Magazijn STJOSEF In Religieuse Artikelen 1 DINSDAG 1 DECEMBER 1936 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 'i HET SPORTFONDSENBAD In den loop van de maand Februari 1935 deelde de kort te voren opgerichte afdee ling Leiden van de N.V. „de Sportfondsen" mede, dat plannen bestonden om ook in onze gemeente te geraken tot de stichting van een z.g. sportfondsenbad. Met het oog op het sociaal-hygiënisch belang, dat de be volking bij de totstandkoming van een goede. Weil-ziekte-vrije zweminrichting heeft, verzocht het bestuur der afdeeling aan B. en W. na te gaan, op welke wijze de gemeente een spoedige totstandkoming van een sportfondsenbad zou kunnen steu nen. Van de zijde van de burgerij bestond voor de plannen dadelijk belangstelling en ook het College van B. en W. nam van het voornemen der afdeeling met ingenomen heid kennis. Vooral de omstandigheid, dat de gemeente, sedert de zweminrichting aan het Rijn-Schiekanaal moest worden geslo ten, nog slechts over één zweminrichting beschikt, was voor het College aanleiding de medewerking van de gemeente in na der te bepalen vorm en mate dadelijk in ernstige overweging te nemen. Nu zou de gemeente ook zelf een zwem bad kunnen bouwen, maar de vorm van een sportfondsenbad is voor haar veel aan- irekkelijker, omdat op deze wijze de nood zakelijkheid voor de gemeente, om in het tekort aan zwemgelegenheid te voorzien, op gelukkige wijze kan worden gecombi neerd met de pogingen van het particu lier initiatief, om een bad te verkrijgen, geschikt voor het zwemmen des zomers en des winters. In dat geval heeft de ge meente met den bouw en de exploitatie geen rechtstreeksche bemoeiingen, ver mits een en ander door en voor rekening van de op te richten N.V. Leidsch Sport fondsenbad geschiedt. Alleen verleent de gemeente hare medewerking door voor een gedeelte van de bouwkosten een leen mg te verstrekken of te garandeeren, terwijl de wijze van organisatie van de sportfond sen, niet het minst het spaarinstituut, er op is gericht de financieele medewerking van de leden duurzaam te maken, waar door het risico der gemeente gunstig wordt beinvloed. In overleg met adressante werd dan ook terstond nagegaan, welke gemeentelijke terreinen voor de, stichting van een sport fondsenbad in aanmerking zouden kunnen komen. In de eerste plaats viel het oog op het Schuttersveld, als zijnde centraal gelegen aan de stadszijde van den spoorwegover gang aan den Rijnsburger weg, met goede toegangen van uit de verschillende stads gedeelten. Aan de keuze van dit terrein waren toentertijd twee belangrijke bezwa- len verbonden, zoodat de aandacht werd gevestigd op een terrein aan den Wasse- naarschen weg. Dit terrein aan den Wassenaarschen weg bleek bij nader onderzoek voor dat doel ongeschikt te zijn, daar de Poelwetering verontreinigd water afvoert, wat gevaren voor een goede exploitatie opleverde. Aan gezien hierin alleen afdoende verandering kon worden gebracht door aansluiting van deze stadswijk op de centrale rioleering en toen nog niet viel te zeggen, wanneer deze aansluiting aan de beurt zou komen, werd van dit terrein afgezien, en viel wederom liet oog op het Schuttersveld, dat, gelijk werd opgemerkt, van den aanvang af reeds de meest gunstig gelegen plaats werd ge vonden. Daarna zond de afdeeling een vooront werp in voor de stichting van een sport fondsenbad met buitenbassin op een ter rein in erfpacht te mogen ontvangen. Te vens voegde zij daarbij een stchtings- en exploitatiebegrooting. De bouwkosten wer den (exclusief grond) geraamd op max. 175.000.waarvan de leden zelf 25.000.zouden