SPECULAAS EN PEPERKOEK. Uit de geschiedenis van onze Sint Nicolaas lekkernijen. Triomfen van het koekebakkersgilde. Man en macht aan den arbeid voor St. Nicolaas-boterletters! Het deeg wordt per transportband naar de ovens vervoerd. Een kijkje in een groote suikerwerkfabriek. In de 15e en 16e eeuw kwamen de bekende „Hylikmakers", d. w. z. hu welijksmakers. Daar vandaan komen ook de vrijers en vrijsters, welke men, zoo als de koekebakkers de Groot in Hildebrand's „Camera Obscura" zegt: „tot de plooitjes van den kraag en de ruitjes van den breizak toe" verguldde. De „Hylikmaker" was bij onze voorouders 'n krachtige bondgenoot voor schuchtere jongelingen, die niet vrijpostig het oude Holland - sche liedje: „Zeg meisjelief mag ik met jou verkeeren?" durfden zin gen. En wanneer de „Hylikmaker" dankbaar werd aanvaard, dan was dit een teeken, dat des jonge- lings liefde werd beantwoord. Later is de naam „Hylikmaker" den volksmond verbasterd en maakte men er „Heiligmaker" van. De koekbakkers voerden omtrent den St. Nicolaastijd een waren strijd onder elkaar in het vergulden van koek en taai-taai en toen zij op het eind van de 19e eeuw de figuren nog aantrekkelijker wilden maken door er hard gekleurde zij den linten en franjes op te plakken, greep de overheid in, omdat men hierin een ge vaar zag voor de volksgezondheid. Het .werd verboden nog iets anders te Voorbereidingen voor St. Nicolaas. De huisvrouw druk bezig met het zelf bakken van koek. wel verdiend had. Door het ranselen werd de arme Sint steeds magerder en tenslotte was zijn omvang weer zoo geslonken, dat hij gemakkelijk door den schoorsteen kon kruipen. „Dank je wel voor den heerlijken maaltijd", riep hij zijn gastheer nog na en verdween in het duisterEn naar aan leiding van dit wel zeer fantastisch ver haal hebben de bakkers ook Jan Klaassen een plaatsje gegeven onder hun Sinter klaasgebruiken. Ook het verhaal van de „Vier Heems kinderen". wier afbeelding ook nooit ont brak in de vele taai-taai-voorstellingen, was in vroeger jaren heel populair. De „Vier Heemskinderen" werden altijd afgebeeld op een grooten krijgsros, Beyaart geheeten. Zij droegen alle vier stalen hel- men, even groote schilden en waren een der gekleed. Mét de ontwikkeling van het fabrieks werk verdween ook langzamerhand de edele kunst van het koekebakkersgilde. De bakkers konden niet op tegen de ge raffineerde suiker-bakkerij, welke op het einde der 19e eeuw en in het begin van de 20e eeuw opkwam. Het handwerk der bakkers moest plaats maken voor de mo derne machines, welke bij tien-, ja hon derdtallen hun speculaasmannen, taai taai-poppen, suikerwerken, borstplaatjes, ja wat niet al kunnen verwerken. Het fa- brieksgoed heeft de frissche, gezonde volks kunst vol romantiek en en humor verdron gen en zijn plaats zal het niet meer af staan. Voor goed zijn zij verdwenen, de ge moedelijke dikke speculaasmannen met hun helkleurige streepbroekjes en hun sierlijke pluimen van goudpapier op hun mutsen. Voor goed ook verdwenen de trotsche familiewapens, de postkoetsen, de Uilenspiegels, de Figaro's en de vele an dere dingen. Naast het bereiden van speculaas en taai-taai heeft het suikerwerk, het marse pein, de chocolade een plaats gekregen in het huiselijk St. Nicolaasfeest. Wij, moderne menschen, zouden ons een voudig niet meer tevreden kunnen stel len met datgene, waarmee onze voorouders tevreden waren. Onze tongen zijn te ver wend om den eenvoudigen, frisschen smaak van het ouderwetsch bereide specu laas en het gekruide taai-taai te kunnen waardeeren. De oude, vertrouwde „Hylikmaker", die als postillon d'amour moest fungeeren bij den verlegen jongeling en het schuchtere meisje, heeft afgedaan. De moderne jeugd kan het thans wel zonder „Hylikmaker" af. Ook de taai-taai-poppen worden niet vergeten. gebruiken dan het gewone suikergoed, dat op de koeken werd gespoten door middel van een paperea zakje. De aardige kleurige poppen geraakten op den achtergrond en verdwenen langza