Het zevende eeuwfeest van den stichter der orde van de Kruisheeren DINSDAG 18 AUGUSTUS 1936 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 5 Viering in het klooster te Zoeterwoude Het 10-jarig bestaan van het klooster tevens herdacht Er is een band gelegd, in de tien jaren dat het Kruisheerenklooster te Zoeterwoude bestaat, een band van vriendschap tusschen de priesters van de Orde van de Kruishee ren en het geloovig volk van het kleine dorp, een hechte band die eenerzijds ge vormd is door de groote en ware steunen de liefde voor de menschen en anderszijds door een eerbiedige en dankbare aanhan kelijkheid van de inwoners, die zelfs bij de niet-katholieken bestaat. 't Was daaruit te verklaren, dat reeds bij het tienjarig bestaan een behoefte bestond, van beide kanten, om dit eens in blijmoe dige oprechtheid te getuigen als het ware te demonstreeren in een feestelijke gebeur tenis, openbaar: de Kruisheeren en Zoeter woude zijn samengegroeid. Als men over de Kruisheeren spreekt in de Noordelijke Provincie wordt Zoeterwou de genoemd en Zoeterwoude gaat er trotsch op het Klooster van een eeuwenoude Orde binnen de grenspalen te bezitten. Toen dan ook de Kruisheeren het zevende eeuwfeest van hun grooten Stichter, Theo- dorus de Celles gingen vieren, was het voor de Zoeterwouders 'n vreugde aan dit feest nog meer luister bij te mogen zetten, daar toe mogelijk, omdat het tienjarig bestaan van het Klooster daarmede samenviel. Onder de goedkeuring Van den hoog- eerw. Deken van Zoeterwoude en met in stemming van de hoogeerw. hooggel. Prior werden er plannen voor de feestviering ge maakt waartoe een Comité werd gevormd, waarin de afgevaardigden van een tiental organisaties zitting hadden en waarin ook het Kerkbestuur van de parochie van de H. Kruisverheffing een dubbele vertegen woordiging had. Het bestuur werd aangewezen uit de standorganisaties en het Kerkbestuur; de heer A. C. Paardekooper, voorzitter, de heer C. P. J. Paardekoooper, secretaris, de heer Jac. de Boer, pnningmeester, de heer Nic. van den Akkeren Mevr. G. Schouten-Krom. Er werden sub-commissies gevormd voor de versiering, propaganda en* uitvoering van de burgerlijke feestviering, die nog later zal plaats hebben. Er was al veel gewerkt en toen gisteren de eerste nevelen optrokken, stond reeds een groote eerepoort voor het Klooster en wa ren tientallen handen aan het timmeren en schilderen, sieren enkijken hoe mooi het werd. Scherp geteekend, goed aansluitende op de groote hoofdingang droeg de eerepoort de jaartallen 19261936, het wapen van de Kruisheeren, het rood-witte kruis met de nagelen, alsook het familiewapen van Theo- dorus van Celles. Het wapen van Zoeterwoude, de drie groe ne klaverbladen op het blauw auzuren veld hield te weerszijden op de kolommen de teekenen der Kruisheeren ingesloten en het geheel droeg een schoone bloemschat met vlaggende geelwitte wimpels. In de kerk was een groote, vele bloemen en planten dragende, middenversiering aan gebracht, hangende uit de koepel en over- wuifd door kleurige banieren. Aan de wanden stonden de schoone vaan dels van de organisaties en het altaar was door de zorg van de Eerw. Fraters schoon versierd met palmen en groen, met bloe men in vlekkelooze schoonheid en in liefe lijke kleur. Te half acht gisteravond, toen de kerk al geheel gevuld was met feestvierende ge- loovigen, trok een mooie stoet van kloos terlingen en priesters door het middenpad naar buiten en het was of er weer een mid- deneeuwsche