t Iets over de Huwelijks- wetgeving der Katholieke Kerk. EEN WEEK HISTORIE SPORT ZATERDAG 12 SEPTEMBER 1936 DE LE1DSCHE COURANT VIERDE BLAD - PAG. 13 Echtscheiding 1. „Jullie Kerk kent geen echtscheiding, dat is toch nogal èrg ouderwetsch!" Deze uitlating, die ons eens werd gedaan door een „vrijzinnig" universiteitsstudent geeft de gewone mentaliteit weer, waar mede de „moderne mensch" staat tegenover de onontbindbaarheid van het Hu welijk. Laten wij beginnen met twee mis verstanden, het .eene groot, het andere meer begrijpelijk, welke in bo venstaand laatdunkend gezegde staan ver vat. Het eerste misverstand: niet-katholieken denken vaak, dat „de K er k" d.w.z. het bestuur der Katholieke Kerk, nu eenmaal heeft besloten, dat 't huwelijk onontbind baar moest zijn en daaraan om allerlei re denen koppig vasthoudt. Zij vinden dat „ouderwetsch, rigoristisch, puriteinsch" enz. Ja 't is ook geweldig ouder wetsch zoo ouderwetsch namelijk als dedoor God geschapen mensche- 1 ij k e na t u u r zelve! Het tweede misverstand is, dat „de Kerk in 't geheel geen echtscheiding kent". De „Katholieke Kerk" kent wèl echt scheiding, zjj 't dan ook in zeer uit zonderlijke gevallen, die op de Goddelijke wetgeving zelve berusten. Wij zullen deze beide dingen in een twee tal artikelen beknopt bespreken. Maar eerst willen wij nog even in herinnering roepen, wat wij in het begin van ons eerste artikel schreven, n.l., dat wij ons niet in lange beschouwingen over het wezen van het huwelijk en dus ook niet over de onontbindbaarheid willen verdiepen, maar dat het er slechts om gaat, de voor naamste bepalingen der kerkelijke wetge ving kort te beschrijven. Niet meer dan eenige hoofdredenen, waarom het Huwel ij konont bindbaar is, zullen wij dan ook slechts opsommen: alléén om deze even in 't ge heugen terug te roepen. Wellicht dat wij later uitvoeriger hierop terugkomen. „En die twee zullen één vleesch zijn". „Wat God heeft vereenigd, dat scheide de mensch niet" heeft Jezus Christus gezegd (Matth. 19, 5, 6) met betrekking tot het Huwelijk. En daarmede heeft Hij één der noodzakelijke eigenschappen: de onontbindbaarheid van het Huwe lijk uitgesproken en bekrachtigd. Een noodzakelijke eigenschap. Ons natuurlijk verstand zegt ons, dat het Huwelijk één en onontbindbaar moet zijn. Slechts enkele gedachten hierover. Wat blijft er nog van echte, diepe huwe lijks- liefde over, wanneer bruid en brui degom elkaar trouw beloven, maar daarbij innerlijk zouden weten: wij kunnen niet temin altijd van elkaar af en met een an der opnieuw een liefdeleven beginnen, als onze karakters niet overeen stemmen en er groote moeilijkheden, welke dan ook, komen tusschen ons! De liefde toont haar echtheid immers pas juist dan, als er offers gevraagd wor den van geduld, van elkaar verdragen, steu nen en bijstaan, juist dan, „als er moei lijkheden komen", als de zinnelijke hartstocht is uitgebluscht! Welk een bedreiging hangt elke getrouw de man of vrouw dan boven 't hoofd voor de „derde", die niet alleen een tijdelijke passie, maar een scheiding van de ge liefde man of vrouw en een nieuw huwe lijk met deze kan beteékenen. Wat angsten en lijden op dit gebied in kringen waar „echtscheiding" thans tot de gewone mogelijkheden behoort: de vrouw, die in iedere vrouw haar opvolgster als ecbtgenoote bij haar eigen leven kan zien; de man, die het moet aanzien, dat zijn vrouw, die hij lief heeft, door eiken ande ren man als „bruid" kan worden wegge voerd. Wanneer het Huwelijk ontbindbaar zou zijn, wat wordt er dan van het bijkomstig, maar belangrijk huwelijksdoel: redelijk voldoen van de begeerlijkheid. Dat is juist het schoone in een ideaal huwe lijk: de door God gegeven redelijke huwelijksvreugden geven reeds een na tuurlijke hulp om de offers die het huwelijksleven vraagt blijmoediger en sterker te brengen. Maar