Magazijn STJOSEF
In Religieuse Artikelen 1
DINSDAG 1 DECEMBER 1936
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 'i
HET SPORTFONDSENBAD
In den loop van de maand Februari 1935
deelde de kort te voren opgerichte afdee
ling Leiden van de N.V. „de Sportfondsen"
mede, dat plannen bestonden om ook in
onze gemeente te geraken tot de stichting
van een z.g. sportfondsenbad. Met het oog
op het sociaal-hygiënisch belang, dat de be
volking bij de totstandkoming van een
goede. Weil-ziekte-vrije zweminrichting
heeft, verzocht het bestuur der afdeeling
aan B. en W. na te gaan, op welke wijze
de gemeente een spoedige totstandkoming
van een sportfondsenbad zou kunnen steu
nen.
Van de zijde van de burgerij bestond
voor de plannen dadelijk belangstelling en
ook het College van B. en W. nam van het
voornemen der afdeeling met ingenomen
heid kennis. Vooral de omstandigheid, dat
de gemeente, sedert de zweminrichting aan
het Rijn-Schiekanaal moest worden geslo
ten, nog slechts over één zweminrichting
beschikt, was voor het College aanleiding
de medewerking van de gemeente in na
der te bepalen vorm en mate dadelijk in
ernstige overweging te nemen.
Nu zou de gemeente ook zelf een zwem
bad kunnen bouwen, maar de vorm van
een sportfondsenbad is voor haar veel aan-
irekkelijker, omdat op deze wijze de nood
zakelijkheid voor de gemeente, om in het
tekort aan zwemgelegenheid te voorzien,
op gelukkige wijze kan worden gecombi
neerd met de pogingen van het particu
lier initiatief, om een bad te verkrijgen,
geschikt voor het zwemmen des zomers en
des winters. In dat geval heeft de ge
meente met den bouw en de exploitatie
geen rechtstreeksche bemoeiingen, ver
mits een en ander door en voor rekening
van de op te richten N.V. Leidsch Sport
fondsenbad geschiedt. Alleen verleent de
gemeente hare medewerking door voor een
gedeelte van de bouwkosten een leen mg
te verstrekken of te garandeeren, terwijl
de wijze van organisatie van de sportfond
sen, niet het minst het spaarinstituut, er
op is gericht de financieele medewerking
van de leden duurzaam te maken, waar
door het risico der gemeente gunstig wordt
beinvloed.
In overleg met adressante werd dan ook
terstond nagegaan, welke gemeentelijke
terreinen voor de, stichting van een sport
fondsenbad in aanmerking zouden kunnen
komen.
In de eerste plaats viel het oog op het
Schuttersveld, als zijnde centraal gelegen
aan de stadszijde van den spoorwegover
gang aan den Rijnsburger weg, met goede
toegangen van uit de verschillende stads
gedeelten. Aan de keuze van dit terrein
waren toentertijd twee belangrijke bezwa-
len verbonden, zoodat de aandacht werd
gevestigd op een terrein aan den Wasse-
naarschen weg.
Dit terrein aan den Wassenaarschen weg
bleek bij nader onderzoek voor dat doel
ongeschikt te zijn, daar de Poelwetering
verontreinigd water afvoert, wat gevaren
voor een goede exploitatie opleverde. Aan
gezien hierin alleen afdoende verandering
kon worden gebracht door aansluiting van
deze stadswijk op de centrale rioleering en
toen nog niet viel te zeggen, wanneer deze
aansluiting aan de beurt zou komen, werd
van dit terrein afgezien, en viel wederom
liet oog op het Schuttersveld, dat, gelijk
werd opgemerkt, van den aanvang af reeds
de meest gunstig gelegen plaats werd ge
vonden.
Daarna zond de afdeeling een vooront
werp in voor de stichting van een sport
fondsenbad met buitenbassin op een ter
rein in erfpacht te mogen ontvangen. Te
vens voegde zij daarbij een stchtings- en
exploitatiebegrooting. De bouwkosten wer
den (exclusief grond) geraamd op max.
175.000.waarvan de leden zelf
25.000.zouden fourneeren, terwijl
voor het restant dan een leening onder
garantie van de gemeente zou moeten wor
den aangegaan.
