Weg uit de hel van Barcelona DONDERDAG 17 SEPTEMBER 1936 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. S Spr. is verheugd te zien, dat het Dage lij ksch Bestuur uit nagenoeg dezelfde per sonen is samengesteld, die zich bij de eer ste poging in deze richting tezamen aan gordden, om te bewijzen dat een vee- en zuiveltentoonstelling geen droombeeld be hoefde te blijven in Leiden. Incidenteel be wijst dit dat, de groote en zeer bijzondere moeilijkheden die het pogen van verleden jaar zoo verzwaarden, het vertrouwen in die leiders allerminst heeft geschokt en zijvelzen den moed niet heben verloren. En nu hij toch over dit Dagelijksch Be stuur sprak wilde hij niet nalaten de drie voornaamste functionarissen, de heeren Bonda, de Gooyer en Sloos te danken en te loven voor hunne belanglooze groote toewijding, die naar wij allen hopen, rijke lijk beloond moge worden Ook den directeur van den Markt- en Havendienst, den heer Mennes, bracht spr. hulde voor zijn medewerken Wat het sportieve element betreft, wilde spr. er zijn vreugde over uitspreken, dat wijder in Leiden bezitten een zoo groot en sportief beminnaar van de paarden sport als den heer Sloos. Hij is wel de ziel en de bezieler in alle opzichten van de groote attractie voor dien middag, het rui terfeest. Met spanning en vertrouwen zag spr. dat hoogtepunt tegemoet. Verder zeide spr. dat de tentoonstelling in Leiden hartelijk welkom is. De boeren, dit eigenaardig deel van onze samenleving, zijn te Leiden zeer gaarne geziene gasten. De boerenstand vormt inderdaad een stand op zich zelve met eigen aard en karakter. Er is een verschil tusschen een boer en een stadsbewoner en dat verschil is zoo in het oogspringend en tevens zoo verklaar baar, dat er van een vermenging, van een vereenzelviging der beide soorten wel nim mer sprake geweest is of zal zijn. Het gevolg is geweest, dat in het spraak gebruik, dat wel voornamelijk in de stad zijn oorsprong vindt, de boeren het er niet zoo best afbrengen. Vele stedelingen vinden den boer wantrouwend, waar het den om gang met hen aangaat; zij vinden hem vast houdend op penningen en ten aanzien van oude gewoonten en methoden. Zegt men niet „een boerendozijn", is dertien of elf al naarmate hij neemt of geeft; of „een boer van een jaar of van honderd is het zelfde"? Men vindi dat zij teveel klagen en ik denk aan de uitdrukking: een boer en een varken zijn gelijk: ze worden al knor rende vet". Zeggen we niet, dat iemand die onze stadsmanieren niet verstaat, dat hij wat boersch is? Ge ziet er worden den boer door den waanwijzen stedeling heel wat eigenschap pen van minder vleienden aard toegedicht. Toegedicht, want ik houd het voor voor oordeel, voor boerenbedrog. Ik heb het voorrecht veel boeren goed te kennen en ben hen gaan hoogachten en acht mij ge lukkig onder hen vele vrienden te tellen en aLs ik geen Burgemeester van de goede stad Leiden was, zou ik niets liever zijn dan een goede boerenburgemeester! Die standvastige, ijverige kerels, opge wassen tegen wat hardheid en tegenspoed, vrij van pretenties en van waanwijsheid, zij vormen een stand in den lande, waarop te bouwen valt en die meer dan eens een echte steun bleek voor orde en voor Oranje. Wanneer ze al aanstoot nemen mochten aan dat misplaatste oordeel van den ste deling, laten ze dan maar denken: het zijn dé slechste vruchten niet waaraan de wes pen knagen! Die twee soorten landgenooten zullen wel naast elkaar blijven bestaan en ieder hun eigen ontwikkelingsgang volgen. En toch kunnen zij elkaar onmogelijk missen, al thans blijft de stadsmensch wel zeer af hankelijk van den landbouwer en zijn pro ducten en heeft omgekeerd de boer heel wat te danken aan gemeentelijke samen- evmgen, hare industriën, weïenachap^. t«ke prestaties en economische