Noodwetten voor het Lager Onderwijs verlengd. Het Landbouwcrisisfonds. VRIJDAG 18 DECEMBER 1936 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD - PAG. 10 TWEEDE KAMER Geen indirecte vaccinatie-plicht. De nieuwe melk-regeling. - De in den nacht van Woensdag op Don derdag ingediende motie-Schalker (bij de begrooting van het Landbouwcrisisfonds 1937) betreffende wijziging der landbouw- crisispolitiek wordt bij zitten en opstaan verworpen (vóór de communisten). Eenige kleinere wetsontwerpen worden z. h. st. aangenomen. Eenige contingenteerings-ontwerpen wor den gezamenlijk behandeld. De heer B IE RE MA (Lib.) is niet geheel gerust over de door de regeering gevolgde contingenteeringspolitiek. De landbouw kan verschillende verhoogde prijzen niet verhalen in de opbrengst van de produc ten. Met name geldt dit verschillende kunstmeststoffen. De heer KORTENHORST (R. K.) is van oordeel dat contingenteering geen maatre gel van langen duur kan zijn. Aan ver hoogde invoerrechten daarnevens geeft spr. de voorkeur, teneinde verstoring van het bedrijfsleven te voorkomen. Met op merkingen als van de vorige sprekers komt de zaak niet verder. De Minister van Handel. Nijverheid en Scheepvaart, de heer GELISSEN, verklaart dat we de contingenteering nog niet ge heel kunnen missen, voor de bescherming van bepaalde industrieën. De wetsontwerpen worden z. h. st. aan genomen. LAGER ONDERWIJS. Aan de orde is het wetsontwerp tot ver lenging der termijnen, vastgesteld in eenige wetten betreffende het lager onderwijs. Door verschillende sprekers worden op merkingen gemaakt over de positie der wachtgelders en der werklooze onderwij zers. De MINISTER VAN ONDERWIJS, K en W„ de heer SLOTEMAKER DE BRUINE, erkent dat hij bij deze materie de moreele belangen, tegen de financieele heeft moe ten afwegen. Maar bij die moreele belan gen heeft hij naast die van de jonge on derwijzers ook rekening moeten houden met de moreele belangen van de nog aan wezige wachtgelders. Spr. wijst er op, dat wanneer de ver plichte wachtgeldbenoeming thans reeds zou worden opgeheven, en de sollicitatie derhalve vrij zou zijn, daardoor slechts een klein percentage der bij deze materie betrokken jonge onderwijzers een kans zou krijgen, en wel ten hoogste 475 van de 12.000. Bij art. 2 verdedigt de heer VAN DIJ KEN (A. R.) het door hem met den heer Suring ingediende amendement, strek kende om de vroegere beperkte vrij heid van benoeming tot hoofd eener school te herstellen en om de benoeming van die gewezen onderwijzers, wier wacht geld is afgeloopen, zonder vermindering van de rijksvergoeding mogelijk te maken. De heer THIJSSEN (S. D.) dient een sub-amendement in om de werking van het amendement-van Dijken uit te brei den in dien zin, dat de vrijheid ook zal gelden, bij de voorziening in een tijdelijke vacature. Daardoor zullen ook de jonge onderwijzers nog eens een kans kunnen krijgen. De heer VAN DIJKEN (A. R.) heeft be zwaren tegen het sub-amendement. De heer SURING (R. K.) verklaart in tegenstelling met zijn mede-onderteeke naar van het amendement zich vóór het sub-amendement. De MINISTER heeft geen bezwaar te gen het amendement-SuringVan Dijken, omdat hij erkennen moet het argument, dat de daarin bedoelde personen na af loop van den verlengde benoemingsplicht van wachtgelders op 1 Juli 1937 niet veel kans meer op een benoeming zullen hebben. Wat het sub-amendement betreft, zegt spr. dat dit