processie zou gebeuren, zoo als Derkinderen ons heeft geteekend van het Mirakel van Amsterdam. De stoet ging uit de kerk over den weg naar het Klooster en toen de kloosterpoort weder open ging, verscheen het kruis voor op gedragen door een frater in het witte habyt en den kapmantel. Aan het hoofd van den stoet ging Z. H. Exc. Monseigneur Jan Olav Smit, oud-apostolisch vicaris van Noorwegen, Kanunnik van St. Pieter te Rome, om 'het Pontificale Lof te gaan cele- breeren. In de schoone liturgische altaar gewaden volgde de Provinciaal Overste der Ongeschoeide Carmelieten, Pater Vaassen, en de hoogeerw. heer A. H. J. M. Homulle, Deken van Leiden als troon-diakens, de zeereerw. heeren Pastoors C. Floor uit Stompwijk en H. Mulder O.S.Cr, uit Rot terdam als diaken en sub-diaken, Mgr. P. Bekkers, Rector van het Dominicanessen- klooster te Voorschoten, Pastoor Ruyter uit Hazerswoude, Pastoor van Leeuwen uit Ha- zerswoude Rijndijk, Pastoor Beukers uit Leiden, Pastoor Cammers uit Leidschen- dam, Rector Friedrichs van de Congregatie der Montfortanen, de zeereerw. heer I. Meijer, em. pastoor van Leiderdorp, en de kapelaans de Brabander uit Voorschoten en Sijm uit Zoeterwoude. Dan volgde het geheele convent van het Klooster, de hoogeerw. hooggel. Prior Dr. W. van Hees, de zeereerw. heer Pastoor G. Klaverweyden, de zeereerw. zeergel. heer Prof. Dr. H. van Rooyen, de zeereerw. heeren Professooren van Beijersbergen Henegouwen en Spierings en de lange stoet van Fraters. Zegenend schreed de Bisschop voort en bij het binnentreden in de kerk zongen de priesters: „Sacerdos et Pontifex". Met grooten luister werd daarna het Pon tificaal Lof gecelebreerd, waaronder het fraterskoor onder leiding van Prof. Beijers bergen van Henegouwen de liturgische ge zangen uitvoerden. Dan, als een treffend moment, treed een Pater naar voren, 'in superpli; hii knielt voor den troon van den Bisschop, hij kust den Bisschopsring en de Bisschop zegent, bidt en omhangt hem de stola terwijl hij bidt tot God, want deze priester zal spreken namens God. 't Is Pater Dr. Henri van Rooyen die daarna op de preekstoel komt. Eerst ver zoekt hij de geloovigen morgenochtend in grooten getale ter H. Tafel te komen. Mon seigneur Smit zal zelf de H. Communie uit reiken. Dan spreekt de gewijde redenaar zijn tekst: Christo confixus cruci. Vivo autem jam non ego vivit vero in me Christus. Gal. 2, 19, 20. Met Christus ben ik aan het Kruis gehecht. Ik leef niet meer, maar Christus leeft in mij. Vandaag zevenhonderd jaar geleden heerschte in de kloosterhuizing die buiten het stadje Hoei, aan den voet van den stei- len heuvel zijn nederig dak naar den hemel hief, die beklemmende stemming, die in iedere menschelijke samenleving herkend wordt als het teeken, dat er een mensch gaat sterven. Men sprak slechts op fluisterende toon, de kloosterbroeders hielden hun stap pen in op de plavuizen van het kloosterpad en ieder gezicht droeg de vermoeiende trekken van bange spanning en ingehouden smart. En op welk uur van den dag men de kleine kloosterkapel binnen ging, zag men er mannen, in vurig gebed verzonken om als het God beliefde, het behoud van een dierbare zieke te verkrijgen. Maar als men het vertrek binnentrad, waar men een stervende had neergelegd, dan vond men daar niet een tot stervens- beangstigde mensch, één die worstelde met den dood, men vond er een afgeleefden, uit- geteerden grijsaard, maar wiens gelaat ge adeld was door den levenslangen strijd om goed te zijn; een grijsaard met