t
S
ft
0
0
l/2
1 /2
1
0
1
ft
HET SCHAAKSPEL
g
I
i
11
w
i
I
Hf
m
a
ZATERDAG 29 AUGUSTUS 1936
DE LE1DSCHE COURANT
DERDE BLAD - PAG. II
Het Int. schaaktoernooi te
Nottingham.
EUWE WINT VAN THOMAS
Capablanca remise
Bogoljubow
met
Gisteren is de laatste ronde van het in
ternationale schaaktoumooi te Nottingham
gespeeld. De uitslagen luiden:
Flohr remise met Tartakower.
Capablanca remise met Bogoljubow.
Tylor verliest van Fine.
Iesker wint van Alexander.
Botwinnik remise met Winter.
Thomas verliest van Euwe.
Reshevsky wint van Vidmar.
Aljechin was vrij.
Door dit resultaat bezetten Capablanca
en Botwinnik samen de eerste plaats met
ieder 10 punten, terwijl de tweede plaats
gedeeld wordt door Euwe en Reshevsky
met ieder 9% punt, terwijl Fine zich hier
bij schaarde door zijn partij tegen Tylor te
winnen.
Men meldt ons uit Nottingham:
De laatste ronde begon reeds om half tien,
aangezien men aan het einde van den mid
dag de prijzen wilde uitreiken om daarna
alle deelnemers aan een gemeenschappelijk
afscheidsdiner in het Victoria Hotel te ver
eenigen. In het geheel zijn er, zooals reeds
eerder werd opgemerkt, vier prijzeh uitge
loofd. Men kan de gisteren gespeelde par
tijen in twee groepen verdeelen.
Tot de eerste groep behooren de partyen,
waarbij de meesters betrokken zijn, die nog
een kans op een der vier prijzen hebben, tot
de andere groep behooren de overigen.
Tot die laatste groep behoort merkwaar
digerwijze een partij n.l. LaskerAlexan
der, die gisteren werd gespeeld, want ook
by winst zou de oud-wereld-kampioen niet
tot een der prijswinnaars behooren. Het
moeilijkst hadden het Euwe, Fine en Res
hevsky, die de laatste ronde ieder met 8 1/2
punt ingingen. Deze moesten in elk geval
winnen om zich van een prijs te verzekeren.
Capablanca en Botwinnik hadden het
naar verhouding, veel gemakkelijker. Deze
twee waren reeds met een gelijk spel zeker
van een prijs.
Voor Aljechin was deze laatste dag er een
van afwachten. Aangezien hij reeds uitge
speeld was hij behaalde gelijk men weet
negen punten kon hij niets anders doen
dan toezien en hopen, dat het reeds eerder
genoemde driemanschap EuweFineRes
hevsky zou verliezen of althans niet zou
winnen. Bovendien had hij er belang bij of
Flohr zou winnen, want deze kon hem nog
evenaren. Gelijk men ziet, was er ook op
den laatsten dag nog spanning te over, want
zelfs in de minder gewici^ige partijen
FlohrTartakower en LaskerAlexander,
kon men stellig strijd verwachten, daar
ieder dezer vier spelers hun best zouden
doen een zoo goed mogelijke plaats in den
eindstand in te nemen.
Onder de toeschouwers was aanwezig de
vroegere Engelsche kampioen, H. E. Ackina,
die vroeger herhaaldelijk in ons land in
tournooien meespeelde.
LaskerAlexander. Lasker speelde
tegen Alexander de weer in zwang zijnde
Engelsche opening, c2c4 en fianchetteer-
de zijn koningslooper Door zeer fijn positie
spel wist hij een goede stelling op te bou
wen, welke het mogelijk maakte op beide
vleugels te manoeuvreeren. Eerst snoerde
hij het spel van Alexander op den dame
vleugel in door met zijn b-pion naar b5 te
gaan. Hierna maakt hij voorbereidingen tot
een koningsaanval, het lukte hem een raads
heer op f6 en de koningin op h6 te plaatsen.
Alexander moest de kwaliteit geven om een
dreigend mat te voorkomen. Toen eenige
zetten later wit een open lijn voor zijn to
rens wist te verkrijgen, gaf de Engelsch-
iman op.
