Politiecommissaris staat terecht.
BELEENING VAN
EFFECTEN
WOENSDAG 11 NOVEMBER 193o
DE LEfDSCHE COURANT
TWF.EDE BLAD - PAG. 7
RECHTZAKEN
De „Inbraak" in het
kasteel Nijenrode
Na het uitspreken van den eisch geeft
de president vervolgens het woord aan de
verdedigers van den heer Onnes.
Mr. Th. Muller Massis wil in zijn plei
dooi de getuigenverklaringen zeer zakelijk
bezien en vragen, welke waarde daaraan
zal kunnen worden toegekend. Voor het
karakter van getuige Koning's verklarin
gen wil pl. niet naar voren brengen, wat
omtrent deze figuur bij de rechtbank is
gebleken; pl. meent te kunnen volstaan
met te wijzen op de houding van Koning
voor het Hof, waar hij driftig werd en in
sinueerde, wapneer getuigen getuigen
a charge verklaringen aflegden, die met
de zijnen in tegenspraak waren.
Koning zocht er dan zijn heil in deze
menschen verdacht te maken, zelfs van
meineed te beschuldigen, hij heeft er niet
voor geschuwd den verdediger ervan te
betichten den" getuigen geld te hebben toe
gestopt, om geschikte verklaringen of te
leggen en pl. wil, behalve een uitdrukke
lijk protest tegen deze houding, met klem
de aandacht van het Hof vragen voor de
geestesgesteldheid van dezen man, wiens
verklaringen door den procureur-generaal
worden aangegrepen om een schuld-over
tuiging tegen verdachte te motiveeren.
Pl. verklaart het gebruik van Koning's
verklaringen in het bewijsmateriaal hoogst
bedenkelijk en motiveert dit in den breede
door alle uitlatingen van dezen getuige,
die pl. onzin, onjuist, onwaarschijnlijk en
onmogelijk noemt, naar voren te brengen,
er tevens de aandacht op vestigend, dat de
rechtbank in haar vonnis twyfel heeft uit
gesproken ten aanzien van de door Ko
ning gegeven voorstelling van zaken.
Pl. voert verschillende feiten aan o.a.
het bestaan van een schetsteekening, waar
van Koning omtrent de herkomst tegen
strijdige verklaringen heeft afgelegd
die er naar zijn meening op wijzen, dat
Koning een grooter daadwerkelijk aandeel
in de inbraak heeft gehad, dan hij wel
heeft willen bekennen. De verhouding Ko
ningWitbraad qualificeert pl. als een za
kelijk zeer intieme, die er althans niet op
was gericht het algemeen belang te die
nen. Bovendien, zoo betoogt pl., is er geen
enkele aanwijzing, dat bepaalde gegevens
voor de uitvoering alleen „en uitsluitend
van den heer Onnes afkomstig zijn of kun
nen zijn, zoodat, concludeert pl. ten aan
zien dezer opsomming, zacht gezegd het
vermoeden veld wint, dat Koning niet de
„bode" is geweest tusschen den heer On
nes en de uitvoerders, maar de organisa
tor.
Na ruim twee uur te hebben gesproken,
brak mr. Muller Massis in den laten na
middag zijn pleidooi af, om dit in de zit
ting van Donderdag a.s. voort te zetten.
DE OVERVAL TE ALPHEN.
Bevestiging van de veroordeeling tot
5 jaar gevangenisstraf.
Het Gerechtshof bevestigde heden het
vonnis der Haagsche rechtbank waarbij de
monteur E. B., en'de koopman W. S., af
komstig uit Celle (D.), wegens poging tot
diefstal, voorafgegaan door geweld, zwaar
lichamelijk letsel tengevolge hebbend, zijn
veroordeeld ieder tot vijf jaar gevangenis
straf.
Verdachten hebben in den nacht van 25
op 26 Mei j.l. den garage-chauffeur Van
Lieshout uit L e i d e n, die hen naar Alphen
vervoerde, aldaar overvallen, met de de-
bedoeling zich van zijn auto meester te
maken, welke toeleg evenwel niet gelukte,
daar het slachtoffer, dat door een hunner
met een hamer op het hoofd werd geslagen,
nog om hulp kon schreeuwen en bovendien
het contactsleuteltje van de auto by zich
had gestoken.
