Politiecommissaris staat terecht. BELEENING VAN EFFECTEN WOENSDAG 11 NOVEMBER 193o DE LEfDSCHE COURANT TWF.EDE BLAD - PAG. 7 RECHTZAKEN De „Inbraak" in het kasteel Nijenrode Na het uitspreken van den eisch geeft de president vervolgens het woord aan de verdedigers van den heer Onnes. Mr. Th. Muller Massis wil in zijn plei dooi de getuigenverklaringen zeer zakelijk bezien en vragen, welke waarde daaraan zal kunnen worden toegekend. Voor het karakter van getuige Koning's verklarin gen wil pl. niet naar voren brengen, wat omtrent deze figuur bij de rechtbank is gebleken; pl. meent te kunnen volstaan met te wijzen op de houding van Koning voor het Hof, waar hij driftig werd en in sinueerde, wapneer getuigen getuigen a charge verklaringen aflegden, die met de zijnen in tegenspraak waren. Koning zocht er dan zijn heil in deze menschen verdacht te maken, zelfs van meineed te beschuldigen, hij heeft er niet voor geschuwd den verdediger ervan te betichten den" getuigen geld te hebben toe gestopt, om geschikte verklaringen of te leggen en pl. wil, behalve een uitdrukke lijk protest tegen deze houding, met klem de aandacht van het Hof vragen voor de geestesgesteldheid van dezen man, wiens verklaringen door den procureur-generaal worden aangegrepen om een schuld-over tuiging tegen verdachte te motiveeren. Pl. verklaart het gebruik van Koning's verklaringen in het bewijsmateriaal hoogst bedenkelijk en motiveert dit in den breede door alle uitlatingen van dezen getuige, die pl. onzin, onjuist, onwaarschijnlijk en onmogelijk noemt, naar voren te brengen, er tevens de aandacht op vestigend, dat de rechtbank in haar vonnis twyfel heeft uit gesproken ten aanzien van de door Ko ning gegeven voorstelling van zaken. Pl. voert verschillende feiten aan o.a. het bestaan van een schetsteekening, waar van Koning omtrent de herkomst tegen strijdige verklaringen heeft afgelegd die er naar zijn meening op wijzen, dat Koning een grooter daadwerkelijk aandeel in de inbraak heeft gehad, dan hij wel heeft willen bekennen. De verhouding Ko ningWitbraad qualificeert pl. als een za kelijk zeer intieme, die er althans niet op was gericht het algemeen belang te die nen. Bovendien, zoo betoogt pl., is er geen enkele aanwijzing, dat bepaalde gegevens voor de uitvoering alleen „en uitsluitend van den heer Onnes afkomstig zijn of kun nen zijn, zoodat, concludeert pl. ten aan zien dezer opsomming, zacht gezegd het vermoeden veld wint, dat Koning niet de „bode" is geweest tusschen den heer On nes en de uitvoerders, maar de organisa tor. Na ruim twee uur te hebben gesproken, brak mr. Muller Massis in den laten na middag zijn pleidooi af, om dit in de zit ting van Donderdag a.s. voort te zetten. DE OVERVAL TE ALPHEN. Bevestiging van de veroordeeling tot 5 jaar gevangenisstraf. Het Gerechtshof bevestigde heden het vonnis der Haagsche rechtbank waarbij de monteur E. B., en'de koopman W. S., af komstig uit Celle (D.), wegens poging tot diefstal, voorafgegaan door geweld, zwaar lichamelijk letsel tengevolge hebbend, zijn veroordeeld ieder tot vijf jaar gevangenis straf. Verdachten hebben in den nacht van 25 op 26 Mei j.l. den garage-chauffeur Van Lieshout uit L e i d e n, die hen naar Alphen vervoerde, aldaar overvallen, met de de- bedoeling zich van zijn auto meester te maken, welke toeleg evenwel niet gelukte, daar het slachtoffer, dat door een hunner met een hamer op het hoofd werd geslagen, nog om hulp kon schreeuwen en bovendien het contactsleuteltje van de auto