fourneeren, terwijl voor het restant dan een leening onder garantie van de gemeente zou moeten wor den aangegaan. Het College van B. en W. besloot thans allereerst den Minister van Defensie te vragen of bij Zijne Excellentie tegen den afstand van het .benoodigde gedeelte van het Schuttersveld bezwaar bestond; aan gezien inmiddels de onderhandelingen met het Rijk over een nieuw exercitie-terrein vorderingen hadden gemaakt, mocht de hoop worden gekoesterd, dat in dit op zicht geen onoverkomenlijke moeilijkheden meer zouden worden ondervonden. Hetzelfde kon worden verwacht ten aan zien van de kwestie van het uitbreidings plan, waarvoor Ged. Staten aanvankelijk geen goedkeuring hadden verleend; ook deze zaak was in een verder stadium ge komen, terwijl ook overigens, wegens de ligging van het terrein in dit deel van het uitbreidingsplan de mogelijkheid van een tijdige oplossing thans niet terzijde behoef de te worden gesteld. Na ingewonnen td- vies van de Commissie van Fabricage tra den B. en W. dan ook in April 1936 ter zake in overleg met de Gewestelijke Com missie voor de uitbreidingsplannen. Dit overleg is op dit oogenblik nog niet beëndigd, doch er bestaat gegronde ver wachting, dat de plannen voor het sport fondsenbad geen belemmeringen uit dezen hoofde zullen ondervinden; ook wat het Rijk betreft, mag er, gelet op den huidigen stand der onderhandelingen, op worden gerekend, dat over den grond tijdig kan worden beschikt. Het door de Sportfondsen ingediende plan was intusschen slechts een voorontwerp. Het bestuur, het belang inziende van een zoo goedkoop mogelijken en toch dege- 1 ijken bouw, bleef overeenkomstig den door ons gegeven wenk voortdurend be dacht op zoo eenigszins mogelijke verlaging van de bouwkosten. Nadat het bij schrijven van 4 April 1936 de bouwsom voor een overdekte bad- en zweminrichting met buitenbassin had ver laagd tot 150.000.diende het einde Augustus 1936 een nieuw, en ditmaal defi- ..itef plan in, waarvan de kosten exclu sief den grond op 120.000.werden geraamd. Dit project bevat een binnenbassin van 25 x 12 M., met een voldoende aantal ca bines en twee gemeenschappelijke kleed zalen, en voorts een buitenbassin met een lengte van 50 M. en een breedte van 15 M. De overdekte inrichting kan later, des- ge wenscht, op betrekkelijk eenvoudige wijze met een afzonderlijk ondiep, z.g. kinder- en instructiebassin worden uitge breid. Oorspronkelijk is er sprake van geweest de overdekte inrichting met een verschuif bare kap te maken; het nieuwe plan sluit deze mogelijkheid uit, daar er geen ruim te is voor een plat dak, waarover de kap kan worden geschoven. Evenwel bestaat tegen een vaste kap geen bezwaar,,aange zien er tevens een vrij groot buitenbassin komt. De canon van het in erfpacht te geven terrein, dat een groptte heeft van plm. 4370 M2., dient te worden berekend naar een rente van 4 pet. en een grondwaarde van ƒ33.200.welke laatste als volgt is becijferd: plan een gedeelte voor sport- en speelter rein bestemd, en het restant voor woning bouw. Voor laatstgenoemd gedeelte is ver- I schuldigd de waarde van bouwrijpen grond; voor het andere gedeelte kan worden vol staan met vergoeding van den kostprijs. Men komt alboo tot een totaal bedrag van rond ƒ33.200.of, naar 4 pet., tot een ca- non van 1.328.Ten aanzien van dit terrein zal de gemeente kunnen volstaan I met verbreeding van het betrokken ge- I deelte van den Maredijk; de kosten, welke ten laste van het Grondbedrijf komen, als behoorende tot de kosten van bouwrijp j maken, worden geraamd op 5.000.j De Sportfondsen participeeren zelf voor een bedrag van ten minste ƒ25000.