te ver gaat. Wanneer er echter een korte termijn, b.v. 10 dagen, geduren de welken de tijdelijke benoeming zou gelden, in werd opgenomen, zou spr. met de strekking kunnen medegaan. In den vorm, zooals het thans luidt, ontraadt spr. het sub-amendement. De heer THIJSSEN handhaaft zijn sub amendement. Dit wordt hierna aangenomen met 48 tegen 18 stemmen (voor de S.D.A.P., R.K., Lib., Comm. en Van Houten). Het aldus gewijzigde amendement-Van DijkenSuring wordt vervolgens z. h. st. aangenomen. Bij art. 3 verdedigt de heer VAN DIJ KEN (A. R.) een amendement, volgens hetwelk het onredelijk is, den eisch be treffende het gemiddeld aantal leerlingen van het derde leerjaar reeds voor de be zetting in 1937 te doen gelden, en dat de strekking heeft om dien eisch gedurende één jaar op te schorten. De MINISTER heeft tegen dit amende ment geen bezwaar en neemt het over. Het wetsontwerp wordt hierna z. h. s. aangenomen. HET VACCINATIESTOPWETJE. Aan de orde is het wetsontwerp om de geldigheidsduur van tijdelijke bepalingen betreffende de vaccinatie opnieuw met een jaar te verlengen. Mevr. DE VRIES—BRUINS (S. D.) be toogt, dat tengevolge van de voortduren de verlenging van dezen duur de vaccina tietoestand in ons land zeer ernstig is ach teruitgegaan. De heer TERPSTRA (A. R.) is princi pieel tegenstander van vaccinatie en dwang daartoe acht hij zedelijk niet ver antwoord. De heer VOS (Lib.) acht het in den te- genwoordigen moeilijken tijd, waarin we niet kunnen voorzien, wat in de komende maanden kan gebeuren, en waarin van ons leger wel eens meer gevergd zal kun nen worden dan in normale tijden, niet verantwoord, dat de tegenwoordige toe stand op vaccinatiegebied blijft bestaan. Er moet zoo spoedig mogelijk een oplos sing worden gevonden om uit onze wan- positie te geraken. De heeren KERSTEN (Staatk. Geref.) en RUTGERS VAN ROZENBURG (C. H.) zijn eveneens tegen verplichte vaccinatie. Nederland is het eenige land waar vaccinatie vrij is. De MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN, de heer SLINGENBERG, zegt, dat een spoedige oplossing van het vraagstuk drin gend gewenscht is. Nederland is het eenige land, dat de vaccinatieplicht heeft opge schort, omdat er eenige sterfgevallen heb ben plaats gehad. In geen enkel ander land is de vaccinatie vrij. Het gevolg daarvan is dat voor ons land groote gevaren dreigen en zelfs in het bui tenland wordt er in wetenschappelijke rapporten herhaaldelijk op gewezen, dat Nederland het eenige land is, dat niet te gen pokken is geïmmuniseerd. Speciaal voor ons leger kan dit groot gevaar ople veren, wanneer het onverhoopt zou komen te staan tegen andere wel geïmmuniseerde legers. Wat het gevaar van encephalitis betreft, zegt spr., dat natuurlijk geen zekerheid gegeven kan worden, dat deze niet meer zal voorkomen, maar de waarschijnlijk heid, dat encephalitis na inenting achter wege zal blijven, is zeer groot. De eenige juiste oplossing is naar spre kers meening directe vaccinatie-dwang onder de twee jaar en spr. hoopt, dat zijn opvolger, zoodanig voorstel zal voorberei den. Van spr. kon thans de indiening daarvan niet worden verwacht, aangezien deze ma terie valt buiten het kader van dit kabinet. Het wetsontwerp wordt daarna z. h. st. aangenomen. De vergadering wordt te 5.45 uur ge schorst tot des avonds 8 uur. AVOND-VERGADERING. LANDBOUW-CRISISFONDS. Voortgezet wordt de behandeling der be grooting van het Landbouwcrisisfonds voor 1937. Bij afd. 3 (akkerbouw en veehouderij) betoogt de heer LOUWES (Lib.), dat de monopolierechten voor graan moeten wor den gehandhaafd. De richtprijs voor groe ne erwten is onvoldoende. De Overheid werke mede tot verkrijging van betere prijzen in de veehouderij, door middel van teeltbeperking in de eerste plaats. De heer v. d. HEUVEL (A.