DE LEIDSCHE COURANT Attentie. De volgende week beginnen we aan een nieuw vervolgverhaal, door mij voor de grooteren onder onze lezers geschreven. Het geeft de geschiedenis van twee Gra venzonen. wier karakters zoo verschil lend zijn, als de plannen, die ze voor zich zelf vormen. De eene is een geboren leider, een edel man In de ware zin van het woord en naar den ouden stempel gevormd; de andere is meer avontuurlijk aangelegd en geeft geen zier om wat men noemt traditie en con ventie. En tochmaar meer vertel ik er niet van. Bewaar deze nummers en lees het lat'-** nog eens in zijn geheel over. Ik wed, gij zult er geen spijt van hebben. Van veel lezers van „De Residentiebode", Den Haag, waar dit verhaal voor het eerst geplaatst werd, ontving ik tal van brieven met woorden van waardeering en lof. Zie de volgende week! Oom W i m. CORRESPONDETIEN. Jotje van E ij k, A 39, Langeraar. Ja Jotje je verjaardag heb je zeker te vergeefs gezocht. 13- heb je brief te laat ontvangen. Ik schrijf geregeld: „wie zijn of haar naam in deze lijsten wil opgeno men zien, schrijve me minstens 14 dagen voor den verjaardag". Hoor je wel, min stens 14 dagen! Dit schrijf ik nu ook nog eens voor anderen, die ook niet aan dit „minstens" denken. Nu is je verjaardag genoteerd. Dag Jotje! Groet je ouders van me! Dora Kniest, Oegstgeest. Die 9 was ook wel verdiend! Mijnheer had zooals altijd groot gelijk! Ja zeker, heb ik die grot gezien? Mooi is ze ook geloof ik, daar ze „natuurgetrouw" is na gebootst. Da,. raadseltje zal ik eens bewa ren voor later als we den wedstrijd achter den rug hebben. Dag Dora! Groet vader en moedertje van me en alle jonge Neef jes en Nichtjes! Voor jou de hand. Het opstel wordt geplaatst. Zie vandaag! O Aug. Bö.ting, Wassenaar. Wel mijn beste jongen, jij heb je verjaardag te laat ingestuurd. Nu zijn alle namen ge noteerd, wil zeggen de namen van school gaande kinderen, waarvoor deze lijst be stemd is. Dag August! Groet vader en moeder van me en ook de zusjes niet ver geten. Meedoen met den wedstrijd! Leonietjev. d. Berg, Wassenaar Zoo, Goudblondje, hoor ik ook eens wat van jou! En heb jij op je bed zoo'n mooi gedichtje gemaakt! Maar kind, hoe heb ik het nu met je? De nacht is om te slapen! Weet je dat wel? Maar om je niet te ont moedigen en je te toonen, hoe ik je me dewerking op prijs stel, laat ik nu je vers je volgen. Hoort allen toe, wat Leonietje (niet slapende maar toch in den nacht!) voor ons gedicht heeft en dat voor een meisje van 10 jaar. Ik zeg, dat het mooi is. Daar is ze! MARIA, MIJN MOEDER door Leonietje v. d. Berg. Maria, mijn Moeder, De moeder van smart, Maria de liefste, Met 't zuiverste hart. Maria, mijn Moeder Al wat gij doet, Offert ge Jezus, Aan Jezuke zoet. Maria, mijn Moeder Omgeven van licht, Met licht blauwe oogen Zoo lief in 't gezicht. Maria, mijn Moeder, Uw mantel in plooi, Zoo lief is dat alles, Zoo schitterend en mooi! André Hoogervorst, Ter Aar C 252. Welkom André! Welkom in ons midden! Dubbel welkom, die met gevulde handen komt. Maar ik heb niet graag met handen van bloempjes uit ander mans tuin. Het versje: „Zoo gaat het!" is zoo eentje! Als gij zoo'n versje zelf kon maken, dan kwam ik eens met jou ken nismaken. Dag André. Groet je ouders van me en doe mee aan den wedstrijd! Het op stel is goed, maar voor ons blad wat kort! Joh. van Graas, Leimuiden. Welkom en dank voor dit hartelijk en mooi briefje! Dat is 6 cent port waard. De verjaardagen zijn genoteerd. Het doet me plezier te hooren, dat je onze krant zoo moo vindt en zoo trouw onze rubriek leest. De zusjes zijn nog te jong: ze moeten nog een paar jaartjes ouder zijn, dan laat ik ook in de lijst plaatsen. Heb je veel ple zier gehad bij Opoe? en aan de