Het College van B. en W. besloot thans
allereerst den Minister van Defensie te
vragen of bij Zijne Excellentie tegen den
afstand van het .benoodigde gedeelte van
het Schuttersveld bezwaar bestond; aan
gezien inmiddels de onderhandelingen met
het Rijk over een nieuw exercitie-terrein
vorderingen hadden gemaakt, mocht de
hoop worden gekoesterd, dat in dit op
zicht geen onoverkomenlijke moeilijkheden
meer zouden worden ondervonden.
Hetzelfde kon worden verwacht ten aan
zien van de kwestie van het uitbreidings
plan, waarvoor Ged. Staten aanvankelijk
geen goedkeuring hadden verleend; ook
deze zaak was in een verder stadium ge
komen, terwijl ook overigens, wegens de
ligging van het terrein in dit deel van het
uitbreidingsplan de mogelijkheid van een
tijdige oplossing thans niet terzijde behoef
de te worden gesteld. Na ingewonnen td-
vies van de Commissie van Fabricage tra
den B. en W. dan ook in April 1936 ter
zake in overleg met de Gewestelijke Com
missie voor de uitbreidingsplannen.
Dit overleg is op dit oogenblik nog niet
beëndigd, doch er bestaat gegronde ver
wachting, dat de plannen voor het sport
fondsenbad geen belemmeringen uit dezen
hoofde zullen ondervinden; ook wat het
Rijk betreft, mag er, gelet op den huidigen
stand der onderhandelingen, op worden
gerekend, dat over den grond tijdig kan
worden beschikt.
Het door de Sportfondsen ingediende plan
was intusschen slechts een voorontwerp.
Het bestuur, het belang inziende van een
zoo goedkoop mogelijken en toch dege-
1 ijken bouw, bleef overeenkomstig den
door ons gegeven wenk voortdurend be
dacht op zoo eenigszins mogelijke verlaging
van de bouwkosten.
Nadat het bij schrijven van 4 April 1936
de bouwsom voor een overdekte bad- en
zweminrichting met buitenbassin had ver
laagd tot 150.000.diende het einde
Augustus 1936 een nieuw, en ditmaal defi-
..itef plan in, waarvan de kosten exclu
sief den grond op 120.000.werden
geraamd.
Dit project bevat een binnenbassin van
25 x 12 M., met een voldoende aantal ca
bines en twee gemeenschappelijke kleed
zalen, en voorts een buitenbassin met een
lengte van 50 M. en een breedte van 15
M. De overdekte inrichting kan later, des-
ge wenscht, op betrekkelijk eenvoudige
wijze met een afzonderlijk ondiep, z.g.
kinder- en instructiebassin worden uitge
breid.
Oorspronkelijk is er sprake van geweest
de overdekte inrichting met een verschuif
bare kap te maken; het nieuwe plan sluit
deze mogelijkheid uit, daar er geen ruim
te is voor een plat dak, waarover de kap
kan worden geschoven. Evenwel bestaat
tegen een vaste kap geen bezwaar,,aange
zien er tevens een vrij groot buitenbassin
komt.
De canon van het in erfpacht te geven
terrein, dat een groptte heeft van plm.
4370 M2., dient te worden berekend naar
een rente van 4 pet. en een grondwaarde
van ƒ33.200.welke laatste als volgt is
becijferd:
plan een gedeelte voor sport- en speelter
rein bestemd, en het restant voor woning
bouw. Voor laatstgenoemd gedeelte is ver- I
schuldigd de waarde van bouwrijpen grond;
voor het andere gedeelte kan worden vol
staan met vergoeding van den kostprijs.
Men komt alboo tot een totaal bedrag van
rond ƒ33.200.of, naar 4 pet., tot een ca-
non van 1.328.Ten aanzien van dit
terrein zal de gemeente kunnen volstaan I
met verbreeding van het betrokken ge- I
deelte van den Maredijk; de kosten, welke
ten laste van het Grondbedrijf komen, als
behoorende tot de kosten van bouwrijp j
maken, worden geraamd op 5.000.j
De Sportfondsen participeeren zelf voor
een bedrag van ten minste ƒ25000.— in j
de bouwkosten (zonder grond), zoodat de
gemeente zal hebben te garandeeren de ren-
te en aflossing van een leening van ten
hoogste ƒ95.000.met een looptijd van
20 30 jaren.