wat als in ieder huwelijk, bij het natuurlijk verzwakken van de zinnelijke begeerte, reeds met verlan gen kan worden uitgezien naar een andere man of vrouw? Waar zal voorts de ernst blijven, die de huwelijksk e u z e moet beheerschen? Licht zinnig en onbedacht kan het huwelijk wor den aangegaan als een avontuur: men kan immers toch altijd weer veranderen als de ander niet meevalt! Vernietigend werkt de ontbindbaarheid op de echte liefde, op het Huwelijk zelf, maar vooral: het eerste en hoogste doel van het Huwelijk: de voortbrenging en opvoeding van kinderen komt in 't grootste ge vaar. Allereerst zal men bij mogelijke „ont bindbaarheid" van het huwelijk er op be dacht zijn, zoo weinig mogelijk kinderen te krijgen. Die zijn immers de grootste „blok ken aan 't been", als men uit elkaar gaat en een ander nemen wil. En de opvoeding der kinderen? Bij 't geringste nadenken begrijpt eenieder, wat daarvan terecht komt, wanneer vader ?n moeder scheiden en een andere echt- mot (e) vinden. -n wij nu hierover niet langer schrij- van. De moreele ellende en de maat schappelijke wanorde tengevolge van het steeds grooter wordend aantal „echtschei dingen" (in ons land meer dan tweedui zend per jaar) is niet te schatten. Ons natuurlijk verstand zegt, dat het Huwelijk naar zijn aard en doel onont bindbaar moet zijn en de Openbaring bevestigt dit. Wijzen wij alleen op Jezus' eigen woorden. Allereerst die, waar mede Hij de Farizeeërs herinnerde aan Gods Woorden bij het huwelijk der eerste men- schen: „Daarom zal de man vader en moe der verlaten en zich hechten aan zijn vrouw; en die twee zullen één vleesch zijn", en Zelf voegde Hij de verklaring er aan toe: „Zij zijn dus geen twee meer, maar één vleesch. Wat dus God heeft vereenigd, dat scheide geen mensch". Jezus zegt dan verder, dat God heeft toegelaten, dat Mo- zes om de hardheid van hun gemoed den Joden had veroorloofd in bepaalde gevallen hun vrouw weg te zenden maar, zegt Hij: „in den beginne was het zoo niet". En voor de nieuwe door Hem gestichte heilsorde herstelt Hij het Huwelijk: „Maar Ik zeg u: Wie zijn vrouw verstoot, buiten het geval van overspel, en een ander huwt, begaat ovërspel; en wie een verstooten vrouw huwt, begaat overspel" (Matth. 19. 39). Christus dus verlangt van eenieder weer de oorspronkelijke onontbindbaarheid van het huwelijk te eerbiedigen. Scheiden is on geoorloofd. Bij echtbreuk mag men uit elkaar gaan, maar nooit een nieuw huwel ij k sluiten, zooals nog eens bij den Evangelist Lucas door Jezus staat bevestigd: „Wie zijn vrouw verstoot en een ander huwt, pleegt echtbreuk; en wie een vrouw huwt, die door een ander is ver stooten, pleegt echtbreuk" (16. 18). Men ziet, dat man noch vrouw een nieuw hu welijk mogen aangaan en Christus dus het Huwelijk, zelfs bij een uit elkaar gaan wo nen van man en vrouw, wegens „het geval van overspel", als onontbindbaar be schouwd. Ook in Paulus' brieven (1 Cor. 7. 1011 en 39; Rom. 7. 23) staat de on verbreekbaarheid van het Huwelijk uit drukkelijk verkondigd. Wij begrijpen dus, dat, wanneer de Kerk aan die onontbindbaarheid vasthoudt, Zij dit zooals voor óns vanzelf spreekt niet doet uit menschelijke halstarrigheid, maar omdat èn het natuurlijk verstand èn de Openbaring, waarvan Zij de bewaar ster en verklaarster is, die onontbindbaar heid als een onmisbare, een noodzakelijke eigenschap van het Huwelijk doen kennen. Nu gaan wij eerst eens zien of de Staat ooit het recht heefteen gel dig gesloten huwelijk te ont binden. In onze eerste artikelen bespraken wij de begrenzing van de burgerlijke wetgeving over het Huwelijk. Wij hebben toen uitvoe rig uiteengezet, dat en waarom de Staat alléén het Huwel ij k van ong e- doopten door wetten mag en kan regelen. Het Huwelijk van gedoopten is een Sacrament en valt dus geheel onder de rechtsmacht der