by zich had gestoken. OPRUIING. Om zelf margarine te maken! De winkelier L. uit Bodegraven, had zich gisteren voor den Haagschen Politie rechter te verantwoorden wegens opruiing, doordat hij de ingezetenen dier gemeente had opgewekt om zelf margarine te maken. De verdachte zelf vond die „opruiing" niet zoo heel groot, want, de radio had het ook gedaan, en zelfs heele recepten gegeven. De Officier van Justitie meende dat L. toch niet had mogen opwekken om marga rine te maken, omdat dit alleen aan daartoe gerechtigden is veroorloofd, en vorderde 75.boete subs. 5 dagen hechtenis.' Het vonnis werd tot i 10.subs. 10 dagen verminderd. BEROOVING VAN DAMES. De 27-jarige Duitscher H. de L., ged., is door de Haagsche rechtbank wegens mede plichtigheid aan diefstal veroordeeld tot een jaar en zes maanden gevangenisstraf. Verdachte maakte er, met zekeren W. die deswege reeds gestraft is, werk van om dames, die een of ander bankgebouw ver lieten per auto te volgen om haar daarna in een stille straat onverwacht het hand- taschje te ontrukken. Het Hof heeft dit vonnis vernietigd voor wat de opgelegde straf betreft en, opnieuw rechtdoende, De L. veroordeeld tot een ge vangenisstraf van twee jaar. DESERTIE. Voor den Krijgsraad te Den Bosch stond terecht N. A. de Ch., 21 jaar, uit Velsen, gew. dienstpl. soldaat bij het 22 R. L te Ede, thans gedetineerd. Op 29 Juni verliet hij zijn korps in garnizoen te Ede zonder verlof, begaf zich naar het buitenland en bleef afwezig tot 9 October, op welken dag hy gearresteerd werd. De Krijgsraad veroordeelde hem wegens desertie tot twee maanden gevangenisstraf. Vier jaren gevangenis geëischt. Omstreeks half drie gistermiddag kwam de Arnhemsche rechtbank in de zittingzaal om met de behandeling van de zaak te gen den Nijmeegschen politiecommissaris v. d. M. een begin te maken. Verdachte trad naar voren om de z.g.n. identiteitsvragen te beantwoorden. Hij kijkt strak voor zich uit en laat zijn recn- terarm op de balie rusten, terwijl de Offi cier de dagvaarding voordraagt. De president vraagt of verd. ontslagen is. Verdachte: „Ik ben geschorst". De president releveert in het kort de ver schillende punten van de dagvaarding. Verd. erkent de valsche schuldbekentenis te hebben opgemaakt. De vragen door den president gesteld worden door verd. op haast on verstaan baren toon beantwoord. De president zegt, dat verd. nog meer stukken op dezelfde wijze heeft opgemaakt. Verd. knikt van ja. „U maakte de menschen blij met een dooie musch", aldus de president, „en altijd was het tot schade van anderen...." Verd. erkent ook bedragen, die hij be heerde, voor zichzelf te hebben gebruikt. Mr. Lem vraagt in welke kwaliteit verd. de bedragen onder zich had. President: „Als commissaris of als hulp officier van justitie?" Verdachte: „Dat weet ik niet zoo pre cies". President: „Toen u dat geld voor u zelf gebruikte, deed u dat omdat u zelf geen geld had, is het niet?" Verdachte: „Dat kwam door financieele moeilijkheden". Psychiatrisch onderzoek. De eerste getuige was dr. J. G. Schnitz- ler, zenuwarts te Arnhem. Get. had in op dracht van den rechter-ocmmissaris een psychiatrisch onderzoek ingesteld. Get. kwam tot de conclusie, dat fantastische leu genachtigheid een uiting is van een zekere mate van psychopathie, waardoor de ge pleegde strafbare feiten niet ten volle aan verd. kunnen worden toegerekend. Het eigenaardige is, dat verd. voldoende gele genheid had om naar de menschen te gaan die hem hadden willen helpen om tijdig schoon schip te maken, maar dit niet heeft TWEEDE KAMER H. B. Paré, commissaris van politie te Den Haag, verklaart, als getuige, dat hij geen schuld had aan verdachte en het be wuste stuk niet heeft geschreven en ook niet onderteekend. J. W. M. van Gendt, zonder beroep te Nijmegen, had 2000.