Het eeuwfeest der Kon. Ned. Grofsmederij te Leiden. MAANDAG 30 NOVEMBER 1936 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 5 Aanbieding van een gedenkplaat. Op den feestavond van het personeel. De viering van het honderdjarig bestaan der Kon. Ned. Grofsmederij, welke twee imaanden geleden wegens een den directeur, den heer N C. F. van Ginkel, overkomen ongeval werd uitgesteld, heeft nu Zaterdag, avond plaats gehad. De Stadsgehoorzaal zag er voor deze feestviering gezellig uit. Het personeel, om streeks driehonderd man sterk, ieder met vrouw of meisje, met vader of moeder, vul de te 8 uur reeds de geheele benedenzaal en, aan den ingang der zaal onthaald op bonnen voor gratis consumptie, sigaren of sigaretten en „bestoken" met een bloem in 't groen, hadden de feestvierenden spoedig de goede stemming te pakken. De feestavond werd bijgewoond door het college van commissarissen der N.V., door den directeur, den heer N. C. F. v. Ginkel imet zijn familie en door den oud-directeur, den heer ir. A. M. Touw. De president-commissaris, de heer J. H. Zeeman, sprak het openingswoord en gaf daarin allereerst 'n kort overzicht van de honderdjarige geschiedenis der Grofsme derij. Spr. wilde dit niet te lang maken, dóch herinnerde slechts aan de belangrijk ste feiten. Den 31sten Aug. 1836 opgericht, werd in 1837 begonnen met het werk. In 1850 reeds kreeg de Ned. Grofsmederij het praedicaat „Koninklijke", in 1897 werd een nieuw ter rein aangekocht, waarheen de Ketting- fabriek werd verplaatst. In de jaren 1924 1925 werd het pensioenfonds voor het per soneel gesticht. In den loop dezer honderd jaren waren er tijden met weinig en met veel werk. Het personeel schommelde van 70 k 80 tot 600, om daarna weer af te nemen tot 250. Er waren goede en minder goede tijden, er werd winst gemaakt en verlies geleden. Eén ding is echter steeds gebleven: de kwali teit van het werk. Van welken aard ook de toestand voor de fabriek was, het werk kon den toets van binnen- en buitenland glansrijk doorstaan. Dat kwam, omdat aan de fabriek zulke uitstekende krachten ver bonden waren. Hoewel de maatschappelijke toestand al lerminst rooskleurig en die van de K.N.G. ook niet erg best was, meende het bestuur, toch het eeuwfeest niet onopgemerkt te moeten laten voorbijgaan. Toen einde Juli de directeur door een ernstig ongeval werd getroffen, moest .men noodgedwongen besluiten tot uitstel. Nu echter is de directeur zoo niet voor de volle 100, dan toch zeker voor 99% hersteld. Spr. besloot daarna met een hartelijk welkom tot alle aanwezigen en wenschte ihun eer. genoeglijken avond. De muziek zette daarna het Wilhelmus in, dat door de aanwezigen staande werd meegezongen. Hierna werd het eerste gedeelte van het programma afgewerkt. The Dutch Players onder leiding van Al- bert Gerritsen openden met muziek, waar na Piet Leenhouts als conferencier voor het voetlicht trad met zijn bekende programma van zang en grappen. Dan volgden elkaar op prof. Ben-Ali-Libi, de humoristische goochelaar, Stella See- mer, de cabaret-zangeres, „Otar", de zin gende schilder en de equilibrist Benny, de man met de stalen zenuwen. Zooals niet anders te verwachten was: een programma vol afwisseling. AANBIEDING GEDENKPLAAT. Voor de pauze betrad dan de heer Chr. P. Versteegen-, administrateur der N.V., voor zitter der feestcommissie, den katheder, om namens het geheele personeel bestuur en directie te complimenteeren. De tijdsomstandigheden, aldus spr., zijn nog te somber, ondanks de opleving in het bedrijf, om