merhand. Hoe de Jan Klaassen's feitelijk aan het St. Nicolaasfeest te pas komen, zal wel velen een raadsel zijn, wanneer men de geschiedenis van dezen populairen schalk niet kent. Het volgende werd omtrent de relatie van St. Nicolaas met Jan Klaasen verhaald. Eens heeft Jan Klaasen den ouden Sint een poets gebakken. Op een nacht vroor het zeer vele gradeh en de Heilige Man was door zijn gedraaf over de daken verkleumd van de koude. De Sint besloot toen in den eersten den besten schoorsteen te kruipen, welke hij tegenkwam en deze schoorsteen behoorde aan het huis van Jan Klaassen. Laatstge noemde zat met zijn vrouw Katrijn bij het vuur. Op bezoek waren de Dood van Pier lala, de Lange en de heele santekraam van Kabalt, terwijl allen zich te goed de den aan vulgaris snert. Toen de Sint zoo pardoes door den schoorsteen kwam val len, was iedereen beduusd, maar Klaassen sprak: „Kom mee, en zet u aan!" en de Sint, blij, dat hij bij zulke goede menschen was, nam de uitnoodiging gaarne aan. Hij kreeg een bord dikke erwtensoep- met Geldersche worst en Meppeler kluiven en liet het zich goed smaken. De Sint vroeg zelfs nog een portie, toen het bord leeg was en de gulle Jan gaf het den man graag. Toen de Sint al geruimen tijd aan Jan Klaassen's tafel had gezeten, bedacht hij plotseling, dat de kinderen met ongeduld op hem zouden wachten en eindelijk stond hij van tafel op om weer door den schoorsteen naar boven te krui pen, maar o schrik! De Sint was door het eten van de heerlijke soep steeds dikker en ronder geworden en het was hem niet meer mogelijk door den schoorsteen op het dak te komen. „Ziezoo!" zei Jan Klaasen, ,.nu kom je er niet meer uit!" en de kame raden, aangespoord door den ondeugenden Jan Klaassen begonnen den goeden Sint met hun knuppels te bewerken. „Toe maar! Toe maar!" riep de Sint, die vond, 'it hij zulk een kastijding des vleesches Speculaas: De benoodigdheden voor het bakken zijn de volgende: één pond tarwebloem, drie en één half ons donkere bruine basterd-suiker, drie ons boter, 3 volle theelepels speculaaskruiden, wat gesnipperde amandeledn en sucade; verder een weinig water. Roer de boter tot room, voeg hierbij de suiker, de gezeefde bloem en de speculaas kruiden. Kneed de massa goed dooreen met zooveel water als noodig is om een stevig deeg te maken. Neem een deegplank, strooi er wat bloem op en rol het deeg glad uit. Snijd er vierkante of langwerpige koek jes van. Een bakblik wordt met ooter ingevet en belegd met het deeg, waarna de koekjes 20 minuten in een matig warmen oven worden gebakken. BOTERLETTERS 100 gr. harde boter, 100 gr. banket- bloem een weinig water en zout. Vulsel: 125 gr. zoete amandelen, 125 gr. fijne suiker, 1 ei en citroen-essence. Zeef de bloem en doe ze op een vel boterhampapier, leg de boter er op en snijd deze in grove stukken, voeg er druppelsgewijze 1 a 2 le pels koud water bij en kneed dit alles tot het aan elkander blijft zitten, daarna op bebloemde plank uitrol len met een met bloem be stoven rol tot een dunnen^ langwerpige lap. Vouw het deeg daarna in de lengte in drieën op. Een kwartier la ten rusten en weer uitrol len en in drieën vouwen, daarna laten rusten. Dez# bewerking wordt 4 maal in totaal uitgevoerd; even- -tueele bloem wordt afgebor steld. Na laatste behandeling eenige uren laten rusten en daarna zoo dun mogelijk uit rollen pl.m. 1/4 c.M. bij een breedte van pl.m. 12 c.M. Amandelen broeien, pellen en malen met het ei, liefst" eenige malen en rol va» vormen, die op het midden van het deeg wordt gelegd, waarna de gewenschte let ter wordt gevormd. Uiteinden vochtig maken met water en stevig op elkaar drukken. Boveneind met eigeel be strijken en pl.m. 20 min in heeten oven bakken. Inplaats van letters kan men gemakkelijk banketsta ven maken, die minder moei lijkheden opleveren, omdat men dan slechts rechte reepen Gooi wat in m'n schoentje. St. Nicolaas en zijn knecht, te maken heeft en de grootte naar wensch maakt. die nu in de