zee dan? Dag Jokei Groet vader en moeder van me en de kisine zusjes en de groote Marie! Jopie Overdijk, Leiden. Ik was blij je ook eens te zien, Jopie! Zeker mag jij eens een opstelletje, versje of ver haaltje insturen. Graag zelfs! En is het geschikt, dan volgt het plaatsen van zelf, al gebeurt dit ook langzaam-aan! Dag Jopie! Por je vriendinnetje eens aan, ook mee te doen? Je „Kabouter verhaalt je" was heel goed! Groet vader en moeder van me! Voor jou de hand! Marietje van Buël, Leiden. Ja Marietje, dat was zeker een knap stuk werk van een jongetje van acht jaar. En zie ik je ook bij de deelneemsters aan den wedstrijd? Ik zal eens zien of ik Marietje tusschen de* vele uithalen kan. Dag Marie tje! Groet vader en moeder van me! Rietje en Mientje Hekker, Warmond. Jammer, dat ik jullie verjaardagen niet op tijd ontving. Geef me nog eens op precies, wanneer die ver jaardagen vallen, dan zal ik ze voor het volgend jaar inboeken. En hebben jullie nu ook meegedaan aan den wedstrijd? Dag jongens! Greet Krol, Leiden. Jij hebt die teekeningetjes heel goed begrepen! Als ik veel plaats heb, laat ik alle inzendingen volgen. Maar dat gaat nu niet! Gefelici teerd met je overgang naar de zesde klas! En dan no. 2 te zijn, dat is prachtig! Trou wens de punten wezen wel uit dat je tot de eersten behoorde. Ga zoo door en je komt er wel. Dag Greet! Ook meedoen aan den wedstrijd! Groet je ouders van me! Nu ben ik voorloopig met de briefjes klaar. Tot de volgende week. Alle briefjes worden beantworod. De volgende week weet ik al meer van den wedstrijd. De hand voor U allen, Oom W i m. WIE ZIJN JARIG? Van 11 tot en met 17 September. 11 Sept.: Marietje van Sonderen, Hooge- woerd 88a. 11 Sept.: Bep v. d. Meer B 360 Z.E. R'veen. 11 Sept.: Martien Romijn, Kanaalstraat 35a, Lisse. 11 Sept.: Kobus van Tol, Langeraar A 41. 11 Sept.: Ferdinand Berbée, 12 Sept.: Kees v. Hoorn, Hoefstr. 11. 12 Sept.: Marie Overdijk, Waardgr. 165. 12 Sept.: Kees Streefland, Genestetstr. 49. 12 Sept. Jourt Hoekstra, Oude Wetering A 125 12 Sept.: Jan L'Ortje, Jan van Goyenk. 10. 13 Sept.: Leo v. d. Veer, Atjehstr. 5a. 14 Sept.: Olga Bouwman, Rapenburg 1113. 14 Sept.: Nico Langezaal, Zuidsingel 14. 14 Sept.: Corrie Lek, Schilk Ter Aar C 152. 14 Sept.: Johanna Alkemade, Morschstr. 58 15 Sept.: Jansje Loomans, Hazerswoude D 244. 15 Sept.: Marie de Boei, Koninginnestr. 16 16 Sept.: Gretha Kuyer, Uiterstegr. 62 16 Sept.: Tinus v. d. Fluit, N. Burgsteeg 2. 17 Sept.: Charles Verstraten, Munniken- straat 82. 17 Sept.: Marietje de Grijs, Bakkerkorf- straat 11. Ik feliciteer de jarigen. Wie zijn of haar naam in deze lijst van schoolgaande kinderen wil opgenomen zien, of afgevoerd bij het verlaten der school, schrijve me minstens 14 dagen vóór den verjaardag. Deze lijst is alleen voor de schoolgaande jeugd. Oom WI m. U vraagt? 1. Hoeveel menscnen werken in onze Limburgsche mijnen? 2. Hoe groot is de snelheid van de aarde om de zon? 3. En wat is de snelheid van 't geluid door de radio? 4. Hoeveel Capucijner-misslonarissen zijn er? 5. Hoeveel katholieken wonen in onze Oost? 6. Hoeveel muntbiljetten zijn er? Wij antwoorden, 1. In onze Limburgsche mijnen werken boven den grond 10.254 man en onder den grond 18551 man. 2. Die snelheid is 100.000 km. per uur. Vergelijk die snelheid eens met die van een auto, die 10 km. per uur aflegt. 3. Die snelheid is nog veel grooter. Zij is 1.080.000.000 km. per uur. 4. Reeds veel! Zij bezetten reeds 49 ver schillende missiegebieden en hun congre gatie telt nu al 1369 missionarissen. 5. Oost-Indië telt 450.000 katholieken, bijna een half millioen. 6. 