-R). acht een richtprijs van f 9.voor de tarwe te laag. Spr. ontkent dat de teeltregeling voor de varkens reeds zou kunnen verdwijnen. Op een paar maanden na de prijs der var kens onvoldoende geweest. Het uit de markt nemen van varkens behoort te ge schieden op redelijke basis. De heer DROESSEN (R.-K.) bepleit een opslag-regeling voor granen vóór den nieu wen oogst. Bacon-critiek. De heer IJSSELMUIDEN (R.-K.) heeft lof voor den Minister wegens zijn maatre gelen t.o.v. de bacon. Er is echter vroeger gebrek geweest aan waakzaamheid bij de Overheid. Er is ergerlijk misbruik gemaakt van een vertrouwenspost. De heer EBELS (Vrijz. Dem.) merkt op dat volgens sommigen in den landbouw, wat de prijzen betreft de akkerbouw er nog het beste aan toe is. Omtrent de prijsrege ling bestaan echter nog steeds overdreven voorstellingen. De verlaging van den richt prijs voor tarwe heeft trouwens bij arbi trale uitspraak dadelijk een daling van de loonen der landarbeiders tengevolge gehad. De heer BAKKER (C.-H.) komt op tegen de geheimzinnigheid die er wordt betracht t.a.v. de richtprijzen. Ook spr. acht den richtsprijs voor de tarwe te laag. Toene ming van den tarweverbouw is een groot belang, al ware het alleen voor moeilijke tijden, als oorlog. De verbouw van tarwe vermindert. De Minister van Landbouw en Visscherij, de heer DECKERS schat uit een voorloo- pige inventarisatie de uitgezaaide opper vlakte tarwe 15 a 20 pet. minder dan verle den jaar. Eij aantal landbouwers ziet dus in den verbouw van tarwe geen voldoen de voordeel. Een behoorlijk tarwe-areaal is gewenscht en moet worden bevorderd. Als de vrees gewettigd is, dat er een onvol doende tarwe-areaal komt, dan zal spr. stellig maatregelen daartegen nemen. Spr. is tot de slotsom gekomen dat een richt prijs van ƒ9.— goed is. Wat den richtprijs van groene erwten betreft, men kan bij den verbouw van landbouw artikelen niet alles afwentelen op de Overheid, er moet ook nog eenigs- zins blijven de steeds bestaande hebbende bedrijfsresico. Ook aan de opmerkingen, gemaakt over de varkensteelt, zal spr. zijn aandacht schenken. Door zijn houding t.o.v. de vleeschprijzen komt spr. tegemoet aan ver hoogde productiekosten. Contingenteering van veevoeder is niet geheel te missen. De suiker-bietenteelt is hier te lande niet zeer economisch, verge leken bij die in het buitenland en bij de In dische suiker; dit moeten degenen beden ken die aandringen op uitbreiding van het suikerbieten-areaal. Over de bon-geschiedenis heeft spr. reeds meermalen zijn oordeel te kennen ge geven. De bacon-regeling is trouwens veel verbeterd. Melk en zuivel. Bij afd. 4 (melk en zuivel) wijst de heer LOUWES (Lib.), wat de ziektebestrijding betreft, op Denemarken. De heer VAN HOUTEN (Chr. Dem.) zegt, dat de export op Engeland behouden moet blijven, doch de vergrooting der laat ste jaren keurt spr. af. Dan wil spr. liever verhooging van het binnenlandsch verbruik met vermindering van het margarine-ver bruik. De heer KUPERS (Soc. Dem.) zegt, dat het minst vermogende deel der bevolking door de margarine-regeling onevenredig zwaar is belast. De prijsolie kan zeer wel met 20 cent per K.G. worden verlaagd in prijs, zonder bezwaar voor het Landbouw crisisfonds. De heffing op de goedkoope margarine worde geheel afgeschaft. Spr. bepleit versterking van melk aan school kinderen. De heer BAKKER (C.