OPRUIING.
Om zelf margarine te maken!
De winkelier L. uit Bodegraven, had
zich gisteren voor den Haagschen Politie
rechter te verantwoorden wegens opruiing,
doordat hij de ingezetenen dier gemeente
had opgewekt om zelf margarine te maken.
De verdachte zelf vond die „opruiing" niet
zoo heel groot, want, de radio had het ook
gedaan, en zelfs heele recepten gegeven.
De Officier van Justitie meende dat L.
toch niet had mogen opwekken om marga
rine te maken, omdat dit alleen aan daartoe
gerechtigden is veroorloofd, en vorderde
75.boete subs. 5 dagen hechtenis.'
Het vonnis werd tot i 10.subs. 10 dagen
verminderd.
BEROOVING VAN DAMES.
De 27-jarige Duitscher H. de L., ged., is
door de Haagsche rechtbank wegens mede
plichtigheid aan diefstal veroordeeld tot
een jaar en zes maanden gevangenisstraf.
Verdachte maakte er, met zekeren W. die
deswege reeds gestraft is, werk van om
dames, die een of ander bankgebouw ver
lieten per auto te volgen om haar daarna
in een stille straat onverwacht het hand-
taschje te ontrukken.
Het Hof heeft dit vonnis vernietigd voor
wat de opgelegde straf betreft en, opnieuw
rechtdoende, De L. veroordeeld tot een ge
vangenisstraf van twee jaar.
DESERTIE.
Voor den Krijgsraad te Den Bosch stond
terecht N. A. de Ch., 21 jaar, uit Velsen,
gew. dienstpl. soldaat bij het 22 R. L te
Ede, thans gedetineerd. Op 29 Juni verliet
hij zijn korps in garnizoen te Ede zonder
verlof, begaf zich naar het buitenland en
bleef afwezig tot 9 October, op welken dag
hy gearresteerd werd.
De Krijgsraad veroordeelde hem wegens
desertie tot twee maanden gevangenisstraf.
Vier jaren gevangenis
geëischt.
Omstreeks half drie gistermiddag kwam
de Arnhemsche rechtbank in de zittingzaal
om met de behandeling van de zaak te
gen den Nijmeegschen politiecommissaris
v. d. M. een begin te maken.
Verdachte trad naar voren om de z.g.n.
identiteitsvragen te beantwoorden. Hij
kijkt strak voor zich uit en laat zijn recn-
terarm op de balie rusten, terwijl de Offi
cier de dagvaarding voordraagt.
De president vraagt of verd. ontslagen is.
Verdachte: „Ik ben geschorst".
De president releveert in het kort de ver
schillende punten van de dagvaarding.
Verd. erkent de valsche schuldbekentenis
te hebben opgemaakt. De vragen door den
president gesteld worden door verd. op
haast on verstaan baren toon beantwoord. De
president zegt, dat verd. nog meer stukken
op dezelfde wijze heeft opgemaakt.
Verd. knikt van ja.
„U maakte de menschen blij met een dooie
musch", aldus de president, „en altijd was
het tot schade van anderen...."
Verd. erkent ook bedragen, die hij be
heerde, voor zichzelf te hebben gebruikt.
Mr. Lem vraagt in welke kwaliteit verd.
de bedragen onder zich had.
President: „Als commissaris of als hulp
officier van justitie?"
Verdachte: „Dat weet ik niet zoo pre
cies".
President: „Toen u dat geld voor u zelf
gebruikte, deed u dat omdat u zelf geen
geld had, is het niet?"
Verdachte: „Dat kwam door financieele
moeilijkheden".
Psychiatrisch onderzoek.
De eerste getuige was dr. J. G. Schnitz-
ler, zenuwarts te Arnhem. Get. had in op
dracht van den rechter-ocmmissaris een
psychiatrisch onderzoek ingesteld. Get.
kwam tot de conclusie, dat fantastische leu
genachtigheid een uiting is van een zekere
mate van psychopathie, waardoor de ge
pleegde strafbare feiten niet ten volle aan
verd. kunnen worden toegerekend. Het
eigenaardige is, dat verd. voldoende gele
genheid had om naar de menschen te gaan
die hem hadden willen helpen om tijdig
schoon schip te maken, maar dit niet heeft
TWEEDE KAMER
H. B. Paré, commissaris van politie te
Den Haag, verklaart, als getuige, dat hij
geen schuld had aan verdachte en het be
wuste stuk niet heeft geschreven en ook
niet onderteekend.
