De enthousiaste en overweldigende ontvangst
EST GROOTE KINDERRECEPTIE
Haarlemmerstraat 137
hoek Donkersteeg 2-4-6
Het Leidsche Wollen Dekenhuis'
KOP EN
SCHOTELS
VOORZIJDEN VAN
SNEEUWWIT
GESCHENKENBONS
GCLOKZEEP
vrijdag 20 november 1936
oe leidsche courant
tweede blad - pag. 1
TWEEDE KAMER
De begrootingen van Justitie en van Binnenlandsche
Zaken Burgemeesters-benoemingen
van j.l. Woensdagmiddag heeft de GOEDE SINT bij
ONS buitengewoon getroffen, en heeft ten duidelijkste
bewezen, dat er NIETS veranderd Is, St. NICOLAAS
voelt zich dan ook zooals jaren en jaren her, In de bekende
prettige omgeving volkomen thuis, en zal als blijk
van zijn grooie ingenomenheid, morgen ZATERDAGMIDDAG gedurende de
een aantal bijzondere extra verrassingen aan de kinderen uitreiken.
Zorg er bij te zijn en profiteert van onze drie bijzondere voordeeleni
Ten eerste:
GRATIS bezoek
aan ST. NICOLAAS
Ten tweede:
GRATIS deelname aan onze
behendigheids wedstrijd
Ten derde: 7389
GRATIS bij aankoopen ineens v.af
fl. 7.00 een overheerlijke banketletter
MODERN GEZELLIG MODEL
MITS AFGEHAALD BU
B. M. UcVlLE, (Mag. v. Feestart.)
OUDE RIJN 25. b.d. Koogstraat - LEIDEN
S'~ mag. C. DIRKSE Jr., Beestenmarkt 36 - LEIDEN
Deze aanbieding is slechts tijdelijk.
voor
ZEEPPOEDER
of
n.v. zeepfabr ie k
■r.xiEg jwy.yK.f.
..DE KLOK'
h e erde
Vergadering van gisteren.
Aan de orde is voortzetting van de be
handeling van de Justitiebegrooting voor
1937.
De heer VAN DER HEIDE (S.D.A.P.)
wenscht een en ander te zeggen over de
z.g. Haagsche zedenzaak, welke vooral den
laatsten tijd de aandacht getrokken heeft,
en ten aanzien waarvan thans ontspanning
wordt verwacht. Die ontspanning kan
thans komen en zij moet komen van de
regeeringstafel. Bij het lezen van de me
morie van antwoord werd spr. zeer on
aangenaam getroffen, aangezien de be
treffende passus zeer onvolledig en onbe
vredigend is.
Wat de berichten in de pers betreft,
wordt gezegd, dat na een langdurig onder
zoek aan den procureur-generaal is ge
bleken dat de berichten niet van de poli
tie afkomstig zijn, zooals ook door den
hoofdcommissaris van politie is verklaard.
Spr. is van de integriteit en de objecti
viteit van deze hooge ambtenaar volkomen
overtuigd en genoemde verklaring wil spr.
gaarne aannemen, maar vraagt spr. heeft
de politie in het geheel niets ermee te ma
ken gehad?
Hier wordt de waarde van een parle
ment bewezen.
De heer KORTENHORST (R.K.) zegt
dat het hier een zaak van groot belang
betreft. Hier wordt de waarde van een
parlement bewezen. Het is niet met recht
spraak of super-rechtspraak belast. De
taak van het parlement moet hier zuiver
worden gezien. Als controleerend orgaan
van de Regeering mag het parlement niet
ook zich schuldig maken aan een licht
vaardig oordeel. Het wederhoor van Re
geering en rechterlijke autoriteiten ont
breekt ons nog. Van sentiment, van ver
ontwaardiging moeten we ons onthouden.
Hier moeten we zeer voorzichtig zijn.
Niet alleen de reputatie van mr. Ries staat
op het spel; aan rechterlijke ambtenaren
wordt partijdigheid en lichtvaardigheid
verweten.
