Het beleid der Regeering toegelicht No. 8566 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN Het Huwelijk van Prinses Juliana. 28ste Jaargang VRIJDAG 6 NOVEMBER 1936 DF ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling: Voor Leiden 19 cent pel weeki 2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal Franco per post f 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonpé's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, by vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent. TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 II GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regel Voor Ingezonden Mëdedeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be- betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop :en verkoop: 0.50 Dit nummer bestaat uit vier bladen. V Over: ordening Bij het debat in de Eerste Kamer over het wetsontwerp inzake de mechanisatie in de sigaren-industrie maakte minister Gel is - sen de volgende opmerking: „Ik ben geen tegenstander van or dening, maar ik behoor niet tot de maniakken, die gelooven, dat alles in orde is, als men het woord ordening maar uitspreekt". Wij zouden liever hebben gehoord, dat de minister had gezegd: ik ben een voor stander, een nuchter-overtuigde en tege lijkertijd vurig-geestdriftige voorstander van ordening, maar etc. Doch wij willen veronderstellen, dat de minister het ook zóó had kunnen zeggen, sprekend naar zyn overtuiging. Zijn verleden geeft ons alle •reden, dit te mogen veronderstellen. Wat de minister verder opmerkt is vol komen ad rem. Daar schijnen „er inderdaad te zijn, die geloóven, dat alles in orde is, als ze het woord ordening maar uitspre ken! Ordening moet er komen! Als de regee ring maar de ordening wilde invoeren! De huidige wanordelijke oeconomische enso ciale toestand moet worden vervangen door de ordening! Als de ordening er zou zijn, dan zou ook de werkloosheid, gelijk wij die nu kunnen, verdwynen. Deze en dergelijke uitroepen schijnen gebaseerd te zijn op de veronderstelling, dat de regeering morgen zou kunnen indienen een wetsont werp nizake de ordening, dat, indien de Kamers het zouden aanvaarden, ook de or dening zou brengen. Doch zóó eenvoudig is de zaak niet. De regeering kan en moet medewerken, om ordening in het bedrijfsleven te schep pen. Maar, om daarbij succes te hebben, moeten voorwaarden in het be- drijfsleven zelf aanwezig zijn. 't Is als in een wanordelijke huisgezin. Maatregelen moeten worden genomen, om er orde te scheppen doch deze zul len weinig of niets baten, als de huisge- nooten zelf niet: Eerstens: weten wat orde in het gezin is en wat deze uitwerkt. tweeden s: die orde willen. En deze kennis en goede wil wat betreft de ordening in het oeconomische en sociale leven bij te brengen, te vermeerderen, is de taak van de leiders in het oeconomische en sociale leven. Als deze hun taak vervullen, heeft ook nog de Regeering haar taak. Ongetwijfeld! Maar alleen of hoofdzakelijk op de regee ring te steunen, is verkeerd en zal uitein delijk tot weinig of geen resultaat leiden. Men meldt ons officieel dat Prinses Juliana en Prins Bernhard den 7den Januari 1937 in het huwelijk zullen tre- den. Het Prinselijk paar is voornemens, den 19den December aan te teekenen. Het burgerlijk huwelijk zal ten stad- huize worden voltrokken en de inzege ning zal in de Groote Kerk te den Haag geschieden. Het zal 7 Januari juist 58 jaar gele den zijn, dat wijlen Koping Willem III in het huwelijk trad met wijlen Konin gin Emma. Het gezag gehandhaafd. De Gulden blijft nog zweven. De voor- en nadeelen van het verlaten van den gouden standaard. De achterstelling van Katholieken. De ordening in het bedrijfsleven. Verschenen is de memorie van antwoord in zake hoofdstuk I van de Rijksbegrooting voor 1937. - Hieraan wordt het volgende ontleend: Ons volk een volkomen eenheid. Met hartelijke instemming heeft de Re geering kennis genomen van de woorden, door zeer vele leden aan de verloving van Prinses Juliana gewijd. Inderdaad heeft de hulde, bij deze gelegenheid aan de konink lijke familie gebracht, aan diegenen onder ons volk, die daaraan nog behoefte moeten gehad hebben, wel overtuigend moeten doen blijken, dat ons volk zich onder het huidige staatsbestel een. volkomen eenheid gevoelt. De wijze, waarop het verheugende be richt in de overzeesche gebiedsdeelen van het Koninkrijk is ontvangen, heeft ook de Regeering met vreugde vervuld. Het sym pathieke denkbeeld, dat met behulp van