De burgeroorlog in Spanje.
HELGA'S WEDDENSCHAP
3)e ZoAdóchz Qoiirtcmt
De .Lichtmaand" te Sittard is Vrijdagavond door den burgemeester, den heer
M. W. J. Coenders. officieel geopend Een foto van het feestelijk verlichte
marktplein
.Thanksgivingday* is door de Amerikanen te Parijs gevierd
met een herdenkingsplechtigheid, waaraan ook door den
Amerikaanschen gezant Williams Bullitt werd deelgenomen
De vernietiging van Madrid tijdens de
hardnekkige gevechten in de Spaansche
hoofdstad. - Bewoner]» zoeken naar
slachtoffers onder de pumhoopen na
'n hevigen luchtaanval der nationalisten
Dr A L C.Palies. zenuwarts te Hengelo,
die benoemd is tot geneesheer directeur
der Rijksasyls voor psychopathen te
Avereest
Je Wieringei meer wordt door een ratten- en veidmuizenpiaag geteisterd.
De rattenvanger bij eenige slachtoffers van zijn vergiftigd brood
De strijd om de Spaansche hoofdstad. Een
afdeeling der nationalistische troepen in aanval
op de omgeving van Madrid
FEUILLETON
Uit het Noorsch
door
SIGRID BOO.
(Nadruk verboden).
13)
Dag en nacht heb ik er van alles aan
gedaan, maar tegen zooveel verstoktheid
helpen slechts de meest doortastende maat
regelen. Nu ligt het onding in het vuilnis
vat van een tandarts, en het zou me al
zeer verwonderen als het geen spijt had
van z'n wangedrag, want wat had 't het
niet goed bij me. Ik schrijf in de bittere
stemming, die slechts kiespijn kan ver
wekken.
Ronduit gezegd was het gruwelijk moei
lijk, m'n werk te doen in dien tijd. Ik
moest een groote wasch aan kant maken;
die werd met smart ingevocht en gestre
ken. Ik leefde op tabletten, en iederen
avond legde ik me ter ruste op een hee-
te pap-compres. Maar toen begon m'n ge
zicht dik te worden. Als een zondvloed
kwam het over me. arme ik, bedolf het
eene oog en duwde m'n neus recht de
lucht in. Zóó zag mevrouw Bech me op
een avond, en achter al het schilderwerk
verbergt ze een groote doortastendheid,
want vijf minuten later zat ik in de auto.
op weg naar de stad. Frigaard reed met
een vaartje van 90 K.M., dus is hij blijk
baar toch niet heelemaal gevoelloos.
Laat me een sluier werpen over wat er
by den tandarts gebeurde; hij kon 't n.l.
niet verdooven vanwege de ontsteking. Het
was een verstandkies, wat natuurlijk een
vloed van eeuwige nieuwe geestigheden
ontketende. Niet van de zijde van Fri
gaard; en daar was ik hem dankbaar voor.
Hij is anders dan anderen. Hij was trou
wens bijzonder vriendelijk, toen we sa
men naar de stad gingen. En het was ma
neschijn ook. maneschijn, en alles wit van
den rijp. Maar ik had den heelen tijd door
zoo'n gruwelijken pijn en zag er uit als
m'n eigen geest, dus van een idylle was
geen sprake.
Nu meen je misschien, dat de tij<3 der
beproevingen voorbij was. Maar nee. Nau
welijks had m'n eene wang den normalen
omvang herwonnen, of de ander rees om
hoog gelijk een goed geslaagd brooddeeg.
Bof! Ja, precies, b-o-f! Een ziekte, die
het hart van medelijden doet kloppen als
kleine kinderen ze hebben, maar die on
weerstaanbaar belachelijk is en idioot bij
volwassenen. De kinderen van den tuin
baas lagen met bof, en toen kreeg ik het
ook, omdat ik in m'n jeugd zoo dom ge
weest was, den dans te jntspringen. Het
is nooit leuk ziek te zijn; maar het is ge
woon onuitstaanbaar als het je overkomt
in een huis, waar je betaald wordt om te
werken De eerste dagen huilde ik heusch
een heel klein beetje, en juist terwijl ik
daarmee bezig was, werd er op de deur
geklopt, en binnen kwam Frigaard. Ja,
ik ben een pechvogel; zelfs jouw verjaars
cadeau. het rose matineetje. dit als een
wolkje zoo teer en donzig is, was niet flat
teus genoeg om de situatie te redden. Het
is enkel in boeken, dat de tranen als paar-
len of diamanten of dauwdruppelen val
len; in werkelijkheid vormen ze kleine
beekjes en delta's over een rooden, opge
zetten neus
Als het niet was omdat de koorts het
vermogen, zich té verwonderen, vermin
dert. zou ik vast en zeker uit bed geval
len zijn toen hij me een prachtige doos
bonbons gaf, die hij blijkbaar den dag
van den tandarts in de stad gekocht had.
Ik kon bijna niet spreken, zoo gezwollen
was m'n keel, maar om m'n dankbaarheid
duidelijk te toonen, stopte ik dadelijk een
bonbon in m'n mond, een groote noga-bon-
bon. Nee zeg, stel je voor, dat ellendige
ding plakte vast en deed me bijna stik
ken, het wou niet meer terugkomen en ik
kon m'n kaken niet ver genoeg van el
kaar krijgen, om het uit m'n mond te doen.