-H.) wenscht te zien voorkomen dat export-belanghebben den een rol spelen bij de uitvoering van maatregelen. Belanghebbenden moeten over de nieuwe regeling voor de consump tie-melk worden gehoord. De heer v. d. HEUVEL zegt, dat de toe stand in de veehouderij onbevredigend is, ook door de verhooging der voederprijzen, welke reeds begon vóór de devaluatie. De tegenwoordige consumptiemelkregeling is meer in het belang van den handel dan van den producent. De plannen van den Mi nister schijnen spr. een verbetering. Een hoogere margarine-heffing geboden. Het Landbouwcrisisfonds zou dan de meerdere inkomsten ten goede kunnen doen komen aan de melk-belangen. De heer EBELS (Vrijz. Dem is van oor deel dat vermeerdering van binnenland- schen boter-afzet nooit zoodanig kan zijn, dat die van grooten invloed zou kunnen zijn op onzen export, dus op vermindering van export. De heer BOON (Lib.) bespreekt de ge schiedenis van den export van geconden seerde melk naar Engeland. Is de groote vermindering van het aantal agenten door de Engelsche regeering geëischt? Moest, wat in den loop der jaren is tot stand ge komen, zoo worden afgebroken? Het be drijfsleven moet juist gestimuleerd wor den. Er is bevoorrechting geweest van leden der desbetreffende commissie, wier agenten in Engeland thans bij de regeling zijn aangewezen. De heer VAN DER WEIJDEN (R.K.) spreekt over de gecondenseerde melkrege- ling in den zelfden geest als de heer Boon. De zaak is belangrijk genoeg om nog eens te worden nagegaan. Het is ook niet goed, alle macht te geven aan de importeurs en de exporteurs. De heer VOS (Lib.) bespreekt de rege ling van de consumptiemelk en de melk- voorziening voor de groote steden, welke wel eens in gevaar kan komen. De regeling is gebaseerd op het vermeende belang der veehouders Spr. vreest dat deze er niet de voordeelen van zullen genieten, welke de minister verwacht. De Minister voor de tweede maal aan 't woord. De MINISTER heeft hooren pleiten voor het tegengaan van het verbruik van mar garine ten behoeve van boter. Er wordt wel degelijk op gelet of er reclame wordt gemaakt voor boter of voor margarine. De beste bevordering van de boter is, te werken in het belang van den export. Onze Neder- landsche landbouw heeft belang bij den afzet van boter op de Engelsche markt, zelfs tegen de tegenwoordige prijzen. De binnenlandsche afzet alleen zou de boter nooit voldoende financieel kunnen naar voren brengen. Dat in de export-commissie niet de han delaren-exporteurs vertegenwoordigd zou den zijn, is niet geheel juist. In het alge meen bestuur zijn die vertegenwoordigd. Er zijn bezwaren gemaakt tegen de con- sumptiemelk-re geling. De tegenwoordige regeling heeft tot zeer vele klachten aan leiding gegeven. Zij gaf o.m. kans voor knoeierij. Alleen daarom was herziening noodig. Er wordt gezocht naar een systeem, waarbij de melkhandel tegen eenzelfden prijs van den veehouder moet koopen. De quaestie der verhoogde heffing van spijsvetten t.o.v. margarine heeft de volle aandacht der regeering. Wat betreft de quaestie van den uitvoer van condensmelk naar Engeland, de be doeling