hier een feesttoon aan te slaan. Waar duizenden en duizenden werkloos zijn en de orders meer en meer terugloopen, moet een daverende en uitbundige feest vreugde achterwege blijven. Evenwel mocht een herdenking van het eeuwfeest toch niet achterwege blijven, want er is alle reden tot dankbaarheid en vreugde. Immers, niettegenstaande den zor- gelijken tijd is het de fabriek gelukt den moeilijkheden het hoofd te bieden. De K.N.G. staat ongeschokt, onaangetast en op gezonden basis, gereed tot hernieuwde krachtsinspanning. Daarvoor' wilde spr. een gelukwensch brengen aan het bestuur, dat met buiten gewoon inztcht de fabriek heeft weten te besturen, dat een duurzame koopmanschap heeft weten te beoefenen, dat vertrouwen wist te wekken door het nakomen der aan gegane verplichtingen, kortom, dat 'n on gerepte zakenpoliitiek wist te voeren. Het vertrouwen in het bestuur noemde spr. mede gerechtigd door het personeel, dat 'n zieken- en weduwefonds voor de werklieden verkreeg en 'n steunfonds voor beambten en werkmeesters. Helaas konden de laatste jaren niet allen in het bedrijf gehandhaafd worden, doch men heeft de overtuiging, dat het bestuur daartoe door de omstandigheden gedwon gen was. Wat het vertrouwen, betreft in de K.N.G. als productie-apparaat, wijst spr. erop, dat de overal doorgevoerde vernieuwingen en moderniseer in gen, in de draaierij, de smede rij, de gieterij en de kettingfabriek niet weinig bijdragen tot een verbeterde fabri catie, terwijl ten laatste ook de oprichting van het laboratorium mede een stoot in de goede richting heeft gegeven. Het personeel was tevens van meening, dat het bij woorden van gelukwensch al leen niet moest blijven. Allen wilden bij dragen voor 'n blijvend aandenken, dat voor het nageslacht de getuigenis zou af leggen van hetgeen de K.N.G. en zijn be stuursleden gedurende de eerste honderd jaar voor zoovele leden van het personeel en hun gezinnen is geweest. Het verheugde spr., dat men dit blijvend aandenken had kunnen doen vervaardigen in metaal en dat wel in de Sleutelstad zelve, nJ. door dé Rijnlandsche Kunstgieterij van de heeren H. W. Stöxen en Zn., die met groot vakmanschap en waren kunstzin uit stekend in de gegeven opdracht zijn ge slaagd, wijl de verschillende attributen van het bedrijf daarin zijn neergelegd. Spr. verzocht bestuurderen deze gedenk plaat te willen aanvaarden. Alvorens tot de onthulling over te gaan, wendde <^e heer Versteeg zich nog tot den directeur, den heer N. C. F. van Ginkel. Spr. gaf uitdrukking aan de groote vreug de, die allen bezielt, dat de directeur thans weer aanwezig kon zijn na het hem over komen ongeval en voegde er de beste wen- schen voor een algeheel en spoedig herstel aan toe. De directeur had zich steeds aan alle huldebetoon weten te onttrekken. Nu ech ter meende spr. gelegenheid te hebben den heer v. Ginkel te danken voor het vele, dat hij èn voor de K.N.G. èn voor het per soneel steeds heeft gedaan. Spr. wilde in hem eeren den man op een verantwoordelijken post, die zijn positie geheel ontleent aan zijn buitengewone werkkracht en vitaliteit, die alle voor komende kwesties met mathematische zekerheid tot oplossing weet te brengen, een man van ongeëvenaarde daadkracht, ge adeld en in toom gehouden door warme menschelijkheid en zelfbeheersching. Daardoor achtte spr. verklaard, dat ernstige kwesties in de fabriek niet voor komen en de verhoudingen zoo buitenge woon goed zijn. Voor alles wat de directeur voor de fabriek en het personeel in zijn persoon ge geven