De strijd ligt vrijwel stil in Spanje
DE ZIELZORG VOOR DE
„WANDELENDE KERK"
Nieuw herderlijk schrijven der
Duitsche bisschoppen.
Bombardementen en schermutselingen
ZATERDAG 21 NOVEMEl, ,936
DE LEIDSCHE COURANl
TWEEDE BLAD - PAG. 5
Er is êordkoope"
,s duurdere cmw, «M»/
is «een betere dan HOUTENS
i CACAO 1
HET WEER IS SLECHT
Volgens de laatste te Londen ontvangen
berichten is de toestand te Madrid niet
gewijzigd.
Bij het bombardement van gisteren is
aanzienlijke schade aangericht, o.a. werden
twee gebouwen van dagbladen vernield, en
werd de Roemeensche legatie ernstig be
schadigd.
Voor zoover tot nu toe bekend is wer
den 11 personen gedood en 204 gewond.
De speciale verslaggever van Havas
meldt uit Avila. De operaties bij Madrid
maken een periode van stilstand door als
gevolg van het slechte weer. Gisteroch
tend was men bezig aan den aanleg van
verschansingen en de verbetering van ver
overde stellingen, terwijl de artillerie dei-
nationalisten haar bombardement op het
midden en Zuidelijk deel der stad voort
zette. De regeeringstroepen zijn op een ge
deelte van het front tot den aanval over
gegaan. In de sectoren van de Guadarara-
ma, Escurial en de geheele Sierra Gredos
is de activiteit verlamd. Er ligt daar een
sneeuwkleed, dat hier en daar 50 c.m.
dik is.
Ook uit Madrid wordt gemeld, dat de
geringe militaire activiteit van gisteren in
hoofdzaak het gevolg van het slechte weer
was. Zoo nu en dan werden gevechten ge
leverd bij de modelgevangenis te Madrid,
zonder dat evijwel wijzigingen van betee-
kenis zijn ingetreden.
De regeeringstroepen hebben veldgeschut
opgesteld in ontruimde huizen, waarmede
eienge salvo's zijn afgevuurd op de Casa
Velasquez, het hoofdkwartier der opstan
delingen in dezen sector.
In den sector van Casa del Campo hou-
de regeeringstroepen goed stand.
Berichten uit rechtsche bron
Gisteravond deelde de radioclub van Te-
neriffe mede, dat in den middag de regee
ringstroepen een hevige aanval deden in
het Casa del Campo. De manschappen van
het vreemdelingenlegioen verdedigden zich
met de bajonet en handgranaten. Ook op
den uitersten rechtervleugel vielen de re
geeringstroepen aan. De strijd was zeer fel,
doch op beide punten werden de aanval
lers met zware verliezen afgeslagen.
Het Portugeesche blad „Diaro de Noti-
cias" deelt med, dat de Montana-kazeroe
door de kolonne-Barron is bezet en dat
de kolonne-Asensio zich meester heeft ge,-
maakt van de Princessastraat en het
Spaansche plein, welke de wijk Arguelle
domineeren.
Te Avila wordt vernomen, dat vele man
schappen der regeeringstroepen te Madrid
zich overgeven aan de troepen van Mola,
vooral in het Noord-Westen bij het Noor
der station.
DE STRIJD IN HET NOORDEN DES
LANDS
Volgens aan de Fransche grenzen ont
vangen berichten zouden de Baskische
regeeringstroepen, die samenwerken met
de aan Madrid loyale troepen een offen
sief hebben ontketend, tegen de nationalis
ten. Na zich meester te hebben gemaakt
van Beasain hebben zij Villafranca bezet,
dat gelegen is tusschen Vergada en Tolosa.
wateren aangaat, deze kwestie is nogal
duister. Klaarblijkelijk heeft de Spaansche
regeering als zoodanig het recht Britsche
schepen aan te houden en te doorzoeken
binnen den limiet van drie mijl, maar Fran
co, die in Britsche oogen geen erkende re
geering vertegenwoordigt, beschikt niet
over dat recht. Groot-Brittan je, aldus
meent de genoemde correspondent te we
ten, zal zich dan ook niet onderwerpen
aan een doorzoeking van Britsche schepen
door Franco binnen of buiten de territo
riale wateren. De verplichtingen, die door
de verschillende regeeringen ten aanzien
van de niet-inmenging zijn aanvaard, zijn
in dit opzicht van het allereerste belang.