2 soorten. Een muntbiljet van 10 en 50 gulden. Oom Wim. (Voor de grooten). Opstellen over Toonkunst door Anton Roels. WEENEN, DE STAD VAN STRAUSS. Te allen tijde is Weenen, de heerlijke stad aan de Donau, een muzikaal centrum van belang geweest. Beethoven, Mozart en Haydn hebben er gewerkt, om dan nog slechts enkelen der grootste toonkun stenaars te noemen. Nadien heeft nog een voortreffelijk componist als Franz Schu bert de klassieke „Weensche muziek" mee helpen groot maken, maar als we deze be naming „Weensch" gebruiken, denken we toch in de allereerste plaats van Johann Strauss, die met recht den bijnaam van „walskoning" verwierf. De vader van dezen walskoning, ook een Johann Strauss, had reeds talrijke uitstekende walsen gecomponeerd, waar van er enkele nog steeds gespeeld wor den. Van hem is ook de bekende „Radetsky- marsch". Deze Strauss heeft veel stof doen opwaaien door zijn concurrentie met Jo seph Lanner, ook als een eerste klas wals- componist, van wien vooral „Hofbaldan- sen" nog zeer vaak ten gehoore wordt ge bracht. Maar de roem der familie Strauss is pas recht gekomen met den zoon Johann. Deze had nog twee broeders, Joseph en Eduard, die beiden eveneens musici waren. De toestand was ir die dagen in Weenen verre van rooskleurig en om eens wat anders te beleven, gingen de inwoners er over nadenken, wat meer genoegens op te zoeken. Een componist als Johann Strauss zoon kon hun plezier geven. Zijn muziek sprankelde van vreugdevolle onbezorgd heid, ze was opwekkend en niemand ver stond als Strauss de kunst om heerlijke melodieën te' componeeren. .In Parijs was Jacques Offenbach op het toppunt van zijn roem. Zijn operettes werden overal met gejuich ontvangen en ze trokken bijna steeds uitverkochte zalen. Offenbach's succes zette Strauss aan tot het maken van operettes. Zóó ontstond de beroemde operette „de Vleermuis", die met „de Zigeunerbaron", welke in 1894 werd gecomponeerd, tot Strauss' meest bekende en meest gespeelde werken behoort. Was de bijval aanvankelijk niet zoo geweldig, spoedig werd het publiek getroffen door den echter Strauss-overmoed. Tusschen de verschillende scènes was heerlijke wals muziek gevlochten en feitelijk bestonden deze operettes uit een aaneengeschakelde reeks van walsen, dansen op drie-vkwarts- maat. Johann Strauss bereisde met zijn orkest twee werelddeelen en er Was geen land en geen stad, waar hij niet met open armen ontvangen werd en waar men zijn af scheid niet betreurde. Zijn ..Aan de mooie blauwe Donau" werd spoedig een van de allerpopulairste melodieën, die het even goed in de concertzaal als in de draaimo len op een kermis deed. In Boston in de Vereenigde Staten werd deze wals gezon gen door een koor van 20.000 stem men onder leiding van Strauss zelf. Maar hij kon natuurlijk onmogelijk alleen zoo vele menschen dirigeeren. Daarom waren nog een honderd andere dirigenten aange wezen, die de gebaren van Strauss afkeken en dan overbrachten aan de groep, die on der hun hoede was gesteld. Nóg steeds is Strauss een de meest ge liefde componisten. In 1899 hield zijn aardsche leven op, maar zijn muziek bleef en er zal heel wat moeten gebeuren, vóór deze eerste klas amusementsmuziek ver dwijnen zou. Vele componisten hebben Strauss nage volgd. Velen zijn door de wals beroemd geworden, maar de meesten staan toch in de schaduw bij den grooten Weenschen meester en we worden bij hun werk tel kens aan hém herinnerd. Enkelen als Lé- har, Lincke, Waldteufel, Fétras, Transla- teür e.a. hebben een persoonlijker accent en -ze blijven daardoor de makers van po pulaire muziek bij uitnemendheid en deze heeft ook haar goede bestaansrechten, Nadat men inspannend geluisterd heeft naar een symphonie van Beethoven, kan een vlotte melodie verkwikkend en heil zaam werken. Dit is al een buitengewone verdienste van de muziek