— in j de bouwkosten (zonder grond), zoodat de gemeente zal hebben te garandeeren de ren- te en aflossing van een leening van ten hoogste ƒ95.000.met een looptijd van 20 30 jaren. Op de mede overgelegde exploitatie-be grooting wordt derhalve slechts rente uit getrokken over dit bedrag van f 95.000.—. De verdere uitgaven ramingen zijn geschied met inachtneming van de ervaring, die bij overeenkomstige inrichtingen elders is op gedaan. De raming van het aantal baden, die uiteraard de voornaamste ontvangsten le- veren, is naar de meening van B. en W„ j wanneer men vergelijkingen met andere i inrichtingen trekt, eveneens verantwoord. Bij het ontwerpen van de tarieven moest natuurlijk rekening worden gehouden zoo wel met het belang der gemeente, als met dat van d-° Sportfondsen zelf bij een slui- tonde rekening, doch deze omstandigheid j belet niet, r'at des zomers populajre tarie- j ven in uitzicht kunnen worden gesteld van 12 V: cent voor volwasenen en van 10 ct. voor kinderen, ongeveer overeenkomende met de gewone tarieven, die voor de in richting aan het Rijn-Schiekanaal golden Ook ligt het in het voornemen om ver- eenigingen en dgl. in de gelegenheid te 1 stellen haar leden tegen aanzienlijk gere duceerde prijzen te laten zwemmen; door deze maatregelen zal de inrichting voor een breede laag der bevolking toeganke- liik zijn. Tenslotte maken B. en W. nog enkele korte opmerkingen over het risico, dat de gemeente door het verleenen van de ga- I rantie loopt. Volledigheidshalve voegen B. en W. aan i het bovenstaande nog toe, dat van den I heer A. Koster te Haarlem in Maart 1935, I nadat dus het overleg tusschen de „Sport fondsen" en de gemeente reeds was ge- j cpend, eveneens een aanvrage inkwam om j met financieele medewerking van de ge meente een bad- en zweminrichting te mo gen bouwen. Deze aanvrage en verdere aanbiedingen van den heer Koster open den geen zoodanige perspectieven, dat er aanleiding bestond om met hem, ondanks de aan den gang zijnde onderhandelingen met de Sportfondsen, in contact te tre den. B. en W. geven den Raad mitsdien in overweging te besluiten: a. de gemeente borg te doen zijn, onder afstand van alle rechten en voorrechten, door de wet aan borgen toegekend, voor de betaling van rente, aflossing en verdere kosten, wegens een door derden aan de op te richten of in oprichting zijnde N.V. „Sportfondsenbad Leiden" te verstrekken leening (of leeningen) tot een (gezamen lijk) bedrag van ten hoogste 95.000. met een looptijd van ten hoogste 40 jaren en een rente van ten hoogste 4J4 pct„ ten behoeve van den bouw door die N.V. van een overdekte bad- en zweminrichting met een buitenbassin op het sub b vermelde gedeelte vap het Schuttersveld, zulks op de overgelegde voorwaarden; b. aan de sub a genoemde N.V. ten be hoeve van den bouw van een overdekte bad- en zwemnrichting met buitenbassin in erfpacht te geven voor den tijd van 75 jaren en tegen een jaarlijkschen canon van 1.328.het op de overgelegde kaart met roode omlijning aangegeven gedeelte van het Schuttersveld aan den Maredijk, ter grootte van plm. 4370 M2., kadastraal bekend gemeente Leiden, Sectie L. no. 1480 ged., zulks onder de mede overgeleg de voorwaarden: c. door vaststelling van de overgelegde staten tot wijziging van de gemeentebegroo- ting van het Grondbedrijf, beide dienst 1936, een bedrag van ƒ5.000.ter beschik king van B. en W. te stellen voor de ver breeding van den Maredijk langs het sub b bedoelde gedeelte van het Schuttersveld. VERGOEDINGEN VOOR ONDERWIJS. Den 29en September j.l. werd door Ge