Zij maken het onmogelijk, dat een regee-
i ring, die aan het niet-inmengingsaccoord
I deelneemt, protesteert, wanneer wapenen
i gevonden worden op een harer schepen,
die een Spaansche haven binnenloopt, aan
gezien dit een inbreuk op het accoord zou
vormen.
GEEN ROODE BASIS AAN DE
MIDDELLANDSCHE ZEE.
Duidelijke taal van de „Giornale d'Italia".
De „Giornale d'Italia" bevat een artikel,
waar o.m. in gezegd wordt:
„Het moet zeer duidelijk verklaard wor
den, dat Italië niet kan instemmen met de
installatie van een nieuwe, roode revolu-
tionnaire centrale, een nieuwe basis voor
de politieke en militaire operaties van het
communisme, aan de Middellandsche Zee
en op Spaansch gebied.
Als een zekere groote mogendheid ge
looft, te Montreux de poorten der Middel
landsche Zee geopend te hebben voor de
Sovjet-schepen, geladen met wapens ten
dienste der wereldrevolutie, dan kan ge
zegd worden, dat Italië en andere sterke
staten in Europa besloten hebben, te ver
hinderen, dat een ernstige vergissing het
begin wordt van een onherstelbare ver
woesting der Europeesche orde. Door deze
taak zal de verdediging tegen het com
munisme door Italië-en Duitschland in
Europa en door Japan in Azië niet alleen
passief zijn, maar niet-offensieve reactie-
vormen aannemen, die noodzakelijk wor
den door de agressie der Sovjets en hun
communistische helpers.
In goed ingelichte 1 ringen te Rome wordt
verzekerd, dat het artikel van de „Giorna
le d'Italia" geen officieel karakter draagt
en dat Italië's houding voor niemand een
bedreiging inhoudt. Men schijnt er van
overtuigd, dat de vestiging van een com
munistische republiek in Catalonië slechts
mogelijk zou zijn, wanneer de Sovjet-strijd
krachten in grooten getale intervenieerden.
Men voegt hieraan toe, dat in dat geval
ne on-interventie-commissie, welke Italië
niet van plan is te verlaten, zich zou moe
ten uitspreken en alle mogendheden, die
belangen hebben bij de Middellandsche
Zee, zouden dan een gemeenschappelijke
en realistische opvatting van de situatie
hebben. Dezelfde Romeinsche kringen zijn
van opvatting, dat deze „realistische op
vatting" terrein wint in alle Europeesche
landen en dat zij voldoende zal zijn, om
elke nieuwe complicatie te voorkomen en
dat zij een diep optimisme rechtvaardigt.
Italië blijft in de non-interventie
commissie.
Morgen moet in alle kerken van
Duitschland een Bisschoppelijk
Schrijven worden voorgelezen. Dit
schrijven handelt over de zielzorg
voor de z.g. Wandelende Kerk.
Daar door dit Herderlijk Schrijven
de moeilijkheden waarin de Katho
lieke Kerk zich bevindt in een
helder daglicht worden gesteld,
laten wij den inhoud volgen van
dezen Bisschoppelijken Brief.
Ook dit jaar zijn weer opnieuw honderd
duizenden jongens, meisjes en kinderen
naar de Arbeidsdienst, de Landhulp, de
Landdienst en naar het Land jaar gezon
den.
Uit het heele Duitsche Rijksgebied zijn
ongeveer 200.000 jeugdige personen bij den
Arbeidsdienst ingelijfd, waaronder ook
10.000 meisjes. Nog een veel grooter aantal
arbeidskrachten van beiderlei geslacht, kin
deren en volwassenen, zijn in dienst gesteld
van de Landbouwbedrijven. In de periode
van 1 Januari tot 1 September 1936 werden
door bemiddeling van de Arbeidsbeurzen
ongeveer 475.000 persdnen op het land te
werk gesteld. Naar de tehuizen voor het
Landjaar werden 31.000 kinderen gezon
den; 'n groot perc. van deze honderduizen
den zijn Katholiek. Al deze Kath., die in
deze takken van.dienst en opleidingskam
pen zijn opgenomen, hebben meer nog dan
de Katholieken in hun geboortedorp of
plaats hunner inwoning behoefte aan een
goed ingerichte zielzorg. Maar er zijn tal
van omstandigheden, die de zielzorg voor
deze jonge menschen zeer bemoeilijken.