organisa- aL.Vdnno dan °°k dat '^bouwdag als door Uwe jonge vereeniging ineengezet aldns spr„ welkom is aan Le/den's bmgÏ rij, wier welvaren nauw betrokken is bij fand wT Van„de b°eren uit het lend. Welkom, omdat het ons belang in boezemt te zien wat resultaat gij met uwe steeds verbeterende inzichten bereikt Wel kom, js ook hoop ik voor U landbouwers deze gelegenheid om met elkaar te wed ijveren wie in de eenzaamheid van de boe renhoeve de voortreffelijkheden van uw vee of uw zuivelproducten het hoogste wist op te voeren. i-r°°te declneming. de zeer talrijke inschrijvingen, doen van de vee- en zuivel tentoonstelling 1938 de hoogste verwach tingen koesteren en ik verklaar dan ook, met de beste vvenschen voor haar succes, deze tentoonstelling voor geopend. Toespraak weth. Verwey. De heer M. G. Verweij, wethouder van Financiën en van het Marktwezen, die hierna het woord verkreeg, uitte zijn vol doening over het feit, dat deze tentoon stelling als geslaagd mag worden be- schouwd. Spreker was er over verheugd, dat de tentoonstelling getuigenis aflegde van de toewijding van het platteland voor de ge meenschap. Hij was ervan overtuigd, dat n dergelijke tentoonstelling veel kan bij dragen tot het nivelleeren van het ver schil tusschen stad en platteland. Daarna wees spr. er met voldoening op, dat de tentoonstelling in Leiden wordt gehouden. Met de beste wtnschen voor de tentoon stelling besloot weth. Verwey zijn toe spraak. De heer Verhoeven spreekt. De heer ir. P. Verhoeven uit Den Haag sprak vervolgens als vertegenwoordiger van den Minister van Landbouw en den Directeur-Generaal van den Landbouw, bpr. uitte zijn erkentelijkheid voor de woorden van den voorz. aan him adres. Hij prees Leiden gelukkig, dat er on danks de tegenslagen van het vorig jaar toch weer 'n zoo groote tentoonstelilng kon georganiseerd worden. Spr. besloot met den wensch, dat deze tentoonstelling er toe zou bijdragen, dat de veehouderij erin zou slagen de best reiken resultaten in de toekoi§st te be- Toespraak Kamerlid v. d. Weijden. De heer M. P. v. d. Weijden wees erop, dat de vorig jaar geuite wensch, dat deze tentoonstelling onder beter economische omstandigheden zou worden gehouden met in vervulling is gegaan. Niet ontkend kan worden, dat hier en daar op sommige momenten eenige ver betering intrad, maar fel woedt nog om ons de storm, die crisis heet. Zwaar beu ken nog de golven der nivelleering en der aanpassing het bestaan der bodemprodu centen. Het valt ontzaglijk moeilijk om stand te houden en het is een bijna onmogelijke taak het hoofd te bieden aan den druk die de bodemproducent reeds zoo lane te verduren heeft. Zoo menigeen heeft reeds den strijd te gen den storm moeten staken wijl de last hem te zwaar drukte. ^en ma&. aldus spr., nooit vergeten, achter elk bedrijf staat een onderne mer een mensch met zijn gezin en een groot aantal arbeiders. Men moet zich doordringen van het feit, dat het met voldoende ia als het b ed r ij f maar blijft bestaan. De technische vervol making der bedrijven wordt steeds groo- ter evenals de superieure kwaliteit der voortgebrachte producten, maar tegelijk moet men constateeren, dat voor de vort- brengers geen bestaan overblijft Het leven stelt ons telkens voor para- doxen en contraducties. Tal van oorzaken zijn schuldig aan den huldigen abnormalen toestand en alleen b^ngten"SVerbet0ring lee" uitkomst Het verheugt spr. daarom, dat het be stuur wederom het initiatief tot deze ten toonstelling heeft genomen. Het komt er immers ook op aan, dat men zijn kracht weet te behouden en geen fatalist worde. Deze tentoonstelling kan er ook toe bij dragen den bodemproducent de plaats te verzekeren, welke hem toekomt. m klein voor de gezinshuis houding van den enkeling, is in 't groot van toepassing op