Dit was de eerstgeëindigde partij van deze
ronde. De oude meester is tenslotte nog
dicht in de buurt van de prijswinnaars ge
komen.
ThomasEuwe. De partij Thomas
Euwe was een Aljechin-opening, waarin de
Engelschman een bevredigend spel kreeg.
In het middenspel wilde hy door ruil het
centrum oplossen, maar werd daarbij ver
rast door een onverwacht paardspel. Daar
door kwam hij in moeilijkheden en toen er
bovendien nog tijdnood bijkwam, namen
die toe. Ook Euwe was in tijdnood, zoodat
de zetten elkaar met groote snelheid op
volgden. Thomas maakte daarbij in de
moeilijke stelling een fout, geraakte in een
matnet en gaf toen op. Door dit winstpunt
schaarde Euwe zich onder de prijswinnaars.
ReshevskyVidmar. Vidmar verdedig
de zich tegen Reshevsky met de Tsjechische
verdediging en ging spoedig tot het aange
nomen dame-gambiet over. Blijkbaar was
hij er zich nu eerst voldoende van bewust,
dat hij met een tempo minder speelde dan
in de noromale variant van het aangenomen
damegambiet, zoodat hij eerst c7c6 en
later denzelfden pion naar c5 speelde. Res
hevsky profiteerde van zijn tempo en of
ferde een pion om de zwarte rochade te
beletten en ondernam een aanval langs de
open d- en e-lijn. Vidmar zag zich genood
zaakt de kwaliteit te geven, waardoor hij de
rochade kon doorzetten. Reshevsky echter
bezette de zevende lijn met een toren en
bedreigde opnieuw het zwarte spel. Met den
25sten zet, toen Vidmar nog een stuk ver
liezen moest, gaf deze den hopeloozen strijd
op. Ook Reshevsky was na deze winst van
een prijs verzekerd.
BotwinnikWinter. Winter bracht tegen
Botwinnik in een Slavische verdediging het
dubbel fianchetto in toepassing. Botwinnik
deed een poging het spel te openen door
f2f4 om tot een koningsaanval te komen.
De Engelschman wist echter door een vroeg
tijdige voorbereiding met f2f5 de pionnen
vast te zetten, zoodat er geen doorbraak-
mogelijkheden voor wit waren. De Rus, die
k tout prix op winst speelde, verloor eenige
tempi door zijn stukken om te zetten, welke
Winter benutte om de open c-lijn met zijn
torens te bezetten. Van voordeel voor Bot
winnik was geen sprake meer. Hij moest
tot ruil van vele stukken overgaan, wat ten
gevolge had, dat Winter met toren en loo-
per het betere eindspel had. Op den 38sten
zet bood de Rus hem remise aan en Win
ter stelde zich hiermede tevreden, waar
door hij hiermede de tweede remise tegen
de buitenlandsche meesters bereikte. Van
Botwinniks kant was thans natuurlijk de
spanning groot, hoe de partij van zijn
grooten concurrent Capablanca zou afloo-
pen.
CapablancaBogoljubov. De belang
stelling concentreerde zich toen op de par
tij CapablancaBogoljubov. Evenals Las
ker opende de Cubaan met c2—c4. Beide
spelers fianchetteerden den koningslooper.
Terwijl Bogoljubov met zijn f-pion oprukte,
deed Capablanca dit met zijn b-pion. Het
gevolg was, dat beide lijnen open kwamen.
Bogoljubov bleek toen de betere positie te
hebben, doordat de witte koning, die niet
gerocheerd had, in het gedrang kwam.
Er ontstonden groote complicaties. Het
gerucht deed de ronde, dat Bogoljubov zou
winnen. Op het kritieke oogenblik dacht
Bogoljubov 50 minuten na en besloot toen
de kwaliteit te offeren.
