De ramp van de
„Van der Wijck"
Ruim dertig slachtoffers
De marconist, die op zijn post bleef.
Prijsopdrijving.
WOENSDAG 21 OCTOBER 1936
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BUD - PAG. 8
Verslagenheid over dit
raadselachtig ongeluk.
DE NAMEN DER VERMOEDELIJKE
SLACHTOFFERS.
Nog een 30-tal vermisten.
Aneta seint uit Batavia: Bij verificatie
van de aankomst van de. als gered opge
geven, passagiers, welke verificatie na aan
komst te Soerabaja geschiedde, bleek het
dat 15 in plaats van 16 Europeesche passa
giers terecht waren.
De hoofdwerktuigkundige van de K.P.M.,
de heer A. Kraanen, die als passagier aan
boord was en aanvankelijk als gevonden
werd opgegeven, wordt thans nog vermist.
Hedenmorgen meldden zich te Soerabaja
de lading-klerk Y. M. Hengst en de leer
ling-lading-klerk J. Latuperissa. Deze dren
kelingen konden gisteren de kust bereiken,
doch deden daarvan geen opgave. Behalve
mevrouw Wisse, wier stoffelijk overschot
reeds te Soerabaja is aangebracht, worden
thans nog vermist het echtpaar G. P. Carli,
de heer S. Raaff, de heer H. A. Exley, de
heer A. Kraanen, de baby van mevrouw
Wisse, de heer J. van Egmond, de heer A.
Makatita en gezin, de marconist M. J.
Uytermerk en 20 inlanders. Van de landzij
de wordt de kust nauwkeurig afgezocht
naar drenkelingen.
De president-directeur van de K.P.M., de
heer Everts, die hedenmorgen een vacan-
tie-trip naar Japan zou aanvangen, doch
deze uitstelde, is hedenmorgen met een
vliegtuig van de K.N.I.L.M. naar Soerabaja
vertrokken om een onderzoek naar de ramp
in te stellen, evenals de chefs van de nau
tische- en technische diensten der K.P.M.
Hoe ontzettend de
ramp was.
HET GEBEURDE TOTAAL
ONVERWACHT.
Aneta seint uit Soerabaja: Het was aan
vankelijk moeilijk zich voor te stellen, welk
een ontzettende ramp de ondergang van
de „Van der Wijck" beteekende, maar toen
allengs de details meer bekend werden en
de eerste geredden zich op het agentschap
van de K.P.M. kwamen melden en daar
hun verhalen deden, ging men pas ten volle
de omvang van deze verpletterende ramp
gevoelen.
De verhalen in allen eenvoud gedaan,
klonken bijna alle gelijkluidend. Zij gaven
weer, hoe plotseling de ramp gekomen
was, zoo absoluut onverwacht, terwijl ieder
een sliep. Het schip helde geweldig en het
water drong binnen.
Niemand kon zich verder staande houden
en een ieder gleed in zee.
De gezagvoerder, de heer Akkerman,
werd tot het laatste toe aan boord gezien
en men kon waarnemen hoe hij alle krach
ten inspande om de sirene te doen loeien.
Trouwens er bestaat onder de gered
den slechts een meening: de equipage heeft
zich uiterst flink gehouden en deed wat
nog mogelijk was.
Allerlei voorwerpen zag men op het wa
ter drijven, van het schip weggespoeld: kis
ten sinaasappelen, stoelen, fauteuils, ban
ken, tafels en wrakhout.
Slechts enkele sloepen konden worden
gestreken.
Hartroerende tooneelen speelden zich af
op zee, toen de massa drenkelingen zich
trachtte drijvende te houden, zich vast
klampend aan alles wat zij maar onder hun
bereik konden krijgen.
De „Plancius" vaart voorbij!
Ooggetuigen verhalen, hoe bijna iedereen
gilde uit doodsangst. Doch weldra werd het
stiller, en probeerde iedereen zich zoo goed
mogelijk op de golven drijvende te hou
den. De toestand was angstwekkend, totdat
in den vroegen ochtend de „Plancius"
(eveneens van de K.P.M.), voorbij voer op
ongeveer 100 Meter afstand van de plaats
des onheils, waar de drenkelingen ronddre- j
Toen zoo verhalen ooggetuigen be
gon opnieuw het gegil, opdat men hen op
de „Plancius" zou hooren, en men vandaar
redding zou kunnen brengen.