Op de mede overgelegde exploitatie-be
grooting wordt derhalve slechts rente uit
getrokken over dit bedrag van f 95.000.—.
De verdere uitgaven ramingen zijn geschied
met inachtneming van de ervaring, die bij
overeenkomstige inrichtingen elders is op
gedaan.
De raming van het aantal baden, die
uiteraard de voornaamste ontvangsten le-
veren, is naar de meening van B. en W„ j
wanneer men vergelijkingen met andere i
inrichtingen trekt, eveneens verantwoord.
Bij het ontwerpen van de tarieven moest
natuurlijk rekening worden gehouden zoo
wel met het belang der gemeente, als met
dat van d-° Sportfondsen zelf bij een slui-
tonde rekening, doch deze omstandigheid j
belet niet, r'at des zomers populajre tarie- j
ven in uitzicht kunnen worden gesteld van
12 V: cent voor volwasenen en van 10 ct.
voor kinderen, ongeveer overeenkomende
met de gewone tarieven, die voor de in
richting aan het Rijn-Schiekanaal golden
Ook ligt het in het voornemen om ver-
eenigingen en dgl. in de gelegenheid te 1
stellen haar leden tegen aanzienlijk gere
duceerde prijzen te laten zwemmen; door
deze maatregelen zal de inrichting voor
een breede laag der bevolking toeganke-
liik zijn.
Tenslotte maken B. en W. nog enkele
korte opmerkingen over het risico, dat de
gemeente door het verleenen van de ga- I
rantie loopt.
Volledigheidshalve voegen B. en W. aan i
het bovenstaande nog toe, dat van den I
heer A. Koster te Haarlem in Maart 1935, I
nadat dus het overleg tusschen de „Sport
fondsen" en de gemeente reeds was ge- j
cpend, eveneens een aanvrage inkwam om j
met financieele medewerking van de ge
meente een bad- en zweminrichting te mo
gen bouwen. Deze aanvrage en verdere
aanbiedingen van den heer Koster open
den geen zoodanige perspectieven, dat er
aanleiding bestond om met hem, ondanks
de aan den gang zijnde onderhandelingen
met de Sportfondsen, in contact te tre
den.
B. en W. geven den Raad mitsdien in
overweging te besluiten:
a. de gemeente borg te doen zijn, onder
afstand van alle rechten en voorrechten,
door de wet aan borgen toegekend, voor
de betaling van rente, aflossing en verdere
kosten, wegens een door derden aan de
op te richten of in oprichting zijnde N.V.
„Sportfondsenbad Leiden" te verstrekken
leening (of leeningen) tot een (gezamen
lijk) bedrag van ten hoogste 95.000.
met een looptijd van ten hoogste 40 jaren
en een rente van ten hoogste 4J4 pct„ ten
behoeve van den bouw door die N.V. van
een overdekte bad- en zweminrichting met
een buitenbassin op het sub b vermelde
gedeelte vap het Schuttersveld, zulks op de
overgelegde voorwaarden;
b. aan de sub a genoemde N.V. ten be
hoeve van den bouw van een overdekte
bad- en zwemnrichting met buitenbassin
in erfpacht te geven voor den tijd van 75
jaren en tegen een jaarlijkschen canon
van 1.328.het op de overgelegde kaart
met roode omlijning aangegeven gedeelte
van het Schuttersveld aan den Maredijk,
ter grootte van plm. 4370 M2., kadastraal
bekend gemeente Leiden, Sectie L. no.
1480 ged., zulks onder de mede overgeleg
de voorwaarden:
c. door vaststelling van de overgelegde
staten tot wijziging van de gemeentebegroo-
ting van het Grondbedrijf, beide dienst
1936, een bedrag van ƒ5.000.ter beschik
king van B. en W. te stellen voor de ver
breeding van den Maredijk langs het sub
b bedoelde gedeelte van het Schuttersveld.
VERGOEDINGEN VOOR ONDERWIJS.
Den 29en September j.l. werd door Ge
deputeerde' Staten dezer provincie de Ge
meenterekening 1934 gesloten, zoodat thans
eene beschikking kan worden genomen op
de door de besturen der in deze gemeen
te gevestigde bijzondere scholen ingedien
de aanvragen om vergoeding in de exploi
tatiekosten hunner scholen over 1934, als
mede in de kosten van vakonderwijzers
over genoemd jaar.