Kerk; slechts in bijkomen de dingen (huwelijksgoederenrecht) is de Staat hier bevoegd. Op 't eerste gezicht is er dus al geen spra ke van, dat de Staat een huwelijk van ge- doopten zou kunnen ontbinden, maar wel licht kan er misverstand ontstaan over de Staatsm acht ten opzichte van de al of niet 'ontbindbaarheid van 't Huwe lijk van ong edoopten. Men zou wellicht kunnen denken: het Staatsgezag heeft de volledige macht om het Huwelijk van on- gedoopten door wetten te regelen, dus kan het dat Huwelijk desnoods ook ontbindbaar verklaren of zulk een geldig gesloten huwe lijk ontbinden. Neen, het Staatsgezag kan dit niet. Het heeft d<- macht om deze huwelijken geheel wettelijk te regelen, zeker, maar het kan niet iets doen, wat tegen aard en doel van het Huwelijk ingaat, wat het Huwelijk zelf vernietigt. Doel en aard van het Huwelijk vorderen natuurlijkerwijze: onontbindbaar heid. Tegen doel en aard van het Huwelijk ingaan door het ontbindbaar te verklaren en geldig gesloten huwelijken te ontbinden, is geen regelen, maar vernietigen van het Huwelijk. Een klein voorbeeld moge dit verdui delijken. Stel: de regeering van een land geeft aan generaal X. volledig vol macht de geheele organisatie enz. van het leger te regelen. Hij kan lichtingen uit schrijven, korpsen naar huis sturen, kortom doen wat hij wil. Maar de bedoeling is na tuurlijk, dat X. het leger aan zijn aard en doel zal doen beantwoorden. X. gaat nu dat leger volkomen ontwapenen, alle man schappen naar huis sturen enz. Dan zegt natuurlijk een ieder: Zeker, die X. had volledige volmacht om alles betreffende het leger te regelen, maar dat is geen regelen, dat is het geheele legerinstituut eenvoudig vernietigen! X. heeft daartoe de bevoegd heid natuurlijk niet! Een Staatsgezag, dat het Huwelijk van ongedoopten „regelt" door het ontbindbaar te verklaren, gaat rechtstreeks tegen aard en doel van het Huwelijk in, vernietigt het Huwelijk, gaat dus geheel buiten zijn be voegdheid. Een huwelijk van ongedoopten, dat vol gens de wetten van het Staatsgezag geldig gesloten is, is volgens aard en doel onont bindbaar en daarom heeft ook het Staats gezag niet de macht dit te ontbinden, of, in 't algemeen het huwelijk ontbindbaar te verklaren. Alle burgerlijke wetten, die echtscheiding JI"t|||||||||||||||||l|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||!|imi|||||||||||||||||||MIIIIIK 5iiiiiiiiiigiiiiiiiiimmimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimmiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimmiiiiimr EDWARD Vin, DE KONINKLIJKE HANDELSREIZIGER. IS MEN IN SPANJE HET MOORDEN MOE? DE ONRUST ONDER DE ARABIEREN IN PALESTINA. HET NATIONAAL-SOCIALISTISCH PARTIJ-CONGRES IN NEURENBERG. Koning en handelsreiziger. Vroeger meldden de bladen vaak bijzon derheden van den prins van Wales, als hij weer eens op reis was. En dat was dikwijls het geval. Het scheen, dat deze jongeman, die zich geen eigen gezellig thuis heeft we ten te stichten, zich overal thuis gevoelde. Hij zwierf rond door de heele wereld, deels voor plezier, deels om die landen en hun volken te leeren kennen, maar deels ook om opdrachten voor zijn land uit te voe ren, zoodat men hem wel een den konink lijken handelsreiziger heeft genoemd. Nu is de prins koning van Engeland ge worden, maar zijn reislust heeft hij nog niet afgelegd. Hij houdt er nu eenmaal van om gewoon te doen, zooals ieder ander ge woon mensch en geeft er niets om als men foto's van hem neemt, terwijl hij in een badpakje bezig is een roeiboot aan land teduwen. Dat ziet er allerminst koninklijk uit, maar hij heeft lak aan een koninklijke waardigheid, die hem belet gewoon te zijn. Ook het baantje van handelsreiziger heeft hij na zijn troonsbestijging niet laten varen. Hij is even bij den Turkschen dictator Ata- turk (Kemal Pascha) aangeloopen en heeft dien