Een wolkenkrabber- stad in wording. HELGA'S WEDDENSCHAP Met man en macht wordt te den Haag gewerkt aan de tribunes langs den weg dien de Koninklijke bruidsstoet zal volgen De tribune voor de Alexander-kazerne is bijna voltooid De Residentie in feesttooi. Een overzicht van de aardige versiering van het Noordeinde hen wolkenkrabber-stad in wording. Een interessant overzicht van Buenos Aires, waar de massale gebouwen en wolkenkrabbers aan de dichtbezette zakenwijken het cachet van een wereldstad verleenen FEUILLETON Uit het Noorsch door SIGRID BOO. (Nadruk verboden). •0) Zwart, glad haar, heeft Astrid Bech, bleeke scherpe gelaatstrekken, koude oogen, die geen vrees kennen, een kris tal-heldere stem. Steeds eenvoudig ge kleed, maar brutaal van kleur. Bijna ai- tijd met een sigaret in een felgroen lang pijpje. Ongelooflijk eerlijk; zóó eerlijk, dat velen in den waan verkeeren, dat ze gees tig is, hoewel ze absoluut geen gevoel voor humor heeft. De menschen zijn er zoo weinig op ingesteld, de waarheid te hoo- ren, dat ze meenen, met een aardigheidje, een grap, te doen te hebben, als hun on omwonden de waarheid wordt voorgezet. Nu zal ik je vertellen, hoe ze een telefo- nischen gelukwensch opnam: Dank je! dank je! Ja, ik mag hem werkelijk graag. Knap is hij heelemaal niet, maar ze zeggen, dat hij als schilder heel goed moet zijn. Ik denk niet dat ik me zal vervelen, want hij is beslist ge zellig, en bovendien ben ik nu op een leef tijd, dat ik trouwen wil. Het heeft me al tijd afschuwelijk geleken, een ouwe vrijster te worden. Hij zegt, dat hij me niet om m'n geld neemt. Als we niet kunnen opschieten met elkaar, gaan we natuur lijk scheiden. Ja, aldus sprak een jong-verloofde. Is het niet droevig? Ik ben er van overtuigd, dat de persoon van het andere einde var de draad lachte en dacht, ach, wat is die Astrid geestig. En het waren enkel haar heel gewone, dood- nuchtere opvattingen. Moraal: zeg pre cies, hoe je over de dingen denkt, en de menschen zullen je verslijten voor een buitengewoon, daverend humorist. Populair kan een zoo eerlijk mensch niet zijn, vooral omdat ze zoo meedoogen- loos en onnoodig eerlijk is, maar de men schen raken vanzelf aan haar gewend. Ik dacht heusch, dat ik zelf van modern ka liber was, maar den eersten keer, dat ik Astrid tegen haar moeder hoorde zeggen: Wat ben je vandaag rimpelig en oud, heelemaal niet knap! kreeg ik een schok. Het is alleen opmerkelijk dat deze menschen, die met alle geweld anderen de waarheid moeten zeggen, het volstrekt niet zoo noodzakelijk vinden, ook hun pleizie- rige conclusie's mee te deelen. Aangezien je zoo vriendelijk bent be lang te stellen in mijn doen en laten, Gre- te, wil ik je een gesprek overbrengen, dat ik gisteren hoorde. Onder de groote para sol in den tuin werd koffie gelebberd en waren de jonge heeren en dames in le vendig gesprek. Achter de seringenstrui ken stond ik en nam de tuinbank af op bevel van mevrouw. Ineens hoor ik een damesstem zeggen: Eigenlijk had het Lotten moeten zijn, die nu verloofd raakte. Ik hou van orde en regel, en ik vind: de oudste eerst. Waarop de onbarmhartige Astrid ant woordde: Lieve mensch, Lotten wordt nu eenmaal altijd verliefd op absoluut on mogelijke types. Den laatsten keer had ze een muziekonderwijzer bij den kop, die minstens 50 jaar ouder was dan zij; en nu is het een chauffeur. Gelach. Lotten waagde een zwakke poging tot protest, ondersteund door haar moeder. Weer de damesstem: Ja, maar jullie hebt nu ook den knapsten chauffeur, die op twee beenen rondloopt. Astrid: Zeg liever, dat we de vreemd- soortigste bedienden hebben, die op twee beenen rondloopen. Zitten we met een moeilijk woord in een Engelschen roman, dan roepen we ons kamermeisje; en we ten we geen weg met een lastig kruis woordraadsel, dan roepen we