onze volkshuishouding J. W. BONDA, Tentoonstellings-voorzitter. in 't geheel. De grondslag voor de materieele wel vaart niet alleen van de bezittende klasse, maar ook van de kleine onderne mers en alle loontrekkenden in wel ken vorm dan ook, ligt in de hoeveelheids- waarde van producenten in diensten, die het bedrijfsleven voortbrengt. Dit teekent zich duidelijk af in onze handelsbalans, die de laatste jaren voort durend passief is. Alle middelen, welke kunnen bijdragen om het bedrijfsleven op rendabelen basis te brengen, moeten ter hand genomen wor den. Of het handhaven van een reclame- post van 20 millioen voor boter naar Ame rika, in Engeland uit te voeren ver onder den kostprijs, daartoe een doeltreffend en geëigend middel is, wilde spr. buiten be schouwing laten. Een der middelen echter Ic het leveren van een zoo superieur mogelijk product. Een der middelen is ooi: aan dit superieure product een zoo groot mogelijke bekend heid te geven in binnen- en buitenland. Moge deze tentoonstelling, aldus besloot spr., volledig slagen tot heil van onzen land- en tuinbouw, tot voordeel ook van den middenstand der stad Leiden en om geving. Onze land- en tuinbouwers zijn noch door hun intellect, noch door him werk kracht, noch door hun taaie volharding minder dan waar ter wereld ook. Spr. wilde dus hopen, dat zij mede door deze tentoon stelling en verder door kostenverlagende maatregelen der Overheid liefst spoedig weer tot een rendabel bedrijf kunnen ko men. De heer Bonda dankte hierna de verschil lende sprekers en noodigde allen uit de tentoonstelling te gaan bezichtigen. DE TENTOONSTELLING. In lange rijen stond Holland's roem, het schoone vee, welverzorgd door den boer, genummerd door het tentoonstellingsco mité.... onder het oog van den toeschou wer, onder het onderzoekend oog vooral van de jury. Groninger zwart blaar en zwart bont Hollandsch veeslag, het eerste ten getale van 325, het tweede met 215 inzendingen, gaven beide prachtige inzendingen te aan schouwen. En daarnaast, in weer andere rijen ston den of lagen de varkens, schapen en geiten, het slacht- en handelsvee, tezamen meer dan duizend nummers bedragend. Kenners en deskundigen op veeteeltge- bied zochten de mooiste exemplaren uit, monsterden met aandacht en bespraken de kwaliteits-inzendingen en zoo verstreek de ochtend. Intusschen was er ook op andere deelen van het tentoonstellingsterrein bedrijvig heid. In het Zuivelhuis werd de kaastentoon stelling gehouden, waar Leidsche en Goudsche kaas, alle in een zelfde tijdvak bereid den toets der critiek had te door staan.Hetzelfde vond plaats op de expositie van den Kaasdag welke op 15 Juni op de boerderijen is vervaardigd. Ir. W. J. Huisman, rijks-zuivelconsulent voor Zuid-Holland te Gouda, hield te 12 uur een bespreking over de ingezonden kaas, terwijl onder leiding van mej. v. d. Linde, zijn assistente te 10 en 11 uur de bereiding van Goudsche en Leidsche Kaas had plaats gehad. Een en ander heeft zich vele belangstellenden getrokken. Voorts waren er wedstrijden in het vee- beoordeelen en het melken, zoodat de och tend wel zeer druk bezet was EEN SPAANSCH PRIESTER VER TELT ZIJN AVONTUUR LIJKE VLUCHT. Tijdens het Katholiek Congres te Mechelen werd een K.W.P. Redac teur in de gelegenheid gesteld om kennis te maken met een Spaan- schen Priester, die uit Bercelona is weggevlucht en die thans in de serene rust van een Belgische Ab dij herstel voor zijn geschokt ze nuwgestel hoopt te vinden. Wij laten thans den Spaanschen vluch teling aan het woord: Revolutie was in 't zicht. „Verschillende dagen voor het uitbreken ken van den opstand heerschte er in alle wijken van de groote stad Barcelona een gevaarlijke opwinding onder de arbeiders. Groote aanplakbiljetten tegen de muren en op de straten noodigden