deputeerde' Staten dezer provincie de Ge meenterekening 1934 gesloten, zoodat thans eene beschikking kan worden genomen op de door de besturen der in deze gemeen te gevestigde bijzondere scholen ingedien de aanvragen om vergoeding in de exploi tatiekosten hunner scholen over 1934, als mede in de kosten van vakonderwijzers over genoemd jaar. In verband daarmede deelen B. en W. den Raad mede, dat, blijkens de in de Leeska mer ter inzage gelegde stukken, het ge middeld aantal lesuren, dat in 1933 door vakonderwijzers les werd gegeven aan de scholen voor gewoon lager onderwijs en die voor uitgebreid lager onderwijs resp. beliep 5.7615 en 17 uur per week en dat de gemiddelde kosten (met uitzondering van die van salarieering van vakonderwij zers) hebben bedragen per leerling van het gewoon lager ondêrwijs 17.23 en van het uitgebreid lager onderwijs ƒ24.67. Voor een vijftal scholen dient de vergoe ding in de exploitatiekosten te worden vast gesteld met inachtneming van het bepaal de bij artikel 101, 8e lid, der Lager Onder wijswet 1920 (driejaarlij'ksehe afrekening i.s. over de jaren 1932, 1933 en 1934). Voorts deelen B. en W. den Raad mede, dat de gemeente in 1934 gemiddeld per we- kelijksch lesuur, met inbegrip van de te haren laste gebleven pensioensbijdragen, heeft uitgegeven voor het vakonderwijs aan de scholen voor gewoon lager onderwijs 122.46 en voor dat aan de scholen voor uitgebreid lager onderwijs 124.62. Op grond van een en ander geven B. en W. den Raad, met verwijzing naar de ter inzage gelegde stukken en het advies van de Commissie voor het Onderwijs, in over weging: le. de vergoeding, bedoeld in het le tot en met 7e lid van artikel 101 der Lager Onderwijswet 1920, over het jaar 1934, voor de besturen van na te noemen bij zondere scholen vast te stellen op 112.770.80 (lo 97.469.24, ulo 15.301.56). 2e. Overeenkomstig het 8e lid van het sub I genoemd wetsartikel (driejaarlij k- sche afrekening) het aan de besturen van een 5-tal met name genoemde bijzondere scholen over de jaren 1932, 1933 en. 1934 alsnog uit te keeren bedrag vast te stel len op 4.180.89. 3e. de vergoeding, wegens salarieering van vakonderwijzers, bedoeld in het 9e lid van het sub 1 genoemd wetsartikel, over ,1934, voor de besturen van de na te noe men bijzondere scholen vast te stellen op 20.217.90 (l.o. 14.197.95, u.l.o. ƒ6.019.95). Met betrekking tot de door enkele school besturen ingediende aanvragen om toe kenning van een bijdrage in de kosten van het door hen over 1934 gegeven vervolg onderwijs moet nu de gemeentéreke- ning over dat jaar gesloten is eene be slissing worden genomen. Uit den bij de stukken in de Leeskamer ter inzage gelegden berekeningsstaat blijkt dat over genoemd jaar ter zake van het openbaar vervolgonderwijs ten laste van de gemeente is gebleven een bedrag van f 2.804.65. Dit onderwijs werd gevolgd door ge middeld 110 leerlingen, zoodat de netto- kosten per leerling beloopen f 25.50. Op grond van een en ander geven B. en W. met verwijzing naar het advies van de Commissie voor het Onderwijs, in over weging de bijdrage, bedoeld in artikel 102 der Lager Onderwijswet 1920, over het jaar 1934, vast te stellen tot een totaalbe drag van 6721.37. In de Raadsvergadering van 9 November j.l. werd om praeadvies in handen van B. en W. gesteld een verzoek van het bestuur der Gereformeerde Schoolvereeniging. om op grond van artikel 72 der Lager Onder wijswet 1920 medewerking te verleenen tot de aanschaffing van leermiddelen ten behoeve van zijn school voor uitgebreid lager onderwijs aan de Hooglandsche Kerk- graoht 20a. De kosten