het moederland wordt voorzien in de af vaardiging eener deputatie van deze ge biedsdeelen tot bijwoning der huwelijks plechtigheden, schijnt haar echter niet wel vatbaar voor practische uitvoering. Alles staat op losse schroeven. De meening van zeer vele leden, dat de begrooting en de daarbij behoorende milüóenennota thans bezwaarlijk kun nen dienen als grondslag voor eèn ge- d achten wisseling over het huidige en toekomstige financieel en economisch beleid, wordt door de Regeering ten volle gedeeld. Tal van cijfers zullen een volkomen omwerking moeten on dergaan. Zoo is de grondslag, waarop de raming van een aantal middelen is opgetrokken, sedert de wijziging van den monetairen toestand ten eenenmale vervallen. Voorts zullen onderschei dene uitgaven, met name die, welke in meerdere of mindere mate onmiddel lijk of middellijk worden beïnvloed door de prijzen van buitenlandsche grondstoffen, of materialen, een geheel ander beeld gaan vertoonen. Men weet thans wel, dat de tegenwoor dige cijfers op menig punt onjuist zullen blijken, doch er betere cijfers voor in de plaats stellen zal eerst mogelijk zijn, wan neer gedurende een aantal maanden de noodige ervaring onder den gewijzigden toestand zal zijn opgedaan. De Regeering zal zoodra zij over de noodige gegevens daarvoor beschikt, dooi de indiening van suppletoire begrootingen de vereischte correcties aanbrengen. Zij moet echter aanstonds als haar vrees uit spreken, dat daarvan in het huidige zit tingsjaar wel niet veel meer zal komen, daar niet is te verwachten, dat vóór de in diening der begrooting voor het dienstjaar 1938 voldoende gegevens ten dienste zul len staan, om weer een op reëele grondsla gen opgetrokken raming samen te stellen. De Regeering kan instemmen met de ge dachte, dat op den duur niet de financieel- en economisch-technische vragen ons staatkundig leven kunnen blijven beheer- schen, dat, integendeel, een overwegende plaats moet worden toegekend aan de in ons volk tot uiting komende levens- en wereldbeschouwing, al valt niet te ontken nen, dat in het huidig tijdsgewricht de fi- nancieele en economische vragen een zeer vooraanstaande plaats in het staatskundig leven innemen en een algemeene eenheid van levens- en wereldbeschouwing nog geen waarborg biedt voor eenheid van in zicht ter zake van de noodig geoordeelde maatregelen op financieel en economisch terrein. Intusschen is een waarschuwing te gen overdreven verwachtingen wellicht niet overbodig. De gevallen liggen voor het grijpen, waarbij, ondanks overeen stemming in zekere algemeene begin selen, op concrete punten de samen werking tusschen het Kabinet en Ka mer ten eenenmale vastliep. De taak van het Kabinet. Wat betreft het beleid der Regeering in de nu verloopen 3 y. jaar, wordt opgemerkt, dat het Kabinet, dat in Mei 1933 optrad, rich zag gesteld voor enkele verschijnselen die wezen op de noodzakelijkheid van straffer gezagshandhaving ten einde de ge volgen van allerlei gezagsondermijnende invloeden te weren. Ook was de financieele toestand des lands zeer ongunstig, terwijl het bedrijfsleven sterk onder den druk stond van de door het buitenland genomen maatregelen van verschillenden aard en dientengevolge de arbeidsgelegenheid in steeds toenemende mate afnam. Het waren vooral deze vier punten, die het eerst en het meest de aandacht vorderden. Wat gezagshandhaving betreft kan elke vergelijking niet eere worden doorstaan. Voor wat het eerstgenoemde punt betreft behoeft het regeeringsbeleid geen verdedi ging. De resultaten spreken voor zichzelf. Met welk land men de toestanden ten on zent op dit gebied ook zou willen verge lijken, telkens zal men tot de gevolgtrek king moeten komen, dat we elke vergelij king met eere kunnen doorstaan. Natuurlijk zijn er personen, die op dit terrein nog iets anders wenschen, die aan-sommige uitingen geheel het zwijgen zouden willen zien op gelegd, maar dezulken zien dan over het hoofd,, dat zulks alleen maar te bereiken is wanneer men onze aloude voorrechten van vrijheid van spreken schrijven er voor zou willen prijsgeven^ De Regeering staat intusschen principieel op het standpunt, dat een vrije meeningsuiting een nationaal goed is, dat niet mag worden prijsgegeven om het in te ruilen voor kerkhofstilte, ook al neemt ze nu en dan een onsmakelijken of vulgairen vorm aan. Houdt men hiermede rekening, dan meent de Regeering te mogen staande hou den, dat zij haar taak op dit punt naar be- booren heeft volbracht. Dat is ook het geval op financieel