— aan verd. ter hand gesteld om af te dragen aan het Burgerlijk Armbestuur. Dat geld behoorde toe aan getuige. Zyn echtgenoote, eveneens als ge tuige gehoord, verklaarde met verd. over het geval gesproken te hebben. Haar man was ziek en toen had verd. een onderhoud met haar man op zijn slaapkamer. Daar was get. niet bij geweest. Er was een kwestie tusschen het Armbestuur en haar man had verd. gezegd en het geld moest er binnen 24 uur zijn. Daarom had get. effecten ver kocht om haar man te helpen. Getuige J. Th. Veltman, hoofdinspecteur van politie te Nijmegen, had het werk over genomen na het verleende verlof aan ver dachte als commissaris. Get. verklaart, dat hij toen bij het overdragen de ver miste bedragen niet heeft gekregen. Getuige A. Salomons, Isr. predikant te Nijmegen, had met verd. gesproken over een borgstelling die er moest zyn voor een zekeren Kremer. Get. had 400.aan verd. gegeven als borgstelling. Getuige Kremer had vergunning gekre gen om hier in het land te zijn wanneer hij een bedrag stortte en wel van 1000.—. Van dat bedrag stortte hij zelf 600.— en de vorige getuige ƒ400.En zoo kwamen er nog vele getuigen. Geen verantwoordelijkheids gevoel. De president merkte op, dat het al jaren lang mis was. „Voor het geld, dat u weg gooide", aldus de president, „gaf u een volkomen waardeloos stuk papier, waar niemand iets aan had. De menschen ver trouwden u, maar er was geen enkele te genwaarde. Het getuigt van totaal gemis aan verantwoordelijkheidsgevoel". Verdachte: Ik kende de waarde van het geld niet". President: „U had meer met anderen re kening moeten houden en niet door moe ten hollen op den weg, waardoor u steeds meer in den put raakte. U kwam tot din gen die een gewoon mensch niet mag doen, maar een commissaris van politie heele- maal niet". Requisitoir. De Officier begon zyn requisitoir met op te merken, dat het een groote teleurstelling is voor een Officier van Justitie, wanneer een commissaris van politie, waarin men groot vertrouwen had, deze feiten blijkt ge pleegd te hebben. Toen meerdere feiten aan het licht kwamen begon zelfs het me delijden van spr. voor iets anders plaats te maken. Door zijn voorspoedige carrière j werd verd. over het paard getild, gaf hij teveel geld uit en was te trotsch om te er kennen, dat hy schulden had. Een eerste I eisch voor een politieambtenaar is eerlijk heid, die bij verd. ontbrak. Daarom was hij wel een handig, maar geen goed poli tieman. Wellicht waren hem de omstandig heden niet gunstig, maar waar een goede wil is, is ook een weg. Van aanpassing wist hij niet en eenmaal moest de bom barsten. Deels door verduisteringen, deels dooi' oplichting zijn diverse bedragen door verd. verkregen. Niet al die bedragen zijn ten laste gelegd. Verd. heeft totaal ƒ27.000. in handen gekregen, waarvan slechts ƒ3600.