Als vergoeding verkreeg hij twee ver
bonden vry-pionnen maar zyn aanval was
verdwenen. Het gevaar voor hem was ech
ter een sterke vrij-pion van Capablanca op
a6. De partij werd afgebroken. Na de her
vatting gaf Capablanca de kwaliteit terug,
kreeg echter de vrij-pionnen terug. Het
evenwicht was toen hersteld. Bij den 49sten
zet had ieder, toren en raadsheer plus een
vrijpion. Capablanca op a6, Bogoljubov
op g4.
Er werd toen tot remise besloten. Hier
door was de spannende strijd om de eerste
plaats beslist: Botwinnik en Capablanca
deelen die eer.
FlohrTartakower. Tegen de Réti-
opening van Flohr stelde Tartakower zich
op met e6 en d5. Aanvankelijk was er geen
voordeel voor Flohr te zien. Hij wist echter
door fijn positiespel een minimaal betere
stelling te bereiken en stuurde op een eind
spel aan. Het kwam inderdaad tot een al-
gemeenen ruil. In het toren eindspel won
HET TOURNOOI TE NOTTINGHAM
Namen
S
der
deelnemers
Aljechii
H
.EL
tD
Fine
Winter
Euwe
Vidmar
Thomas
M
ij
Tylor
J Capabla
Flohr
H
D
Aljechin
D
i
1
Va
1
1
1
Va
o
Va
Va
Va
Va
0
1
9
Tartakower
0
E
v2
Va
0
1
0
Va
Va
1
0
Va
0
Va
Va
5Va
Bogoljubow
0
Va
E
0
1
1
Va
0
0
1
0
0
1
Va
0
5Va
Fine
Va
Vs
1
1
1
Va
Va
Va
Va
Va
1
1
Va
Va
9Va
Alexander
0
1
0
0
0
0
0
Va
0
0
Va
0
1
3 Va
Winter
0
0
V2
D
0
0
Va
Va
Va
0
Va
0
0
2l/a
Euwe
0
1
V,
v2
1
u
1
1
l
Va
0
1
Va
Va
9Va
Vidmar
v2
Va
1
V2
1
1
0
1
0
0
Va
V2
0
0
6
Rechevsky
i I Va
1
Va
0
1
T
1
Va
1
1
0
Va
91/o
Thomas
V? I o
0
v2
V2
Va
0
V2
0
S
0
0
v.
0
0
3
Botwinnik
Va I i
1
V,
1
Va
Vï
1
Va
1
L
Va
"a
Va
10
Laskor
V2 I *72
0
1
1
1
Va
0
1
Va
A
1
Vj-
0
8I/2
Tylor
Vo 1
0
Vo
Va
0
l/o
0
Va
0
0
G
1 0
1
41/a
Capablanca
1
Va
y2
Va
1
1 Va
1
1
1
Va
Va
1 lE
0
10
Flohr
0
Va'
Va
o
|Va
1
Vo
l
Va
0"
i
SI/.»
Flohr een pion en verschafte zich even later
twee verbonden vrijpionnen. Men dacht
reeds dat hij zou gaan winnen. Hij overzag
echter een matdreiging van den Poolschen
meester en kon zich slechts pareeren door
eeuwig schaak te geven.
TylorFine. Terwijl alle partijen van
de laatste ronde reeds vroegtijdig uit wa
ren, vocht Fine om een winstpunt, daar hy
met remise voor een prijs uitgeschakeld zou
zijn.
In een Siciliaansche verdediging deed zijn
tegenstander Tylor een minder goeden zet,
welke zwart in staat stelde in het voordeel
te komen.
Fine, die zijn kansen nu op den dame
vleugel ging zoeken, maakte een verkeerd
plan en speelde op koningsaanval, vooraf
gegaan door een pionoffer. Alhoewel hij zijn
pion even later terugwon, moest hij in een
minder gunstig eindspel overgaan, doch hij
speelde nog op winst, hopende, dat zijn
tegenstander een zwakken zet zou doen. In
derdaad is dit geschied. Tylor deed een aan
tal zwakke zetten, hetgeen hem tenslotte
een pion kostte. Hij had toen remise in
handen. Maar in de waan verkeerende, dat
de stelling slecht stond, offerde hij een
paard en twee pionnen. Fine gaf het stuk
even later terug om de twee verbonden vrij
pionnen van zijn tegenstander onschadelijk
te maken. Hij behandelde het nu volgende
gedeelte echter niet nauwkeurig, zoodat de
Engelschman wederom een remise stelling
kon bereiken. Hij vond deze echter niet en
verloor na 71 zetten.