Een ontzettende teleurstelling en de
grootste wanhoop maakten zich meester
van de drenkelingen, toen men bespeurde,
dat de bemanning van de „Plancius" niets
van dit alles had gehoord.
Tot geweldige ontzetting van alle schip
breukelingen voer de „Plancius" door in
de richting van Soerabaja.
Deze ontzetting, toen de redding nabij
scheen en men het schip voorbij zag gaan,
was wel zoo verhaalde men den verte
genwoordiger van Aneta het vreeselijk-
ste moment in dit verschrikkelijke drama.
De heer B. C. Akkerman gezagvoer
der van de .Van der Wijck*. het
K.P.M vaartuig, dat op reis van Soera-
baia naar Semarang kapseisde en ver-
ging
Verder was ook de doodsangst voor haaien
de voornaamste reden tot ontzetting van
de ronddrijvende drenkelingen.
Hartroerende tooneelen.
Bij het reddingswerk door de Dornier-
vliegtuigen, welke van de marine-basis Soe
rabaja onmiddellijk waren afgezonden,
speelden zich ontroerende tooneelen af.
Een zevenjarig meisje, het dochtertje van
mevrouw Hartman, die boven op een tafel
ronddreef, wilde daar zelfs niet vandaan,
toen de bemanning van de Dornier haar
probeerde weg te halen. Voortdurend
schreeuwde zij „mammie" en toen zij een
maal gered was en op het Soerabajasche
vliegveld Morokrembangan was aange
bracht, bleef zij doodverschrikt in een hoek
je zitten.
Mevrouw Wisse werd bij de redding nog
levend aangetroffen, doch te Morokrem
bangan bleek zij reeds te zijn overleden tot
ontzettende ontsteltenis van haar echtge
noot, dr. Wisse uit Modjokerto, die reeds
zeer vroeg gewaarschuwd was en wien men
aanvankelijk had medegedeeld, dat zijn
vrouw nog leefde.
De heer Hudson, die gered is, kon niet
meer spreken, daar hij door het hevige ge
gil om hulp zijn stem was kwijtgeraakt.
De heer Franken, uit Batavia afkomstig,
werd opgenomen in het ziekenhuis Darmo
te Soerabaja, hij was niet gewond doch
was totaal overspannen van zenuwen.
Behalve door de bemanning van de Dor
mers, is schitterend reddingswerk verricht
door de visschersbevolking van de dessa
Brondong, waar vele schipbreukelingen
werden aangebracht. Ook te Lamongan op
Toebang werden drenkelingen aan wal ge
zet.
AAN DE WAL ALLES IN REP EN ROER.
Op weg naar Brondong kwam de ver
slaggever van Aneta op den weg den
manti van de veldpolitie tegen, die acht
agenten naar Brondong had gezonden voor
het verleenen van assistentie. Verder bleek
hem dat al het beschikbare motor-mate
riaal van de veldpolitie te Lamongan met
den detachementscommandant, een Euro
peesche inspecteur en vijf agenten naar
Brondong waren vertrokken.
Te Karanggonong werd de verslagge
ver van Aneta nader ingelicht door den
assistent-wedono in wiens kantoortje een
ongekende drukte heerschte.
Het bleek, dat hier een auto gepasseerd
was, waarin gezeten waren de gezagvoer
der van het vergane schip, de heer Ak
kerman, de dames Raaff en Kamer.
De heer Akkerman was slechts gekleed
in een pyama-broek; beide dames waren
ten zeerste overstuur, daar zij nog in on
zekerheid verkeerden omtrent het lot van
hun echtgenooten.
Te Brondong aangekomen, vond de
Aneta-correspondent hier alles in rep en
roer. Hij trof in de woning van den assis-
tent-wedana te Brondong den assistent-
resident, den regent, den dokter van La-
morgan en verschillende inheemsche be
stuursambtenaren aan.
Kapitein Akkerman was een der eersten,
die te Brondong aankwam, met een ge
wonde dame, die brandwonden had beko
men, terwijl later daar, volgens de lijst
door ambtenaren van het binnenlandsch
bestuur aangehouden, worden aangebracht
de heeren Hudson, Rochester, Polsky, Man-
gelaar Meertens, Franken, Schoevers, me
vrouw Raaff, mevrouw Brandes, mevrouw
Hartman en kind, alsmede de tweede stuur
man de heer Gerdingh, die de reis met de
„Van der Wijck" als passagier meemaakte.