geïnviteerd om naar Londen te ko men. Dat dit bezoek en deze invitatie meer zijn geweest dan beleefdheidsfrases (wij doen dat op reis ook wel met onze versch opgedoken reis-kennissen en denken er niet aan, dat deze invitaties ook werkelijk ge volg zullen hebben) blijkt uit het volgende bericht: „Voor zijn vertrek naar Sofia heeft ko ning Eduard een onderhoud gehad met Ataturk, die den Koning ervan in kennis stelde, dat de eerste minister, Ismet Inönu, zich zonder verwijl naar Londen zal bege ven". Hieruit blijkt, dat men spijkers met koppen geslagen heeft. Door de ontmoeting van de twee staatshoofden zijn de betrek kingen tusschen Engeland en Turkije blijk baar een stuk vooruitgeholpen. Daarna heeft koning Eduard van zijn te rugreis over land gebruik gemaakt om ko ning Boris van Bulgarije, en den regent van Zuid-Slavië te ontmoeten. Op het oogenblik houdt hij zich te Weenen op. Men kan dit niet meer enkel een plei- zierreisje noemen. Uitgeput Spanje. Dat de Engel- sche koning zijn terugreis over het vaste land maakt, heeft natuurlijk zijn reden. Hij kan niet door de Straat van Gibraltar, we gens den Spaanschen opstand. Deze opstand woedt nog immer voort en het einde is er nog niet van in 't zicht. Er is deze week een gerucht uit Engeland ko men aanwaaien het bericht is van de „Daily Telegr." dat de beide oorlogvoe rende partijen het vechten meer dan beu zouden zijn en dat zij er naar zouden snak ken, om er een einde aan te maken. Er wordt zelfs al gesproken van een wapen stilstand van 15 dagen. Mogelijk is het in ieder geval, want beide partijen zijn aan elkander gewaagd dat is in den loop der weken wel afdoende gebleken en noch van de zijde van Burgos noch van die van Madrid zal men de illusie koesteren den tegenstander spoedig te kunnen bedwingen. Er is reeds zooveel bloed gevloeid en er is reeds zoo onnoemelijk veel schade aange richt aan kunstwerken en gebouwen, dat het werkelijk meer dan tijd wordt om er mee uit te scheiden. Maar men kan nu wel de gevechten staken, doch een oplossing is er dan nog geenszins gevonden voor de Spaansche kwestie. Dat zou nog niet eens het geval zijn, wanneer één van beide par tijen definitief en beslissend overwon, ge zien het mengelmoes, waaruit de twee kampen bestaan; hoeveel te minder kan men een oplossing verwachten, wanneer men de vechtersbazen weer tezamen in één mogelijk maken, 't zy bij onderling goed vinden, 't zij om misdragingen van één der echtgenooten, trachten derhalve dingen te regelen, die haar bevoegdheid te buiten gaan. Geen menschel ij ke macht is in staat een geldig gesloten hnwelijk te ontbinden, ook niet een huwelijk tusschen twee onge doopten. In ons volgend artikel dan in 't bijzonder over de vraag of de „Katholieke Kerk" Die zooals wij zagen, aan de „onontbindbaar heid" onverzettelijk vasthoudt, niettemin de „echtscheiding" soms kent en zoo ja, waarom? Correspondentie-adres: Mr A. Diepen- brock, Seminarie Hazeveld. Heemstede. kooitje zet. Maar zóó kan het toch ook maar niet door blijven gaan; anders gaat den Spanjaarden net als die twee leeuwen, die elkaar opaten, zoodat er ten slotte niets meer overbleef dan twee staarten. Onrustige Arabier en. Terwijl aan de eene zijde van de oude wereldzee, de Middellandsohe Zee, de Spanjaarden krakeelen, is aan de andere zijde de woe ligheid der Arabieren in Palestina nog steeds niet geluwd. Aanvankelijk was het slechts een ani mositeit tusschen de Arabieren eenerzijds en de Joden anderzijds, omdat het sind§ de uitbanning d,er Duitsche Joden steeds groeiende aantal immigranten het Arabi sche volksdeel op den achtergrond dreigde te schuiven. Deze animositeit uitte zich in enkele moordpartijtjes. Maar het duur de niet lang of ook de Britsche regeering werd in de zaak gemoeid, omdat de Brit ten het mandaat hebben over Palestina. De Arabieren eischten