heeft, bood spr. als stoffelijk hulde blijk en aandenken aan een zilveren siga- rettenkoken en sigaretten- of sigarendoos met inscriptie. Spr. uitte vervolgens den wensch, dat deze moeilijke tijden plaats mogen maken voor meer normale toestanden en her nieuwde opbloei van het bedrijf en dat het het bestuur gegeven moge zijn hieraan nog vele jaren te mogen medewerken. Hierna viel het doek van de gedenkplaat, die op 'n anker geplaatst, in groen en licht gezet, bij allen kreten van bewondering ont lokte. De gedenkplaat heeft 'n afmeting van 115 x 85 c.M. en stelt voor de verschillende producten uit het bedrijf, tot één geheel verwerkt. Middenin is een baggermolen afgebeeld benevens de door de K.N.G. gebouwde Zijl- poortsbrug, met op den achtergrond de Zijlpoort. Rechts op de plaat is de stoomhamer afgebeeld met een zwaar stalen blok, dat versmeed wordt. Links bevindt zich het gieterij bedrijf met twee groote gietvormen en een gietpan met een gietvorm, waarin de werklui bezig zijn yzer te gieten. Daaronder is een plaats ingeruimd voor de draaierij met een 2-slags krukas. In het midden is in beeld gebracht de kettingfabriek met electrische lasch- machine, de toetsbaan voor de kettingen en tot slot rechts de ankers. De heeren Stöxen, die dit product ont worpen, gemodelleerd en vervaardigd heb ben, bewezen hiermede, dat zij hun vak uitstekend verstaan. Zoo zal deze gedenk plaat, welke wordt aangebracht in de hal van het kantoorgebouw der KN.G. èn voor de K.N.G.-geëmployeerden èn voor de firma Stöxen door de eeuwen heen een prachtig aandenken blijven. In de pauze, welke hierna gehouden werd, hadden alle aanwezigen gelegenheid, het fraai stuk werk meer van nabij te bewon deren, hetgeen met onverdeelde belang stelling geschiedde. Na de pauze werd het variété-programma verder afgewerkt en het behoeft niet ge zegd te worden, dat het èn voor het perso neel èn voor het bestuur der K.N.G. een onvergetelijke avond zal blijven. KERKNIEUWS BENOEMINGEN PATERS MINDERBROEDERS. Op voordracht van den hoogeerwaarden Pater Provinciaal der Minderbroeders heeft Z. H. Exc. Mgr. A. F. Diepen, Bis schop van 's-Hertogenbosch eervol ontslag verleend aan den zeereerw. Pater C. J. Notmeyer als pastoor te Wychen en in diens plaats benoemd Pater A. G. van den Berg O.F.M. Z. H. Exc. Mgr. J. P. Huibers, Bisschop van Haarlem, heeft eervol ontslag ver leend aan Pater A, G. van den Berg O.F.M. als kapelaan te Amsterdam, H. An- tonius, en tot kapelaans aldaar benoemd de weleerw. Paters J. Ruysenaars O.F.M. en A. J. Vergeer O.F.M. DE H STOEL EN DE INLANDSCHE GEESTELIJKHEID. Bij een decreet van de Congregatie van de Voortplanting des Geloofs is de Apos tolische Prefectuur van Kagoshima in Ja pan, die tot heden bestuurd werd door de Minderbroeders Franciscanen, toever trouwd aan de inlandsche clerus. De Japansche priester Aijiro Yamaguchi is benoemd tot Prefect van Kagoshima. DE MARTELDOOD VAN MGR. OLMOS. Herinneringen aan een groot opvoeder en zielenherder. Men schrijft aan de „Msb.": Het avondblad van „De Maasbode" van 7 November bracht de aangrijpende tij ding van den marteldood van Z. H. Exc. Emanuele Medina Olmos bisschop van Guadix. Het is ons speciaal bekend, wat deze bisschop-martelaar gedaan heeft voor de opvoeding van de jeugd. Mgr. Olmos was de directeur der Es- cuelas del Ave Maria: de Ave Mariascho- len, te Granada, een stichting, die juist voor' het kind uit het volk zoo veel nutti gen arbeid verrichtte. De prelaat was de eerste opvolger van den stichter der Ave