— is terugbetaald. Het bewijs van het ten laste gelegde is geleverd, n.l. valschheid in geschrifte en verduistering, meermalen gepleegd. Spr. wijst op de fantastische leugenach tigheid waarover het rapport van dr. Schnitzler spreekt. Deze verd. heeft teveel vertrouwd op de hoogheid van zijn ambt. Ieder mensch heeft een strijd te voeren te gen kwade neigingen. Verd. heeft het kwa de in zich zelf niet willen zien. De psychische constitutie van verd. kan men niet als abnormaal beschouwen en in verband hiermede een lichtere straf eischen. Het vertrouwen in de Justitie is door het optreden van verd. ernstig ge schokt. Spr. requireerde een gevangenisstraf van vier jaren. Het pleidooi. De raadsman, mr. P. D. M. Lem, hield daarna zijn pleidooi. Men moet zich, aldus pleiter, niet laten meesleepen door de fan tastische verhalen die na de arrestatie van verd. de ronde gingen doen. Hier is slechts een tragedie van een man, die steeds meer in den knoei is geraakt. Hij was als het' ware een dubbele persoonlijkheid. Zijn carrière was schitterend. Hij stond als eer lijk bekend en, had flair. In Den Haag wer den alle opdrachten tot een goed einde ge bracht. Nooit heeft iemand er aan gedacht hoe verd. in werkelijkheid was. Verd. heeft de reorganisatie in Nijmegen ter hand ge nomen en dat op prachtige wijze gedaan. Thans is zijn carrière gebroken. Hij raakte in de schuld door zich nimmer rekenschap te geven van inkomsten en uitgaven. Knoeierijen moesten die schulden onge daan maken. De ambitie om goed werk te presteeren was sterker dan de zucht naar geld. De verduisteringen zijn enkel ge pleegd als een nooddaad. Door zijn gren- zenloos optimisme dacht hy, dat alles weer in orde zou komen. Verd. is niet geheel aan sprakelijk voor de daden die hij stelde, en het mag hem niet ten volle worden toege rekend. Verd. heeft veel gedaan voor zijn familie, wat ook geld kostte. Een advo caat uit Den Haag heeft het v .d. M. heel moeilijk gemaakt en van dien tijd af da teeren de zware verduisteringen. De Haag sche advocaat was een oud-compagnon van den minister van Justitie en daarom was verd. zoo bang voor hem. Het zyn wan hoopsdaden, die verd. heeft gepleegd. De valschheid in geschrifte is volgens pleiter hier niet strafbaar, omdat de mogelijkheid van nadeel ontbrak. De acte was een waar deloos papier en niet gebruikt om geld los te krijgen. Pleiter brengt de idee naar voren van een gedeeltelijk voorwaardelijke veroordee ling. Dat zal voldoende rem zijn om geen strafbare feiten meer te begaan. Pleiter be val zijn cliënt tenslotte in de clementie van de rechtbank aan en vroeg ontslag uit de •voorloopige hechtenis. De rechtbank ging in raadkamer om te beslissen over het verzoek, doch vond geen termen aanwezig om verd. in vrijheid te stellen. De uitspraak werd bepaald op 24 Novem ber, om 10 uur. STRIJD TUSSCHEN SIGAREN WINKELIERS TE AMSTERDAM. Conform den eisch van den officier van justitie veroordeelde de Amsterdamsche rechtbank vandaag den sigarenwinkelier L. K. wegens beleediging tot ƒ25.boete, subs. 25 dagen hechtenis. De verdachte had op 18 April j.l. voor zijn raam twee biljeten opgehangen, waar op in groote drukletters de volgende „open bare aanklacht" stond vermeld: „Het Ajax- bestuur werkt knoeierijen in de hand. On- dergeteekende is in staat te bewijzen, dat het Ajax-bestuur met de distributie van plaatskaarten knoeierijen in de hand werkt door deze te verstrekken aan S. S. (volgde de naam van den anderen sigarenwinke lier), welke laatste aan opkoopers groote aantallen plaatskaarten met onbehoorlijke winsten ter hand stelt". De steller van dit aanplakbiljet besloot zijn „geschrift" met de woorden: „Weg met de vuiligheid". FAILLISSEMENTEN Uitgesproken: A. van Duijvenbode. motorschipper te Katwijk a. Zee, Noordeinde 11 A.; cur. mr. M. T. Moolenburgh, te Noordwijk. A. Vooijs, koopman en reeder te Kat wijk a. Zee, Varkevissersstraat 