Vreugde in de residentie. Nu de oogst .binnen' is, heerscht er weer levendige Maaike, de aap in den Haagschen Dierentuin, heelt last van tropische Te den Helder had Vrijdag de beêediging plaats van de nieuwe officieren handel op de Groningsche Korenbeurs. Commissionnairs waardoor hll hot hod moet houden der zeemacht door den commandant der marine vice-admiraal T. L. Kruys en landbouwers komen met hun monsterzakjes ter beurs x,eKte' waarc3oor n,J het Ded moat 3)e H. K H. Prinses Juliana en Prins Bern- hard brachten Vrijdag een bezoek aan het gebouw van het Roode Kruis te den Haag, waar zij door het hoold- bestuur hartelijk ontvangen werden Het afscheid tusschen vader en kind bij het vertrek der Engelsche soldaten uit Southampton naar het Oosten De burgemeester van Alkmaar, jhr. mr. F. H. van Kinschot, kwam Vrijdag, vergezeld van twee kaasdragers, op een versierde berry Alkmaarsche kaas r aan H. K. H. Prinses Juliana en Prins Bernhard ten paleize Noordeinde aanbieden FEUILLETON ZIJN LAATSTE AVONTUUR Humoristische Roman van JOH. BRAND. (Nadruk verboden). 25) De geweldige motoren lieten een loeiend geluid hoor en. Dan een schot! Af! In een oogwenk waren <ie wagens weg; zij raasden over de breede baan. Een paar seconden lang schenen zij tot één lange lijn ineen te smelten, toen niets meer. Over de verlaten startplaats lag zwaar in de zwoele lucht een wolk van stof en bezinedampen. Het knetteren der moto ren verloor zich in de verte. Even bleef het stil, hoorde men slechts het geroeze moes van stemmen, tevreden uitlatingen over dezen fraaien start, welke voor het verloop van den strijd het beste deed ho pen. Toen zwol het geronk der motoren reeds weer aan en onder een oorverdoo- vend geraas suisden de wagens voorbij. De groote cijfers waren slechts met moeite te lezen. De vijf, slechts een ondeel baar oogenblik te onderkennen, lag met drie concurrenten op dezelfde hoogte. Bij de volgende ronde was de stand niet gewijzigd. Slechts tusschen de hoofdgroep en de andere deelnemers was de afstand iets grooter geworden. Rolf zat kalm achter het stuur. Zijn ze nuwen, die hem aanvankelijk even ge plaagd hadden, lieten hem nu met rust Hij had reeds spoedig bemerkt met gelijk waardige tegenstanders te doen te hebben, zoodat slechts de. uiterste zelfbeheersching zou kunnen voorkomen, dat hij zich in de zen strijd, waarbij het om onderdeelen van seconden ging, door meerdere routine van andere rijders zou laten overtroeven. Met alle energie, waarover hij beschikte, on derdrukte hij de „plankenkoorts", die een belangrijke handicap voor hem dreigde te zullen worden Zijn sterke wil kampte tegen de meer dere tactische en technische ervaring der anderen, zijn hersens werkten met koorts achtige snelheid en niet de geringste po ging van zijn tegenstanders om uit te loopen kon zijn aandacht ontgaan. Ingespannen luisterde hij naar het klop pende hart van zijn motor. Hij voelde den snellen polsslag van de machine in zijn vingertoppen op het stuur en in zijn tas tenden voet, die op het gaspedaal rustte. Hij voelde, dat hij één was met zijn wa gen en dat gaf hem het noodige zelfver trouwen. Nog had geen der deelnemers ook maar een centimeter afgestaan. Het was, alsof zij door een onzichtbaren keten aaneen- geklonken waren. Voor de vierde en daarna voor de vijf de maal suisden zij de tribune voorbij. Het geronk en geloei der motoren ver mengde zich onhoorbaar voor de rij ders met de steeds luider opbruisende aanmoedigingskreten der toeschouwers. De gelijkwaardigheid der deelnemers aan de zen razend en rit bracht het duizendkoppige publiek tot laaiend enthousiasme. Nu, in de groote bocht, suisde met een onverwachten sprong, een wagen aan Rolf voorbij om den kop te nemen. Onweer staanbaar trok hij verder. Rolf trachtte er zich aan vast te klampen, maar reeds spoe dig lagen er eenige meters tusschen zijn wagen en den man voor hem. De beide an deren, door den onverwachten aanval ver rast, geraakten nog meer achterop. Maar zij wisten zich spoedig weer aan te sluiten bij Rolf. Een dolle jacht begon. In deze