Spr. gaat de zaak nog eens in het kort
na, de feiten zijn in de beide brochures
terug te vinden. Feitelijk wordt aan mi
nisters verweten, een rechtens pnschuldig
bevondene eerherstel te onthouden. Dit is
zeer bedenkelijk voor raadslieden van de
Kroon.
Werpt de Kamer zich op als beroepsin
stantie in de zaak-Ries, dan moet ze over
meer materiaal beschikken. Ook tegen
dezen hoogen verdachte heeft men het
recht zijn loop willen laten.
We hebben de verklaring van een minis
ter die geloof verdient. In diens nota naar
aanleiding van het verslag, daar wordt ver
klaard, dat er behalve de verklaringen van
den minderjarigen getuige ander belasten
materiaal aanwezig was. Moet de minister
dat andere materiaal ook aan de Kamer
overleggen? Dit lijkt spr. de kern van de
kwestie. Hoe zou dan in het parlement de
procedure moeten zijn? Het zou geen goe
de houding, noch tegen den minister, noch
tegen mr. Ries, noch tegen de politie en
justitie, noch tegen het recht zijn. Toege
geven is dat men zich van degelijke sen-
sationeele onthullingen aan persmuskieten
heeft te onthouden, als hier gedaan zijn.
Doch dit is nu bijzaak.
Mr. Ries is afgemaakt, hij heeft echter
een rechtspositie; behoeft niet te berusten.
Daarvoor is er een rechterlijke instantie.
Inmiddels heet het dat minister Oud nog
een administratief onderzoek instelt. De
heer Ries heeft die vergemakkelijkt door
een reclasseerings-rapport te bevorderen,
dat zeer gtmstig voor hem is uitgevallen.
Indien dat reclaseeringsrapport juist is,
volgt rehabilitatie vanzelf en wordt de be
trokkene weer in zijn ambt hersteld. Een
andere conclusie kan spr. niet trekken.
Mej. KATZ (C.H.) acht de uitdrukking
van den minister, overtuigd te zijn dat in
de zaak Ries geen onrecht is geüleegd, on
voorzichtig. Daarmede neemt de minister
teveel verantwoordelijkteid op zich. Spr.
wijst op verkeerde toepassing van rechts
regeling met name het in beslag houden
van particuliere brieven, in deze aangele
genheid.
(Bovenstaand is opgenomen in een ge
deelte onzer vorige oplage).
Spr. wijst op de gevaren van vervangende
hechtenis; het moet meer bekend worden
gemaakt dat deze in afzondering kan wor
den doorgebracht. Spr. bepleit strenger op
treden tegen strafbare extremistische uitin
gen en consequentie inzake uniformver
bod, o.m. wat betreft de nationale jeugd
storm.
De heer DROP (Soc. Dem.) heeft bezwa
ren tegen enkele regelingen voor schepelin
gen.
Wat zeker fout geweest is.
De heer TERPSTRA (A.R.) komt er tegen
op dat werknemers in dezen tijd wel eens
waarborgsommen moeten storten, om een
betrekking te krijgen; dikwijls zijn zij wel
dra betrekking en waarborgsom kwijt. Spr.
wil maatregelen daartegen.
De criminaliteit neemt, gelukkig niet toe.
De Minister mag aannemen dat mede door
zijn maarregelen het euvel van opruiende
lectuur is verminderd en de openbare mee
ning dienaangaande verbeterd. Dat het
zendverbod voor de Dageraad te wijten zou
zijn aan de actie der N.S.B. noemt ook spr.
onjuist.
Wat de Haagsche zedenzaak betreft, aan
de hand der gegevens heeft spr. zich geen
volledig beeld kunnen vormen. Wel staat
vast dat de wijze, waarop aan de zaak pu
bliciteit is gegeven, foutief is geweest. Her
haling moet worden voorkomen.
Gaarne zou spr. vernemen of hetgeen in
de brochures is geschreven ovei den rech-
ter-commissaris, juist is. Het is gebleken
dat de Ministers van Justitie en Financiën
op de hoogte waren en het recht hun loop
wilden laten. Spr. kan geen fout in hun
beleid ontdekken, te dier zake.