Mariascholen. Don Andrès Manjon. Deze groote geleerde en hooggeëerde priester heeft, getroffen door de nood der armste kinderen de zigeunerzwervertjes tot in de bewaarschool toe gearbeid voor de jongste en meest onervaren menschen- kinderen. Zijn klein beginwerk is uitge groeid tot een groote stichting. En toen de stichter Don Andrés Manjon zelf ontviel aan zijn werk Is Don Manuel Medina Olmos zijn opvolger geworden. Wie uit de werken van D. Manjon weet, hoe hooggericht en zuiver Christo-cen- trisch diens gansche opvoedingssysteem is, begrijpt, dat voor de uitverkiezing van zijn eersten opvolger een bijzonder man noodig was. Hij toch moest de drager zijn van ver heven en vérstrekkende ideëen; hij moest den uitbouw geven aan een systeem, dat in Spanje het katholicisme tot grooter prac- tische toepassing van oude waarheden in een nieuwe maatschappij moest brengen. De roermrijke stichter is door den Paus geëerd in zijn opvolger, toen deze in 1925 benoemd werd tot hulpbisschop van den aartsbisschop van Granada. Mgr. Olmos is steeds de „Director" ge bleven der Ave Mariascholen. Hij heeft gewerkt voor de kinderen van de arbei dende klassen uit het volk. Hij was de vriend der armen. Hoe schrijnend moet het zijn gemoed getroffen hebben, dat zijn gansche leven en streven tenslotte zoo zitter miskend.is door heft verworden volk van zijn eigen arbeidsveld. Als de trouwe herder is hij in de ure des gevaars gebleven te midden der zijnen. Mgr. Olmos heeft een geschiedenis ge schreven van den gosdienst. Hoe weinig zal hij vermoed hebben, dat de laatste bladzijde geschreven zou worden met de roode letters van zijn eigen bloed. Hij heeft een reeks tooneelstukken ge schreven voor de jeugd hij heeft zoo menigmaal de jeugd van Spanje begees terd door haar in handeling en gebaar ac tief te laten optreden als vertolker van eeuwenoude waarheden in een nieuwen vorm. Welke gevoelens moeten dezen man doorpijnigd hebben, toen hij de laatste act van zijn leven zelf ging spelen ten aan- schouwe van een massa wreed gepeupel? De overgeblevene „Avemarianos" zullen, na de beëindiging van den huidigen chaos, in ontroering .aan mgr. Olmos' „Historia Tuindersvakbond van L.T.B, den In het gebouw van de St. Josephs-Gezel len aan de Jansstraat te Haarlem vergader de de Tuinbouwvakgroep van den L.T.B. Aanwezig waren o.m. de heer Kampschoër, algemeen voorzitter van den L.T.B., ir. A. W. v. d. Plassche namens den directeur-ge neraal van den Landbouw en de Kamerle den Chr. v. d. Bilt en v. d. Weyden. De aftredende voorzitter en bestuursle den, de heeren Jac. Groen A.zn., J. de Kok te Loosduinen en Nic. Vendel te Heems kerk, werden herkozen. De heer Kamp schoër uitte hierover zijn bijzondere vreug de en wenschte de vergadering geluk met het vertrouwen, dat zij stelt in den vak bondsvoorzitter, den heer Jac. Groen. De openingsrede, die deze vervolgens hield, hebben wij reeds in ons Zaterdagblad weer gegeven. In zijn gedegen inleiding, welke door alle aanwezigen met groote aandacht werd ge volgd, sprak de heer Groen er zijn voldoe ning over uit, dat de Minister in de Kamer in de Memorie van Antwoord heeft ver klaard, dat de regeering alles in het werk zal stellen om de export van land- en tuin bouwproducten zoo goed mogelijk te be vorderen. Vervolgens ging men over tot de behan deling van de ingekomen afdeelingsvoor- stellen. De afd. 