de heldere oogen van een kind en van wiens aange zicht iets van de hemelsche vreugde straal de. En men kon hem in die laatste stonde woorden hooren spreken, die van zijn on wrikbaar Geloof en onwankelbare liefde getuigden: „Ik ga den weg van alle vleesch; dan kan de ziel bevrijd uit de ker ker van het lichaam, naar haar Schepper terugkeeren. Och, ik verlang ontbonden te worden en met Christus te zijn". Dierbare Geloovigen: Niemand, van al de genen, die bij dat sterven tegenwoordig waren, heeft kunnen vermoeden, dat wij thans, na zeven eeuwen, dit doodsbed met zulk een luister zouden herdenken: nie mand kon voorzien, dat Theodorus van Cel les, die daar zich opmaakte om de drem pel der eeuwigheid te overschrijden, na zeven eeuwen nog een schare van volge lingen bezitten zou, over heel de wereld verspreid, die met liefde en begeestering naar zijn heilig voorbeeld zouden opzien. Het zevende eeuwfeest van zijn zalig af sterven, dat is dan de reden, waarom wij hier dezen avond op zoo plechtige wijze ver- gaderd zijn: het is dan wel passend, dat wij thans eenigen tijd stilstaan bij de beschou wing van het leven van hem, dien we ge denken. Het moge onze zielen met een jubel vervullen: „tot lof van de glorie van Gods genade", het moge tevens onze ijver prik kelen tot dienzelfden moed en dienzelfden daad, tot onverschrokken Geloof en dienen de liefde. Dan wijst de gewijde spreker op de mild heid Gods in zijn werken, in vrijgevigheid, eenheid en verscheidenheid. Beschouwende het leven van Theodorus van Celles overweegt de eerw. spr. het diep zinnig plan, van God dat aan de menschen •moest openbaren: Met Christus ben ik aan het Kruis gehecht. Ik leef niet meer, maar Christus leeft in mij. Er was een wonderlijke groei in het leven van den Zaligen Vader; leerling aan de Luiksche Kapittelschool, zijn neerknielen voor den Pauselijken Legaat en vragen om het Kruis. Hij heeft het Kruis gevraagd en gedragen. Een kruistocht naar het Oosten met den bij zonderen zin van de symbolische daad van een blijvende richting. Jeruzalem werd niet heroverd. Na tegen slagen en lijden is Th'eodorus gaan begrij pen dat men op duizenden wijzen het Kruis kan dragen. Het Kruis heeft Theodorus niet gebroken, het heeft hem inniger met God vereenigd. Het Kruis verschijnt met hem bij den aan vang, bij mislukking, bij miskenning, bij tegenwerking en vijandschap. Maar dat Kruis wordt zijn „Clavis coeli", de sleutel die hem den hemel ontsloot. Zoo werd hij de stichter van de Orde van het Heilig Kruis. Zijn broeders moesten „Crucis servitores" zijn: „dienaren van het Kruis". Bovenal echter heeft hij gewild: dat zij het Kruis in hun eigen leven zouden dra gen: dat zij de 'beteekenis van het Kruis- mysterie zouden overwegen en belevéh: en zóó zouden komen tot de volheid van Chris tus. Theodorus van Celles is niet een van de geweldige figuren geweest die heel hun tijd beheerschten, hij heeft niet aan de Kerkge schiedenis van zijn dagen een nieuwe rich ting gegeven. Hij was een verborgen vriend van God, die hem vooral in eenzaamheid en stilte gezocht heeft. Maar hij stichtte een Orde, die de kruis- gedachte in de wereld moest uitdragen en de levenskracht van zijn stichting toont de zuiverheid van zijn intenties en de waar achtige heiligheid van zijn leven. Ook tot ons, menschen van dezen tijd, heeft hij nog steeds iets te zeggen: de groote gedachte die hij zeven eeuwen terug aan zijn Orde meegaf.' Men klaagt wel eens, dat zoovelen in onze i dagen van Christus