Spr. is voorts nog niet zoover, aan de
mededeelingen van den minister twijfel te
opperen. Moet de minister al het andere
materiaal openlijk mededeelen? De vraag
stellen, is haar beantwoorden. Bovendien is
er nu een administratief onderzoek gaande.
De Kamer moet nu geen uitspraak doen
om niet in botsing te komen met een toe
komstige taak van eenigerlei rechterlijke in
stantie.
Geen offers aan vrijheids-illusies.
De heer TRUI JEN (R.K.) schaart zich
aan de zijde van hen, die waardeering heb
ben voor het beleid van de Regeering, doch
cetreurt het gemis van betere wetgeving
in zake stichtingen. Spr. sluit zich aan bij
wat de heer Coops zeide over wettelijke
aansprakelijkheid van automobilisten.
Uiterste waakzaamheid tegen alle extremis
me is geboden. Met name betreft de orga
nisatie van Duitschens in Limburg. De
Christelijke grondslagen van ons volksbe
staan mogen niet aangetast worden. Daarbij
mogen geen offers worden gebracht aan
allerlei vrijheids-illusies en moeten uitingen
van vrijdenkerij door de radio worden
tegengegaan.
Spr. maant tot voorzichtigheid t.a.v. het
bevorderen van vrijwillige castratie van
psychopaten enz.; de voorbeelden in het
buitenland zijn leerzaam.
Getuigenissen van beroeps
leugenaars. V
De heer RUTGERS VAN ROZENBURG
(C.H.) wenscht meer maatregelen tegen de
verspreiding van brochures, neerkomende
op bevordering van het lezen van aanstoo-
tely-ke lectuur; art. 240 w. van strafrecht
worde beter toegepast.
Wat de Haagsche zedenzaak betreft, is
ook de minister onaangenaam getroffen
door de plaats gehad nebbende publicaties.
Herhaling moet worden voorkomen.
Wat de zaak zelve betreft, spr. is van oor
deel dat politie en justitie niet lichtvaardig
hebben gehandeld. Door de met welversne
den pen geschreven brochures is de indruk
gevestigd dat eigenlijk politie en justitie
in de beklaagdenbank thuisbehoorden. De
justitie zou onbetrouwbaar zijn, dat is
eigenlijk de slotsom der redetieering.
Getuigenissen ook van beroeps-leugenaars
kunnen onder bepaaldt omstandigheden tot
het bewijs bijdragen. Daargelaten dat er
fouten mogen zijn begaan, is er geen reden
om politie en justitie onbetrouwbaar te be
schouwen. Spr. heeft alle vertrouwen in de
waarheidsliefde van den Minister. Ook al
kan de Minister nadere mededeelingen doen
dan kan de zaak na de behandeling in deze
Kamer toch niet uit zijn. De heer Kor ten-
horst heeft den weg gewezen, langs welken
de heer Ries, als deze onschuldig is wat
spr. hoopt recht kan krijgen, n.l. door
middel van het ambtenarenrecht.
Veel te lang op de pijnbank
geweest.
De heer WENDELAAR (Lib.) betoogt
ii.a.v. een voorgekomen geval dat het een
leemte is, dat er van militaire strafvonnis
sen geen revisie mogelijk is.
De heer BOON (Lib.) wil, na hetgeen
de heer Coops heeft gezegd, nog even terug
komen op het zgn. Haagsche zedenschan-
daal. Wat is er van de aanvankelijke be
richten over? Het is van het grootste be
lang dat de herkomst dier berichten wordt
opgespoord.
Er wordt gezegd dat politie en justitie
fouten hebben begaan. Men vergete niet dat
de delinquenten veel te lang op de pijnbank
zijn geweest. De stukken zijn veel te lang
hier en daar vastgehouden zelfs totdat de
Staat op een gegeven oogenblik gedagvaard
moest worden, ze weer af te geven.