J. W. M. van Gendt, zonder beroep te
Nijmegen, had 2000.— aan verd. ter hand
gesteld om af te dragen aan het Burgerlijk
Armbestuur. Dat geld behoorde toe aan
getuige. Zyn echtgenoote, eveneens als ge
tuige gehoord, verklaarde met verd. over
het geval gesproken te hebben. Haar man
was ziek en toen had verd. een onderhoud
met haar man op zijn slaapkamer. Daar was
get. niet bij geweest. Er was een kwestie
tusschen het Armbestuur en haar man had
verd. gezegd en het geld moest er binnen
24 uur zijn. Daarom had get. effecten ver
kocht om haar man te helpen.
Getuige J. Th. Veltman, hoofdinspecteur
van politie te Nijmegen, had het werk over
genomen na het verleende verlof aan ver
dachte als commissaris. Get. verklaart, dat
hij toen bij het overdragen de ver
miste bedragen niet heeft gekregen.
Getuige A. Salomons, Isr. predikant te
Nijmegen, had met verd. gesproken over
een borgstelling die er moest zyn voor een
zekeren Kremer. Get. had 400.aan verd.
gegeven als borgstelling.
Getuige Kremer had vergunning gekre
gen om hier in het land te zijn wanneer hij
een bedrag stortte en wel van 1000.—.
Van dat bedrag stortte hij zelf 600.— en
de vorige getuige ƒ400.En zoo kwamen
er nog vele getuigen.
Geen verantwoordelijkheids
gevoel.
De president merkte op, dat het al jaren
lang mis was. „Voor het geld, dat u weg
gooide", aldus de president, „gaf u een
volkomen waardeloos stuk papier, waar
niemand iets aan had. De menschen ver
trouwden u, maar er was geen enkele te
genwaarde. Het getuigt van totaal gemis
aan verantwoordelijkheidsgevoel".
Verdachte: Ik kende de waarde van het
geld niet".
President: „U had meer met anderen re
kening moeten houden en niet door moe
ten hollen op den weg, waardoor u steeds
meer in den put raakte. U kwam tot din
gen die een gewoon mensch niet mag doen,
maar een commissaris van politie heele-
maal niet".
Requisitoir.
De Officier begon zyn requisitoir met op
te merken, dat het een groote teleurstelling
is voor een Officier van Justitie, wanneer
een commissaris van politie, waarin men
groot vertrouwen had, deze feiten blijkt ge
pleegd te hebben. Toen meerdere feiten
aan het licht kwamen begon zelfs het me
delijden van spr. voor iets anders plaats te
maken. Door zijn voorspoedige carrière
j werd verd. over het paard getild, gaf hij
teveel geld uit en was te trotsch om te er
kennen, dat hy schulden had. Een eerste
I eisch voor een politieambtenaar is eerlijk
heid, die bij verd. ontbrak. Daarom was
hij wel een handig, maar geen goed poli
tieman. Wellicht waren hem de omstandig
heden niet gunstig, maar waar een goede
wil is, is ook een weg. Van aanpassing wist
hij niet en eenmaal moest de bom barsten.
Deels door verduisteringen, deels dooi'
oplichting zijn diverse bedragen door verd.
verkregen. Niet al die bedragen zijn ten
laste gelegd. Verd. heeft totaal ƒ27.000.
in handen gekregen, waarvan slechts
ƒ3600.— is terugbetaald. Het bewijs van
het ten laste gelegde is geleverd, n.l.
valschheid in geschrifte en verduistering,
meermalen gepleegd.
Spr. wijst op de fantastische leugenach
tigheid waarover het rapport van dr.
Schnitzler spreekt. Deze verd. heeft teveel
vertrouwd op de hoogheid van zijn ambt.
