geestelijke volksgezondheid.
Spr. is het echter niet eens met het door
het amendement der rechterzijde voorge
stelde middel; spr. is geen voorstander van
een verbod. Desondanks geeft spr. toch, om
een ongewenschte rivaliteit te vermijden, in
overweging om het amendement der rech
terzijde aldus te wijzigen, dat verboden
zullen zijn: a. gemengde zonnebaden, b.
gemengde andere baden, behoudens uitzon
deringen in bijzondere gevallen door B. en
W. toe te staan. Dit laatste slaat op even-
tueele wedstrijden en het verhuren aan
vereenigingen.
Terzake van de sluiting op Zondag meent
het college van B. en W., dat de handha
ving van de Zondagsrust berust in handen
van B. en W., zoodat het college dat ge
deelte van het amendement der rechterzijde
ontraadt. Laten de heeren het aan B. en W.
overlaten om rekening te houden met deze
wenschen.
Het amendement inzake de aanstelling
van een persoon ter controle wordt door
B. en W. overgenomen.
Tegen het amendement om contractueel
de voorwaarden langer vast te leggen dan
de garantie-duur heeft het bestuur der
Sportfondsen bezwaar, zoodat spr. ook dat
amendement ontraadt.
De heer Goslinga heeft gevraagd naar de
plannenvoor een ander exercitie-terrein.
De onderhandelingen met Defensie datee
ren reeds uit 1931; de actie voor het Sport
fondsenbad heeft deze onderhandelingen
ongetwijfeld verhaast. Wat de prijs van
den grond betreft, meent spr., dat deze prijs
niet te laag is, gezien de bestemming van
den grond in het kader van het uitbrei
dingsplan. Spr. wijst tenslotte nog op een
bijkomstig voordeel van het voorstel van
B. en W., n.l. werkverruiming.
De v o o r z. dringt bij de replieken op
kortheid aan.
De heer Wilmer (R.K.) kan de wijze,
waarop de amendementen der rechterzijde
besproken en bestreden zijn, waardeeren.
De heer v. Eek prefereert opvoeding tot
sterke persoonlijkheden. Niemand zal dat
betwisten. Maar het doel van het verbod
is juist om de maatschappij te bevrijden
van belemmeringen, die aan zulk een op
voeding in den weg staan. En de heer v.
Eek is niet consequent; hij heeft vaak ge
noeg een verbod verdedigd om drank te
schenken op bepaalde dagen.
Van de opvoedkundige methoden van
den heer Vos begrijpt spr. niets; daarover
debatteeren is nutteloos.
B. en W. ontraden het doen voortduren
van de voorwaarden, maar men moet alles
aangrijpen om invloed te blijven houden.
Het amendement van wethouder Verwey
begrijpt spr. wel als een poging tot bemid
deling, maar spr. stelt het collége de vraag,
of alle wethouders, bij een niet ingaan op
hun suggestie, zullen stemmen tegen de
amendementen der rechterzijde?
De heer Goslinga (A.R.) merkt op,
dat wethouder Verwey de kosten van een
open zweminrichting wel erg opvijzelt. Hij
wil het risico, dat de gemeente op zich
neemt, zoo acceptabel mogelijk maken.
Maar het staat volgens spr. vast, dat geen
rendabele exploitatie van een open zwem
inrichting mogelijk is; het is eerlijker om
ronduit te zeggen: wij geven een subsidie.
Spr. bepleit een gescheiden administratie
van het binnen- en buitenbad. De gemeen
te zou dan de exploitatie van het buiten
bad moeten subsidieeren.
De heer Hessin g (S.D.A.P.) betoogt
nog eens, dat hy geen gevaar ziet in het
toelaten van gemengde baden. De heer
Würtz heeft de voorkeur gegeven aan het
particulier initiatief, maar spr. kan de
methoden van particuliere ondernemers op
dit gebied niet altijd toejuichen. Spr. hand
haaft het amendement van hem en drie
andere soc.-dem. om op bepaalde uren ge
legenheid te geven tot gemengde baden.