189 en W. Vooijs, koopman en reeder te Kat- w ij k a. Zee, Varkevisserstraat 46. cur. mr. H. R. Goudsmit, te Leiden. V ernietigd: A. van den Berg, Hazerswoude. Opgeheven: de nalatenschap van J. W. Bakker, te Wassenaar. S. J. 1. Poole, Leiden. J. W. Swaak, Leiden. E. P J. Beumer, Alp hen. D. G. van der Meer, A1 p h e n. Begrootingsdebatten. Vergadering van gisteren. Aan de orde zijn de algemeene beschou wingen over de Rijskbegrooting voor 1937. De heer ALBARDA (Soc. Dem.) merkt op, dat door de monetaire mataregelen de begrootingscijfers en millioenennota wei nig houvast bieden. We zijn in een over gangstoestand.' Door de ontoereikende politiek van het kabinet-Colijn drukt de crisis zwaarder op ons dan op vele andere landen. De feiten hebben beslist, niet ten gunste van de aan passing. Spr. stelt de politiek onzer re- geering tegenover de succesvolle crisispo- litiek in de Vereenigde Staten, bekroond door een groote stemmenmeerderheid voor Roosevelt. In 1933 werd de uitvoering van groote werken in uitzicht gesteld, doch dit heeft tot teleurstelling geleid. Er zijn eenige symptomen van opleving. Maar is dit een vleugje of zal dit voortduren? Als de kosten van het levensonderhoud verder stijgen, moet er onmiddellijk voor de werkloozen worden opgetreden. Door de devaluatie van den gulden is het Plan van den Arbeid niet van de baan, al zal het enkele wijzigingen hebben te ondergaan. Spr. dringt aan op het uitvoeren van groo te werken en bevordering der industria lisatie, ter bestrijding der werkloosheid. Spr. gelooft echter niet aan bekeering der regeering tot een plotselinge conjunctuur- politiek. Spr. vreest herleving der anti these, welke vroeger zoolang het politieke leven schade heeft gedaan. Men verlangt er naar, den strijd over allerlei onderwer pen, met godsdienstige opvattingen ver band houdende te heropenen. Spr. betwij felt echter of de drie rechtsche partijen bij de verkiezingen in 1937 boven de 50 ze tels zullen komen. Loopt de verkiezings strijd over godsdienstige onderwerpen, dan hoopt men daardoor de geloovige kiezers bijeen te houden. Het anti-papisme echter zal hoogtij gaan vieren. Spr. betoogt dat ons land den Volkenbond naar vermogen moet steunen en zich daarvoor desnoods offers moet getroosten. Spr. noemt onjuist de bewering van fas cistische regeeringen, dat ze de wereld voor het communisme tot nu toe hebben gered. Meer dan 85 pet. van het Neder- landsche volk verwerpt de dictatuur in de eene of andere richting. Om dit zoo te doen blijven, moet er geen voedingsbodem voor het extremisme kunnen bestaan. S. D. A. P. en N. V. V. eerbiedigen de wettige overheid; beide zijn de sterkste bolwerken der democratie. De Regeering zal haar houding jegens de S. D. A. P. heb ben te herzien. Mogen de verkiezingen een parlement en Regeering brengen die die door hun politiek het economisch leven verheffen uit de diepte waarin het is verzonken, en die waken voor het ongeschonden behoud onzer geestelijke instellingen en der de mocratische volksvrijheden en staatsinstel lingen. Rome zal triomfeeren dank zij de rollende grnlden! De heer LINGBEEK (Herv. Ger.) con stateert dat men van de Regeering ver langt dat ze het volk laat leven, zooals dat voorheen kon. Het ware geluk schuilt niet in weelde, maar in vergenoegdheid. Spr. heeft deernis met de werkloozen, maar de steunregeling bevredigt spr. niet; er moet meer werk worden geschapen, het geld kan beter worden besteed voor werken, dan het zoo maar uit te geven. De