verandërde volgorde daverden zij weer langs de tribunes. Mabel spande zich in om in den wolk van benzinedamp en stof de nummers te onderscheiden. Hij blijft achter, riep zij opgewonden. Henry krampachtig bij den arm grijpend. Vooruit!Vooruit! brulde deze, met handen en voeten zwaaiend en trap pend, alsof dit er toe zou kunnen bijdra gen de energie van den Universalwagen nog wat op te voeren. Ook Alice werd door een nerveuse on rust aan gegrepen. De wedstrijd was voor deze drie Amerikanen een persoonlijke aangelegenheid geworden. Slechts Caroli ne wist haar kalmte te bewaren. Hij heeft gelijk, zei zij vinnig. Het is levensgevaarlijk, zooals die menschen rij den! Maar niemand lette op haar. In nog steeds stijgende spanning staar den de anderen naar dat punt van de baan, waar de renners weer zouden opdui ken. Nu werden zij zichtbaar. Alle vier de wagens dicht achter elkaar. De geopende tusschenruimte was verdwenen. In geslo ten colonne trokken zij voorbij. Nog eenige ronden slechts en de strijd was ten einde. De uit de menigte opstijgende aanmoe digingskreten namen nog toe en gingen langzaam over in één langgerekt geloei. Burgemeester Lorenz werd nu met een schok wakker. Wat hadden die menschen in hemelsnaam? Waren ze allen krank zinnig geworden? Waarom lieten zij een vreedzaam medeburger niet rustig sla pen? Met kleine, slaperige oogen staarde hij stompzinnig voor zich uit. Een idylle temidden van den bulderenden storm. Rolf hield zijn blik onafgebroken op den voor hem rijdenden wagen gericht. Waar om vocht die man zoo wanhopig om voor te blijven? Wat had hij te winnen? Een bedrag aan geld, goed! Roem en eer goed! Maar wat beteekende dat alles tegenover den prijs, dien hij zelf najoeg? Hij reed om den geheelen inhoud van zijn leven. Die andere kon een volgende maal verbe ren, wat hem vandaag niet gelukte. Voor hem bestond slechts één overwinning of één nederlaag voor altijd. Zeker, de betrek king bij de firma, die hem een behoorlijk inkomen verschafte, zou hem niet ont gaan, ook niet, wanneer hij als tweede of derde de eindstreep zou passeeren. Maar dat was hem onverschillig. Als overwin naar, als man van den dag, moest hij voor Mabel kunnen verschijnen, bij den eersten aanval moest hij haar veooveren, wilde zij hem kunnen vergeven, dat hij haar zoo lang bedrogen had. Merkwaardig, peinsde hij, dat mijn ge dachten zoo helder zijn! Dat ik zoowaar nog aan iets anders denken kan dan aan den gang van den motor, het gaspedaal en het stuur! Ik ben dus nog niet aan het eind van mijn krachten. De laatste bocht kwam in zicht. Nu of nooit! Met zachten drang stuurde hij den wa gen iets naar rechts. Nu hoog de bocht in! De beide achter hem rijdenden benut ten het gunstige oogenblik en sloten zich in een minimum van tijd bij den voorste aan. Voor Rolf was er nu geen plaats meer tusschen hen in. Als het hem niet gelukte voorbij te komen, dan was hij uit geschakeld. Hij had het midden van de bocht be reikt. De baan begon reeds weer af te loo pen. Toen zette hij plotseling aan. Als met een sprong schoot de wagen vooruit, daar bij gesteund door het hellende trrein. In een vlakken boog gleed hij naar de rech terzijde van de eerste auto. Parallel met deze raasde hij voort. De koelers waren op gelijke hoogte van elkaar. Met taaie energie haalde Rolf het laat ste uit zichzelf en uit zijn machine. Lang zaam wist hij terrein te winnen. Centime ter na centimeter. Op de tribune en langs de baan rekte men de halzen om toch maar niets van het interessante schouw spel, dat deze verbitterde strijd bood, te missen. Rolf klemde de tanden opeen. Zijn slapen bonsden en zijn lichaam strekte zich onder de pijnlijke spanning van zijn spieren. Maar onweerstaanbaar drong hij zich naar voren. Steeds meer bleven de an- dern achter. De schier onuitputtelijke drijfkracht van zijn ijzeren wil zegevierde. Met vier lengten voorsprong ging hij als eerste door de finish. Eenige honder den meters liepen de wagens nog door, eer zij tot stilstand konden worden gebracht. (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 9