van de Engelsche regee ring, dat zij de Joodsche immigratie zou stop zetten. Dat weigerde Engeland, wel beloofde het een commissie van onderzoek te zullen sturen, maar dan moesten de stakingen en de relletjes eerst afgeloopen zijn. De Ara bieren wilden echter het staken niet op geven en richtten toen hun aanvallen op de Britsche soldaten. Met het bekende flegma hebben de En- gelsahen een tijd lang geduld geoefend, maar nu schijnen zij er genoeg van gekre gen te hebben. Hun prestige komt langza merhand danig in de knel en om dat te herstellen zijn nu 10.000 Engelsche reser visten naar Palestina vertrokken met de opdracht de rebellie definitief te onder drukken. Zal het daar in het Oosten nu ook „knok ken" worden? Men is in Engeland niet heelemaal ge rust over den afloop van deze knokpartij. Het besef is levendig, dat men niet slechts te maken heeft met de Arabieren van Pa lestina, maar met de heele Arabische we reld van het Naburige Oosten. Vrijwel alle Arabische staten houden zich met de Pa lestij nsche zaak bezig en het is zeker niet gewaagd te veronderstellen, dat de ver schijning van een nieuwe Engelsche leger macht ook in deze staten de aandacht zal trekken, vooral bij de jeugd, onder wie zich een sterk nationaal bewustzijn en een sterke Arabische solidariteit manifesteeren. De Engelsche regeering moge al een gemo tiveerde verontschuldiging voor het ver groot militair machtsvertoon aanvoeren, en haar handeling wijten aan de extremis ten, die de bemiddelingspogingen van Noeri Pasja hébben verijdeld, de Arabieren staan in him gevoelens aan den kant van hun Palestijnsche vrienden, zoodat niemand van te voren kan zeggen, tot welke gevol gen de strijd om het prestige, dien Enge land thans met de uiterste middelen wil be slechten, kan leiden. Neurenberg. Joden en bolsjewis ten worden in dezen tijd wel geducht te pakken genomen. Int Duitschland worden ze beiden over één kam geschoren en op het partij-congres te Neurenberg spreekt men royaal weg van het Joodsche bolsjewisme. Op dit groote partij-congres, het achtste sinds de stichting der beweging en het vier de sinds Hitier aan de macht kwam, wor den de groote problemen van Duitsch land besproken, o.a. de strijd met het bolsjewisme. Men stelt het zoo graag voor, alsof Duitschland Europa van het bolsje wistische gevaar heeft gered en nog altijd bezig is Europa1 te redden. Dat is ook het motief geweest (sommigen spreken van: voorwendsel) om de Duitsche bewapening tot zeer groote hoogte op te voeren. De vraag is wel gewettigd of Europa op die manier niet van de Scilla in de Charibdis terecht komt. Duitschland beschouwt in de toekomst een oorlog met Rusland als onvermijdelijk en bereidt zich erop voor. Alle proble men hangen in dit verband met elkaar sa men. Het streven naar economische zelfgenoeg zaamheid, waarvoor op dit congres een vier-jarenplan is aangekondigd, houdt daar mee verband evenzeer als de Duitsche eisch tot teruggave van het koloniaal bezit. Rusland reageert er niet veel op; het houdt manoeuvres en lanceert opzienbaren de berichten over de sterkte en de goede outillage van zijn leger. UIT HET KATHOLIEKE KAMP. DIOC. HAARL. VOETBALBOND. PROPAGANDA-WED STRIJD TE LANGERAAR OP 20 SEPTEMBER. D. O. S. I (R'veen)Geel Ster (België)! Dezer dagen ontvingen we bericht van Adolf Kolping, dat daar ter plaatse op 20 September a.s. een groote propaganda-wed- strijd zal worden gespeeld tusschen boven vermelde vereenigingen. Het doet ons groot genoegen, dat een z.g. kleine vereeni- ging het aandurft een dergelijken wedstrijd te organiseeren. Vanzelf sprekend met de medewerking van ale omliggende plaatsen van Langeraar. Dat de vereeniging D. O. S. de helpende hand aan haar zustervereeniging toesteekt wordt door ons op hoogen prijs gesteld en het zal wel onnoodig zijn om er op te wij zen, dat de