van deze leermiddelen, welke door het bestuur worden geraamd op 500.behooren naar de meening van B. en W. tot de buitengewone uitgaven, bedoeld in het hiervoren aangehaald wets artikel en derhalve niet tot die, welke moeten worden bestreden uit de exploita tievergoeding, bedoeld in artikel 101 van de Lager Onderwijswet 1920, aangezien de aanschaffing niet strekt ter vervanging van leermiddelen, die tengevolge van langdurig gebruik niet meer gebruikt kun nen worden of tot aanvulling van den voorraad leermiddelen in verband met vermindering door gebruik. Onder verwijzing naar het bij de stuk ken gevoegd advies van de Commissie voor het Onderwijs, geven B. en W. den Raad mitsdien in overweging te beslui ten: a. medewerking te verleenen aan het bestuur van de Gereformeerde Schoolver eeniging alhier, tot aanschaffing van leer middelen ten behoeve van zijn school voor u.l.o. aan de Hooglandsche Kerkgracht 20a. b. over te gaan tot vaststelling van den overgelegden begrootingsstaat, groot f 500, teneinde ons College in staat te stellen de voor de sub a bedoelde leermiddelen be noodigde gelden te zijner tijd ter beschik king van het schoolbestuur te stellen. ADMINISTRATIEF HOOFDAMBTENAAR. Bij besluit van 30 Januari 1933 werd door den Raad de heer W. H. den Hartigh benoemd tot Administratief Hoofdambte naar bij den dienst der Gemeentewerken. De benoeming geschiedde voorloopig in den rang van hoofdcommies, zulks in af wachting van de indeeling t.z.t. in den rang van hoofdambtenaar, welke rang bij de aan de functie verbonden werkzaam heden past, B. en W. geven den Raad thans in over weging den heer W. H. den Hartigh, Ad ministratief Hoofdambtenaar bij den dienst der Gemeentewerken, thans ingedeeld in den rang van hoofdcommies, met ingang van 1 Juli 1936 te bevorderen tot den rang van hoofdambtenaar, met bepaling, dat de vervaltijd van de eerstvolgende periodieke verhooging in den nieuwen rang met 6 maanden wordt bespoedigd. HOOGSTRAAT S Telefoon I8SS ONBESTREDEN AAN DE SPITS In keuxe het grootst - In prijzen het Inagst finlr riilo cnrtporinn in* Lederwaren - Byouterieën - Papierwaren UUI IIJHC MMCIIIiy III. Gezelschapepelen, Leesboeken, Schilderijen. MT KERSTGROEPEN in IS maten. Geen bonnen, maar aardige geschenken bij aankoop vanaf 50 ot. SUBSIDIE VOOR CURSUSSEN. Bij besluit van 23 December 1935 kende de Raad aan de Commissie in zake Huis houdelijke Voorlichting een bijdrage van 200.— toe in de kosten van door die Commissie in dit jaar te geven cursussen aan vrouwen van werkloozen en anderen, wier inkomen tengevolge van de heer- schende econoftiische omstandigheden be langrijk is gedaald. Thans vraagt de Commissie een bijdrage van de gemeente, groot 400.in de kosten van de cursussen gedurende het cursusjaar 1936-1937. De kosten van die cursussen worden door haar begroot op 700.een bedrag van 300.heeft de Commissie bereids van verschillende vereenigingen en instel lingen ontvangen. Uit het bij het verzoek overgelegd ver slag over het tijdvak 1 Augustus 193531 Juli 1936 blijkt, dat de arbeid van de Commissie belangrijk mag worden ge noemd. In genoemde periode werd aan 203 huis vrouwen onderricht in naaien en koken gegeven. Er bestaat dan ook naar het oordeel van B. en W. wel aanleiding om ook voor het cursusjaar 1936-1937 een bijdrage aan de Commissie te verleenen. Het is B. en W. intusschen gebleken, dat, om een sluitende begrooting van de cur sussen te verkrijgen, een bijdrage van 300.