't Kalf was van meening, dat het niet juist is de teeltvergunningen voor den tuinbouw op de persoon of het bedrijf te laten. In zijn prae-advies bleef het bestuur eohter op het standpunt staan, dat het teeltrecht aan de persoon behoort te blij ven. De afd. Loosduinen had critiek op de zin snede in het prae-advies, dat de volkstuin tjes over het algemeen geen groote con currentie voor den tuinbouw zouden be- teekenen. De afd. wenschte het betreffende gedeelte gewijzigd te zien. Niet alleen werkloozen, maar zelfs forensen zouden door zelf te kweeken steeds meer in hun eigen behoefte gaan voorzien. De heer Groen deelde hierop mede, dat het inder daad de meening van het bestuur is, dat voorkomende excessen van de volkstuintjes inderdaad moeten worden verbeterd en dat in het bijzonder de omvang ervan moet worden ingekrompen. Het systeem van de volkstuintjes als zoodanig mag de regee ring echter niet aantasten. Teeltver gunningen. De grootste grief ten aanzien van de teeltvergunningen is wel, dat de regeling gebaseerd is op den toestand van 1933 en daarom verstard. Algemeen- was men het van den anderen kant met het prae-advies eens, dat het areaal niet mag worden ver groot. Het bestuur is van meening, dat al lereerst moet worden tegemoet gekomen aan de moeilijkheden, die de jonge tuin ders en de steeds grooter wordende gezin nen ondervinden. In verband hiermede zou het wensohelijk zijn de zoogen. slapende vergunningen mobiel te maken. Wanneer blijkt, dat een tuinder niet van zijn tuin- bouw-teeltvergunning gebruik maakt en aangenomen mag worden, dat hij dit ook in den toekomst niet zal doen, acht het be stuur het volkomen billijk, dat zijn teelt vergunning wordt ingetrokken en dat met de vrijkomende vergunning bovengenoem de categorieën worden geholpen. De voorzitter zei, dat dit zeer voorname punt steeds de onverzwakte aandacht van het bestuur heeft. Uiteraard kan dit gecom pliceerde onderwerp niet in volle omvang door de vergadering worden behandeld. Prijzen en steunregeling. De afd. Amsterdam uitte de wensch, dat door de regeering de minimumprijs der ver goeding voor doorgedraaide producten ge steld wordt op de kostprijs van het pro duct, aangezien de vergoeding .bij lange de la Religion" de jongste contemporaine bladzijde toevoegen: den glorievollen mar teldood van D. Andrés Manjon's eersten opvolger. In Juli 1928 schreef D. Olmos: „Que deseamos estar en las manos de Dios como una pluma en los brazos del viento...." (Dat ik wil zijn in de hand van God als een pluim in de armen van de wind) en moge hij, die door den stormwind van de zen Spaanschen broedertwist van de aarde is weggevaagd, in een snelle vlucht zijn opgestegen naar God. na niet vergeleken kan worden met den kostenden prijs. De afd. Leidschendam wil de bij de regeering blijven aandringen op het uitbetalen van de volle richtprijzen, ter wijl de kring De Venen in het algemeen de verhooging van de minimum-prijzen van de groenten -noodzakelijk achtte. De heer Groen belichtte het standpunt van het be stuur, dat in een uitvoerig prae-advies was neergelegd: de minimum-prijzen aan de veilingen voor groenten en fruit dienen de kostprijzen meer te benaderen dan thans het geval is: b.v. tot 80 pet. van den kost prijs. Het bestuur staat qp het standpunt, dat de richtprijs gelijk moet zijn aan den kostprijs en dat het beter is, 80 pet. uit te keeren van den kostprijs, dan richtprij zen vast te stellen, welke 80 pet. van den kostprijs bedragen, omdat daardoor bij da bevolking de indruk zou worden gewekt, dat de tuinbouw zonder verlies zou wer ken. Voor de pauze deelde de voorzitter nog mede, dat het bestuur van den tuindersvak groep in principe