de proletariërs uit, om deel te nemen aan de algemeene sta king. Toen brak het oproer los. Ondanks de nervositeit van het volk, had niemand een dergelijke uitbarsting verwacht. Op 18 Juli verlieten de troepen, die nog voldoende betrouwbaar waren, de kazerne's en weinige oogernblikken later stormden zij door de straten en over de pleinen der stad, terwijl zij voortdurend krakende sal vo's afgaven; vooral de cavallerie der Na tionalisten leed groote verliezen. In de eer ste dagen werd er een ware veldslag gele verd, en werden verschillende gebouwen gebombardeerd. De opstandelingen zouden ongetwijfeld meester zijn gebleven, als de soldaten hun officieren niet in den steek hadden gelaten en niet waren overgeloopen naar de regeering, die hun amnestie be loofde voor hun opstandigheid, als zij zich onmiddellijk overgaven. Het volk was zeer enthousiast over de overwinning van het Volksfront; terstond maakten de arbeiders zich meester van de kazernes, die nog vol wapens en am unit ie waren; alle militairen werden gevangen genomen, terwijl Gene raal Goded en zijn adjudant ter dood ver oordeeld werden. Op 18 Juli brak de alge- meene staking uit in alle bedrijven. Er wer den plaatselijke Sovjets opgericht, en alle werklieden van socialistische vakvereeni- gingen en ook de Katholieke arbeiders wer den gedwongen de wapens op te nemen, en op wacht te gaan staan op de groote we gen en in schuilplaatsen. Van uit Barcelona gingen de Sovjets en duizenden gewapende soldaten naar de om liggende gemeenten, en op 20 Juli zag men nu hi«r en dan daar de vlammen van èen brandende kerk omhoog stijgen. Men kan zeggen, dat vanaf de laagvlakte tot op den top der bergen, overal waar de Marxisten baas waren, haast geen enkele kerk ge spaard bleef. Dit neemt niet weg, dat er in het Volksfront ook verschillende gematig de partijen waren, zooals de „Accio Cata- lana", de „Esquerra" en de „Estat Catalana".. Ook in de Catalaansche regeering waren meerdere leden, die de gruwelen veraf schuwden, maar het was onmogelijk iets daartegen te doen. De Iberische Anarchisti sche Federatie, de Communisten en de So cialisten hadden zich meester gemaakt van alle mogelijke bevoegdheden, en men kon niets anders doen, dan de extremistische bevelen uitvoeren. Eerst de kerk in brand Op 20 Juli kwamen gewapende leden van de Sovjets en leden van le Roode Militie naar ons dorp: onmiddeIÏÏ?k gingen ze naar de kerk. Wij hadden geen oogenblik tijd te verliezen; zoo snel mogelijk verlieten wy de pastorie, en als boeren verkleed hielden wij ons verborgen in een particuliere wo ning. Toen de Communisten benzine had den uitgegoten over het altaar en de ban ken, werd de kerk in brand gestoken, even als het Rectoraat, de Bibliotheek enz. Tenslotte moesten wij vluchten, want herhaaldelijk was ons leven in gevaar; toen wij hoorden, hoe de toestand in Bar celona en in de hoofdstad was, begrepen we, dat niet vluchten gelijk stond met ver moord te worden. De soldaten hadden tot wachtwoord gekregen: alle kerken ver woesten, de priesters, monnikken, zusters, bekende rechtsche politici en alle katholie ken die tot de bezittende klassen behoor den, te vermoorden! Eerst gingen wij naar de bosschen en de bergen in de omgeving, daar wij meenden, dat het slechts een kwestie van enkele da gen zou zyn. Wij vonden nog anderen, die zioh daar verborgen hadden; priesters en goede katholieken. Maar de opstand duurde langer dan wij hadden gedacht, en daar het zeer moeilijk was om aan eten te komen, besloten wij te vluchten ieder op de manier, die hem het beste toescheen; ik nam afscheid van mijn vrienden, en maakte mijn reisplan op. Ik had een gids bij me, een sterke kerel die voor levensmiddelen had gezorgd en samen liepen we acht uur lang door uitge strekte bosschen en woeste