Fine heeft hierdoor de derde en vierde
plaats met Euwe en Reshevsky kunnen dee
len.
Van het tournooi luidt de eindstand:
Botwinnik en Capablanca, ieder 10 punten
Euwe, Reshevsky en Fine, ieder 91/2 punt
Aljechin 9 punten.
Flohr en Lasker ieder 81/2 punt.
Vidimar 6 punten.
Bogoljubov en Tartakower, ieder 5 1/2 p.
Tylor 4 1/2 pnt.
Alexander 31/2 punt.
Thomas 3 punten.
Winter 2 1/2 punt.
De prijsuitreiking.
Des avonds vond de prijsuitreiking
plaats aan een groot diner in het Victo
ria-station Hotel. Bij het diner fungeerde
als tafelpresident de voorzitter van de
British Chess Federation, de heer Cannon
Gordon Ross. Kort na den aanvang kre
gen de gasten de „broadcasting" te hoo-
ren, welke des middags was uitgezonden.
Wel belangrijk, maar ook wel heel lang.
Onze kampioen Euwe heeft daar ook
eenige minuten gesproken en zyn woor
den kwamen vrij duidelijk over, overigens
waren de weersomstandigheden voor de
overbrenging storend. Aan het slot van
het diner werden de vele toespraken uit
gepakt. Eerst werd volgens de bekende
Engelsche gewoonte een toast uitgebracht
op „the king" gevolgd door het Engelsche
volkslied. Daarna had bij monde van mrs.
Derbyshire de uitdeeling der prijzen
plaats. Alle prijswinnaars werden stuk
voor stuk opgeroepen. Capablanca en
Botwinnik, die het eerst naar voren wer
den geroepen, werden met luid handge
klap begroet. Daarop volgden Euwe, Fine
en Reshevsky die ieder eveneens een da
verend applaus kregen. Vervolgens kwam
Aljechin, zeer toegejuicht. Toen kwa
men Flohr en Lasker en laatstgenoemde
werd een langdurige, grootsche ovatie ge
bracht. Een luid applaus begroette ook
mrs. Holloway die het kampioenschap in
de damescompetitie voor de zooveelste
maal had veroverd. Ook onze landgenoot
Landau, die den eersten prijs in het Ma
jor open tournament heeft gewonnen,
werd op hartelijk applaus onthaald. Tylor
sprak een geestig woord op de stad Not
tingham en hare bestuurderen, welke
speech beantwoord werd door den lord-
mayor en den sheriff, die mede aanzaten.
Er volgde nog een reeks van toespraken
op de British Chess Federation, op de spe
lers, op de' Nottinghamsche Schaakbond
en op de pers, welke stuk voor stuk be-
antwobrd werden. Namens de spelers
spraken Capablanca en mrs. Holloway.
Dat mr. Derbyshire, de voorzitter van bo-
vengenoemden bond, die de tot standko-
ming van dit tournooi mogelijk heeft ge
maakt, niet vergeten werd, behoeft wel
haast geen vermelding. En zoo was dan
ook dit sterk bezette tournooi, waar de
groote schakers van de wereld elkaar
hadden bekampt, weer beëindigd.
DE SCHAAK-OLYMPIADE TE
MÜNCHEN.
Nederland wint van Finland.
Na den rustdag van Donderdag is de
Schaak-Olympiade te München gisteren
voortgezet met de vijftiende en zestiende
ronde, waarin Nederland resp. speelde tegen
Finland en Hongarije. De eerste ontmoeting
werd door Nederland met 4 1/2 tegen 3 1/2
gewonnen, terwijl in de match tegen Hon
garije Nederland een achterstand heeft van
1 1/2 tegen 3 1/2.
Verwacht wordt, dat de drie hangpartij-
en alle in remise zullen eindigen, waardoor
Hongarije lus een 53 overwinning zou be
halen. Opmerkelijk was het feit, dat van
Scheltinga remise bereikte tegen den mees
ter Szabo, die de twaalf partijen, welke hij
tot dusverre had gespeeld, alle had gewon
nen.