De heer Beeken kamp (A.R.) begrijpt
eveneens de theorieën van den heer Vos
niet. Heeft deze wel eens ooit bezwaar ge
maakt tegen de filmkeuring? Inzake de sug
gestie van het college inzake het gemengd
baden vraagt spr. nadere inlichtingen.
Ook de heer Wilbrink (C.H.) komt
op tegen de naïviteit van den heer Vos.
Overal gaan de sexen samen, zegt de heer
Vos, maar nergens worden ze gescheiden.
Spr. stelt daartegenover-, dat ze vaak wor
den gescheiden. Hij heeft zich over het be
toog van den heer Vos zitten ergeren. De
heer v. d. Laan wil het nog eens aanzien,
maar dat gaat niet, want als het contract
geteekend is, kan het niet meer veranderd
worden. Spr. heeft sympathie voor de sug
gestie van B. en W. en is geneigd om er
mede mee te gaan. Hij vraagt evenwel hoe
zij zich die uitzondering voor vereenigin
gen denken.
De heer Schüller (S.D.A.P.) maakt
enkele opmerkingen aan het adres van ver
schillende sprekers.
Wethouder Verwey (S.D.A.P.) houdt
evenals de heer Goslinga niet van geca
moufleerde subsidies. Maar het gaat toch
ook niet aan om een subsidie te verleenen
aan een instelling, die er niet om vraagt.
Terzake van de gemengde baden merkt spr.
nog op, dat er twee tegenovergestelde
standpunten zijn, die beter tot elkander
gebracht kunnen worden. Het college stelt
voor, de zaak aldus -te regelen: gemengde
baden worden verboden, maar B. en W.
kunnen uitzonderingen maken, te beoor-
deelen in elk bijzonder geval. Het geheele
College staat op dit standpunt.
De heer Wilmer (R.K. moet na de
verklaring van den wethouder genoegen
nemen met de door B. en W. voorgestelde
redactie van het amendement, dat betrek
king heeft op de gemengde baden.
Het voorstel van B. en W. wordt nu ge
wijzigd in den zin van de suggestie van
B. en W.
Het gedeelte van het amendement, dat
betrekking heeft op de goedkeuring door
B. en W. van het rooster van openstelling
heeft de instemming van B. en W.
Stemming.
De diverse amendementen worden ver
volgens aan stemming onderworpen.
Het amendement-W i 1 m e r c.s. om de
voorwaarden contractueel vast te leggen,
niet gedurende den garantie-tijd, maar zoo
lang een jaarlijksche erfpachtcanon be
taald moet worden, wordt verworpen met
22 tegen 13 steipmen.
Vóór: de heeren Lombert, Bergers, Wil
brink, Manders, Goslinga, Wilmer, v. Ros
malen, Tobé, v. d. Reyden, Schoneveld, v.
d. Kwaak, Eikerbout en Beekenkamp.
Het amendement, dat er geen gelegen
heid zal worden gegeven voor gemengde
zonnebaden wordt aangenomen met 2015
stemmen.
Tegen: de S.D.A.P. (behalve de twee wet
houders) en de heeren Vos en v. Weizen.
Het in den zin van B. en W. gewijzigde
amendement, dat er geen gelegenheid zal
worden gegeven voor gemengde baden, be
houdens door B. en W. te verleenen uit
zonderingen, wordt aangenomen met 305
stemmen.
Tegen: de heeren v. Weizen, Goslinga,
Schoneveld, Eikerbout en Beekenkamp.
Het amendement inzake de sluiting op
Zondagmorgen (ontraden door B. en W.)
wordt verworpen met 2015 stemmen.
Tegen: de S.D.A.P. en de heeren Vos, v.
Weizen, Würtz, Coster, Tepe en Splinter.