Er wordt nu een administratief onderzoek
ingesteld. Het was vooi den betrokkene nu
duizendmaal beter geweest, als hy maar
terechtgestaan had. Dan had zyn onschuld
kunnen blijken.
Was het verdere belastend materiaal,
waarvan de Minister gewaagt, in het dos
sier aanwezig, ja dan neen?
Het staat voor spr. vast dat deze zaak niet
uit kan zyn. Kan de mmister niet een com
missie van vijf hoogstaande personen be
noemen, om haar ooraeel vast te stellen?
Spr dringt eveneeno aan op streng op
treden tegen extremistische excessen. Het
wil spr. bezwaarlijk juist voorkomen dat
gebeurtenissen als te Abcoude onnaspeurlijk
zouden zijn. En anders moet het strafrecht
worden aangevuld. Spr. wenscht strenger
optreden door in beslagneming, tegen erge-
iyke en beleedigende pamfletten.
Dat zou meneer wel willen!
De heer SNEEVLIE1 (Rev. Soc.) vraagt
bevordering van hoogerhand, dat in tijden
Vein verkiezingen allerlei bepalingen tegen
verkiezingspropaganda tijdelijk buiten wer
king worden gesteld.
Er is een hooge ambtenaar naar spr.'s
oordeel verkeerd behandeld. Doch door op
heffing van den sluier is er algemeen groote
beteekenis aan deze zaak gegeven. Exces
sen als deze komen meer voor. De rechten
van hem die zich verdedigen moet, worden
herhaaldelijk ingekrompen bij het vooron
derzoek.
Spr. komt op tegen het streven om de
voorloopige hechtenis uit te breiden.
De galg worde weer opgericht.
De heer ZANDT (Staatk. Ger.) wil maat
regelen tegen publieke vermakelijkheden
op Zondag die godsdienstoefeningen kun
nen verstoren. Spr. bepleit wederinvoering
der doodstraf, alsmede strengere maatrege
len tegen „de Dageraad". Tegen gifmengers
treedt de minister terecht op, waarom niet
evenzoo tegen „de Dageraad?" De minister
echter voert een politiek van: elk wat wils.
Wat de zedenzaak betreft, acht spr. het
wenschelijk, dat hierin zoo mogelijk meer
licht zal komen.
De heer WESTERMaN (Partijloos) maakt
enkele opmerkingen t.a.v. het standpunt,
door de regeering ingenomen over de aan
de tentoonstelling in Amsterdam te ver
binden loterij. Hierbij is een belang van
de eerste ortle betrokken. Met voldoening
constateert spr. dat de minister niet afwij
zend staat tegenover iedere loterij, en daar
om is het des te meer te betreuren, dat de
Minister voor deze loterij geen toestemming
heeft gegeven, want zonder loterij kan de
tentoonstelling niet gehouden worden. Spuj
hoopt derhalve dat de minister alsnog spoe
dig zijn standpunt ten deze zal willen her
zien.
Ten aanzien van de kwestie van de Dage
raad sluit spr. zich aan bij reeds gemaakte
opmerkingen. Spr. kan de ordeverstoring
in de vergadering in Utrecht begrijpen, aan
gezien men dergelijke ordeverstoringen zelf
uitlokt.
De vergadering wordt te half zes ge
schorst tot des avonds 8 irur.
In de avonds vergadering wordt voort
gezet de behandeling van hoofdstuk V (Bin
nen! Zaken) der rijksbegrooting voor 1937.
De heer WIJNKOOP (Comm.) maakt
aanmerking op de te ver gaande bemoeiing
van den minister met de financiën der ge
meenten
De heer WESTERMAN (partyloos) zegt,
aat het aan beschermers der gemeentelijke
autonomie in de Kamer niet ontbreekt. Spr.
wil een ander geluid doen hooren. Spr. be
wondert niet zoozeer die autonomie; de cen
tralisatie van het beheer, welke beter, effi
ciënter en intelligenter is, kan men toch
niet tegenhouden.