Ten laatste greep hij in; het was echt ver
velend, maar eigenlijk nogal dwaas.
Mevrouw Bech en haar dochters kwa
men ook naar me kijken, ze waren vrien
delijk en lief, maar ze konden hun oogen
niet afhouden van m'n ondergoed. Blijk
baar behoort een kamermeisje gekleed te
gaan in eerbaar bombazijn in ieder ge
val niet in spullen, die ze bijna zelf zou
den kunnen gebruiken. Soms denk ik dal
ze bang zijn, een internatonale bedrieg
ster of iets dergelijks in huis te hebben
gekregen en af en toe voed ik, puur voor
de grap, hur wantrouwen.
Laatst, toen ik de slaapkamer deed en
wist, dat mevr. Bech in de badkamer was.
zong ik een klein Fransch liedje het
eenige Fransche liedje, dat ik ken. Zooiets
is dom; Loch bezwijk ik dikwijls voor de
verleiding.
Gelukkig begin ik hu aardig op dreef
te raken met m'n werk.
Ik vind het heusch prettig. Het is met al
len lichamelijken arbeid zoo, dat men een
gevoel krijgt een kracht te zijn, die ver
anderingen teweeg kan brengen. Bijv.: ik
kom op een ochtend beneden, nadat er den
vorigen avond bezoek geweest is. De ka
mers zijn zoo ongezellig als je je maar den
ken kunt, rookerig en onfrisch, rommelig,
maar het staat in mijn macht ze te ver
anderen in de meest aanlokkelijke ver
blijfplaats die men zich wenschen kan. Het
staat gelijk met scheppend werk. En als ik
des morgens door de slaapkamers zweef,
toover ik orde en netheid uit chaos. Welk
een genegenheid vat men niet op voor den
vloer, die men zelf boent. En tusschen
iemand zelf en de meubels en voorwerpen,
welke die persoon verzorgt, ontstaat ten
slotte een innige band, die leidt tot sa
menspraken a la H. C. Andersen. Natuur
lijk is het iederen dag weeraan hetzelfde,
maar zooiets merk je enkel, als je uit hu
meur bent, wat -'us niet te dikwijls mag
voorkomen.
We zijn nu begonnen aan de voorbe
reidingen voor Kerstmis. Er is al een heel
varken geëxpediteerd. Ik voor mij wist
niets niemendal van varkensvleesch en
wat dies meer zij, maar nu weet ik er
haast teveel van om het nog te eten. De
geur van de laatste bloedworst zit me nog
in m'n neus. De volgende week gaan we
aan het bakken.
We krijger, een massa gasten met Kerst
mis, zoodat we wèl weten, wat we te
doen hebben. Op 't oogenblik logeert de
zuster van meneer Bech hier. Ze heeft de
eigenaardige hebbelijkheid, al haar droo-
men te vertellen en al de films, die ze ge
zien heeft; je begrijpt dus, dat ze min
of meer een beproeving is voor haar om
geving. Het gebeurt soms. dat ze 's mor
gens vroeg om mij belt, om me deelge
noot te maken van haar laatste droom.
En als het nu nog maar iets om het lijf
had, maar het is alles even vervelend.
Van de andere bezoekers verdient ver
melding 'n zakenvriend van den land
eigenaar. Ik heb altijd een zwak gehad
voor lieden, die een vreemde taal spre
ken, en deze spuugt z'n Engelsch net zoo
leuk als een negerplaat op de gramofoon.
Hij rekende alles .aar procenten, was met
andere woorden zelf een 100 pet. Ameri
kaan. Uit de gesprekken aan tafel begreep
ik, dat hij Lotten Bech een 100 pet. schoon
heid vond, die op grond daarvan en om
dat ze „een glimlach van een millioen dol
lar" bezat, minstens 50 pet. kans had, fu
rore te maken in de filmwereld. De pud
ding, die ik diende, was haar gewicht in
goud waard. Zijn schedel was glanzend
blank gepolijst en stel je voor, een keer
dat we met ons beiden alleen waren, nam
hij mijn pruik in z'n handen en zei dat
hij, als hij er maar 3 pet. van had, al best
tevreden zou zijn. Ik was het meisje naar
zijn hart, zei hij, en dat complimentje slik
te ik zoo maar. Hij kwam eigenlijk van
Kansas City, maar woonde nu in Tampa
Florida.
Ik vind het iets echt avontuurlijks, een
man te kennen, die geboren is in Kansas
City en nu woont in Tampa, Florida. Ben
benieuwd, of ik ooit nog wat van de we
reld zal zien! Ach. wat is het toch verruk
kelijk. te denken dat de wereld zoo groot
is en rijk. Van de eigen persoonlijkheid
blijft wel is waar niet veel over, op die
wijze bekeken; maar dat geldt ook voor de
zorgen en verdrietelijkheden. Kiespijn en
bof zijn niets, Kerstdrukte en groote
schoonmaak zijn niets, Lottens geflirt met
Frigaard is heelemaal niets.
(Wordt vervolgd").