Het door B. en W. aanvaarde amende
ment inzake goedkeuring door B. en W.
van het rooster van openstelling, wordt z.
h. st. aangenomen.
De heer Hessing (S.D.A.P.) trekt
thans de door hem en drie andere soc.-
dem. raadsleden onderteekende amende
menten in.
Het voorstel van B. en W. wordt ver
volgens op verzoek in stemming gebracht
en aangenomen met 269 stemmen.
Tegen: de heeren Lombert, Goslinga, v.
Weizen, Bergers, de Reede, Würtz, Tobé,
Eikerbout en Wilmer.
6o. Voorstel tot het verleenen van een
Kerstgave aan daarvoor in aanmerking ko
mende werkloozen.
Z. h. st. aangenomen.
7o. Praeadvies op het adres van eenige
bewoners van de Stadhouderslaan inzake
verbetering en verbreeding van die laan en
verlaging van de Jan van Goyenbrug.
De heer Coster (R.K.) wijst er op, dat
verlaging van de brug over de J. v. Goyen-
kade ook gewenscht is.
De heer LombTrt (R.K.) sluit zich
daarbij aan. Aan een gedeelte van het ver
langen der bewoners is slechts voldaan.
De heer Schüller (S.D.A.P.) gaat
voorloopig met het voorstel van B. en W.
De heer Goslinga (A.R.) acht verla
ging van de brug een niet noodzakelijke
uitgave, evenmin trouwens als van ver
breeding van deze laan, die geen groote
verkeersweg is. Laat het college het geld
in de zak houden.
Wethouder Splinter (C.H.) wijst er
op, dat voor 1500 slechts een verlaging
bereikt kan worden, geen afdoende ver
betering. Is daarvoor een uitgaaf van f 1500
verantwoord? Het wegnemen van de gazons
acht spr. wel verantwoord.
De heer Lombert (R.K.): Als verbe
tering van de brug niet urgent is, is ver
breeding van de laan ook niet urgent.
Het voorstel wordt aangenomen met 29
6 stemmen.
Tegen: de heeren Lombert, Bergers, Gos
linga, Wilmer, Tobé, Coster.
8o. Voorstel tot verstrekken van een ka
pitaal aan de gestichten „Endegeest",
„Voorgeest" en „Rhijngeest" ten behoeve
van de aanschaffing en de montage van
twee stoomketels c.a. met bijkomende wer
ken door vaststelling van de desbetreffen
de begrootingsregelingen.
De heer Goslinga (A.R.) vraagt of
deze ketels in het binnenland zullen wor
den besteld en of zij gestookt kunnen wor
den met giet-cokes.
Wethouder Verwey (S.D.A.P.): De ke
tel zal geleverd worden door een binnen-
landsche firma. Wat het tweede punt be
treft, zal spr. advies inwinnen.
Daarna z. h. st. goedgekeurd.
9o. Voorste] tot wijziging:
a. van de met de gemeente Voorschoten
gesloten overeenkomst, betreffende de le
vering van gas aan die gemeente door de
Stedelijke Gasfabriek te Leiden;
b. van de met de gemeente Voorschoten
gesloten overeenkomst, betreffende de le
vering van electriciteit aan die gemeente
door de Stedelijke Electriciteitsfabriek te
Leiden.
Goedgekeurd.
lOo. Voorstel tot wijziging van de ver
ordening. betreffende de levering van elec
triciteit door de Stedelijke Fabrieken van
Gas en Electriciteit.
Na een opmerking van mevr. Brag-
gaar-de Does (S.D.A.P.) en van den
heer Coster (R.K.) z. h. st. goedgekeurd.
BINNENLAND
DE GEHUWDE ONDERWIJZERES.
710 moesten naar haar gezin terug.
MAAR DE MINISTER HIELD ER 438 IN
DE SCHOOL.
De „Gelderlander" schrijft:
„Dit is een schandelijk geval!
Wy hebben er reeds de aandacht op ge
vestigd, maar willen het nog een keer
doen.