is nooit geweest, de bedoelingen der Engelsche regeering onjuist voor te stellen. De regeeringscommissaris heeft niets verkeerds voorgesteld. Het is eigenlijk jammer dat dergelijke zaken, internationale onderhandelingen be treffende en dus van teeTen aard, in de Kamer ter sprake komen. Spr. moet ver klaren dat de Engelsche regeering den wensch te kennen gaf, een bespreking te voeren tusschen ambtenaren zonder be langhebbenden. Zeer nadrukkelijk heeft voorts de Engelsche regeering een organi satie van agenten gewenscht. Verder kan spr. er zich niet over uitlaten. Er kon niet anders gehandeld worden. Speculatie kon zoodoende worden tegengegaan. Groenten-, fruit- en sierteelt. Bij afd. 5 (groenten-, fruit- en sierteelt) wenscht de heer GROEN (R.K.) tijdige mededeelingen van de richtprijzen voor tuinbouw-producten. Ook voor den tuin bouw is behoud van den export noodig. Or dening in het tuinbouwbedrijf is onmoge lijk zonder behoorlijke prijsregeling. De minimum-prijzen zijn te laag en moeten ten minste tot den kostprijs worden opgevoerd. De heer v. d. HEUVEL (A. R.) zegt dat de moeilijkheden het grootst zijn in den tuinbouw. Spr. wil een proef met verhoo ging der minimum-prijzen. Over het geheel worden de prijzen voor te langen termijn vastgesteld. Een goede loontoeslagregeling ware van groote beteekenis. Ook de heer VAN DER SLUIS (S. D.) zegt dat in het gebied van land- en tuin bouw de laatste er het slechts aan toe is. De uitkeeringen komen te laat en zijn te laag. De minimum-prijzen moeten worden verhoogd. In de eerste plaats moet de ren te naar beneden. Schuldvergelijking is noodzakelijk. De heer EBELS (Vrijz. Dem.) acht ver hooging der minimum-prijzen op de vei lingen het meest gewenschte middel voor verbetering. Men behoeft niet al te voor zichtig te zijn. Voor de derde maal. De MINISTER is niet afwijzend t.a.v. openbaarmaking der richtprijzen. Wel wat betreft het openbaarmaken op zoodanig tijdstip dat de tuinders hun cultuurplan er naar kunnen inrichten. De doordraaiprij- zen worden door velen te laag geacht; er is aangedrongen op een proef met verhoo ging; ook deze zaak heeft spr.'s belangstel ling. Rekening kan worden gehouden met de mogelijkheid van stappen in die rich ting. De moeilijkheden van Aalsmeer lig gen vooral hierin dat in den goeden tijd schulden zijn aangegaan. Telkens blijkt hoe moeilijk het bij ónderhandelingen is, voor een luxe-artikel als bloemen iets te bereiken. Doch, spr. vergeet Aalsmeer niet en Aalsmeer vergeet spr. niet. Het spreekt vanzelf dat getracht wordt, den export te vergrooten, ook naar Duitschland. Over loontoeslagen zal spr. met zijn ambtgenoot van Sociale Zaken overleg plegen. Spr.'s verlangen is dat de uitkeeringen zoo spoe dig mogelijk gedaan worden, maar het is dikwijls moeilijk, vanwege de berekenin gen. Spr. zal overwegen of de distributie van tuinders-artikelen goedkooper kan ge schieden. Bij afd. 6 (visscherij) zegt de heer DUY- MAER VAN TWIST (A. R.) dat de afzet van visch kan worden bevorderd door ver laging der heffing op bakolie. De heer DROP (S. D.) wil betere maat regelen t.a.v. het stilliggend deel van de haringvloot. De heer VAN ZADELHOF (S. D.) vraagt steunmaatregelen voor de kleine kustvis- schers. Er worde een fonds gevormd voor credietverleen in g. De heer SCHILTHUIS (Vrijz. Dem.) juicht maatregelen tegen overbevissching der Noordzee toe, maar om effect te heb ben, moeten ze internationaal