De gedetailleerde resultaten van de 15de
ronde luiden:
NederlandFinland: Prins remise met
Böök; Felderhoff wint van Krogius; van
Scheltinga remise me't.Salin; Hamming wint
van Sola; Muehring verliest van Kaila; de
Groot remise njet Candolin; Cortlever ver
liest van Breider; Kdomen wint van Col
liander.
De verdere uitslagen van deze ronde wa-
NoorwegenZweden 11/23 1/2, 3 hang-
partijen.
EstlandZuid-Slavië 22, 4 hangpartijen.
BraziliëFrankrijk 4 1/21 /12, 2 hang
partijen.
Hongarije—Oostenrijk 32, 3 hangpar
tijen.
ItaliëDenemarken 06, 2 hangpartijen.
RoemeniëLitauen 2—2, 4 hang partijen.
Tsjecho-SlowakijeIJsland 41, 3 hang
partijen.
ZwitserlandLetland 11/241/2, 2
hangpartijen.
PolenDuitechland 42, 2 hangpartyen.
Bulgarije was vrij
De gedetailleerde resultaten van de zes
tiende ronde luidden:
NederlandHongarije: vaan Doesburgh
L. Steiner afgebroken; Prins verliest van A.
Steiner; Felderhofof verliest van Havasi,
van Scheltinga remise met Szabo; de Groot
remise met Gereben; CortleverBalogh af
gebroken; KoomenKorody afgebroken.
De overige uitslagen waren:
LetlandPolen 2 1/21 1/2, 4 hangpart.
IJslandZwitserland 43, 1 hangparty.
LitauenTsjecho-Slowakije 22, 4 hang
partijen.
DenemarkenRoemenië 10, 7 hangpart.
OostenrijkItalië 51, 2 hangpartyen.
FrankrijkFinland 11/25 1/2, 2 hang
partijen.
Zuid-SlaviëBrazilië 41, 3 hangpart.
ZwedenEstland 3 1/22 1/2, 2 hangpart.
BulgarijeNoorwegen 34, 1 hangpartij.
DuitschlandHongarije 11/23 1/2, 3
hangpartijen.
Alle correspondentie, deze rubriek be
treffende, gelieve men te zenden aan den
redacteur dezer rubriek, W. H. van der
I^at, Witte Rozenstraat 40a, Leiden.
Bij het spelen van een schaakparty voor
een wedstrijd treden er soms andere dan
alleen schaaktechnische factoren op, die van
invloed zijn op het verloop eener partij. In
onderstaande partij zal ik U mijn gedach-
tengang tijdens het spel in 't kort trachten
weer te geven.
Partij gespeeld te Noordwijk, 15 Augustus
1936.
Wit: W. H. van der Nat.
Zwart: Ir. J. Westra.
Hollandsche opening.
1. d2d4 f7—f5
Een goede en kansrijke verdediging, die
meestal dan wordt aangewend, wanneer
zwart de partij zoo scherp mogelijk wenscht
aan te leggen.
2. c2c4 Pg8—f6
3. Pblc3 e7e6
Thans komt zeer in aanmerking om loo-
per fl na g2g3 op g2 te ontwikkelen. Daar
den laatsten tijd de meesters nogal vaak de
Hollandsche partij hebben toegepast, ver
moedde ik dat mijn tegenstander van deze
partijen kennis had genomen en leek het
mij beter een andere voortzetting te kiezen.
Een eerste overweging dus die niet direct
het schaken zelf betreft.
4. Pgl—f3 d7d5
Er zijn verschillende voortzettingen voor
zwart; de gespeelde is stellig zeer solide.
5. e2—e3
Hier moest ik een beslissing nemen in het
vraagstuk: „de looper (cl) binnen of bui
ten de pionnenketen". Wat beter is kan men
nog niet zeggen. In deze partij besliste zelfs -
de binnengehouden looper.