In verband daarmede deelen B. en W. den
Raad mede, dat, blijkens de in de Leeska
mer ter inzage gelegde stukken, het ge
middeld aantal lesuren, dat in 1933 door
vakonderwijzers les werd gegeven aan de
scholen voor gewoon lager onderwijs en
die voor uitgebreid lager onderwijs resp.
beliep 5.7615 en 17 uur per week en dat
de gemiddelde kosten (met uitzondering
van die van salarieering van vakonderwij
zers) hebben bedragen per leerling van het
gewoon lager ondêrwijs 17.23 en van het
uitgebreid lager onderwijs ƒ24.67.
Voor een vijftal scholen dient de vergoe
ding in de exploitatiekosten te worden vast
gesteld met inachtneming van het bepaal
de bij artikel 101, 8e lid, der Lager Onder
wijswet 1920 (driejaarlij'ksehe afrekening
i.s. over de jaren 1932, 1933 en 1934).
Voorts deelen B. en W. den Raad mede,
dat de gemeente in 1934 gemiddeld per we-
kelijksch lesuur, met inbegrip van de te
haren laste gebleven pensioensbijdragen,
heeft uitgegeven voor het vakonderwijs aan
de scholen voor gewoon lager onderwijs
122.46 en voor dat aan de scholen voor
uitgebreid lager onderwijs 124.62.
Op grond van een en ander geven B. en
W. den Raad, met verwijzing naar de ter
inzage gelegde stukken en het advies van
de Commissie voor het Onderwijs, in over
weging:
le. de vergoeding, bedoeld in het le tot
en met 7e lid van artikel 101 der Lager
Onderwijswet 1920, over het jaar 1934,
voor de besturen van na te noemen bij
zondere scholen vast te stellen op
112.770.80 (lo 97.469.24, ulo 15.301.56).
2e. Overeenkomstig het 8e lid van het
sub I genoemd wetsartikel (driejaarlij k-
sche afrekening) het aan de besturen van
een 5-tal met name genoemde bijzondere
scholen over de jaren 1932, 1933 en. 1934
alsnog uit te keeren bedrag vast te stel
len op 4.180.89.
3e. de vergoeding, wegens salarieering
van vakonderwijzers, bedoeld in het 9e lid
van het sub 1 genoemd wetsartikel, over
,1934, voor de besturen van de na te noe
men bijzondere scholen vast te stellen op
20.217.90 (l.o. 14.197.95, u.l.o. ƒ6.019.95).
Met betrekking tot de door enkele school
besturen ingediende aanvragen om toe
kenning van een bijdrage in de kosten van
het door hen over 1934 gegeven vervolg
onderwijs moet nu de gemeentéreke-
ning over dat jaar gesloten is eene be
slissing worden genomen.
Uit den bij de stukken in de Leeskamer
ter inzage gelegden berekeningsstaat blijkt
dat over genoemd jaar ter zake van het
openbaar vervolgonderwijs ten laste van
de gemeente is gebleven een bedrag van
f 2.804.65.
Dit onderwijs werd gevolgd door ge
middeld 110 leerlingen, zoodat de netto-
kosten per leerling beloopen f 25.50.
Op grond van een en ander geven B.
en W. met verwijzing naar het advies van
de Commissie voor het Onderwijs, in over
weging de bijdrage, bedoeld in artikel 102
der Lager Onderwijswet 1920, over het
jaar 1934, vast te stellen tot een totaalbe
drag van 6721.37.
In de Raadsvergadering van 9 November
j.l. werd om praeadvies in handen van B.
en W. gesteld een verzoek van het bestuur
der Gereformeerde Schoolvereeniging. om
op grond van artikel 72 der Lager Onder
wijswet 1920 medewerking te verleenen
tot de aanschaffing van leermiddelen ten
behoeve van zijn school voor uitgebreid
lager onderwijs aan de Hooglandsche Kerk-
graoht 20a.
De kosten van deze leermiddelen, welke
door het bestuur worden geraamd op
500.behooren naar de meening van
B. en W. tot de buitengewone uitgaven,
bedoeld in het hiervoren aangehaald wets
artikel en derhalve niet tot die, welke
moeten worden bestreden uit de exploita
tievergoeding, bedoeld in artikel 101 van
de Lager Onderwijswet 1920, aangezien
de aanschaffing niet strekt ter vervanging
van leermiddelen, die tengevolge van
langdurig gebruik niet meer gebruikt kun
nen worden of tot aanvulling van den
voorraad leermiddelen in verband met
vermindering door gebruik.