onzen chauf feur. Ja, dikwijls wisten we gewoon niet, wat we er van denken moesten, zei me vrouw Bech. Lotten: Moeder, herinner je je nog, dat Wilhelmina beweerde, dat Helga een kind uit een circus was. Mevrouw Bech lachte. Ja, een fanta sie als die van Wilhelmina slaat licht op hol. Helga is een ontwikkeld iemand, dat moeten we erkennen en hetzelfde geldt van Frigaard. Op dit moment had ik mevrouw Bech lief. Niet vóór dit oogenblik was het me bewust geworden, dat ik met heel m'n ziel had verlangd, een ontwikkeld iemand te worden genoemd. Ik vind het nogal voor de hand lig gen en niet zoo bijzonder raadselachtig, meende Ytter. In den tegenwoordigen tyd moeten jonge menschen iedere baan, die ze krijgen kunnen, aanpakken. Maar waarom is Helga zoo geheim zinnig? vroeg mevrouw Bech. Zelfs te gen Laurense, met wie ze samen haar ka mer deelt, spreekt ze nooit over haar fa milie en kennissen. Dat zijn haar eigen zaken, oordeelde Ytter, het lijkt me anders, dat ze bei den personen van gewicht zijn. Vanaf dat ik hier in huis kom, heb ik bijna over niets anders gehoord dan wat Helga zegt en wat Frigaard doet. Een koor van stemmen protesteerde. Zoo dus staan de zaken voor zoover ik er in betrokken ben. Olga is nu aardig op orde in haar huis je en begint er al getrouwde-vrouwachtig uit te zien. Voorloopig blijft ze gewoon hier bij ons haar werk doen, en het echt paar eet mee in de keuken. Uit dankbaar heid voor de ontvangen cadeaux gaf ze laatst een koffie-fuif. Mevrouw Bech was eeregast. Olga was wel een beetje zenuw achtig en verlegen met haar rol van gast vrouw. Toen mevrouw Bech zei, dat het prachtig weer was, antwoordde ze: ja, dank u; en toen ze de kransjes prees, wist Olga van pure bescheidenheid, niet an ders te zeggen dan: ja, honger is de beste kok, hoewel ik niet kon aannemen, dat mevrouw Bech honger zou hebben, aan gezien ze een half uur te voren suffisant gedineerd had. Toen Olga tot slot eierge- bak met crème presenteerde en mevrouw Bech opnieuw de tractatie roemde, wist ze weer niet anders te antwoorden dan: ja, honger is de beste kok. Het leek wel, of mevrouw Bech een langen tijd van hon gersnood had moeten doormaken. Laurense leeft in zalige hoop en maakt het uitstekend. Andreas heeft me nog een keer gevraagd, niet omdat hü versmacht van liefde, maar omdat hij van plan is, een kleine plaats te koopen, en dus nood zakelijk een vrouw moet hebben om eten te koken en te wasschen. Waarom zou den wij niet bij elkaar passen, meent An dreas, als je eerst maar getrouwd bent, raak je die kouwe drukte wel kwijt en zul je net zoo'n goeie vrouw zijn als iedere andere! Wat zou hij bedoelen met kouwe drukte? Enfin, wat kouwe drukte dan ook moge zijn, een mensch kan nu eenmal niet boos worden op Andreas. Weet je dan een andere voor me? voeg hij ten slotte hul peloos. Ik heb beloofd m'n oogen open te houden als ik naar de jeugdbijeenkomst ga; maar ik krijg nu langzamerhand zoo veel aan m'n hoofd, dat het me begint te duizelen. Ik kan je de groeten overbrengen van Lilian en Alex-Bever Hansen. Ze waren hier van Zaterdag tot Maandag, liever en ongezeggelijker dan ooit. Jullie mogen alleen maar wilde bloemen pluken! was gezegd toen ze het park ingingen. Later werd ik er op uitgestuurd om te gaan kij ken, en vind Lilian met de armen vol tul pen en narcissen, geplukt uit de kostbare perken rondom de fontein Lilian! zei ik met een onheilspellende stem. Wat heb je uitgevoerd? Lilian drukte de bloemen nog vaster tegen zich aan. Ze zijn zoo wild. zoo wild! zei ze en zag me aan met oogen, blauwer dan de hemel, er zeker van dat de mensch, die zich niet liet over tuigen van de ijselijke wildheid der tul pen en narcissen, een hart van steen moest hebben. En haar opvatting bleek juist. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 5