Voorts kwamen te Brondong aan de
stuurlieden Hermse en Verseput, alsme
de de werktuigkundigen van de „Van der
Wijck", de heeren Bax, Geyser, Goossens
en Lolkema, en bovendien de proviand
klerk Turang, de bar-klerk Kaunang en
de lading klerk, de heer Eman.
Voorts arriveerde nog een aantal in
heemsche schipbreukelingen.
De geredde dames werden naar de wo
ning van den assistent-resident te Lamon
gan gebracht, waar mevrouw Beynon, alle
zorgen besteedde om de verschrikten op
haar gemak te stellen. Allen waren buiten
gewoon uitgeput van de doorstane ellende
en inverband met den tijd waarop de
ramp plaats greep zeer summier ge
kleed. Een van de inlandsche schipbreuke
lingen had een arm en een been gebro
ken, doch medische hulp was aanwezig.
Deze werd verleend door den Indischen
arts Koeslan en dr. Rameli uit Toebang.
Verder had dr. Tumbelaka een post inge
nomen bij het overzetveer tusschen Ba-
jak, waarheen een groote autobus van de
marine-luchtvaartdienst af- en aanreed
om de geredden naar Soerabaja te bren
gen.
GROOTE HULP VAN DE INHEEMSCHE
BEVOLKING.
Het aandeel dat de visschersbevolking
van Brondong in het reddingswerk heeft
gehad, mag zonder overdrijving zeer groot
genoemd worden. Zonder hun hulp zou
het aantal dooden aanzienlijk grooter ge
weest zijn, zooals de assistent-resident van
Lamongan, de heer Beynon, verzekerde.
Verschillende vaartuigen namen aan dit
reddingswerk deel, nl. een groote prau
van den inlander Kaslibin uit Blinbing,
waarmede 53 drenkelingen werden opge
pikt. Voorts redde de prauw van den in
lander Sratit 21 menschen, die van Troe-
noredjo 22, die van Mardjiki 17, en die
van Modwie 32 drenkelingen. Een zesde
vaartuig bracht een tafel en een stoel bin
nen.
De telling, door d- ambtenaren van het
binnenlandsch bestuur aangehouden, gaf
aan, dat 22 Europeanen en 117 inlanders
gered waren.
Dit geeft, wat de inlanders betreft een
eenigszins nader getal dan dat door de
redders opgegeven, maar vermoedelijk
waren er enkele inheemsche drenkelingen,
die in de buurt thuishooren, na him red
ding op eigen gelegenheid naar hun wo
ningen teruggekeerd.
Het overbrengen van de geredden uit
de prauwen naar den wal geschiedde on-
de leiding van assistent-resident Beynon
die hierbij bijzondere zorg betrachtte.
Te Brondong, zoo deelde men den Aneta-
correspondent mede, was uiteraard niets
verkrijgbaar wat noodzakelijk was voor
de allereerste behoeften van ,de geredden,
zooals kleeding, voedsel en een plaats
waar de uitgeputte menschen van hun ont
zettende schrik ietwat konden bekomen.
Daarom werden uit Toebang alle beschik
bare auto's gerequireerd om de geredden
zoo snel mogelijk weg te voeren. Het
grootste deel van de drenkelingen werd
via den ouden „Daendelsweg" tot de veer
pont tussehen Ba jak gebracht, waar de
autobus van de marine-luchttvaartdienst
uit Soerabaja gereed stond om hen naar
Soerabaja over te brengen. Enkele gered
den en speciaal de gewonden werden naar
het ziekenhuis overgebracht en wel, langs
eenanderen weg, naar dat te Lambongan.
ROUWBETOON.
Niet alleen van de kantoren van de Pa-
ketvaart, doch ook van die van andere
maatschappijen, werd de vlag halfstok
geheschen als rouw over den geweldigen
ramp.
De havenmeester van Soerabaja, de heer
van den Heuvel, die met verlof was, is met
de eendaagsche teruggekeerd in verband
met een onderzoek, waarbij, behalve het
personeel ook de passagiers zullen wor
den gehoord. Vertegenwoordigers van het
parket zullen deze verhooren bijwonen
ter beoordeeling of er aanleiding bestaat
tot een strafrechterlijke vervolging.
De „Reaal" is gisteravond op de reede
van Soerabaja teruggekeerd, zonder schip
breukelingen, terwijl de torpedoboot-ja
ger „Banckert" sinds gisteren de plaats
van het onheil niet heeft verlaten.