De Arbeidsdienstkampen liggen vaak
zeer ver, soms meer dan 50 K.M. van de
dichtstbijzijnde kerk verwijderd; de meeste
kampen bevinden zich in de „Diaspora-ge-
b^eden", waar slechts zeer weinig Katholie
ken wonen en waar dus zeer weinig Ka
tholieke kerken zijn.
Het uitoefenen van de zielzorg en het
houden van godsdienstoefeningen in de
kampen zelf is niet geoorloofd. De pastoors
uit den omtrek en de speciaal daartoe aan
gestelde zielzorgers, trachten op alle mo
gelijke wijze er in te voorzien, dat de be
woners van het kamp in de gelegenheid
worden gesteld om hun godsdienstplichten
te vervullen en de H.H. Sacramenten te
ontvangen. Godsdienstoefeningen worden
gehouden in de open lucht, in de bosschen,
in schuren of woonhuizen, die door goede
menschen ter beschikking worden gesteld.
Het is echter vanzelfsprekend, dat het
voorbereiden van deze bijeenkomsten, de
heen- en terugreis met aanzienlijke gelde
lijke uitgaven gepaard gaan. De diaspora-
gemeenten, die toch reeds voor zulke zwa
re finantieele lasten zitten, kunnen deze
uitgaven niet betalen. Daar in de bedoelde
kampen jeugdige personen Uit het heele
Rijksgebied zijn ondergebracht, is de ziel
zorg voor deze kampbewoners een aange
legenheid, waarbij alle Duitsche Katholie
ken belang hebben.
Wat hierboven over de arbeidsdienst
kampen gezegd is, geldt ook voor de z.g.
Hulp op het Land. De jeugdige personen
wonen en werken meest op hofsteden, die
zeer verspreid liggen die moeilijk, vaak
slechts langs zeer groote omwegen voor
de zielzorgers te bereiken zijn. In Oost-
Pruisen alleen heeft men 5000 dergelijke
hofsteden liggen. Hoe moeilijk de zielzorg
voor deze jeugdige personen is, kan men
gemakkelijk hieruit afleiden, dat juist de
dun bevolkte streken van Duitschland zijn
uitgekozen waar kinderen worden opgeno
men om bij het werk op het land behulp
zaam te zijn.
Teneinde in de zielzorg voor deze dui
zenden jeugdige personen te voorzien, heb
ben enkele diocesen geestelijken-aangesteld
die in Oost-Pruisen, Pommeren, Branden
burg, Noord-Duitschland en de grensgebie
den, die de leden van de jonge „Wandelende
Kerk" in staat stellen om hun Godsdienst
plichten te vervullen. De groote afstanden
en de schaarsche verkeersmiddelen zijn oor
zaak, dat het verzorgen van de gods
dienstige belangen dezer duizenden jeug
dige personen zeer kostbaar is. Maar het
gaat hier om onze Katholieke jeugd, die de
beslissende jaren van him leven, waarin zij
hun ontwikkelingsperiode doormaken, ver
van de geboortegrond, niet zonder gevaar
moeten doorbrengen. Daarom is het een
onafwendbare plicht voor iedereen, die
daartoe in de gelegenheid is een offer te
brengen, opdat de zielzorg voor deze groep
van jonge menschen voortgezet en uitge
breid kan worden.
De derde groep die een bijzondere ziel
zorg voor zich opeischt zijn de jongens en
meisjes, die in het z.g. Landjaar worden
ondergebracht. In dit jaar alleen werden
in Pruisen 31.000 jongens en meisjes, die
de school verlaten hadden, ondergebracht
in de tehuizen voor het Landjaar; een
zeer groote deel hunner behoort tot den
Katholieken Godsdienst.
Ook in andere streken van Duitschland
heeft men de inlichting van het Landjaar
overgenomen. In deze kampen zijn kinde
ren van allerlei godsdienstig inzicht onder
gebracht. Bijna al deze kampen liggen in
niet-katholieke landstreken en slechts op
een enkele uitzondering na staat overal een
niet-katholiek aan het hoofd van deze in
richtingen.