Spr betoogt, dat het fascisme een com
plex van staatkundige inzichten evenveel
recht op eerbiediging door den minister
heeft als b.v. de antirev. partij.
De heer VAN HOUTEN (Chr. Dem.)
maakt aanmerking op het militair karak
ter van bijz. vrijw. landstorm en burger
wachten, temeer daar er nat.-socialistische
elementen in binnendringen.
De neer ZANDT (Staatk. Ger.) betreurt
het, dat van dezen minister blijkbaar geen
goede Zondagswet is te verwachten. Spr.
komt er tegen op, dat lijkverbranding nog
steeds wordt geduld. Spr. klaagt over partij
digheid bij de benoemingen van burgemees
ters, met name wat betreft de Staatk. Ger.
partij. Er worden teveel R. K. burgemees
ters benoemd!
De heer KRIJGER (C.H.) vestigt o.m. de
aandacht op he hooge scheepvaartlasten.
De heer K. TER LAAN (Soc. Dem.) ver
klaart dat gemaakt opmerkingen betref
fende het beletten van een aubade van
oranje-vereenigingen te Zaandam onjuist
zijn. Zoolang spr. burgemeester is, werd
aan de desbetreffende vereeniging nooit iets
in den weg gelegd. Maar wat die vereeni
ging deed, kon niet gelden als een uiting
van de gemeente Zaandag op Koninginne
dag 1936 Daarentegen is er bij de verloving
van Prinses Juliana te Zaandam wel een
algemeene volksbeweging geweest. Spr. ci
teert uit een plaatselijk blad, dat burge
meester Ter Laan alles heefi gedaan om
voor de feesten bij het huwelijk van Prin
ses Julia.ia de verschillende vereenigingen
•samen te Drengen.
De heer v. d. ZAAL (A.R.) verklaart, dat
er bij de A V.R.O.-feesten te Hilversum er
gernis is gegeven, evenals by een V.A.R.A.-
feest te Amersfoort, door een kermis vlak
bij een kerk Spr. komt op tegen toelating
der film „Golgotha".
Minister de Wilde antwoordt.
De MINISTER van BINNENL. ZAKEN,
de heer DE WILDE, bespreekt allereerst de
Zondagswet. Dit is een moeilijke materie.
Er zijn weinig volkeren, waar omtrent deze
zaak zooveel verschil van meening is. En
de oude Zondagswet is toch wel te hantee-
ren. Men moet ook goed onderscheiden
Zondagsheiliging en Zondagsrust. Spr.
heeft daar altijd naar gestreefd. Verbindt
een gemeentebestuur voorwaarden aan
feestviering op Zondag, dan moet het ook
voor handhaving daarvan zorg dragen, b.v.
dat eerst na kerktij i de feestinrichtingen
geopend mogen zijn, b.v. op de kermis in
den Dierentuin van Den Haag.
De lijkverbranding is een moeilijk punt
waaromtrent veel verschil van meening be
staat. Spr. wil het aanhangige wetsontwerp
wei verdedigen, maar groote geschilpunten
blijven immers tegenwoordig achterwege.
Inzake de nationale vlag is een beslissing
nabij.
Per circulaire heeft de regeering moeten
waarschuwen tegen plaatselijke protectie.
Er dreigden steeds meer afzonderlijke
wereldjes in Nederland te ontstaan. Wan
neer een gemeente kan aantoonen dat ze
een werk uitvoert, om haar eigen werk-
loozen aan werk te helpen, is het wat an
ders.
Wat de scheepvaartrechten betreft, doet
het rapport der commissie-Patijn de moei
lijkheden kennen. Spr. zal met zijn ambt
genoot van Waterstaat medewerken. Een
wetsontwerp tot regeling van de positie der
schippers is in voorbereiding. Het is niet de
bedoeling, van rijkswege te steunen.