Ieder mensch heeft een strijd te voeren te
gen kwade neigingen. Verd. heeft het kwa
de in zich zelf niet willen zien.
De psychische constitutie van verd. kan
men niet als abnormaal beschouwen en in
verband hiermede een lichtere straf
eischen. Het vertrouwen in de Justitie is
door het optreden van verd. ernstig ge
schokt.
Spr. requireerde een gevangenisstraf van
vier jaren.
Het pleidooi.
De raadsman, mr. P. D. M. Lem, hield
daarna zijn pleidooi. Men moet zich, aldus
pleiter, niet laten meesleepen door de fan
tastische verhalen die na de arrestatie van
verd. de ronde gingen doen. Hier is slechts
een tragedie van een man, die steeds meer
in den knoei is geraakt. Hij was als het'
ware een dubbele persoonlijkheid. Zijn
carrière was schitterend. Hij stond als eer
lijk bekend en, had flair. In Den Haag wer
den alle opdrachten tot een goed einde ge
bracht. Nooit heeft iemand er aan gedacht
hoe verd. in werkelijkheid was. Verd. heeft
de reorganisatie in Nijmegen ter hand ge
nomen en dat op prachtige wijze gedaan.
Thans is zijn carrière gebroken. Hij raakte
in de schuld door zich nimmer rekenschap
te geven van inkomsten en uitgaven.
Knoeierijen moesten die schulden onge
daan maken. De ambitie om goed werk te
presteeren was sterker dan de zucht naar
geld. De verduisteringen zijn enkel ge
pleegd als een nooddaad. Door zijn gren-
zenloos optimisme dacht hy, dat alles weer
in orde zou komen. Verd. is niet geheel aan
sprakelijk voor de daden die hij stelde, en
het mag hem niet ten volle worden toege
rekend. Verd. heeft veel gedaan voor zijn
familie, wat ook geld kostte. Een advo
caat uit Den Haag heeft het v .d. M. heel
moeilijk gemaakt en van dien tijd af da
teeren de zware verduisteringen. De Haag
sche advocaat was een oud-compagnon van
den minister van Justitie en daarom was
verd. zoo bang voor hem. Het zyn wan
hoopsdaden, die verd. heeft gepleegd. De
valschheid in geschrifte is volgens pleiter
hier niet strafbaar, omdat de mogelijkheid
van nadeel ontbrak. De acte was een waar
deloos papier en niet gebruikt om geld los
te krijgen.
Pleiter brengt de idee naar voren van
een gedeeltelijk voorwaardelijke veroordee
ling. Dat zal voldoende rem zijn om geen
strafbare feiten meer te begaan. Pleiter be
val zijn cliënt tenslotte in de clementie van
de rechtbank aan en vroeg ontslag uit de
•voorloopige hechtenis.
De rechtbank ging in raadkamer om te
beslissen over het verzoek, doch vond geen
termen aanwezig om verd. in vrijheid te
stellen.
De uitspraak werd bepaald op 24 Novem
ber, om 10 uur.
STRIJD TUSSCHEN SIGAREN
WINKELIERS TE AMSTERDAM.
Conform den eisch van den officier van
justitie veroordeelde de Amsterdamsche
rechtbank vandaag den sigarenwinkelier L.
K. wegens beleediging tot ƒ25.boete,
subs. 25 dagen hechtenis.
De verdachte had op 18 April j.l. voor
zijn raam twee biljeten opgehangen, waar
op in groote drukletters de volgende „open
bare aanklacht" stond vermeld: „Het Ajax-
bestuur werkt knoeierijen in de hand. On-
dergeteekende is in staat te bewijzen, dat
het Ajax-bestuur met de distributie van
plaatskaarten knoeierijen in de hand werkt
door deze te verstrekken aan S. S. (volgde
de naam van den anderen sigarenwinke
lier), welke laatste aan opkoopers groote
aantallen plaatskaarten met onbehoorlijke
winsten ter hand stelt". De steller van dit
aanplakbiljet besloot zijn „geschrift" met
de woorden: „Weg met de vuiligheid".
FAILLISSEMENTEN
Uitgesproken:
A. van Duijvenbode. motorschipper te
Katwijk a. Zee, Noordeinde 11 A.; cur.
mr. M. T. Moolenburgh, te Noordwijk.