crisis is niet door gemis aan ordening ontstaan, anders zouden we altijd crisis hebben gehad. Rome heeft altijd zijn in vloed trachten aan te wenden voor eigen voordeel. Spr. is overtuigd dat de protes tanten het minst zullen profiteeren van bepaalde ordening en van Roomsche wel- vaartspolitiek. Wat de monetaire politiek der Regee ring betreft, de gulden mag zweven, doch niet waarheen die wil. Spr. acht het mogelijk, dat we met den rollenden gulden belanden bij een nieuwe coalitie. Een zegevierend Rome zal op Neerlands bodem zijn kracht ontplooien. Nederland dankt zijn grootheid aan de macht der Hervorming in de zestiende eeuw. Met een herinnering aan de Geuzen, wijst spr. op de gevaren die ons thans zoo wel uit het Oosten als het Zuiden bedrei gen. De voorteek en en zijn er voorts dat de Hervorming teniet wordt gedaan en Rome zal triomfeeren. Gelukkig Is er nog een kem in ons volk, waardoor ons volk weer het Israël van het Westen kan worden. De juiste weg is de middenweg. Klappen naar twee kanten. De heer WESTERMAN (partijloos) zegt dat de thans onzekere begrootingscijfers niet behoeven te doen afzien van een de bat over het regeeringsbeleid. Van wat de Regeering bij den aanvang van haar op treden aankondigde is niet veel terecht ge komen. Spr. critiseert het verschil in op treden tegen aanhangers van verschillende politieke partijen. Het zijn niet alleen de fascisten die zich te beklagen hebben; zelfs de soc. democraten eveneens. In feite bezitten we in Nederland geen vrijheid van arbeid; dit blijkt bij elke staking. Niets is gemakkelijker, dan de Regee ring te bombardeeren met den tegen woor- digen toestand. Maar moeten we nu maar doorgaan met steun te verleenen aan ten doode opgeschreven bedrijven? Zijn we zoo onmetelijk rijk dat we maar moeten voortgaan, producten ver beneden kost prijs in het buitenland te verkoopen? Onze regeering blijft maar volhouden bij haar export-politiek. Zoo moet onze economie wel een slordige en een zwevende econo mie blijven. Spr. zou wel eens graag willen weten, wat er sinds 1933 werkelijk bezuinigd is? UIT DE OMGEVING VOORSCHOTEN. Het vorstelijk huwelijk. In aansluiting op het reeds eerder gepubliceerde feit, dat zich te Voorschoten ook een comité heeft gevormd voor het bijeenbrengen van bij dragen voor het bovengenoemde huldeblijk, kunnen we thans het volgende berichten: Gezien het zoo spontaan tot uiting geko men zijnde medeleven onzer plaatsgenoo- ten ter gelegenheid der vorstelijke verlo ving, meent het comité tegemoet te ko men aan den wensch van zeer vele inge zetten met ook te voorschoten de gelegen heid open te stellen een bijdrage voor dit huldeblijk te kunnen schenken. Hoewel het comité het zich vanzelfspre kend tot eer zou rekenen, namens de in woners van Voorschoten een aanzienlijk bedrag aan het Centraal comité te kunnen afdragen, acht het comité het van groot principieel belang er met eenigen nadruk op te wijzen, dat het bij deze inzameling niet in den eersten plaats gaat om het bij een gebracht bedrag, maar dat veel meer waarde wordt gehecht aan het totale aantal ingezetenen, dat voor dit doel een bij drage schenkt. Gaarna nam het comité dan ook de ge dachte over, door onzen Burgemeester zoo treffend neergelegd in zijn installatie-rede van het werkcomité, dat de waarde der in zameling niet bepaald moet worden naar het eindbedrag, doch dat als juiste maat staf veel meer moet dienen de algemeen heid van inteekening. Immers, wil dit hul deblijk kunnen voldoen aan het daarvoor