Onder verwijzing naar het bij de stuk
ken gevoegd advies van de Commissie
voor het Onderwijs, geven B. en W. den
Raad mitsdien in overweging te beslui
ten:
a. medewerking te verleenen aan het
bestuur van de Gereformeerde Schoolver
eeniging alhier, tot aanschaffing van leer
middelen ten behoeve van zijn school voor
u.l.o. aan de Hooglandsche Kerkgracht 20a.
b. over te gaan tot vaststelling van den
overgelegden begrootingsstaat, groot f 500,
teneinde ons College in staat te stellen de
voor de sub a bedoelde leermiddelen be
noodigde gelden te zijner tijd ter beschik
king van het schoolbestuur te stellen.
ADMINISTRATIEF HOOFDAMBTENAAR.
Bij besluit van 30 Januari 1933 werd
door den Raad de heer W. H. den Hartigh
benoemd tot Administratief Hoofdambte
naar bij den dienst der Gemeentewerken.
De benoeming geschiedde voorloopig in
den rang van hoofdcommies, zulks in af
wachting van de indeeling t.z.t. in den
rang van hoofdambtenaar, welke rang bij
de aan de functie verbonden werkzaam
heden past,
B. en W. geven den Raad thans in over
weging den heer W. H. den Hartigh, Ad
ministratief Hoofdambtenaar bij den dienst
der Gemeentewerken, thans ingedeeld in
den rang van hoofdcommies, met ingang
van 1 Juli 1936 te bevorderen tot den rang
van hoofdambtenaar, met bepaling, dat de
vervaltijd van de eerstvolgende periodieke
verhooging in den nieuwen rang met 6
maanden wordt bespoedigd.
HOOGSTRAAT S
Telefoon I8SS
ONBESTREDEN AAN DE SPITS
In keuxe het grootst - In prijzen het Inagst
finlr riilo cnrtporinn in* Lederwaren - Byouterieën - Papierwaren
UUI IIJHC MMCIIIiy III. Gezelschapepelen, Leesboeken, Schilderijen.
MT KERSTGROEPEN in IS maten.
Geen bonnen, maar aardige geschenken bij aankoop vanaf 50 ot.
SUBSIDIE VOOR CURSUSSEN.
Bij besluit van 23 December 1935 kende
de Raad aan de Commissie in zake Huis
houdelijke Voorlichting een bijdrage van
200.— toe in de kosten van door die
Commissie in dit jaar te geven cursussen
aan vrouwen van werkloozen en anderen,
wier inkomen tengevolge van de heer-
schende econoftiische omstandigheden be
langrijk is gedaald.
Thans vraagt de Commissie een bijdrage
van de gemeente, groot 400.in de
kosten van de cursussen gedurende het
cursusjaar 1936-1937.
De kosten van die cursussen worden
door haar begroot op 700.een bedrag
van 300.heeft de Commissie bereids
van verschillende vereenigingen en instel
lingen ontvangen.
Uit het bij het verzoek overgelegd ver
slag over het tijdvak 1 Augustus 193531
Juli 1936 blijkt, dat de arbeid van de
Commissie belangrijk mag worden ge
noemd.
In genoemde periode werd aan 203 huis
vrouwen onderricht in naaien en koken
gegeven.
Er bestaat dan ook naar het oordeel van
B. en W. wel aanleiding om ook voor het
cursusjaar 1936-1937 een bijdrage aan de
Commissie te verleenen.
Het is B. en W. intusschen gebleken, dat,
om een sluitende begrooting van de cur
sussen te verkrijgen, een bijdrage van
300.— voldoende kan worden geacht,
zoodat het college van B. en W. daartoe
adviseert.
VERBETERING HAAGWEG.