besloten heeft weer een eigen orgaan in het leven te roepen. Deze mededeeling, die het practisch antwoord was op tallooze bezwaren; die jarenlang in de vergaderingen werden naar voren ge bracht, werd met luid applaus ontvangen. Bij het beantwoorden van de vragen, die aangaande prijzen en steunregeling waren gesteld, citeerde de voorz. een artikel uit „De Tuinderij", waarin werd geschreven, dat het geenszins noodig is de minimum prijzen te verhoogen. De bemoeiingen van de vakbondsbesturen om den tuinbouw al thans een minimumprijs te versohaffen, die de gemaakte kosten dekt, dreigen door zulk geschrijf, dat de regeering in tegengestel den zin wil beïnvloeden, te worden ver ijdeld. Wat zullen de organisaties ooit kun nen bereiken, als er in eigen kring op deze wijze wordt tegengewerkt? De voorz. wilde uitdrukkelijk tegen deze handelwijze pro testeeren. (Luide instemming). De afd. Wassenaar had voorgesteld, dat getracht zou worden te bewerken, hetzij langs wettelijken weg, hetzij door bemidde ling van de Nederlandsche Sierteeltcentrale, dat het niet meer mogelijk is, dat bij fail lissement of bij gedwongen liquidatie, banken "en bloembollenveilingen worden bevoordeeld door cedeering van buitenland- sche vorderingen ten koste van kweekers en leveranciers. De afd. was niet bevredigd door het prae-advies. Het is een leemte in de Nederlandsche wet, dat onderhandsche vorderingen bij faillissement niet worden erkend en de cessies op veilingen en banken een voorrang hebben. Het bestuur was ech ter van meening, dat practisch de gevolgde methode de juiste is, al is het zich ervan bewust, dat er zich groote moeilijkheden kunnen voordoen. Het is waar, dat, wan neer geen vorderingen meer aan de veilin gen worden gecedeerd, deze ook geen voor schotten kunnen geven op de kweekers nota's. Toespraak door den G. A. De geestelijke adviseur, de zeereerwaar- de hooggei. heer A. Cleophas, deed mede deeling van de actie, die door den L. T. B. binnenkort zal worden ondernomen. Het is de bedoeling, dat deze actie ook vele niet- leden zal bereiken en spr. wekte dan ook de aanwezige bestuursleden op, om ieder in hun eigen afdeeling propaganda voor deze actie te maken. De waarde van het Retraite-fonds wordt door vele afdeelingen gelukkig meer en meer ingezien. Met nadruk wees prof. Cleophas op de noodzakelijkheid van vak onderwijs voor jongeren boeren en tuin ders. De Onderwijsvereeniging, die een on derdeel is van den L. T. B., staat voor zware lasten. Alleen een algemeene steun kan ook dit noodzakelijk werk in stand hou den. Als zich in alle afdeelingen donateurs opgeven, die door de bijdrage van drie gul den per jaar de Onderwijsvereeniging steu nen, zal het vakonderwijs kunnen blijven bestaan en alle vruchten afwerpen, die men ervan mag verwachten. Aan het slot van de bijeenkomst sprak de heer ir. A. W. v. d. Plassche, die namen3 den directeur-generaal van den Landbouw de geheele vergadering had bijgewoond, zijn bijzondere erkentelijkheid uit voor den arbeid, die door de besturen van den L. T. B. in verband met een nieuwe economische opleving wordt verricht. De tijd nadert, dat men weer voor den toekomst zal hebben te zorgen, dat men de bedrijven zal hebben aan te passen aan omstandigheden, welke men na de crisis geheel veranderd zal vin den. Het bestuur van den L. T. B. heeft hiervoor een open oog en toont in dit op zicht een breed maatschappelijk inzicht, dat de organisatie en het geheele econo^' sche leven W»

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 5