Van Strauss en zijn leerlingen. „Als jij niet zoo'n kleine jongen was, zou ik je vast inrekenen wegens het gebrui ken van zulk een taal tegen een ambte naar in functie" —--^rybody's weekly.) (VAN DEN WEDSTRIJD). No. 2 van de lijst. O, wat schrok hij! Vrolijk welgemoed ging kabouter Hang- baard op stap. Waarom zou hij ook niet? Zorgen kent onze kabouter niet; daarbij, een heerlijke aroma van geurende bloemen vervult de lucht; vogels zingen hün schoonste liederen en geven een con cert zooals de beste musici dat niet kunnen. Maar 't was niet uit louter liefhebberij dat ons kereltje op stap ging. Neer hij voelde zich heel gewichtig; want hij moest voor de kabouterkoning een brief gaan posten! En dat is in de kabouterwereld nu juist geen alle,daagseh gebeuren! Neen, alleen de koning of zijn ministers deden dat, maar heel eenvoudig kereltje, hij had nog nooit J een brief geschreven en ook niet gekregen. Maarwaar had de koning nu eigen lijk gezegd waar hij het brengen moest! Enfin, hij zou het wel vinden. Daar zag hij voor zich een vijftal mooie manden staan: elke mand had een rond gat. Daar moest hij wezen! Maardichtbij gekomen bemerkt hij dat die mooie, ronde gaten toch te klein waren; daar kan zijn brief niet in! Wat nu te doen? Even staat hij besluit loos, hoe zal hij dat aanpakken? Maar komaan, hij zal eens even verderop gaan kijken. Hij komt dichterbij, één dezer groote manden. O, wat is dat? Opeens komt daar een heele zwerm bijen op onzen ar men Hangbaard afzetten. Ze Voelden zich bedreigd en willen zich nu wreken. Rond om ons kaboutertje blijven ze zwermen, op zijn baard, op zijn muts en vooral de meeste op den hand, die krampachtig 't gewichtig document van den koning vast houdt. Ijlings neemt hij de vlucht en laat den stok vallen. Neen, daar komt hij nooit meer! Wat 'n schrik voor een eenvoudige, eerzame kabouter als hij! Nooit meer Cisca Homan. Bijdorpstraat 15, Sassenheim. Een les voor andere. Door Dora Kniest. (No. 2 van de lijst). De koning der kabouters zou verjaren. Z. M. stond heel hoog aangeschreven in z'n rijk. Elke onderdaan hoopte iets goeds te zullen vinden, en de koning dat te kun nen aanbieden. Kabouter Puntmuts had de nacht in de kabouter wereld afgewacht, en z'n huisje verlaten, langs de wortels van een boom naar boven geklomen. In de menschenwe- reld was het dag, de zon scheen volop, daar was hij niet aan gewend,in zijn om geving verlichtte dj glimwormpjes alles, dat was niet zoo fel. Voorde zon moest hij eerst z'n hand voor de oogen houden om een beetje zichzelf te worden. Toen hij al les kon onderscheiden, stond hij vol be wondering rond te staren, was alles niet prachtig? Was elke bloem hier voor hun niet buitengewoon? Maar wie weet wat voor moois er nog te vinden was! Hij zou eens op jacht gaan. Na een poosje te heb ben gezocht, kwam hij op een open vlakte, in de verte zag hij een rij staan, die aan de buitenkant iets op het paleis van hun koning leek, zou daar niets koninklijks te vinden zijn? Met rassche schreden vloog hij er L.p af wat waren die paleisjes prachtig. Die wonnen het van hun konings woon plaats, wat zou er binnen zijn? Hij stak z'n hoofd door de ingang en keek sprake loos rond. Wat goed ingericht! Aan de kant mooie kamertjes. O, kon hij dat kunstwerk op z'n rug meenemen, dat had de koning door al z'n goedheid wel verdiend, voor Puntmuts alleen was het te zwaar. Maar wat zag hij daar? Het rook zoo heerlijk; het moest een heerlijke versnapering zijn, dat was iets voor zijn meester. Vlug sprong hij naar buiten, het werd tijd dat hij op schoot, anders merkten ze dat hij verdwe nen was. Toen hij buiten kwam zag hij veel bees ten rondvliegen, ze kwamen uit de naast- staande korven, en stormden op