5Lf8b4
Het is eigenaardig dat zwarts z.g. goede
looper (de centrumpionnen op witte vel
den, de looper op de zwarte) in deze soort
partijen veelal wordt geruild; m.i. moet
dit ruilen echter tegen den witten looper
geschieden.
6. Leld2 0—0
Degene, die in dergelijke stelling het eerst
een paard op e5 (e4) plaatst, ondervindt
daarvan een klein voordeel in positie.
Daarom:
7. Pf3—e5 Pb8—d7
8. f2—f4
Het centrum is nu voorloopig onbeweeg
lijk en iedere verdere actie zal op een der
vleugels dienen plaats te hebben. Zwart be
sluit echter tot een afruil,
tijen vrijwel gelijk staan.
de par-
Lb4xc3
Pd7xe5
Pf6e4
9. Ld2xc3
10. d4xe5
Een moeilijk oogenblik. Er dreigt 11.
Dd8h4f want op 12.g2—g3 volgt eenvou
dig Pe4xg3 enz. Speelt wit 11. g2g3 om
dit te beletten dan ruilt zwart op c3 den
looper en de witte pionnenstelling is in
ferieur aan de zwarte (losstaande dubbel-
pion c3, c4 en de andere dubbelpion e3, e5).
Er is echter een zet, die beide dreigingen
opheft n.l.
1. Ddlc2 c7c6
Op 11Dd84i4 zou zijn gevolgd
12. g2g3 en indien dan Pe4xg3? dan ver
loor zwart het paard door Dc2f2. Op
Pe4xc3 kon nu Dc2xc3.
12. Lfld3
Wit is in 't bezit der beide loopers, maar
het zwarte paard staat zoo sterk, dat wit
graag het tegen een looper wil ruilen.
12g7—g5
Nu bleek mij, dat zwart op winst speel
de en niet met remise wilde genoegen ne
men. Begrijpelijk omdat de stand in de
wedstrijd (Wit 11/2 punt, Zwart 1' punt)
voor zwart een remise van weinig waarde
maakte.
13. Ld3xe4 f5xe4
14. g2g3 b7—b6
Bepaald voordeel voor een van beiden is
nog niet te bekennen. Zwarts laatste zet
had waarschijnlijk ten doel den looper op
b7 te ontwikkelen en dan de pionnen c6 en
d5 op te spelen, aldus een vrijpion in 't
centrum verkrijgend.
15. c4xd'5 e6xd5
16. 0—00 Lc8e6
Dus achteraf niet op b7. Maar waarom
niet op g4? Het vervolg leert dat de diago
naal dlh5 zwarts ondergang beteekent.
17. Dc2e2
Na het vrij eenvoudige verloop tot dus
verre wordt de situatie plotseling inge
wikkeld. Wit' dreigt De2—h5 en indien
zwart dit door Dd8e8 belet, dan h2h4
of na voorbereiding met Tdlfl, g3g4.
Goed, maar niet geheel toereikend wa6
het zwarte antwoord:
17Dd8d7
Er dreigt nu Le6g4 met winst der kwa
liteit. Nu trad er wederom een bijkomstig
heid op, die van invloed werd op het ver
dere verloop. In de andere partij n.l. tu6-
schen Mr. de Blécourt en Dra. ten Kate*
was op dit oogenblik de beslissing reeds
gevallen en ten Kate had hiermede een
eindstand behaald van 2 punten. Wilde ik
dus zeker zijn van den eersten prijs dan had
ik aan remise niet genoeg en moest win
nen. Na De2f2 was de partij vermoedelijk
wel remise, maar winstkansen bood De2
h5. Alles moest nu zeer nauwkeurig wor
den doorrekend, want de gevaren waren
velen.
18. De2h5 Tf8—f7
Niet direct Le6—g4 wegens Dh5xg5f en
wint een pion.
Thans gaat Dh5xg5 zeer bezwaarlijk, we
gens Tf7g7 en de dame heeft vrijwel geen
vluchtvelden ter beschikking.
19. h2h3
Le6g4 kan nu niet; er dreigt bovendien
een opmarsch der witte pionnen.
19g5g4
Terugkeer is voor wit niet meer moge
lijk. De dame is afgesloten. Er op of er on
der, er is geen keus, maar.... 't was van
te voren goed berekend.