— voldoende kan worden geacht, zoodat het college van B. en W. daartoe adviseert. VERBETERING HAAGWEG. In hun voorstel van 24 Juni 1935 inzake de verbreeding van den Haagweg van nabij de Vink (K.M.punt 15.236) tot kort bij de Da Costastraat (K.M.punt 16.232) deelden B. en W. den Raad mede, dat zij bij het Rijk er op hadden aangedrongen ook het weggedeelte tusschen K.M.punt 16.232 en de draaibrug over de spoorweg haven (K.M.punt 16.440) in deze verbe tering te betrekken en dat de besprekin gen hierover nog werden voortgezet. Deze onderhandelingen hebben tot overeenstem ming geleid, zoodat B. en W. thans het plan tot verbetering van den Haagweg van de Da Costastraat tot de Spoorhaven- brug aan den Raad kunnen aanbieden. Er is een hoofdrijbaan ontworpen met een breedte, afwisselend tusschen 7.70 M. en 9 M., aan weerszijden waarvan ver hoogde betegelde voetpaden zijn geprojec teerd. Het Rijk zal den rijweg aanleggen, terwijl de gemeente zal zorg dragen voor den aanleg van de trottoirs en van een voldoend ruime rioleering. De kosten van de door de gemeente uit te voeren werken worden geraamd op f 3.100.hierin zal het Rijk bijdragen tot een bedrag van 1.600.—. De trottoirs en de rioleering blijven eigendom van de gemeente, en zullen door haar worden onderhouden. Door aanvaarding van dit plan wordt het mogelijk den Haagweg van de Vink tot de traverse door Leiden in zijn geheel te verbreeden, terwijl tot verbetering van het weggedeelte van het Noordeinde tot den spoorweg LeidenWoerden, reeds in gevolge het besluit van 17 Februari 1936 met steun van het Werkfonds 1934 werd overgegaan. Over de verbreeding van de Spoorha- venbrug worden nog onderhandelingen gevoerd. DE KIPPENBRUG WORDT VERBREED. Over de Kippenbrug, welke tusschen de leuningen een totale breedte heeft van 4.50 M., moet zoowel het rijverkeer als het verkeer met voetgangers plaats vinden. Het behoeft geen betoog, dat deze geringe breedte gevaren oplevert en wel in de eer ste plaats voor de voetganger, aldus B. en W. Hierbij komt nog, dat motorrijtuigen van eenigen omvang moeilijkheden onder vinden bij het oprijden van de zijde van de Aalmarkt, aangezien daar ter plaatse verbreede opritten ontbreken. Afdoende verbetering" is te verkrijgen door verbreeding van de brug tot 11 M., waarbij aan weerskanten op trottoirs van 2.5 M. gerekend is, terwijl aan alle zijden schuine vleugels zullen worden gemaakt. De kosten van dit werk worden in totaal geraamd op ƒ6500. DE BEHUIZING VAN MAATSCH. HULPBETOON. In de Raadsvergadering van 24 Septem ber 1934 werd besloten, het gymnastieklo kaal en vier leslokalen van het voormalige schoolgebouw Nieuwe Mare No. 13 en de bovenwoningen Lammermarkt nis 65a en 67a te verbouwen voor uitbreiding van de kantoorruimte van den dienst van Maat schappelijk Hulpbetoon. De vergoeding voor het gebruik van deze nieuwe kantoorlokalen behoort alsnog te worden vastgesteld. Maatschappelijk Hulp betoon betaalt, ingevolge Raadsbesluit van 18 December 1933 voor het gebruik van het perceel Nieuwe Mare No. 15 1.200. per jaar, en voor het gebruik van het voor malige IJkkantoor aan de Lammermarkt ƒ200.per jaar. De Gemeentelijke Com missie kan er zioh mede vereenigen, dat de vergoeding voor het gebruik van de loka len in het voormalige schoolgebouw Nieu we Mare No. 13 wordt bepaald op 500. per jaar, en die voor het gebruik van de voormalige bovenwoningen Lammermarkt nis 05a en 67a op f 400.— per jaar, zoodat Maatschappelijk Hulpbetoon in totaal ƒ2.300.