hem af. De armePuntmuts holde weg, maar allen volgden hem, en staken hem aan alle kan ten. Van schrik liet hij z'n vondst vallen, daardoor bleef alles achter. Waren dat de eigpriaars /an die mooie paleisjes? Daar om had hij niet aan hun eigendom mogen komen, het was te kostbaar voor hem. Toen hij weer in het bosch aankwam plukte hij eenige bloemen en ijlde naar z'n huisje. In zijn omgeving schemerde het, dus was hij juist op tijd. Op de koning z'n verjaardag bood Punt muts Z.M. zijn bouquet aan. Hij vond het prachtig, zijn geschenk spande de kroon. Z. M. was er zoo over verheugd, dat hij Puntmuts tot z'n kamerdienaar benoemde. Puntmuts was naturrüjk beel blij met zoo'n onderscheiding, en dacht aan z'n eerste daad, deze was niet goed geweest, van de eigenaars had hij een goede les ge had, die hij nooit vergeten zou. Hij mocht niet aan een ander zijn eigen dom komen. A. NIEUWE RAADSELS. Ingestuurd door Miep Vendrig. Raadsel I. Zoek de riviernamen uit de volgende zinnen. a. Er was een lek in de waterleiding, zoodat deze gemaakt moest worden. b. Tingelinge, deed de bel. c. We gaan met Ma a.s. Zondag uit. d. Groningen ligt in 't Noorden van ons land. Raadsel II. Welke taal klinkt 't aange naamst? Raadsel III. Wanneer is de molenaar zonder hoofd in de molen? Raadsel IV. Wat staat tusschen berg en dal? Raadsel V. Hoe schrijft met 1000 zonder nullen en toch met cijfers? Raadsel VI. Waar dreef de eerste boot? B. Ingestuurd door Piet Groenewegen. Raadsel I. Welke vogel van 7 letters is dit? In 1, 2, 3 doet men melk. De 4, 5 glijdt over de sneeuw. 5, 6, 7, is een meisjesnaam. Raadsel II: Wat is de kleinste molen? Raadsel III: Wat brandt helderder dan twee lichten? Raadsel IV: Welk werk ziet men in 't donker? Raadsel V: In welke school kan men niet droog zitten? Raadsel VI: Hoe schrijf je 4 met 3, drieën De oplossingen niet opsturen. Deze geven Miep en Piet de volgende week zelf. Oom WIM 'T HAASJE EN DE MAAN door Janny v. d. Bosch. 't Haasje ging naar 't bouwland heen, Toen het maantje helder scheen, Daar stond kool, zoo groen zoo groot, Maar de jager kwam en schoot. 't Haasje schrok, en kroop gauw weg. In een dichte, groene heg, Maantje lief, ach schijn zoo niet. Dat de jager me niet ziet. 't Maantje doofde gauw haar licht, 't Schoof het wolkgordijntje dicht, Donker was het, heinde en veer, Jager zag geen haasje meer. 't Haasje at nu kool genoeg, Sliep gerust tot 's morgens vroeg, En toen lachte de schavuit, Nog brutaal den jager uit. ALS STORMEN WOEDEN! door Diederik. Donker zijn de dagen, Hevig ook de vlagen Van de stormwind die er giert; Huizenhoog de golven Van de zee, verbolgen Zeekust beukt, met schuim gesierd. Bliksemflitsen lichten, Donkerte moet zwichten, Raat'lend klinkt een donderslag. Scheepje op de baren; Groot zijn de gevaren Van dat schip, 't slaat overstag! En in groote spanning Verkeerend bemanning, Schip gestrand, is hulpeloos; In gevaar het leven. Dat hun werd gegeven Voor gezin, 't is teer en broos! Reddingsbooten komen, Want men heeft vernomen Van het schip, dat is in nood Doch na moeiten, zorgen, Worden zij geborgen En gered, van wissen dood. Dank is groot van allen, God is goed, zij vallen Knielend voor den Schepper neer; Bidden tot den Vader, Oprecht, altegader: „God is groot, Hij is de Heer!" HERFSTLIEDJE, door Anton Roels. De blaren vallen Bij honderdtallen: Het feest is uit! De vogels vluchten Langs grijze luchten Naar 't lichtende Zuid De bloemen kwijnen En gaan verdwijnen; Het veld wordt dood; De boomen beven, Nu 't laatste leven Hun stam ontvlood. En wolken komen En regenstroomen: De herfst staat klaar; Doch vóór we 't weten, Is, guur en koud De w'n+er

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 16