Wat de benoemingen van burgemeesters
betreft, is er absolute onpartijdigheid. Zel
den of nooit wijkt spr. af van de adviezen
van zijn adviseurs. En, als dat gebeurt, dan
is het nog alleen t.a.v. de volgorde van de
voordracht. Ook verklaart spr., bekwame
krachten, b.v. uit Indië, niet te mogen uit
sluiten, omdat ze pensioen hebben. Zelfs
zijn ze daardoor alleen soms in staat, hun
functie behoorlijk te vervullen.
Spr. is niet van plan. aan alle praatjes,
die over burgemeesters loopen, het oor te
leenen. Spr. acht het ook zijn taak, burge
meesters te beschermen. Een burgemees
ter mag geen geld leenen van een onder
geschikte, maar, als hij jarenlang zijn plicht
heeft gedaan, behoeft dit nog geen reden
te zijn voor ontslag zonder meer. En voor
op sta, dat spr. het belang van de gemeente
moet laten voorgaan. Als dat het noodig
maakt, moet een burgemeester er uit.
Wat samenvoeging van gemeenten betreft
men kan de gemeenten niet met de schaar
verdeelen, dan haalt men de pit en de kern
uit ons volk. Verschillende met name ge
noemde combinaties van gemeenten zal spr.
stuk voor stuk onderzoeken.
Meerdere vrijheid voor de gemeenten is
een moeilijke zaak, de gemeenten zijn on
mogelijk over één kam te scheren. Zekere
vrijheidsbeperking blijft noodzakelijk. Wat
er tekort komt bij een aantal gemeenten,
moet ten slotte gedekt worden.
Wat het resultaat der monetaire politiek
betreft, dat moeten we nog afwachten. Dit
geldt ook voor de salarisregelingen in de
gemeenten. Het is best mogelijk, dat er t.a.v.
de pryzen maatregelen moeten worden ge
nomen. Maar daar weten we thans niets
van. Men bedenke echter dat er nog ge
meenten zijn, die met de verlaging der sa
larissen nog niet waren begonnen, en men
mag niet onbillijk worden jegens de ge
meenten, die wel veriaagd hebben.
Bij de afdeeling „krankzinnigenwezen"
bepleit de heer VOS (Lib.) betere maat
regelen voor aan t.b.c. lijdende patiënten, in
de gestichten.
Mevr. DE VRIES-BRUINS (Soc. Dem.)
dringt aan op aanstelling van nog een in
specteur bij het krankzinnigen wezen. Ook
spr. wil betere maatregelen, inzonderheid
isoleering van t.b.c.-patiënten in krankzin
nigen-gestichten.
De heer STUMPEL (R.K.) zegt dat de
gemeenten te weinig op de hoogte worden
gehouden over krankzinnigen, waarvoor zij
de verpleging betalen.
MINISTER DE WILDE is bereid, een en
ander te overwegen. De noodige zuinigheid
moet echter worden betracht.
Bij de afd. armwezen bepleit de heer*
v. d. ZAAL (A.R.) de belangen van be
hoeftige Nederlanders in het buitenland.
De heer STUMPEL (R.K.) komt op voor
vele kleine zelfstandigen, die tengevolge
van de crisis steun moeten vragen. Voor
hen moet een algemeene regeling met be
paalde vormen tot stand komen.. De minis
ter plege overleg .met zijn ambtgenoot van
sociale zaken.
De heer DROP (Soc. Dem.) beveelt zoo
veel mogelijke tewerkstelling aan van
werklooze Nederlanders in Duitschland.
Ook spr. wijst op de moeilijkheden t.a.v. de
kleine zelfstandigen en schippex*s die steun
moeten ontvangen.
De MINISTER zegt dat er reeds veel ver
beterd is en dat er van Duitsche zijde reeds
vrij veel werk aan werklooze Nederlanders
is gegeven. Gaarne zal spreker met de ge
maakte opmerkingen rekening houden. Een
nieuwe tak van dienst voor kleine zelfstan
digen en schippers is bezwaarlijk. Toch zal
spr. met zijn ambtgenoot van sociale zaken
overwegen, wat er nog te doen is.
De begrooting wordit z.hs. aangenomen
en de vergadering te 12.15 verdaagd tot
heden één uur.