De Tweede Kamer heeft besloten, door
aanneming van een amendement-Suring,
dat met 1 Jan. 1937 de gehuwde onderwij
zeressen uit de school zouden verdwijnen.
De minister zou echter in een enkel ge
val een uitzondering kunnen maken.
Maar wat is nu gebeurd?
De uitzondering is bijna regel geworden.
Van de 710 gehuwde onderwijzeressen
heeft de minister er 438 behouden: slechts
272 zullen moeten verdwijnen.
Onder die 438 zijn er, die eenig kostwin-
ster zijn, maar er zijn er ook, die een echt
genoot hebben, die flink geld verdient, zoo
dat in zulke gezinnen dus het mes van
twee kanten snijdt. En jonge onderwijzers
en onderwijzeressen, die snakken naar een
baan, kunnen op een houtje bijten.
In de Kamer is ook een opzienbarend ge
val ter sprake gebracht.
In Zaandam waren drie 'onderwijzeressen,
die behoorden tot het blijvend gedeelte,
terwijl de man ook een volledige rijksbe
trekking had.
De minister kan er geen inlichtingen over
geven, hoewel één der Kamerleden een
brief over deze materie voorlas, die hem
reeds een maand geleden door een lid van
den gemeenteraad in Zaandam was ge
zonden. Deze brief luidde als volgt:
„Ondergeteekende.lid van den ge
meenteraad te Zaandam, heeft de eer Uwe
Excellentie het navolgende onder uw aan
dacht te brengen, dat de gemeenteraad in
zijn vergadering van 13 October 1.1. in een
vacature aan de openbare lageer school
r gewoon lager onderwijs.... heeft be
noemd mevrouwwachtgeldster tej
dat genoemde mevrouw reeds eenige ja
ren wachtgeldster was en haar wachtgeld
1 Januari 1937 zou eindigen;
dat door den wethouder van onderwijs
werd meegedeeld, dat meergenoemde me
vrouw.... door het Departement van On
derwijs als kostwinster is beschouwd, niet
tegenstaande haar echtgenoot ambtenaar is
bij het Staatsbedrijf der Artillerie-Inrich
tingen, en zij geen kinderen heeft;
dat eveneens door genoemden wethou
der werd medegedeeld, dat de thans nog in
dienst zijnde gehuwde onderwijzeressen,
die aanvankelijk met 1 Januari 1937 het on
derwijs moesten verlaten, in dienst worden
gehouden, daar ook deze onderwijzeressen
van het Departement van Onderwijs be
richt hebben ontvangen, als kostwinster te
worden beschouwd;
dat deze gehuwde onderwijzeressen alle
drie gehuwd zijn met onderwijzers, die ook
aan één der scholen zijn verbonden;
dat mevrouwonderwijzeres aan
schoolgehuwd is met een onderwijzer
en 1 kind heeft van 8 jaar;
dat mevrouw...., onderwijzeres ean
schoolgehuwd is met een onderwijzer
en 2 kinderen heeft (1 van 9 en 1 van 12
jaar);
dat mevrouwonderwijzeres aan
school...., gehuwd is met een onderwijzer
en 1 kind van 1 jaar heeft;
dat het ondergeteekende zeer bevreemdde
en eveneens teleurstelde, dat bovengenoem
de onderwijzeressen als kostwinner kunnen
worden beschouwd".
Als deze feiten juist zijn, dan herhalen
wij weer, dat dit een schandelijk geval is.
Een geval, dat op sabotage lijkt!
Sabotage van liberale ambtenaren, tegen
wie de minister niet is opgewassen?
De zaak-Kors.
llo. Praeadvies op het voorstel van den
heer van der Voort inzake het loon van den
I bij den dienst van Gemeentewerken op ar
beidsovereenkomst werkzaam geweest zijn-
den H. Kors.
j De heer v. d. Voort (S.D.A.P.) gaat
de geschiedenis van deze affaire nog eens
na en is van meening, dat de raadsbeslui
ten gehandhaafd hadden moeten worden.