algemeen worden toegepast. De heer VOS (Lib.) vraagt of het niet gewenscht is, bij de handelsverdragen meer aandacht te besteden aan de vissche- rijbelangen. De MINISTER beantwoordt de sprekers. Bij afd. 8 (pluimveehouderij) wijst de heer v. d. SLUIS (S. D.) op de groote be teekenis van de pluimveehouderij vooral voor de kleine boeren. Vrijwel alle onder- deelen van den landbouw worden ge steund. allen, alleen niet de pluimveehou ders. Ze zijn in alerlei vormen belast met 5 a 10 millioen gulden, daar de graanrech ten o.m. De pluimveeteelt vraagt wat een zeldzaamheid is geen steun, doch alleen om met rust te worden gelaten. De heer DROESEN (R. K.) wijst op de prijsstijging van pluim vee-voederartike len. Spr. geeft export-premies in overwe ging. De pluimveehouders hebben volko men medegewerkt tot inkrimping van den hoenderstapel. Nieuwe crisismaatregelen zou spr. thans echter willen vermijden. De MINISTER zegt, dat moeilijk is, doel treffende maatregelen te vinden. Afschaffing der monopolierechten zou teveel verlies voor het Landbouwcrisis fonds beteekenen. Niet zoozeer de boeren, die kippen houden, doch vooral degenen die uitsluitend kippen fokken, hebben het 't moeilijkst. Spr. heeft daarvoor aandacht, de export wordt zooveel mogelijk bevor derd. De begrooting van het Landbouwcrisis fonds voor 1937 wordt z. h. st. aange nomen. De vergadering wordt om bijna tien mi nuten over half vijf geschorst tot des mid dags één uur. Gfcut, I lli, eittdutf; Uur lii. |E1ND£ VOORRANG 150 M| Waar U zoo'n bord staat is het einde van een voorrangsweg in zicht, verderop moet u zich dus weer aan het normale voorschrift houden: RECHTS GAAT VOOR! UIT DE OMGEVING OEGSTGEEST. R.-K. Staatspartij afd. Jongeren. De afdeeling Jongeren der R.-K. Staatspartij hield gisterenavond in „St. Willibrord" een goed bezochte vergadering. De voor zitter, de heer J. Ruben kamp, sprak bij de opening daarover zijn voldoening uit. Voorts dankte spreker de leden voor 't vertrou wen in hem gesteld. Aan 't begin der actie staande hoopte spr., dat gezonde plan nen door de leden zouden worden voor gesteld en hij gaf vervolgens het woord aan den heer Viergever, secretaris van de Jon geren afd. R.-K. Staatspartij te Den Haag. De heer Viergever begon met er op te wijzen, dat hardnekkige pogingen worden aangewend om in het hoofd van eiken Ne derlander te hameren, dat er slechts één keuze voor de toekomst bestaat: Mussert of Moskou. Grooter dwaasheid en gemakkelijker te ontzenuwen politieke leugen is er in lan gen tijd wel niet op de markt gebracht.. Mussert of Moskou! De hemel beware ons. Geen Mussert en geen Moskou. En we kunnen er direct aan toevoegen: geen Wendelaar en geen Albarda. Spr. ging vervolgens na welk een ellen de het liberalisme met zijn vrijheidsbegin sel heeft veroorzaakt. Crisis in godsdienst, recht en moraal en zeden, en uiteindelijk ook in het econo mische en sociale leven. De mensch moest worden losgemaakt van 't geloof mocht niet langer worden gebonden aan dogma's, wat met de rede in strijd zou zijn. De mensch moest niet allereerst geloo- vig zijn, hij moest beginnen met een den kend wezen te worden. Het zuivere geloof het aanhangen van de dogma's van de Kath. leer was een vernedering voor het groote intellect, dat ieder mensch be zat; het „primitieve" geloof moest worden uitgebannen; het verstand was de eerste en laatste bron, waarnaar alle mensche- lijk leven en