De begrafenis van mevrouw Wisse zal
hedenmiddag te Soerabaja op het kerkhof
te Kembang Koening plaats hebben.
Onmiddellijk nadat de gouverneur-gene
raal het bericht vernam van de ramp, wel
ke het K. P. M.-schip „Van der Wijck"
is overkomen, liet hij door zijn adjudant
van dienst deelneming betuigen aan de
directie van de K. P. M.
De commandant van het Fransche oor
logsschip „Bougainville" betuigde telegra
fisch zijn deelneming aan de regeering,
waarop de gouverneur-generaal telegra
fisch hem dank bracht.
KAPITEIN AKKERMAN STAAT VOOR
EEN RAADSEL.
Verklaringen van den gezagvoerder.
De gezagvoerder van het vergane schip,
kapitein Akkerman, verklaarde heden nog
steeds niet te weten, aan welke oorzaak
de ramp moet worden toegeschreven.
„Ik sta hier voor een raadsel", was het
eenige wat hij kon zeggen. Hij was vol
deelneming over het lot dat den marco
nist heeft getroffen. „En die arme jongen
aan het radiotoestel, die nog heeft getracht
zijn noodseinen uit te zenden, is slachtof
fer geworden van zijn intens plichtsgevoel",
zoo zeide hij met tranen in de stem.
DE MARCONIST, DIE ZIJN PLICHT
DEED.
Ook de dagbladen staan stil bij het tra
gische feit, dat de marconist het eenige
slachtoffer is onder de état-major. Zij wij
zen er op dat wijl Uytermerk op het veld
van eer is gestorven als een mensch, die
RECHTZAKEN
HET O.M. VINDT DAT IN DIT EERSTE
GEVAL EEN FLINKE STRAF MOET
WORDEN OPGELEGD.
Voor den Rotterdamschen kantonrechter,
mr. T. de Jong, is gisteren het eerste ge
val van prijsopdrijving behandeld.
Terecht stond de 31-jarige Duitsche koop
man W. S. K. uit Schiebroek die op 30 Sep
tember te Vlaardingen aan G. v. Toor een
sprei verkocht heeft voor 12.20, terwijl te
voren dit artikel verkocht werd voor
f 9.45, althans voor 9.75, welke prijs ook
in de prijslijst vermeld stond.
Verdachte zeide, dat de prijslijst voor
hem slechts een richtsnoer was bij het
bepalen der prijzen en zeide er zoowel naar
boven als naar beneden van te kunnen af
wijken. De prijs van ƒ9.45 werd dan ook
alleen in rekening gebracht bij groote af
nemers. Voor anderen gold tot 30 Septem
ber de prijs van ƒ9.75. Eigenlijk had de
prijs al 10.45 moeten zijn, maar aange
zien veradchte's reiziger aan Van Toor de
sprei reeds voor 9.75 had aangeboden,
heeft verdachte ten slotte dezen prijs aan
gehouden.
Dat verdachte er toe overgegaan is, den
aanvankelijk genoemden prijs te verhoo-
gen komt, zoo zeide hij, doordat hij slechts
consignatiegoed in huis heeft. Toen dus de
gulden, doordat hij losgemaakt werd van
het goud, gedeprecieerd was, kon verdach
te vooruit weten, dat hij 'n grooter bedrgg
naar de Duitsche fabriek moest zenden.
Eigenlijk was de betrekking tusschen ver-
dachte's zaak en de Duitsche fabriek, die
van een filiaal van de Duitsche zaak, die
te Barmen gevestigd is.
Verdachte merkte op, dat hij in dit ge
val ook bijzondere onkosten droeg, daar hij
de bestelde sprei naar Vlaardingen had
moeten laten brengen waarvan de kosten
zeker 0.70 hadden bedragen.
De kantonrechter: Nu moet u de zaak
niet gaan vertroebelen.
Uw vertegenwoordiger was al lang be
zig met den verkoop van die sprei.
Verdachte zegt ten slotte dat de verhoo
ging met 25 pet. berustte op een order,
welke hij uit Barmen had ontvangen.
De kantonrechter vroeg verdachte of hij
er wel aan gedacht had, dat er buiten zijn
portemonnaie nog wel andere belangen wa
ren en of het niet beter was geweest te
handelen naar de woorden van den minis
ter-president en eerst de zaken eens rustig
af te wachten.
Verdachte zeide de radio-rede van dr.
Colijn niet te hebben gehoord.