A. Vooijs, koopman en reeder te Kat
wijk a. Zee, Varkevissersstraat 189 en
W. Vooijs, koopman en reeder te Kat-
w ij k a. Zee, Varkevisserstraat 46. cur.
mr. H. R. Goudsmit, te Leiden.
V ernietigd:
A. van den Berg, Hazerswoude.
Opgeheven:
de nalatenschap van J. W. Bakker, te
Wassenaar.
S. J. 1. Poole, Leiden.
J. W. Swaak, Leiden.
E. P J. Beumer, Alp hen.
D. G. van der Meer, A1 p h e n.
Begrootingsdebatten.
Vergadering van gisteren.
Aan de orde zijn de algemeene beschou
wingen over de Rijskbegrooting voor 1937.
De heer ALBARDA (Soc. Dem.) merkt
op, dat door de monetaire mataregelen de
begrootingscijfers en millioenennota wei
nig houvast bieden. We zijn in een over
gangstoestand.'
Door de ontoereikende politiek van het
kabinet-Colijn drukt de crisis zwaarder op
ons dan op vele andere landen. De feiten
hebben beslist, niet ten gunste van de aan
passing. Spr. stelt de politiek onzer re-
geering tegenover de succesvolle crisispo-
litiek in de Vereenigde Staten, bekroond
door een groote stemmenmeerderheid voor
Roosevelt. In 1933 werd de uitvoering van
groote werken in uitzicht gesteld, doch
dit heeft tot teleurstelling geleid. Er zijn
eenige symptomen van opleving. Maar is
dit een vleugje of zal dit voortduren? Als
de kosten van het levensonderhoud verder
stijgen, moet er onmiddellijk voor de
werkloozen worden opgetreden. Door de
devaluatie van den gulden is het Plan van
den Arbeid niet van de baan, al zal het
enkele wijzigingen hebben te ondergaan.
Spr. dringt aan op het uitvoeren van groo
te werken en bevordering der industria
lisatie, ter bestrijding der werkloosheid.
Spr. gelooft echter niet aan bekeering der
regeering tot een plotselinge conjunctuur-
politiek. Spr. vreest herleving der anti
these, welke vroeger zoolang het politieke
leven schade heeft gedaan. Men verlangt
er naar, den strijd over allerlei onderwer
pen, met godsdienstige opvattingen ver
band houdende te heropenen. Spr. betwij
felt echter of de drie rechtsche partijen bij
de verkiezingen in 1937 boven de 50 ze
tels zullen komen. Loopt de verkiezings
strijd over godsdienstige onderwerpen, dan
hoopt men daardoor de geloovige kiezers
bijeen te houden. Het anti-papisme echter
zal hoogtij gaan vieren. Spr. betoogt dat
ons land den Volkenbond naar vermogen
moet steunen en zich daarvoor desnoods
offers moet getroosten.
Spr. noemt onjuist de bewering van fas
cistische regeeringen, dat ze de wereld
voor het communisme tot nu toe hebben
gered. Meer dan 85 pet. van het Neder-
landsche volk verwerpt de dictatuur in de
eene of andere richting. Om dit zoo te doen
blijven, moet er geen voedingsbodem voor
het extremisme kunnen bestaan.
S. D. A. P. en N. V. V. eerbiedigen de
wettige overheid; beide zijn de sterkste
bolwerken der democratie. De Regeering
zal haar houding jegens de S. D. A. P. heb
ben te herzien.
Mogen de verkiezingen een parlement
en Regeering brengen die die door hun
politiek het economisch leven verheffen
uit de diepte waarin het is verzonken, en
die waken voor het ongeschonden behoud
onzer geestelijke instellingen en der de
mocratische volksvrijheden en staatsinstel
lingen.
Rome zal triomfeeren dank zij de
rollende grnlden!
De heer LINGBEEK (Herv. Ger.) con
stateert dat men van de Regeering ver
langt dat ze het volk laat leven, zooals dat
voorheen kon. Het ware geluk schuilt niet
in weelde, maar in vergenoegdheid. Spr.
heeft deernis met de werkloozen, maar de
steunregeling bevredigt spr. niet; er moet
meer werk worden geschapen, het geld
kan beter worden besteed voor werken,
dan het zoo maar uit te geven.