20. h3xg4 Le6xg4
21. Dh5—h6
Slaat zwart nu Lg4xdl dan e5e6 en
zwart verliest minstens een stuk.
21Ta8e8
Na dezen zet had wit ook weer genoegen
kunen nemen met zyn veel beteren stand
en bijv. Tdlgl kunnen spelen. De zeer
sterke positie van Lc3 maakt een beslis
sing mogelijk, met vele complicaties.
De stand is na 21Ta8e8
v
A BC'DEFG H
22. Dh6—g5t Tf7g7
Door Kg8 te spelen, had zwart zich nog
tijdelijk kunnen redden, maar toch positio
neel verloren hebben gestaan.
23. e5—e6
Dit wint de kwaliteit. Tg7xgö is natuur
lijk niet mogelijk, daar na e6xd7 twee
toren in zouden staan. Er blijft één zet
over:
2 3Te8xe6
24. Lc3xg7
Indien 24. Dg5xg7 dan Dd7xg7; 25.
Lc3xg7 Lg4xdl en wit blijft een pion ach
ter.
2 4Te6g6
Niet Dd7xg7 want dan volgt dameruil
en wit is de kwaliteit voor.
Nu kan wit met 25. Dg5—h4, dreigend
Dh4xh7f de kwaliteit voorblijven. Tijdens
de partij was mij deze voortzetting ont
gaan, andere had ik ze stellig gespeeld,
want ze is eenvoudiger als de gespeelde
25. Dg5e5 Lg4xdl
Eindelijk kan zwart de begeerde toren
slaan maar wordt nu verrast door:
26. Lg7—f6
Vooral niet Kclxdl want na ruil blijft
wit geen aanval en moet hij met een pion
achter nog hard voor remise vechten.
2 6Ldl—f3?
Beter nog was Ldlg4 met de volgende
ingewikkelde voortzetting: 27. De5—b8t
Dd7c8; 28. Db8xa7 Tg6xf6; 29. Da7xh7f
Kg8—f8; 30. Dh7—h8f Kf8—e7 (indien
Kf8f7 dan Thl—h7; Kf7e6 en Dh8xc8f)
31. Thl—h7t Tf6—f7 (de eenige zet, andere
dame of torenverlies)32. Dh8e5f Lg4e6
33. Th7—h8 Dc8—d7; 34. De5—g5t Ke7—d6;
35. Th8d8 met dame verlies.
27. De5—b8f
Hier kon zwart opgeven en zou dit ook
stellig gedaan hebben, als er niet een prijs
was uitgeloofd voor de korste partij, d.w.z.
voor den speler, die in 't minst aantal zet
ten zijn tegenstander mat zette. Wij wis
ten toen nog niet dat het record reeds stond
op een partij uit een andere groep, en
daarom gaf mijn tegenstander mij de ge
legenheid hem mat te zetten.
Er volgde dus nog:
2 7Kg8—f7
28. Thlxh7t Tg6—g7
29. Th7xg7t Kf7xf6
30. Db8e5 mat.
PARTIJSTELLINGEN.
De oplossingen der vorige stellingen lui
den:
A. 1. Pf3!ef3:; 2. Pb6fKe5 (niet Ke4
wegens Lg6t); 3. Pd7f, Kd5 (Kf5 mag na
tuurlijk weer niet); 4. Pf6fKe5; 5. Pg4f
Kd5; 6. Pe3f en wint de dame.
Op 1. Pf3—Db3: volgt 2. Pc7f en 3. Pd2f
en wint.
Op 1. Pf3c4 volgt 2. b4 en wint.
B. 1. Ta8Da2 (het eenige veld voor de
dame, andere gaat deze met Tc6f of Tc8f, of
Lf3f verloren); 2 Ta4:! Dg8 (weer het
eenige veld); 3. Ta8, Dh7; 4. Lg6Dg6:;
5. Ta6f en wint.
De twee volgende eindspelen resp. van
O. Frink (The Chess Amateur) en K. A. L
Kubbel (eveneens uit The Chess Amateirr)