gestelde karakter van werkelijk nationaal, dan moet ook als eerste vereischte gesteld worden, dat, zoo niet alle inwoners van ons land, dan toch het overgrootste deel hun medewerking daaraan verleenen. In dit verband gezien zal het dan ook v/el duidelijk zijn, dat ons plaatselijk co mité zich zeer gaarne de sympathie en medewerking zag toegezegd van alle in- bezetenen. Evenzeer zal het duidelyk zyn, dat het comité ook de kleinste bijdragen, als zijnde gedragen door liefde en mede leven met ons Vorstelijk Huis, naar juiste waarde zal weten te apprecieeren, waar door het voor een ieder onzer ongetwij feld wordt gemaakt om haar of zijn mede leven met dit, ons nationaal, gebeuren te uiten. De inzameling te Voorschoten zal door een veertigtal ingezetenen, welke zich daarvoor belangeloos beschikbaar stelden, gehouden worden in de week van 16 No vember tot 21 November. Teneinde de inzameling te laten voldoen aan de hierboven gestelde gedachte, dat de hoegrootheid der bijdragen niet voorop wordt gesteld, zal deze geschieden met ge sloten bussen, vergezeld van een lyst, waar op een ieder ,die een bijdrage geeft, vrien delijk wordt verzocht haar of zyn handtee- kening te plaatsen. Door deze regeling hoopt het comité de bezwaren, welke ge paard gaan aan het schenken van bijdragen op inteekenlijsten, practisch geheel te voor komen. Ingezetenen van Voorschoten, aan u thans de eer en de daad; schenkt allen als één man uw bijdrage, hoe groot of klein deze ook moge wezen, opdat ook van onze plaats getuigenis uitgaat van den nauwen band, welke Nederland en Oranje al zoo vele eeuwen in lief en leed heeft verbon den en gedragen. Benoemingen. In de vergadering van B. en W. zijn heden benoemd: de heer S. van Meurs tot administrateur van Maat schappelijk Hulpbetoon, steun verleen in g enz. (thans gemeentebode alhier), de heer E. Sparrius, werkzaam ter secretarie alhier, tot klerk van bovengenoemden dienst, de heer F. J. C. Nuijten te Weert (Limburg) tot centraal boekhouder der bedrijven al hier (thans in gelijke betrekking bij de Gemeentebedrijven te Weert), L. van der Bijl alhier tot klerk bij de Gemeentebe drijven en de heer J. Aten tot 3e ambtenaar ter secretarie, thans ambtenaar ter secre tarie te Oud-Amstelveen. Met 1 April 1937 zullen mej. Alting en Brinks Jr.. thans tijdelijk werkzaam bij de Gemeentebedrij ven, alhier, den dienst verlaten. „St. Genesius". Zondag a.s. geeft de tooneelvereeniging een uitvoering in het vereenigingsgebouw. Opgevoerd zal wor den: „Gij zult niet dooden", een auti-oorlog- spel in 4 bedrijven van Herm. Burger. Wij vertrouwen 't de tooneelvereeniging wel toe om een dergelijk spel op te voeren waarin men de vreeselijke gevolgen van een oorlog en nasleep van dien kan aan schouwen. Ongetwijfeld zal de tooneelvereeniging met deze opvoering veel belangstelling trekken en zal zij met de medewerking van de „The Noisy Fellovis" voor een volle zaal spelen. Het moet de Regeering niet moeilijk zijn, daarvan een apergu te verstrekken. Spr. dringt er op aan dat de Regeering binnenkort den gulden zal vaststellen, zij het dan voorloopig op een bepaald niveau. Den minister-president verwijt spr. gebrek aan voortvarendheid ten opzichte van onze defensie. Kan in Nederland niet, wat in België met een ministerie met vijf sociaal democraten wel kan? Heeft de regeering nu nog behoefte aan een stembus-uit spraak? De vergadering wordt te 3.50 uur ver daagd tot heden één uur.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 7