De crisis is niet door gemis aan ordening
ontstaan, anders zouden we altijd crisis
hebben gehad. Rome heeft altijd zijn in
vloed trachten aan te wenden voor eigen
voordeel. Spr. is overtuigd dat de protes
tanten het minst zullen profiteeren van
bepaalde ordening en van Roomsche wel-
vaartspolitiek.
Wat de monetaire politiek der Regee
ring betreft, de gulden mag zweven, doch
niet waarheen die wil.
Spr. acht het mogelijk, dat we met den
rollenden gulden belanden bij een nieuwe
coalitie. Een zegevierend Rome zal op
Neerlands bodem zijn kracht ontplooien.
Nederland dankt zijn grootheid aan de
macht der Hervorming in de zestiende
eeuw. Met een herinnering aan de Geuzen,
wijst spr. op de gevaren die ons thans zoo
wel uit het Oosten als het Zuiden bedrei
gen.
De voorteek en en zijn er voorts dat de
Hervorming teniet wordt gedaan en Rome
zal triomfeeren. Gelukkig Is er nog een
kem in ons volk, waardoor ons volk weer
het Israël van het Westen kan worden.
De juiste weg is de middenweg.
Klappen naar twee kanten.
De heer WESTERMAN (partijloos) zegt
dat de thans onzekere begrootingscijfers
niet behoeven te doen afzien van een de
bat over het regeeringsbeleid. Van wat de
Regeering bij den aanvang van haar op
treden aankondigde is niet veel terecht ge
komen. Spr. critiseert het verschil in op
treden tegen aanhangers van verschillende
politieke partijen. Het zijn niet alleen de
fascisten die zich te beklagen hebben;
zelfs de soc. democraten eveneens. In feite
bezitten we in Nederland geen vrijheid
van arbeid; dit blijkt bij elke staking.
Niets is gemakkelijker, dan de Regee
ring te bombardeeren met den tegen woor-
digen toestand. Maar moeten we nu maar
doorgaan met steun te verleenen aan ten
doode opgeschreven bedrijven? Zijn we
zoo onmetelijk rijk dat we maar moeten
voortgaan, producten ver beneden kost
prijs in het buitenland te verkoopen? Onze
regeering blijft maar volhouden bij haar
export-politiek. Zoo moet onze economie
wel een slordige en een zwevende econo
mie blijven.
Spr. zou wel eens graag willen weten,
wat er sinds 1933 werkelijk bezuinigd is?
UIT DE OMGEVING
VOORSCHOTEN.
Het vorstelijk huwelijk. In aansluiting
op het reeds eerder gepubliceerde feit, dat
zich te Voorschoten ook een comité heeft
gevormd voor het bijeenbrengen van bij
dragen voor het bovengenoemde huldeblijk,
kunnen we thans het volgende berichten:
Gezien het zoo spontaan tot uiting geko
men zijnde medeleven onzer plaatsgenoo-
ten ter gelegenheid der vorstelijke verlo
ving, meent het comité tegemoet te ko
men aan den wensch van zeer vele inge
zetten met ook te voorschoten de gelegen
heid open te stellen een bijdrage voor dit
huldeblijk te kunnen schenken.
Hoewel het comité het zich vanzelfspre
kend tot eer zou rekenen, namens de in
woners van Voorschoten een aanzienlijk
bedrag aan het Centraal comité te kunnen
afdragen, acht het comité het van groot
principieel belang er met eenigen nadruk
op te wijzen, dat het bij deze inzameling
niet in den eersten plaats gaat om het bij
een gebracht bedrag, maar dat veel meer
waarde wordt gehecht aan het totale aantal
ingezetenen, dat voor dit doel een bij
drage schenkt.
Gaarna nam het comité dan ook de ge
dachte over, door onzen Burgemeester zoo
treffend neergelegd in zijn installatie-rede
van het werkcomité, dat de waarde der in
zameling niet bepaald moet worden naar
het eindbedrag, doch dat als juiste maat
staf veel meer moet dienen de algemeen
heid van inteekening. Immers, wil dit hul
deblijk kunnen voldoen aan het daarvoor
gestelde karakter van werkelijk nationaal,
dan moet ook als eerste vereischte gesteld
worden, dat, zoo niet alle inwoners van
ons land, dan toch het overgrootste deel
hun medewerking daaraan verleenen.