laatste dagen voor St. Nicolaas feest de de schoentjes aan het vullen zijn. Sint Nicolaas met zwarte Piet brengen de lekkernijen rond SPECULAAS EN PEPERKOEK De moderne jeugd stelt het thans zonder huwelijksmakelaar. Er wordt gebakken in Nederland. De spe culaasjes komen met millioenen uit den oven, de boterletters of het spoorbanket, zou, in de lengte uitgelegd, den aardbol kunnen omspannen, van de chocoladelet ters zou men romans en gedichtenbundels kunnen „zetten" en bibliotheken vullen, de marsepeinen varkens zouden, als zij van echt vleesch waren, de heeren van de Crisis Varkens wet zich de haren uit het hoofd doen trekken van zorg, van de borstplaatjes zou een respectabele wolken krabber kunnen worden opgetrokken. De speculaas vooral heeft in den t'ijd van het St. Nicolaasfeest altijd een groote rol gespeeld in het volksleven. De fabricatie van vrijers en vrijsters uit speculaas is een Oud-Hollandsche specialiteit, welke thans nóg wel veel aftrek vindt, doch in de laat ste jaren toch meer isverdrongen door andere lekkernijen. De koekebakkers uit Amsterdam waren in het bakken van speculaaspoppen ex perts. In vroeger eeuwen stelden de speculaas figuren meestal de 'beeltenis voor van den populairen Bisschop van Myra. Om een behoorlijk figuur in de specu laas te verkrijgen, maakte men gebruik van houten vormen. Men heeft kunnen vaststellen ,dat deze vormen reeds in de Middeleeuwen werden ge bruikt, want uit dien tijd heeft men zeer veel dergelijke vormen gevon den. En het moet worden gezegd, dat deze vormen vaak mooie staal tjes van houtsnijkunst waren. In het Zuiden van Duitschland vindt men in de ouderwetsche bakkerijen nog wel het houtsnij-gereedschap, het welk bij het bakken van speculaas werd gebruikt en een voornaam on derdeel der bakkerij uitmaakte. In de 13e en 14de eeuw waren de religieuze voorstellingen in de spe culaas en ook in het taai-taai in zwang. Men gaf toen de voorkeur aan Bijbelsche voorstellingen, zoo als een van Izaak's Offering, Da vid met de Harp, Maria en het Kind, enz. De kinderen der adellijke fami lies kregen ooi. wel speculaas in den vorm van het familiewapen. In later jaren gingen de bakkers zich echter meer toeleggen op het bakken van verschillende figuren. Deze figuren, waarvan wij slechts noemen: de Jan Klaassens, de paard en-wagens, de postkoetsen, de rui- ters-te-paard, enz. werden meestal beschilderd, of zooals men het vroeger noemde: verguld. Het ver gulden is al heel oud. Het waren de nonnen, die in de 13e eeuw met het- koekvergulden begonnen. Het ge bak werd tegen St. Nicolaastijd onder de armen en weezen uitgedeeld. De zusters versierden de speculaas met gouden en zilveren snippers en pluimen. De specu laas van toentertijd bestond hoofdzakelijk uit honing, meel en geurige, vaak zeer sterke kruiden. De mannenkloosters bakten de beroem de Hollandsche pepernoten, die dan ook meestal wel den naam van „peper"-noten mochten dragen, omdat zij vaak zoo'n sterk gekruiden smaak hadden, dat de kinderen zich maar liever aan hun spe culaas hielden. De monniken aten de pepernoten tegen het St. Nicolaasfeest aan het ontbijt, ja dikwijls bij iederen maaltijd van den dag en dronken er wijn en bier bij. Men noem de het eten van pepernoten „een echte hart- en maagversterking en aangenaam bij het drinken." Op oude platen treft men dan ook vaak eenige lieden aan een koffiehuis-tafel aan, die een pot bier en een kom no ten bij zich hebben. Voor de mannelijke leden van een ge zin was het pepernoten eten en het bier- drinken de „clou" van den Sinterklaas avond. Maar in het vervaardigen van de specu laas- en taai-taai-figuren zat ook roman tiek. Geestige beelden, harten voor de verlief den en amor's met pijl en boog ieder vond wellicht iets van zijn gading in het zoete honinggebak. Het taai-taal liet zich feitelijk beter vormen en drukken dan de speculaas, omdat het een glad oppervlak en een fij nen deegkorrel bezit.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 13