streven zich moesten richten. De -20ste eeuw heeft op 't gebied van de vrijheid heel wat te zien en te hooren ge geven. Dat is ook de tijd, waarin verlichte geesten meenden, dat huwelijkstrouw een begrip is, voor achterlijke kwezels, waar in naaktcultuur in bad- en strandleven toch zoo gezond moest worden genoemd, waar in het z.g. realisme van vele schrijvers op voedend moest heeten voor onze jeugd, waarin de gemeenste vuilschrijverij alleen maar gemeen was voor hen, die er iets achter zochten. Het liberalisme wordt door ons Katho lieken afgewezen. Kiezen wij dan nu Mus sert? Neen. Mussert was vele jaren lid van de libe rale Staatspartij de Vrijheidsbond en de N. S. B. nam personen op van verdachte pluimage, die de Kath. niet als hun lei ders konden aanvaarden. Zou de zoo anti-Roomsche ds. v. Duyl de rechten en vrijheden van de Kath. Kerk in Nederland waarborgen? We kunnen verder constateeren, dat Mussert de Katholieken ten diepste belee- digt, wanneer hij in zijn program schrijft: „Bevordering van een krachtig, in dienst van 't algemeen staand staatsgezag, onaf hankelijk van geldmagnaten, kerkelijke overheid en volksgunst". Het leidend beginsel der N. S. B. mist eiken positief christelijken grondslag. Vervolgens behandelde spreker in het kort de leer van het Marxisme, om tot de conclusie te komen dat ook het socialisme door de Katholieken moet worden afgewe zen. De Katholieken zijn vóór Christus. Niet alleen in de kerk en in het gezinsleven, maar op alle terrein. Ook op het terrein van de politiek, want ook daar liggen voor de Katholieken idealen, die een deel zijn van dat groote ideaal: „Voor Christus en het herstel van mensch en maatschap pij in Christus". Vervolgens behandelde spr. de plicht der jongeren. Na gewezen te hebben op den ontzaglij ken strijd, die heden wordt gestreden niet alleen op godsdienstig, maar evenzeer op politiek en staatkundig gebied, komt spre ker tot het besluit, dat iedere Katholiek aan dien strijd moet medehelpen, niet om de eer en de glorie van de R.-K. Staats partij, maar als strijders voor Koning Christus. De politieke' strijd van het oogen- blik is voor den Katholiek een stuk leeken- apostolaat, een stuk kath, actie. Het gaat om hoogere waarden. Het gaat er om of de verwording zich zal uitbreiden en mensch en maatschappij verder naar den afgrond zal sleepen of wel dat godsdienst en moraal en geloof en zeden in eere zullen worden hersteld bo ven aardsch gewin en tijdelijke welvaart. Spr. ging vervolgens de groei na der Kah. Staatspartij en het werk van mannen als dr. Schaepman, dr. Nolens en Ruys. De jongeren-afdeelingen hebben de plicht dit werk voort te zetten. Een groote taak wacht juist de jongeren. Het in stand houden, verruimen en ver sterken van de staatkundige organisatie. De jongeren hebben den plicht die orga nisatie grooter en sterker te maken en te houden* tot heil niet alleen van het kath. volksdeel, maar tot zegen van het geheele Nederlandsche volk. Geen roode dwingelandij. Geen bruine tyrannie. Een Christus-maatschappij, Dat willen wij. De voorzitter dankte in hartelijke woor den den heer Viergever voor 't gesprokene. Van de gelegenheid voor 't stellen van vragen werd door niemand gebruik ge maakt, waarna de zeer goed geslaagde bij eenkomst werd gesloten. Men bleef echter nog eenigen tijd gezei lig bijeen. Het aantal leden bedraagt tha- 75.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 10