ZA. komt Kors nog achterstallig loon toe.
Natuurlijk is bij de salarisverordening niet
gedacht aan werk door onvolwaardigen,
maar ook niet aan het opdragen van on
volwaardig werk aan volwaardige arbei
ders. Wat B. en W. gedaan hebben, was z.i.
geen sociale daad, omdat daardoor op jeug
dige arbeiders gespaard is.
Wethouder Tepe (R.K.) zegt, dat de
heele kwestie hierop neerkomt, of dit ge
val te brengen valt onder.de regeling des
tijds in den raad aangenomen inzake het
losse personeel. Deze regeling gaat over
arbeiders, belast met volwaardig werk en
Kors kreeg (wat hij ook verlangde) slechts
onvolwaardig werk. Het geval valt dus niet
onder de salarisregeling voor los personeel
Wanneer deze motie zou worden aangeno
men zou zy niettemin onuitvoerbaar zijn,
want er is geen sprake van „achterstallig"
loon.
Na repliek en dupliek wordt het voorstel-
v. d. Voort verworpen met 18 tegen 15
stemmen.
Voor; de S.D.A.P. en de heer v. Weizen.
Interpellatie-Goslinga.
Ten slotte krijgt de heer Goslinga
(A.R.) gelegenheid tot het stellen van de
volgende vragen:
1. Is het juist, dat de radiatoren voor de
centrale verwarming van het nieuwe raad
huis in het buitenland besteld zyn?
2. Zoo ja, om welke dringende reden is
dit geschied?
3. Indien dit enkel geschied is om prijs
verschil tusschen Nederlandsche en buiten-
landsche offertes, hoe groot is dan dit prijs
verschil?
4. Is nog getracht het prijsverschil met
medewerking van de Rijkscommissie voor
de werkverruiming te overbruggen?
De voorz.: B. en W. zullen in de vol
gende vergadering antwoorden.
Daarna sluiting.
PRIJZEN DER LEVENSMIDDELEN.
Het secretariaat van den Centralen Bond
van Ned. Verbruikscoöperaties schrijft ons:
Het economisch bureau voor den bond
ontving over de week van 1419 Decem
ber j.l. weder opgaven van de prijzen van
25 voorname levensmiddelen en wel van
20 aangesloten coöperaties. Uit deze opga
ven blijkt, dat de prijzen gemiddeld sinds
24 September j.l. met 2.02 pet. zijn geste
gen (vorige week -.97 pet.).
Vergeleken bij de week van 712 De
cember j.l. ondergingen de prijzen van ver
micelli en griesmeel een vérhooging, ter
wijl de prijzen van bruine boonen, Goud-
sehe kaas, eieren en suiker zeer lichte da
ling vertoonden. De prijzen van griesmeel
en eieren stegen sinds 24 September j.l.
resp. met 16.7 en 18.8 pet., die van vermi
celli met 8.8 pet., die van Goudsche kaas
met 6.8 pet., die van bruine boonen met
6,2 pet. en die van boter met 4.7 pet. Voorts
stegen de prijzen van groene erwten, ter-
webloem, rijst en zachte zeep met ruim 2
pet De overige prijzen bleven gelijk of
nagenoeg gelijk.
Wellicht ten overvloede wordt vermeld,
dat de prijzen van eieren, kaas en boter in
dit jaargetijde steeds oploopen.
ALG. VER. VOOR BLOEMBOLLEN
CULTUUR.
In de middagvergadering van de Alge-
meene Vereeniging voor Bloembollencul
tuur werd de bespreking over de reorgani
satie voortgezet en kwamen de verschil
lende Statutenwijzigingen aan de orde.
Het hoofdbestuur stelde voor in te schrij
ven personen, die zich als lid aanmelden
en die niet direct bij hèt bloembollenbe-
drijf betrokken zijn. Deze leden worden
echter niet aan een afdeeling toegewezen
en zij hebben geen stemrecht.