In hun voorstel van 24 Juni 1935 inzake
de verbreeding van den Haagweg van
nabij de Vink (K.M.punt 15.236) tot kort
bij de Da Costastraat (K.M.punt 16.232)
deelden B. en W. den Raad mede, dat zij
bij het Rijk er op hadden aangedrongen
ook het weggedeelte tusschen K.M.punt
16.232 en de draaibrug over de spoorweg
haven (K.M.punt 16.440) in deze verbe
tering te betrekken en dat de besprekin
gen hierover nog werden voortgezet. Deze
onderhandelingen hebben tot overeenstem
ming geleid, zoodat B. en W. thans het
plan tot verbetering van den Haagweg
van de Da Costastraat tot de Spoorhaven-
brug aan den Raad kunnen aanbieden.
Er is een hoofdrijbaan ontworpen met
een breedte, afwisselend tusschen 7.70 M.
en 9 M., aan weerszijden waarvan ver
hoogde betegelde voetpaden zijn geprojec
teerd. Het Rijk zal den rijweg aanleggen,
terwijl de gemeente zal zorg dragen voor
den aanleg van de trottoirs en van een
voldoend ruime rioleering. De kosten van
de door de gemeente uit te voeren werken
worden geraamd op f 3.100.hierin zal
het Rijk bijdragen tot een bedrag van
1.600.—.
De trottoirs en de rioleering blijven
eigendom van de gemeente, en zullen door
haar worden onderhouden.
Door aanvaarding van dit plan wordt
het mogelijk den Haagweg van de Vink
tot de traverse door Leiden in zijn geheel
te verbreeden, terwijl tot verbetering van
het weggedeelte van het Noordeinde tot
den spoorweg LeidenWoerden, reeds in
gevolge het besluit van 17 Februari 1936
met steun van het Werkfonds 1934 werd
overgegaan.
Over de verbreeding van de Spoorha-
venbrug worden nog onderhandelingen
gevoerd.
DE KIPPENBRUG WORDT VERBREED.
Over de Kippenbrug, welke tusschen de
leuningen een totale breedte heeft van
4.50 M., moet zoowel het rijverkeer als het
verkeer met voetgangers plaats vinden. Het
behoeft geen betoog, dat deze geringe
breedte gevaren oplevert en wel in de eer
ste plaats voor de voetganger, aldus B. en
W. Hierbij komt nog, dat motorrijtuigen
van eenigen omvang moeilijkheden onder
vinden bij het oprijden van de zijde van
de Aalmarkt, aangezien daar ter plaatse
verbreede opritten ontbreken.
Afdoende verbetering" is te verkrijgen
door verbreeding van de brug tot 11 M.,
waarbij aan weerskanten op trottoirs van
2.5 M. gerekend is, terwijl aan alle zijden
schuine vleugels zullen worden gemaakt.
De kosten van dit werk worden in totaal
geraamd op ƒ6500.
DE BEHUIZING VAN MAATSCH.
HULPBETOON.
In de Raadsvergadering van 24 Septem
ber 1934 werd besloten, het gymnastieklo
kaal en vier leslokalen van het voormalige
schoolgebouw Nieuwe Mare No. 13 en de
bovenwoningen Lammermarkt nis 65a en
67a te verbouwen voor uitbreiding van de
kantoorruimte van den dienst van Maat
schappelijk Hulpbetoon.
De vergoeding voor het gebruik van deze
nieuwe kantoorlokalen behoort alsnog te
worden vastgesteld. Maatschappelijk Hulp
betoon betaalt, ingevolge Raadsbesluit van
18 December 1933 voor het gebruik van
het perceel Nieuwe Mare No. 15 1.200.
per jaar, en voor het gebruik van het voor
malige IJkkantoor aan de Lammermarkt
ƒ200.per jaar. De Gemeentelijke Com
missie kan er zioh mede vereenigen, dat de
vergoeding voor het gebruik van de loka
len in het voormalige schoolgebouw Nieu
we Mare No. 13 wordt bepaald op 500.
per jaar, en die voor het gebruik van de
voormalige bovenwoningen Lammermarkt
nis 05a en 67a op f 400.— per jaar, zoodat
Maatschappelijk Hulpbetoon in totaal
ƒ2.300.— zal betalen voor de bij dezen
dienst in gebruik zijnde kantoren.
B. en W. adviseeren den Raad hiertoe te
besluiten.
VERHURING WINKELHUIS.
Bij raadsbesluit van 12 October 1936 werd
o.m. aangekocht het winkelhuis Haarlem
merstraat No. 203. dat van ir and tot maand
verhuurd is aan den fotograaf A. van Vliet
voor den prijs van 80.per maand.