vereenigingen Nic. Boys, O. D. V., D. S. V., D. O. S., Majella, St. Hooger, V. C. H. enz. dien dag geen wedstrijden vaststellen, om gezamenlijk op te trekken naar Langeraar, om Adolf Kolping in dit mooie program zoowel moreel als finan cieel te steunen. Het is ons bekend dat het bestuur met aan het hoofd de geest. adv. alle pogingen in 't werk stelt, om Adolf Kolping tot een groote en bloeiende voetbalorganisatie te maken. Als de Langeraarders dit nu allen willen inzien, dan kan het niet uitblijven of daar wordt succes geboekt. Wij komen hierop nog nader terug! Namens het District-bestuur, H. HOOGER VORST, Secretaris. DISTRICT I. V. C. B.-ELFTAL— VOLENDAM L Zooals reeds is vermeld zal er ook een propaganda-wedstrijd gespeeld worden op het DOCOS-terrein te Leiden Sportpark op 20 September. De eïftalcom- vergaderde Donderdagavond en heeft de volgende spelers gekozen: Doel: W. v. d. Berg (N.V.C.). Achter: W. de Bruin (Lisse), J. v. d. List (S.J.C.). Midden: P. v. Nobelen (Teyl.), Th. Hoo- gervorst (S.J.C.), C. Paardekopore (Lisse). Voor: Adr. Zwaan (Teyl.), J. v. Diest (Lisse), Th. Ruigrok (S.J.C.,aanv.), Th. v. d. Berg (S. J. C., H. Niersman (V.V.L.). Reserves: C. v. Zeist (Lisse), J. Niers man (V.V.L.), Th. Warmerdam (Lisse), P. Ham (V.V.L.). De wedstrijd vangt aan om 2.30 uur. Voor shirts wordt van Districtswege zorg gedra gen. Voor zwarte broek en kousen dra gen de spelers zelf zorg! De vereenigingsspcretarissen verzoeken wij beleefd hun spelers hiervan in kennis te stellen. H. HOOGERVORST, Secretaris. P.S. Indien de I. V. C. B. op 20 Sept. een aanvang neemt met de competitie, dan komt dit programma te vervallen. Men zie Sport-Ill. van as. Dinsdag en „Leidsche Courant" as. Woensdag! KATH. SPORTVEREENIGINGEN. CLUBNIEUWS DER WAT ER MORGEN GESPEELD WORDT. Teylingen: Voor morgen staat vastgesteld TeylingenLisse op het Sporthof te Sas- senheim, aanvang 2.30 uur. Voor onze donateurs is er Zondag te ge nieten van het zoo lang verlangde voet bal. Men hoorde zoo nu en dan: Teylingen bestaat niet meer, maar Teylingen is er wel, en met groot verlangen van de spe lers zelf zal er Zondag gevoetbald wor den naar hartelust. Door moeilijke terrein kwestie van den afgeloopen zomer was het niet mogelijk om wedstrijden te spelen, zoodat de Sassenheimers as. Zondag weer in grooten getale het spel zullen gadeslaan. Om 12.30 uur spelen de nieuwe Junioren tegen dito van DOCOS uit Leiden, zoodat deze zich ook gereed maken voor de as. competitie. Lisse V speelt tegen Teylingen III, aan vang 4.15 urn-. In de vorige week gehouden vergadering van Teylingen is een reisfonds gesticht, waarvan alle leden en supporters lid kun nen worden. De reiskosten ineens te beta len is voor velen, wegens de financiën niet meer mogelijk, zoodat het fonds hierin voorziet. Door wekelijks een klein bedrag te betalen is het voor niemand meer een bezwaar om aan zijn verplichtingen te vol doen. Zij, die zich nog wenschen op te ge ven, kunnen dit doen bij de commissaris sen, de heeren R. Homan, Rusthoflaan en W. v. d. Berg. DOCOS: Voor morgen staan een vier tal oefenwedstrijden tegen -VCH I, Meer burg II, Teylingen a en Meerburg b op het programma. As. Woensdag 16 September wordt een ledenvergadering (senioren) gehouden te half negen in de R.K. H.B.S. Mariënpoel- straat. Het bestuur noodigt hierbij alle le den uit, terwijl ook nieuwe leden welkom zijn en zich tijdens de vergadering kun nen opgeven. Hedenavond 8 tot 9 uur spreekuur bestuur in het Gezellenhuis, Rapenburg 52. Voor de as. competitie kunnen nieuwe leden ingeschreven worden bij de be stuursleden: W. H. Kaizer, v. Oldenbarne- veldstraat 20; P. N. Brouwer, Leidsche weg 570, (De Vink); J. Duindam, Hooge Rijn dijk 32; J. Ouwerkerk .Seringenstraat 23? G. van Brussel, Mariënpoelstraat 7.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 13