terrein. Dat de regeering zelf geheel voldaan is, zou zij niet gaarne zeggen. Met name stelt haar teleur, dat de dekking te zeer aan den kant van verhoogde heffingen gezocht moest worden, maar zij was verplicht rekening te houden met de politieke mogelijkheden en het is wel afdoende gebleken, dat de bereidwil ligheid der Kamer om op het stuk van beperking der uitgaven verder te gaan dan de Regeering voorstelde niet aan wezig was. Behoud van werkgelegenheid. Het is allerminst de bedoeling, den ernst van het probleem der werkloosheid te ver kleinen, maar men behoeft, hoe diep men ook geroerd is door deze zedelijke en stof felijke ramp, die een deel van ons volk treft, toch ook niet te verzwijgen, dat de actie van de regeering tot ondersteuning van het bedrijfsleven goede vruchten heeft afgeworpen voor het behoud van werkge legenheid. Men denke, om slechts een enkel voorbeeld te noemen, aan de Indische con- tingenteeringen ten behoeve van Twente, die in de katoenindustrie werkgelegenheid schiepen en behielden voor een 7000 men- schen. Door de aan den dag gelegde acti viteit ten behoeve van het bedrijfsleven is zeer veel gedaan voor behoud van werkge legenheid, dat ontsnapt aan de aandacht van hem, die slechts op de publicaties van het aantal werkloozen let. „Aanpassing" blijft noodig. Al blijft de noodzakelijkheid van aanpas sing aan de gewijzigde omstandigheden be staan, nu die aanpassing ook wel eens ge zocht zal moeten worden in een andere windstreek van het kompas, nu zullen de bezwaren er tegen wel minder luid ge hoord worden. En dit te meer, nu de door velen als beter aangeprezen vorm van aanpassing, d.i. aanpassing door depreciatie van den gulden, verkregen is. Nu door het uiteenvallen van het goud- blok voor Nederland onvermijdelijk het be sluit tot loslating van den gouden stan daard moest volgen, zal de Regeering on der de gewijzigde omstandigheden zooveel als maar mogelijk is, eventueele voordeelen, welke de nieuwe situatie in zich bergt, tot ontwikkeling brengen en de nadeelen zoo veel mogelijk elimineeren. Het is naar het oordeel der Regeering volstrekt zeker, dat de politiek van aanpassing, welke in het verleden gevolgd werd, de positie van Ne derland onder de nieuwe omstandigheden zal blijken te hebben versterkt. DE GULDEN BLIJFT VOORLOOPIG ZWEVEN. Wat betreft de meening der leden, als zou het verlaten van den gouden standaard een halve maatregel blijken te zijn, wanneer de gulden niet wordt vastgehaakt aan dollar of pond, hand haaft de Regeering haar reeds eer uit gesproken standpunt, dat het onder de huidige omstandigheden ontijdig moet worden geacht, indien de gulden thans reeds op een zeker goudpeil zou wor den gestabiliseerd, terwijl hetzelfde geldt ten aanzien van het vasthaken aan een nog zwevende buitenlandsche valuta. De Regeering acht het ge- wenscht, voorloopig over de noodige bewegingsvrijheid te blijven beschik ken. Men zie voorts niet voorbij, dat een te sterke daling van de waarde onzer munteenheid zonder eenigen twijfel zou leiden tot een politiek van alge meene loonsverhoogingen en opvoering van lasten, waardoor de rendabiliteit van het bedrijfsleven in hoogst ongun stige mate zou worden beïnvloed. Het verwijt, dat de Regeering belangrijk betere resultaten zou hebben kunnen ver krijgen, indien zij maar een consti-uctieve welvaartspolitiek, een op stimuleering der binnenlandsche conjunctuur gerichte poli tiek, zou hebben gevoerd, moet, nu ljet ge maakt werd, worden teruggewezen. Wat onder constructieve welvaartspoli tiek te verstaan zij, is, buiten de door de S.D.A.P. ondernomen poging bekend geworden als Plan van den Arbeid nim mer heel duidelijk geformuleerd en het Plan van den Arbeid is vrij algemeen als ondoeltreffend veroordeeld. Wellicht doet men het beste de vraag zoo te stellen of er door middel van credietinflatie kans be staat op eenigszins aanzienlijke verruiming van werkgelegenheid. De wereld kreunt nog onder de gevolgen. Reeds de geschiedenis der jaren 1925 1929 geeft op die vraag antwoord. De ge weldige credietinflatie in die jaren heeft metterdaad een periode in het leven ge roepen, waarin het bijna iedereen voor den wind scheen te gaan. Maar men voege daaraan dan ook toe, dat de wereld 7 jaren na 1929 nog kreunt onder de gevolgen der roekelooze credietpolïtiek, die gedurende de voorafgaande vijf jaren alom is gevoerd. Onder het voorbehoud, dat men niet let te op de gevolgen, is inderdaad door cre dietinflatie tijdelijk een verruiming van