bergstreken, totdat wij uitgeput bij een Sanatorium aan kwamen. Slechts enkele rustige dagen brachten wij hier door, want spoedig kwam de Roo de Militie ook hierheen, om de kapel en het altaar te verwoesten. Wij waren ons leven niet langer zeker en moesten dus een andere oplossing zien te vinden; we beslo ten dus naar Barcelona te gaan en te trachten daar onopgemerkt te blijven. Met een bewijs van den dokter van het Sanatorium dat ik ernstig ziek *vas, slaagde ik er met veel moeite in een pas van het Sovjet-Comité te krijgen om naar Barce lona te gaan. Ik was als boer verkleed, maar mijn handen waren niet ruw en niet vuil genoeg en dat zou me by na noodlot tig zijn geworden. Het was ook te gevaar lijk voor mij, om bij mjjn familie te ko men, zoodat ik mij in een vertrouwd pen sion verborgen hield. Van daaruit stelde ik my in verbinding met myn broers, die al hun invloed bij de regeering aanwendden, om voor mij een paspoort te verkrijgen, waarmee ik tenslotte de grens zou kunnen Dereiken. Op 21 Augustus vertrok ik met een vlieg tuig van de Air France uit Barcelona naar Perpignan (Fr.) waar bevriende mensch en mij eenig geld leenden, om een telegram te zenden naar een kennis in België. Deze stelden mij in staat om naar hun land te komen, waar ik nu in deze stille abdij de gastvrijheid geniet van goede vrienden. Toen werd de donkere Spanjaard stil en er blonken tranen in z'n oogenZonder nog iets te zeggen stond hij op, drukte mij hartelijk de hand en snelde.... naar bui ten. Zijn leed was hem te machtig gewor den Bravo1 Het woord „bravo" wordt in de samen leving herhaaldelijk gebruikt. We hooren het vaak zeggen (of schreeuwen!) by voetbalwedstrijden, wanneer de lievelings club een doelpunt maakt, wanneer iemand eengoocheltoer met succes uitvoert of een voordracht doet, wanneer een hardlooper het eerst over de eindstreep is; ja, we hooren het bij allerlei gelegenheden. Wat het woord eigenlijk beteekent, zul len velen waarschijnlijk niet weten. Een nadere verklaring ervan volgt hier. Bij het uitspreken van 't woord „bravo" leggen we, evenals by de gebruikelijke woorden „hoera" en „hoezee", den klem toon op de laatste lettergreep. De Franschen, die dit woord van de Ita lianen hebben overgenomen, zijn er mee begonnen, om 't op bovengenoemde ma nier uit te spreken; en wij hebben het uitspreken er van aldus van de Franschen overgenomen. Maar dat wil nu niet zeg gen, dat die uitspraak goed is integen deel. Volgens de Italiaansche uitspraak is de onze op z'n zachtst gezegd: foutief. De Italianen spreken dan ook niet van bravó, maar van bravo; dat klinkt heel anders. Het woord bravo heeft in de taliaansche taal twee beteekenissen. In 't eerste geval kan het een bijvoeglijk naamwoord zijn. Dan beteekent het: flink, knap, dapper, moedig, enz. In 't tweede geval, als het een zelfstandig naamwoord is, beteekent het: vechtersbaas, of: omgekochte sluip moordenaar. Als toeroep van bewondering wordt het natuurlijk als bijv. nw. gebruikt terwijl het dan beduidt: „flink zoo, dappere!" Nu kan een vrouw zeer zeker óók dap per zijn. In dat geval roept de Italiaan in zijn bewondering haar toe: „brava", dat is de vrouwelijke vorm van het bijv. nw. Losse nummers van DE LEIDSCHE COURANT zijn verkrijgbaar bij: Sigarenmagazijn „IN SUL IN DE" Heerenstraat 2 Sigarenmagazijn J. G. v. ZWIETEN v. d. Waalsstraat 1 Sigarenmagazijn SOMERWIL Hoogewoerd 24 ZANDVLIET's Boekhandel Haarlemmerstraat 117a KIOSK, Prinsessekade Bureau DE LEIDSCHE COURANT Papengracht 32. TWEE BESTE MELKKOEIEN op de VEBO-tentoonstelling te Leiden wilden tijdens het melken niets van onzen fotograaf weten. DE VEBO-TENTOONSTELLING TE LEIDEN. De Burgemeester ziet belangstellend toe bij het maken van kaas.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 8