De kantonrechter: U heeft er wel voor
gezorgd vooral niet achteraan te komen
met de prijs verhoogingen. Denkt u ook wel
eens aan de belangen van het volk, waar
bij u gastvrijheid geniet?
De agent van politie H. Dijkstra beves
tigde het proces-verbaal, dat hij in deze
zaak heeft opgemaakt.
De timmerman G. v. Toor verklaarde,
dat hij op 30 September aan verdachte te
lefonisch een sprei had besteld Ongeveer
tien dagen te voren i ad de vertegenwoor
diger van verdachte hem deze sprei voor
9.45 aangeboden. Toen had getuige deze
echter niet noodig. Op 30 September had
eerst aan de uitoefening van zijn hoogst
verantwoordelijke taak dacht en die tot het
laatste moment voor het kapseizen van
het schip heeft getracht met andere sche
pen en de vaste wal verbinding te onder
houden, zonder ook maar te denken aan de
steeds benarder toestand, waarin hij kwam
te verkeeren. Hoogstwaarschijnlijk is wij
len Uytermerk met de koptelefoon aan het
hoofd met het schip in de diepte verdwe
nen.
Ongetwijfeld hebben aan hem de vele
geredden hun leven te danken.
Uytermerk, die ongehuwd was, zou op 17
December met de „Dempo" met Euro-
peesch verlof vertrekken.
Hij bereikte den leeftijd van 29 jaar
Zijn ouders wonen te Zwammerdam,
alwaar zijn vader stationschef is.
De overleden marconist bezocht de ge
meentelijke H. B. S. te Leiden, waar hij
het eind-diploma behaalde. Vervolgens
was bij leerling van de school van verlofs
officieren te Kampen, waar hij de graad
van vaandrig behaalde. Daarna legde hij
zich toe op de radio-telegrafie, en deed
met goed gevolg het examen voor radio
telegrafist.
Als marconist maakte hij zijn eerste reis
naar West-Afrika; zijn volgende reizen in
dienst van de Kon. Paketvaart Mij. De heer
Uytermerk was ongeveer 7 jaar in Indië
werkzaam en had reeds eenige malen met
verlof hier te lande doorgebracht.
HET VERHAAL VAN EEN OOGGETUIGE
Een van de geredden, een Engelschman,
verklaarde:
„Ik viel uit mijn cabine en begreep toen,
dat iets niet in orde was. Ik sprong on
middellijk naar de deur, doch deze viel
met een harde slag dicht. Het was eigen
aardig, maar nu herinner ik mij alle bijzon
derheden. In de gang had ik nog ver
schillende andere menschen ontmoet. Ik
greep een reddingsboei en sprong in zee.
In zee draaide ik mij om op mijn rug en
zag het schip zinken. Eenige oogenblikken
later kon ik mij aan een bank vastgrijpen.
Later werd ik door inlanders opgepikt. Op
zee had ik mijn pyama-pantalon verloren,
maar ik kreeg van mjjn inlandsche redders
een sarong om om te doen.
Zij namen een houding aan van „maloe"
(verlegen) te zijn, alsof zij aan het ongeluk
schuldig waren.
Het zeewater was vettig van de olie,
ik geloof, dat dit de reden was dat zich
geen haaien in de buurt bevonden."
getuige een sprei van ƒ9.45 besteld. Dit
prijskaartje hing er ook aan, maar op de
factuur was een prijs van 12.20 inge
vuld. Getuige meende, dat dit prijsopdrij
ving was.
Requisitoir a
De ambtenaar van het O. M., mr. W. C.
baron van Dedem, zeide in zijn requisitoir,
dat men hier met iets geheel nieuws te
doen heeft. Zelfs in de mobilisatie jaren
heeft men geen wet gehad om onredelijke
prijsverhoogingen tegen te gaan. Het ge
volg is dat de jurisprudentie over de wet
thans nog moet worden gemaakt. Een groo
te moeilijkheid voor het O.M. is de om
schrijving van het feit. Spr. vleit zich met
de hoop, dat de door hem uitgebrachte dag
vaarding zal worden aangenomen.