werkgelegenheid te verkrijgen. De Regeering was intusschen van oordeel, dat zij den morgen en den overmorgen niet aan den dag van he den mocht opofferen en heeft daarom de kunstmatige stimuleering van ar- beidsgelegenhid binnen bepaalde gren zen moeten houden, waarbij men dan niet uit het oog mag verliezen, dat het aantal productieve werken in Neder land in vergelijking met andere lan den Zweden b.v. niet onbeperkt is, wijl er in het verleden hier reeds zooveel verricht is geworden, wat el ders nagelaten was. Het, zoo men wil, voorzichtige, beleid, door de Regeering gevolgd, is resultaat eener diep gewortelde overtuiging, dat het niet anders kan en niet anders mag. Men leide hieruit intusschen niet af, dat de Regeering geen oog zou hebben gehad voor de mogelijkheden op het gebied der binnenlandsche conj unctuurstimuleering, binnen de door haar getrokken grenzen van onderzoeken, voorbereiden en leiden. 'Het tegendeel is juist; gelijk blijkt uit de genomen maatregelen, die hieronder ver melding vinden. 1. Ingesteld is een economische voor lichtingsdienst. 2. Daartoe door de Regeering gestimu leerd, zijn in bijna alle provincies explora tiediensten in het leven geroepen, die o.m. nagaan of en hoe het industrieele produc tie-apparaat kan worden uitgebreid. Het ligt in de bedoeling, de in de verschillende pro vincies gevestigde instituten ook in te scha kelen in de industrieele verdedigingsvoor bereiding. 3. Onlangs is opgericht de N.V. Maat- VOORNAAMSTE NIEUWS BUITENLAND. De strijd verplaatst vlak voor Madrid. Een tegen-offensief der regeering in het Zuiden en het Noordwesten (2de blad). Een openhartige uiteenzetting van Eden van de Britsche buitenlandsche politiek (2de blad). Duitschlands nieuwe wetboek van straf recht (2de blad). De Joodsche immigratie in Palestina (2de blad). BINNENLAND. Het huwelijk van Prinses Juliana en Prins Bernhard zal op 7 Januari 1937 te 's-Gravenhage worden gesloten. Memorie van antwoord in zake hoofd stuk I van de Rijksbegrooting voor 1937. (lste blad). De Eerste Kamer heeft met 3310 stem men het Rijtijdenbesluit aangenomen. (4de blad). Weer twee ongelukken op onbewaakte overwegen; bij Hoek van Holland werd een vrachtautobestuurder, gedood.. (Gem. Ber., 3dé blad). OMGEVING. Prins Bernhard was heden op jafcht on der Noordwijkerhout. (lste blad). De wereld in vogelvlucht De Engelsche minister van Buitenland sche Zaken Eden heeft gisteren in het Britsche Lagerhuis een uitvoerige en be langrijke rede gehouden over de buiten landsche politiek van Engeland. Het wordt tegenwoordig mode, zeide hij, den spot te drijven met den Volkenbond, maar Enge land zal de beginselen van den Volken bond blijven verdedigen. Over de vriend schapspogingen van Duitschland zeide hij, dat Groot-Brittannië gaarne nauwere vriendschap met Duitschland wil sluiten, maar niet in den vorm van een bondge nootschap, dat gericht is tegen den een of anderen staat. Natuurlijk kwam de spanning met Italië ook ter sprake. Met Italië op zich hebben wij nooit twist gehad, zeide Eden, maar Engeland heeft eenvoudig getracht zijn Volkenbondsverplichtingen na te komen.' De voornaamste punten van het Britsche program waren, volgens zijn verklaring: versterking van het gezag van den Vol kenbond, onderhandelingen over een Euro- peesche regeling en heruitrusting der Brit sche bewapening. Dat laatste zal wel lukken, daar zijn wij niet bang voor, maar de twee andere punten van het programma zijn niet zoo een-twee-drie in het reine te brengen. In Spanje is van belang, dat de regeering van Madrid zich wat lucht tracht te ver schaffen door een tegenoffensief te ontke tenen in het Zuiden bij Estepona en in Noordwesten. Het wordt voor Madrid nu inderdaad angstig, want reeds wordt ge vochten in de voorsteden. schappij voor Industriefinanciering, in wel ker raad van bestuur naast ambtenaren ook particulieren uit bankwezen en industrie zitting hebben. Het is thans nog niet de tijd om alweder te spreken over het ongedaan maken van tot stand gekomen bezuinigingen. GEVOLGEN VAN HET PRIJSGEVEN VAN DEN GOUDEN STANDAARD. De Regeering is van meening, dat het nog te vroeg is om een oordeel te vor men over de gevolgen van het prijs geven van den gouden standaard. Er kunnen de Regeering heeft dit nooit ontkend voordeelen uit voortvloeien, waarbij echter veel afhangt van de houding van het buitenland. Er zullen nadeelen uit voortvloeien, waarvan de beteekenis echter thans nog niet kan

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 1