— zal betalen voor de bij dezen dienst in gebruik zijnde kantoren. B. en W. adviseeren den Raad hiertoe te besluiten. VERHURING WINKELHUIS. Bij raadsbesluit van 12 October 1936 werd o.m. aangekocht het winkelhuis Haarlem merstraat No. 203. dat van ir and tot maand verhuurd is aan den fotograaf A. van Vliet voor den prijs van 80.per maand. Na overleg met den huurder geven B. en W. den Raad in overweging het winkelhuis Haarlemmerstraat No. 263 te verhuren aan A. van Vliet, fotograaf, te Leiden, voor den prijs van 600.— per jaar, straatbelasting inbegrepen, zulks van 1 December 1936 tot en met 30 April 1936, met bepaling, dat de huur verder wordt geacht telkens voor den tijd van één jaar tegen den zelfden huurprijs en onder dezelfde voorwaarden te zijn verlengd, indien de huur niet drie maanden voor het eindigen van den huur termijn schriftelijk door een der partijen is opgezegd, met dien verstande, dat de huur in elk geval zal eindigen op 1 Mei 1948, zonder dat eenige opzegging daartoe wordt vereischt, en verder onder de over gelegde voorwaarden, waaronder de bepa ling, dat de gemeente de huur tusschentijd* met een termijn van 3 maanden kan op zeggen. OEGSTGEESTERLAAN BOKRHAAYE- LAAN. Het standbeeld van Boerhaave en de naar hem genoemde straat beide gelegen in de onmiddellijke nabijheid van het Academisch Ziekenhuis, hielden vroeger tezamen de herinnering aan den grooten geneeskundige levendig. Door de ver plaatsing van het Ziekenhuis en vervol gens van het standbeeld is deze éénheid verbroken. Het verdient naar de meening van B. en W. aanbeveling, indien moge lijk den ouden toestand te herstellen, het geen zou kunnen plaats vinden door aan de Oegstgeesterlaan den naam Boerhaave- laan te geven. Weliswaar verdient het wij zigen van bestaande straatnamen in het algemeen geen aanbeveling, doch in het onderhavige geval is er om de zoo even genoemde reden wel aanleiding, om tot naamsverandering over te gaan, temeer omdat de naam Oegstgeesterlaan minder juist is, daar deze laan niet naar Oegst- geest voert. Om verwarring te voorkomen, zouden B. en W. den naam van de Boerhaave- straat ook wenschen te wijzigen. Aan deze straat ware haar oude naam le Binnen vestgracht terug te geven, waardoor deze gracht zich derhalve zou uitstrekken van de Nieuwe Beestenmarkt tot aan de Morschstraat. B. en W. stellen den Raad voor, aldus te besluiten. SAMENWERKING HAD GEEN NUT. Op 19 Maart 1934 besloot de Raad tot het aangaan van een gemeenschappelijke regeling met gemeenten van 40.000 of meer inwoners ter bevordering van een doelmatige behandeling van gemeentelijke personeelsaangelegenheden. Krachtens deze regeling is door de gemeente een jaarlyk- sche bijdrage verschuldigd van 1.50 per 1000 inwoners, d.i. gerekend naar het aan tal inwoners op 1 Januari j.l., van 73 X f 1.50 is 109.50. Aangezien, gelijk B. en W. ook reeds in den geleidebrief betreffende de ontwerp- gemeentebegrooting voor 1937 hebben me degedeeld, de financieele toestand der ge meente noopt mede op haar uitgaven we gens subsidiën en lidmaatschappen zooveel mogelijk te bezuinigen, dient naar het oor deel van B. en W. ook de aansluiting aan de bovenbedoelde gemeenschappelijke re geling te worden beëindigd en dit te eer. nu wij in onze verwachtingen omtrent het nut, dat het nieuwe instituut voor onze gemeente zou kunnen hebben, wel eenigs zins zijn teleurgesteld. Bij de Leidsche Spaarbank is in de vo rige maand (November 1936) ingelegd 446.840.89 cn terugbetaald f 362.773.66: 126 nieuwe inleggers zijn ingeschreven en 98 boekjes werden gehel uitbetaald. Het te goed der 18.565 inleggers, inclu sief 1.453 deelnemers aan den Afhaal- dienst, bedroeg einde November 1936 8.163.141.24. In 4.845 posten is in deze maand doo*" den Afhaaldienst f 14.545.75 ontvangen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 7