vervreemd zijn; dat tal- loozen zich afwenden van de onsterfelijke I stichting, die Hij vestigde om allen tot het 1 onvergankelijke Heil te brengen. De voor naamste reden is, dat men het Kruis niet meer aanvaarden wil. Voor de verdoolde wereld heft hij het stralende symbool het rood-witte kruis waarvan de genade in on weerstaanbare stroomen over de wereld vloeit. Theodorus van Celles werd nimmer door de Kerk met een titel van Zalige of Heilige vereerd. In de Orde die hij stichtte bestaat een overlevering, die hem de heilige Theo dorus noemt. Zoo gaarne zouden wij hem op het altaar vereeren, maar om van Rome een officieele erkenning van zijn titel te verkrijgen, zou het minstens noodig zijn, om de oude archieven, de bewijsstukken terug te vinden. Maar wat staan blijft, is de kracht van zijn lichtend voorbeeld: met liefde en dankbaarheid zien de Kruisheeren naar hem op. Toen hij op zijn sterfbed zijn medebroe ders om zich heen verzameld zag, heeft hij een belofte gedaan. „Dit beloof ik U, sprak hij. Als ik, zoo gering als ik ben, on den dag des Heeren eenig vertrouwen verlcrijg, dan zal ik onophoudelijk voor U vragen en bidden dat ge zelf steeds betere men schen moogt worden en dat ons klooster altijd verder uit mag groeien". Dierbare Geloovigen: Wij mogen hem nog niet in het openbaar aan deze belofte her inneren. Als we het doen in het diepst van ons hart, dan hebben we daarbij de blijde overtuiging dat hij ons hoort in het Hemel rijk, waar hij de triumph viert van het Kruis. Tot de parochianen van Zoeterwoude zegt de gewijde redenaar: Gij hebt vandaag mede het feit in her innering willen brengen, dat de Kruis heeren thans tien jaren in uw midden ge vestigd zijn, de Kruisheeren aan wier gees telijken zorg gij door den Bisschop zijt toe vertrouwd. Dit laatste woord tot U: Wij vra gen vandaag een bijzonder gebed: opdat Gods goedheid behagen moge zijn nederigen dienaar Theodorus van Celles nog eens tot de eer van het Altaar te verheffen en opdat de Orde, die zijn stichting is, zijn levens ideaal trouw bewaren moge: de beleving en prediking van de leer van het Kruis tot Glorie van God tot heil der ontelbare zielen Amen. Na deze predicatie werd het Lof voort gezet en aan het jubelende einde ging de zelfde stoet weder langs den weg naar het Klooster terug. De Sint Jansfanfare bracht daarna 'n se renade, welke door den voorzitter, kape laan Sijm, met gelukwenschen aan de Oude Orde, die hier nog zoo'n jeugdigen kracht ontplooit, werd aangeboden. De hoogeerw. Prior dankte hartelijk voor de hulde door de Sint Jansfanfare gebracht, waarna Mgr. Jon Olav Smit een hartelijke toespraak hield met waardeerende woorden voor de wederzijdsche aanhankelijkheid tus schen de priesters en het volk, de katho lieken tot de Kruisheeren. Met daverend applaus werden de woorden van den Bisschop beantwoord. Nogmaals klonken de fanfares en was de vooravond van het feest ten einde. FlNANClëN EN ECONOMIE SODALITAS MEDICORUM. Moeilijkheden bij het te gelde maken van het onderpand. Van bevoegde zfjde verzoekt men ons het volgende mede te deelen: Aan de belangentegenstelling tusschen obligatiehouders Sodalitas Medicorum en Burgers Co.'s Bank is het vorige jaar met bemiddelende medewerking der commissie voor de kerkelijke leeningen van de Vereeniging voor den Effectenhan del een einde gekomen. De leiding der sindsdien tusschen de beide partijen gevormde belangengemeen schap houdt ook verder contact met ge noemde commissie. Intusschen is de te geldemaking