Prijsopdrijven, zegt spr., is een niet re
delijke prijsverhooging in verband met de
waardedaling van den gulden. In dit ge
val had men een sprei, die voordat de gul
den gedeprecieerd werd 9.45 kostte. Na
dat de gulden losgemaakt was van het goud
heeft verdachte 25 pet. op dezen prijs ge
legd. Hij deed dit op 30 September, toen
nog niemand wist hoeveel de depreciatie
van den gulden zou bedragen en naar spr.'s
meening was verdachte tot een dergelijke
verhooging niet gerechtigd. Immers een
percentage van 25 pet. is nooit bereikt ge
worden. Hieruit blijkt al, dat hier prijsop
drijving is en die meening wordt nog ver
sterkt door de wijze van berekenen. Im
mers verdachte heeft zich in het geheel
niet gehouden aan de richtlijnen die de
minister gegeven heeft.
Dit is het eerste geval van prijsopdrij
ving, dat in dit kanton wordt behandeld.
De gewoonte is dat „proefkonijnen" niet al
te hardhandig behandeld worden. In dit ge
val gaat die stelregel echter niet op. Hier
is het noodzakelijk om onmiddellijk een
behoorlijke straf op te legen, ten einde het
aan ieder duidelijk te maken, dat het de
wensch van den wetgever is geweest, dat
men zich aan de wet zal houden. Spreker
eisch dan 50 boete subs. 20 da
gen hechtenis.
De kantonrechter zal Vrijdag a.s. vonnis
wijzen.
„N. R. Crt."
HAAGSCHE RECHTBANK.
De verduistering bij de Ned. Herv. Kerk
te 's-Gravenhage.
De Haagsche Rechtbank heeft uitspraak
gedaan in de zaak tegen den 63-jarigen as
suradeur E. G. van H., gedetineerd, gewe
zen regent-boekhouder der Nederduitsch-
Hervormde gemeente te 's-Gravenhage, te
gen wien wegens verduistering van een be
drag van ongeveer 65.000, dat hij in voor
noemde functie onder zich had, een jaar en
zes maanden met aftrek van de voorloo-
pige hechtenis is geëischt.
Verdachte werd veroordeeld conform den
eisch met aftrek van drie maanden voor-
loopige hechtenis.
MAKELAAR EN BAKKER WEGENS
OPLICHTING VEROORDEELD
Zij hadden een juffrouw uit Heerlen voor
500 benadeeld.
De Amsterdamsche Rechtbank veroor
deelde vandaag een makelaar en een bak
ker wegens oplichting resp. tot anderhalf
jaar gevangenisstraf met aftrek van voor
arrest en negen maanden gevangenisstraf.
Het tweetal had in een Limburgsche
courant een advertentie geplaatst, waar
bij een depothouder voor een broodfiliaal
werd gevraagd. Een juffrouw uit Heer
len ging op het fraaie aanbod van de
beide verdachten in en betaalde 500 borg
tocht. Van het broodfiliaal kwam echter
niets en de juffrouw was haar geld kwijt.
De makelaar had bovendien nog 1000
verduisterd ten nadeele van een cliënt. Het
O.M. had resp. anderhalf jaar en een jaar
gerequireerd.
KERKSCHENNER EEN JAAR ACHTER
SLOT.
De inbraak in de Monica-kerk te Utrecht.
Dinsdagmorgen heeft de Utrechtsche
rechtbank uitspraak gedaan in de zaak te
gen den 27-jarigen bankwerker M. uit
Utrecht, die veertien dagen geleden had te
recht gestaan wegens,het plegen van een
heiligschennende inbraak in de St. Monica-
kerk aldaar.
De rechtbank veroordeelde verdachte tot
een jaar gevangenisstraf.
De officier van Justitie had acht maan
den geëischt.
LUCHTVAART
AMY MILLISON MOET EEN
NOODLANDING MAKEN.
Zij loopt lichte kwetsuren op.
De bekende aviatrice Amy Molliso is
op een solovlucht van le Bourget naar
Croydon in den mist verdaald. Zij maakte
een noodlanding op een land bij Ghesfield
in het graafschap Kent in Engeland. Haar
toestel werd ernstig beschadigd. Zij zelf
liep enkele schrammen op aan het gelaat
en een lichte wond aan haar schouder. Zij
kon evenwel na verbonden te zijn per auto
naar haar huis gaan.
JAPANSCHE VLIEGBOOT TERECHT.
De Japansche admiraliteit heeft medege
deeld, dat de acht koppen tellende beman
ning van de vliegboot, welke gisteren als
vermist werd opgegeven, op Gasjima, een
klein eiland op 50 mijl ten Zuiden van
het eiland Hatsjijo, is aangetroffen. De
vliegboot was wrak geslagen en gezonken.