Na overleg met den huurder geven B. en
W. den Raad in overweging het winkelhuis
Haarlemmerstraat No. 263 te verhuren aan
A. van Vliet, fotograaf, te Leiden, voor den
prijs van 600.— per jaar, straatbelasting
inbegrepen, zulks van 1 December 1936
tot en met 30 April 1936, met bepaling, dat
de huur verder wordt geacht telkens voor
den tijd van één jaar tegen den zelfden
huurprijs en onder dezelfde voorwaarden
te zijn verlengd, indien de huur niet drie
maanden voor het eindigen van den huur
termijn schriftelijk door een der partijen
is opgezegd, met dien verstande, dat de
huur in elk geval zal eindigen op 1 Mei
1948, zonder dat eenige opzegging daartoe
wordt vereischt, en verder onder de over
gelegde voorwaarden, waaronder de bepa
ling, dat de gemeente de huur tusschentijd*
met een termijn van 3 maanden kan op
zeggen.
OEGSTGEESTERLAAN BOKRHAAYE-
LAAN.
Het standbeeld van Boerhaave en de
naar hem genoemde straat beide gelegen
in de onmiddellijke nabijheid van het
Academisch Ziekenhuis, hielden vroeger
tezamen de herinnering aan den grooten
geneeskundige levendig. Door de ver
plaatsing van het Ziekenhuis en vervol
gens van het standbeeld is deze éénheid
verbroken. Het verdient naar de meening
van B. en W. aanbeveling, indien moge
lijk den ouden toestand te herstellen, het
geen zou kunnen plaats vinden door aan
de Oegstgeesterlaan den naam Boerhaave-
laan te geven. Weliswaar verdient het wij
zigen van bestaande straatnamen in het
algemeen geen aanbeveling, doch in het
onderhavige geval is er om de zoo even
genoemde reden wel aanleiding, om tot
naamsverandering over te gaan, temeer
omdat de naam Oegstgeesterlaan minder
juist is, daar deze laan niet naar Oegst-
geest voert.
Om verwarring te voorkomen, zouden
B. en W. den naam van de Boerhaave-
straat ook wenschen te wijzigen. Aan deze
straat ware haar oude naam le Binnen
vestgracht terug te geven, waardoor deze
gracht zich derhalve zou uitstrekken van
de Nieuwe Beestenmarkt tot aan de
Morschstraat.
B. en W. stellen den Raad voor, aldus
te besluiten.
SAMENWERKING HAD GEEN NUT.
Op 19 Maart 1934 besloot de Raad tot
het aangaan van een gemeenschappelijke
regeling met gemeenten van 40.000 of
meer inwoners ter bevordering van een
doelmatige behandeling van gemeentelijke
personeelsaangelegenheden. Krachtens deze
regeling is door de gemeente een jaarlyk-
sche bijdrage verschuldigd van 1.50 per
1000 inwoners, d.i. gerekend naar het aan
tal inwoners op 1 Januari j.l., van 73 X
f 1.50 is 109.50.
Aangezien, gelijk B. en W. ook reeds in
den geleidebrief betreffende de ontwerp-
gemeentebegrooting voor 1937 hebben me
degedeeld, de financieele toestand der ge
meente noopt mede op haar uitgaven we
gens subsidiën en lidmaatschappen zooveel
mogelijk te bezuinigen, dient naar het oor
deel van B. en W. ook de aansluiting aan
de bovenbedoelde gemeenschappelijke re
geling te worden beëindigd en dit te eer.
nu wij in onze verwachtingen omtrent het
nut, dat het nieuwe instituut voor onze
gemeente zou kunnen hebben, wel eenigs
zins zijn teleurgesteld.
Bij de Leidsche Spaarbank is in de vo
rige maand (November 1936) ingelegd
446.840.89 cn terugbetaald f 362.773.66:
126 nieuwe inleggers zijn ingeschreven en
98 boekjes werden gehel uitbetaald.
Het te goed der 18.565 inleggers, inclu
sief 1.453 deelnemers aan den Afhaal-
dienst, bedroeg einde November 1936
8.163.141.24.
In 4.845 posten is in deze maand doo*"
den Afhaaldienst f 14.545.75 ontvangen.