In dit verband gezien zal het dan ook
v/el duidelijk zijn, dat ons plaatselijk co
mité zich zeer gaarne de sympathie en
medewerking zag toegezegd van alle in-
bezetenen. Evenzeer zal het duidelyk zyn,
dat het comité ook de kleinste bijdragen,
als zijnde gedragen door liefde en mede
leven met ons Vorstelijk Huis, naar juiste
waarde zal weten te apprecieeren, waar
door het voor een ieder onzer ongetwij
feld wordt gemaakt om haar of zijn mede
leven met dit, ons nationaal, gebeuren te
uiten.
De inzameling te Voorschoten zal door
een veertigtal ingezetenen, welke zich
daarvoor belangeloos beschikbaar stelden,
gehouden worden in de week van 16 No
vember tot 21 November.
Teneinde de inzameling te laten voldoen
aan de hierboven gestelde gedachte, dat de
hoegrootheid der bijdragen niet voorop
wordt gesteld, zal deze geschieden met ge
sloten bussen, vergezeld van een lyst, waar
op een ieder ,die een bijdrage geeft, vrien
delijk wordt verzocht haar of zyn handtee-
kening te plaatsen. Door deze regeling
hoopt het comité de bezwaren, welke ge
paard gaan aan het schenken van bijdragen
op inteekenlijsten, practisch geheel te voor
komen.
Ingezetenen van Voorschoten, aan u
thans de eer en de daad; schenkt allen als
één man uw bijdrage, hoe groot of klein
deze ook moge wezen, opdat ook van onze
plaats getuigenis uitgaat van den nauwen
band, welke Nederland en Oranje al zoo
vele eeuwen in lief en leed heeft verbon
den en gedragen.
Benoemingen. In de vergadering van
B. en W. zijn heden benoemd: de heer S.
van Meurs tot administrateur van Maat
schappelijk Hulpbetoon, steun verleen in g
enz. (thans gemeentebode alhier), de heer
E. Sparrius, werkzaam ter secretarie alhier,
tot klerk van bovengenoemden dienst, de
heer F. J. C. Nuijten te Weert (Limburg)
tot centraal boekhouder der bedrijven al
hier (thans in gelijke betrekking bij de
Gemeentebedrijven te Weert), L. van der
Bijl alhier tot klerk bij de Gemeentebe
drijven en de heer J. Aten tot 3e ambtenaar
ter secretarie, thans ambtenaar ter secre
tarie te Oud-Amstelveen. Met 1 April 1937
zullen mej. Alting en Brinks Jr.. thans
tijdelijk werkzaam bij de Gemeentebedrij
ven, alhier, den dienst verlaten.
„St. Genesius". Zondag a.s. geeft de
tooneelvereeniging een uitvoering in het
vereenigingsgebouw. Opgevoerd zal wor
den: „Gij zult niet dooden", een auti-oorlog-
spel in 4 bedrijven van Herm. Burger.
Wij vertrouwen 't de tooneelvereeniging
wel toe om een dergelijk spel op te voeren
waarin men de vreeselijke gevolgen van
een oorlog en nasleep van dien kan aan
schouwen.
Ongetwijfeld zal de tooneelvereeniging
met deze opvoering veel belangstelling
trekken en zal zij met de medewerking van
de „The Noisy Fellovis" voor een volle zaal
spelen.
Het moet de Regeering niet moeilijk zijn,
daarvan een apergu te verstrekken.
Spr. dringt er op aan dat de Regeering
binnenkort den gulden zal vaststellen, zij
het dan voorloopig op een bepaald niveau.
Den minister-president verwijt spr. gebrek
aan voortvarendheid ten opzichte van onze
defensie. Kan in Nederland niet, wat in
België met een ministerie met vijf sociaal
democraten wel kan? Heeft de regeering
nu nog behoefte aan een stembus-uit
spraak?
De vergadering wordt te 3.50 uur ver
daagd tot heden één uur.