Evenals bij de meeste arbeidsdienstkam
pen liggen ook de z.g. Land jaarkampen
zeer ver, soms zelfs 60 K.M. van de dichtst
bijzijnde Katholieke kerk verwijderd.
Dit alles is oorzaak, dat wij verplicht zijn
om onze bijzondere aandacht aan de ziel
zorg dezer kinderen te schenken.
De Bisschoppen besluiten hun Herder
lijk Schrijven met een oproep om het werk
van de Katholieke zielzorg voor de leden
van de Wandelende Kerk naar vermogen
te steunen!
N.B. Hieronder volgen de verklaringen
van de verschillende benamingen:
Arbeidsdienst: Iedere jongen en meisje
van af 18 jaar is bij de wet verplicht een
jaar lang voor den staat te werken in Ar
beidsdienstkampen, waar zij tevens in de
Nationaal-Socialistische Wereldbeschouwing
worden opgeleid.
Landdienst: Werkloozen worden door de
Arbeidsbeurs naar de groote hofsteden in
Noord, Oost en Midden-Duitschland ge
zonden, om daar tegen vergoeding van
kost en inwoning en kleeding te werken.
Landhulp: Vrijwillig hulp op het land
door studenten en meisjes tegen kost en in
woning.
Landjaar: Kinderen die de lagere school
verlaten hebben zijn verplicht gedurende
één jaar lang opleiding te ontvangen in de
Nationaal-Socialistische Wereldbeschou
wing, die hen in de Landjahrheimen (te
huizen of kampen) gegeven wordt.
BUITENLAND
BELGIE.
HET MILITAIRE WETSONTWERP.
Door Kamercommissie van Defensie
aangenomen.
De Kamercommissie voor nationale ver
dediging heeft met acht tegen zes stem
men en zeven onthoudingen het militaire
wetsontwerp der regeering aangenomen,
waarin o.m. een dienstplicht voor den tijd
van 18 maanden is opgenomen voor een
zeker deel der lichting ter verzekering van
de grensdekking.
DUITSCHLAND.
HET RIJNVAART-STATUUT.
De acte van Mannheim keert niet terug.
Naar de Nederlandsche regeeringspers-
dienst verneemt, heeft de Duitsche regee
ring aan de Nederlandsche doen mededee-
len, zich op het standpunt te stellen, dat
door de opzegging van de desbetreffende
bepalingen van het Verdrag van Versail
les de acte van Mannheim van 1868 niet
weder in kracht :s getreden.
Voor de Rijnvaart zal dus een nieuw
verdrag moeten worden opgesteld.
De Duitsche zaakgelastigde te Bern heeft
gisteren op het politieke department te
Bern de verzekering gegeven, dat de Duit
sche regeering ook in het vervolg de
scheepvaart op 'den Rijn geen moeilijkhe
den in den weg zal leggen. De Duitsche
scheepvaartautoriteiten hebben opdracht
gekregen, Zwitserland ook in juridisch op
zicht als oeverstaat te beschouwen.
NEDERLANDER OPVOLGER VAN
LESTER?
Als Volkenbondscommissaris te Dantzig.
In politieke kringen te Londen wordt
verklaard, dat het vaststaat, dat geen En-
gelschman benoemd zal worden tot Volken-
bond-scommissaris te Dantzig als opvolger
van Lester. Zoowel aan Engelsche als aan
Poolsche zijde zouden bezwaren bestaan
hebben tegen de benoeming van een Brit.
Men acht het waarschijnlijk, dat een on
derdaan van een neutralen Staat, wellicht
een Nederlander, benoemd zal wor
den.
DE BETREKKINGEN MET OOSTENRIJK.
Besprekingen met Schmidt.
De Oostenrijksche staatssecretaris van
buitenlandsche zaken, Schmidt, heeft her
haalde politieke besprekingen gehad met
den Duitschen minister van buitenland
sche zaken van Neurath, waarbij alle ac-
tueele vraagstukken behandeld zijn. De be
sprekingen geschiedden in een sfeer van
vriendschap, de staatslieden bleken bij
alle behandelde kwesties van overeenstem
mende meening te zijn. Overeengekomen
werd, dat zoo spoedig mogelijk begonnen
zal worden met de uitbreiding der han
delsbetrekkingen, te dien einde zullen op
7 December en volgende dagen onderhan
delingen te Weenen worden gevoerd. De
kwestie van de financiering van het win-
tersportverkeer naar Oostenrijk van medio
December af werd tot een oplossing ge
bracht Verder werden alle andere moge
lijkheden van uitbreiding der betrekkingen
grondig besproken, waarbij geconstateerd
werd, dat met behoud van de beginselen
van het accoord van 11 Juli op een uitge
strekt gebied samenwerking mogelijk is.