Verder werd voorgesteld een bepaling
op te nemen dat het lid geroyeerd kan
worden, dat de belangen van een of meer
andere leden met opzet ernstig schaadde.
De afd. Hillegom wilde daar bijvoegen,
dat speciaal bedoeld zijn de menschen, die
hun cultures naar het buitenland overbren
gen.
De voorzitter achtte deze toevoeging niet
speciaal noodig. De algemeenheid van re
dactie dekt juist alles.
Verschillende artikelen werden behan
deld en van commentaar voorzien, terwijl
de stemming, evenals over het huishoude
lijk reglement, in Maart zal plaats hebben.
Doordat het beursentrée werd aangeno
men, kon van bepaalde categoriën contri
butie-verlaging bepaald worden.
De begTooting voor 1937, sluitende met
een bedrag van f 51.075.— werd aangeno-
Tot hoofdbestuursleden werden gekozen
de heeren J. de Brabander te Hillegom en
P. Varekamp te 's-Gravenzande.
Op de begrooting is een bedrag van
700.uitgetrokken voor een of meer
wintertentoonstellingen in het Krelage-
huis; 300.ter verbetering van de bi
bliotheek en het vervaardigen van een ca
talogus in verband met de schenking van
den heer Krelage; f 700.voor een uit
gebreide herdruk van het jaarboekje.
Na de rondvraag werd de vergadering
gesloten.
UITVOER VAN NEDERLANDSCHE
MELKPRODUCTEN NAAR
GRIEKENLAND.
Op de vragen van den heer Lovink in
verband met het stopzetten van den uitvoer
van Nederlandsche melkproducten naar
Griekenland heeft de heer Gelissen, minis
ter van Handel, Nijverheid en Scheepvaart
geantwoord, dat gecondenseerde melk,
poeder en melkroom sedert 1 September
1936 nog slechts in Griekenland kunnen
worden ingevoerd uit landen, waarmede
Griekenland een clearing- of compensatie-
overeenkomst heeft, of uit landen, met
welke de Grieksche handelsbalans een ac
tief saldo aanwijst.
Daar Nederland niet onder deze landen
valt, is invoer van Nederlandsche melkpro
ducten in Griekenland sedert dien met
meer mogelijk.
Voorts is ook de minister van oordeel,
dat, gezien de steeds kleiner wordende uit-
voermogelijkheden van zuivel- en melk
producten, alles in het werk moet worden
gesteld dit afzetgebied voor Nederland te
behouden.
Ten einde den afzet van melkproducten
naar Griekenland wederom mogelijk te
maken, werd sedert eenigen tijd overleg
met de Grieksche regeering gepleegd over
een uitvoermogelijkheid van melkproduc
ten en compensatie met Grieksche artike
len. Dit overleg heeft er thans toe geleid,
dat aan de wenschen van Nederlandsche
exporteurs, althans gedeeltelijk, tegemoet
gekomen is. Dit neemt niet weg, dat de
minister in dezen diligent blijft.
AANKOOP VAN VRUCHTBOOMEN.
ƒ30.000 beschikbaar gesteld.
De minister van landbouw en visscherij
heeft bepaald, dat voor den aankoop van
vruchtboomen, met inbegrip van de daar
aan verbonden kosten ter beschikking van
de Ned. Sierteeltcentrale wordt gesteld een
bedrag van ten hoogste 30.000.
Bestuur Nederlandsche sierteeltcentrale..
De minister van landbouw en visscherij,
j heeft den heer A. C. van der Schoot, te
Hillegom, op zijn verzoek ontslag verleend
als lid van het bestuur van de Ned. Sier
teeltcentrale en den heer L. Stassen, te
Hillegom, voor het tijdvak, aanvangende
met den dag van het in werking treden
dezer beschikking en eindigend 1 Septem
ber 1937, benoemd tot lid van het bestuur
van genoemde centrale.