Beide regeeringen zijn het er over eens,
dat door het betreden van dezen weg de
belangen van beide landen gediend wor
den en een bijdrage tot het behoud van
den vrede kan worden geleverd.
FRANKRIJK.
DE CLANDESTIENE WAPENHANDEL
AFFAIRE VAN BORDEAUX.
De clandestiene wapenhandel-affaire
schijnt zich te ontwikkelen, zooals dit in
den aanvang reeds leek. Het feit, dat huis
zoekingen en vermoedelijk ook in beslag
nemingen geschieden in verscheidene Zuid-
Westelijke steden wijst er op, dat men hier
staat voor een uitgebreide organisatie voor
de clandestiene vervaaidiging van oorlogs
tuig, welke niet in Bordeaux alleen werk
te. Bourdale, de gearresteerde ingenieur,
ziet zich geplaatst voor steeds meer be
schuldigingen. Zoo zou men bij een bank te
Bordeau twee chèques gevonden hebben,
van 17.000 en 50.000 francs, uitgeschreven
door het Spaansche consulaat aan order van
Bourdale.
CHINA.
MUITERIJ IN OOST-HOPEI.
Op het station van Tsjangli in Oost-Ho-
pei zijn 400 Chineesche militairen aan het
muiten geslagen. Zij ontwapenden de po
litie en beroofden de reizigers. Vervolgens
reden zij met een trein tot bij Tongsjan,
waarna zij het binnenland invluchtten. Een
Japansch politie-officier en andere Japan
ners en zes Chineesche politiemannen na
men zij als gijzelaars mee. Toen de mui
ters bemerkten, dat zij door Japansche troe
pen achtervolgd werden, lieten zij hun ge
vangenen vrij.
DE STRIJD IN SOEI JOEAN.
Vliegtuigen van Tsjahar hebben het sta
tion van Oost Soei Joean gebombardeerd.
Aan de grens van Tsjahar en Soei Joean
heeft een gevecht plaats gehad, waarbij
de Mandsjoekwo-Mongoolsche ongeregelde
troepen de Chineesche stellingen aanvielen.
Zij werden evenwel afgeslagen.
JAPAN.
DE DUITSCH-JAPANSCHE
OVEREENKOMST.
Russische stap te Tokio.
Officieel wordt med gedeeld, dat de am
bassadeur der Sovjet Unie te Tokio stap
pen heeft gedaan bij de Japansche regee
ring ter zake van de Japansch-Duitsche
overeenkomst, welke gesleten zou zijn om
het communisme te bestrijden.
Hij verklaarde, dat de overeenkomst
waarschijnlijk van ernstig nadeel zal zijn
op de Japansch-Russische betrekkingen.
Het telegraaf agentschap der Sovjet Unie
heeft voorts uit gezaghebbende bron ver
nomen, dat de ambassadeur der Sovjet
Unie in Japan, Joerenef, een bezoek heeft
gebracht aan den minister van buitenland
sche zaken, Arita, en tegenover hem heeft
verklaard, dat de Sovjetregeering de op
helderingen, welke Arita op 16 dezer aan
Joerenef overhandigde aangaande het ka
rakter der Duitsch-Japansche overeenkomst
als onbevredigend beschouwt.
Joerenef lichtte toe, dat de Duitsche re
geering hulp van Japansche politie noodig
heeft of de Japansche regeering hulp der
Duitsche politie voor den strijd tegen het
communisme in eigen land en dat daar
voor een internationale overeenkomst noo
dig zou zijn geweest. Joerenef voegde daar
aan toe, dat het verdrag inzake de bestrij
ding van het communisme slechts dekman
tel is voor een ander Japansch-Duitsch
verdrag, dat niet gepubliceerd is, doch di
rect gericht is tegen een derde land en
dat hij, Joerenef, daarom gevolmachtigd
is te verklaren, dat een zoodanig verdrag
ernstige schade kan toebrengen aan de
Sovjet Russisch-Japansche betrekkingen.
Arita ontweek een antwoord op deze ver
klaring.
BUITENLANDSCHE BERICHTEN
DE OVERSTROOMING OP HONDO.
Nog 1200 menschen vermist.
De gouverneur van de provincie Akita
deelt over de overstroomingsramp in het
mijngebied Gsaroesawa mede, dat tot dus
verre 113 dooden zijn geborgen, terwijl 45
gewonden zijn opgenomen. Meer dan 1200
menschen worden nog vermist. Vijf neder
zettingen van mijnwerkers zijn geheel met
slik overdekt, zoodat alle leven daar ver
nietigd is.
Niet zoo groot aantal slachtoffers?
Nader wordt uit Tokio gemeld:
Men vreest, dat 250 scholieren om het
leven zijn gekomen bij de ramp van Osaroe-
sawa. Het totaal aantal slachtoffers zal
evenwel niet zoo groot zijn, als men eerst
vermoedde. Tot nu toe zijn 215 lijken ge
borgen, 92 personen worden nog vermist,
men vreest dat zij zijn omgekomen.
ONTPLOFFING NABI1 MERANO.
Twee-en-veertig personen gedood?
Uit Meranc wordt gemeld, dat zich in een
fabriek van chemische producten, gelegen
op 15 K.M. afstand van de Oostenrijksche
grens, een ontploffing heeft voorgedaan,
j Er zouden minstens 12 dooden en talrijke
I gewonden zijn. De bewuste fabriek bevindt
j zich in de buu^t van het kasteel Verucca.
Het Weensche blad „Echo" publiceert een
I telegram uit Merano, volgens hetwelk bij
de ontploffing in een kruitfabriek 42 per
sonen gedood en 21 gewond zouden zijn.
SPAANSCHE KOOPVAARDIJSCHEPEN
WORDEN BEWAPEND
De Spaansche regeering is thans bezig
met het bewapenen van alle koopvaardij
schepen in de Spaansche havens, teneinde
de scheepvaart in de Straat van Gibraltar
te kunnen belemmeren en de kusten te
kunnen bombardeeren an Spanje en Ma
rokko. Men verwacht te Tanger, dat de
oorlogsschepen „Jaime Primero" en „Al-
mirante Cervantes" de volgende week
weer in actie zullen kunnen komen. De
nieuwe bewapening dezer schepen en van
andere vaartuigen zou van Russischen oor
sprong zijn.
JOSé PRIMO DE RIVERA
TERECHTGESTELD
Uit Alicante wordt gemeld, dat José An
tonio Primo de Rivera door een peloton
Guardi de Asalto gistermorgen om half ze
ven op de binnenplaats der gevangenis ge-
fusileerd is.
Omtrent de blokkade-kwestie schrijft
de diplomatieke correspondant van Reu
ter o.m.: Wat het doorzoeken en in beslag-
nemen van schepen binnen de territoriale
In welingelichte kringen te Rome ver
luidt, dat de regeering n i e t het plan heeft
zich terug te trekken uit de niet-inmen-
gingscommissie. Men legt er den nadruk
op, dat de voorzichtige verklaringen van
Eden over de erkennihg van de Franco-re
geering door Duitschland en Italië te Ro
me een goeden indruk hebben gemaakt. In
dit verband wordt tevens opgemerkt, dat
de Engelsch-Italiaansche besprekingen een
normaal verloop hebben.
EDEN OVER DE NON
INTERVENTIE.
In zijn kieskring Leamington heeft de
minister van Buitenlandsche Zaken, Eden,
gistermiddag een rede uitgesproken, waarin
hij o.m. verklaarde, dat Engeland de poli
tiek der niet-inmenging zal handhaven.
Het feit, dat het niet-inmengingsaccoord
niet nauwkeurig in acht genomen wordt, al
dus Eden, zal ons niet op onze beslissing
doen terugkomen. Omdat sommigen, wier
taak het zou moeten zijn te strijden tegen
den brand, olie op het vuur werpen, moe
ten nog niet alle brandweerlieden hun post
gaan verlaten en het Europeesche vuur
aanwakkeren.