van het onderpand o.a. tengevolge van den zich voortdurend verscherpenden crisis toestand in Hongarije op moeilijkheden gestuit. Bovendien zijn ernstige meenings- verschillen gerezen met de financierende bank te Boedapest. Ter bespreking van den hierdoor ge schapen toestand en van verschillende op het oogenblik loopende onderhandelingen zal een voor belanghebbenden toeganke lijke informatieve vergadering worden ge houden op 22 dezer te Amsterdam. BUITENLAND DUITSCHLAND. VON TSCHAMMER UND OSTEN MAAKT PROMOTIE. Minister-president Goering heeft den rijksleider voor sportaangelegenheden von Tschammer und Osten uit waardee ring voor diens verdiensten tegenover de Duitsche sport in het bijzonder met het oog op de successen van Duitschland bij de Olympische Spelen benoemd tot Prui sisch staatsraad. Ten teeken van erkentelijkheid voor de bijzondere prestaties der Duitsche deel nemers aan de Olympische Spelen heeft rijkskanselier Hitier Maandag den rijks leider voor sportaangelegenheden von Tschammer und Osten zijn foto overhan digd, waarop Hitier eenige waardeerende woorden had geschreven. RUSLAND DE SABOTAGE-WAANZIN HERLEEFD. De geheime politie heeft den directeur van een fabriek te Smolensk gearresteerd, zoomede verscheiden employé's, die wor den beschuldigd van sabotage. Door hun toedoen zou de staat schade hebben gele den. CHINA* ULTIMATUM VAN TSJANG KAI SJEK. Uit Kanton wordt vernomen, dat maar schalk Tsjang Kai Sjek een ultimatum heeft gezonden aan de generaals van Kwangsi, waarin zij worden gelast binnen drie dagen het land te verlaten. AMERIKA. EEN ONGEZOND CONGRES TE CLEVELAND. Evenals de „radio-priester" Coughlin, is ook dr. Townsend na een redevoering op het congres te Cleveland tengevolge van oververmoeidheid ingestort. De dokters hebben hem een langdurige rust voorgeschreven. Intusschen heeft men bevel gegeven tot arrestatie*van Townsend, die niet voor den rechter was verschenen om zich te verantwoorden voor de wijze, waarop hij de voor zijn campagne inzake ouderdoms pensioen ontvangen middelen had aange wend. BUITENLANDSCHE BERICHTEN VIER BERGBEKLIMMERS VERONGELUKT. Zaterdag en Zondag hebben in Oosten rijk een aantal bergongelukken plaats ge had, waarbij in totaal 4 personen om het leven zijn gekomen. Verder is een holen-onderzoeker in het binnenste van een berg in een rotsspleet gevallen, zoodat hij zich niet zelf meer be vrijden kon Zijn metgezellen moesten ten slotte een pionier-afdeeling te hulp roe pen. De man werd eerst, na 40 uur in de spleet te hebben gehangen, gered. SNELTREIN PARIJS—ST. ETIENNE ONTSPOORD. Gistermiddag is de sneltrein Parijs Saint Etienne ontspoord, ongeveer 600 Me ter van het station Bourron Marlotte, na dat de trein een wissel was gepasseerd. De goederenwagen, welke achter aan den trein was gehaakt, sprong uit de rails, waardoor enkele ander wagons werden meegesleurd. Ongeveer 100 meter verder sloegen de restauratiewagen en een andere wagon om. Hierbij werd een lid van het perso neel van den trein gedood, zes personen werden gewond. Met den trein reisden ook 87 kinderen van een vacantiekolonie, doch van hen werden slechts twee licht ge kwetst. STORM OP DE PHILIPPIJNEN. In het Noorden van Luzon heeft een ty phoon gewoed, die groote schade heeft aan gericht. Mifistens 11 personen werden ge dood. Vele huizen werden vernield, terwijl de te velde staande gewassen voor een groot deel verwoest werden. Twee sche pen zijn gestrand. TURKSCH DORP DOOR NOODWEER GETEISTERD. Het Turksche dorp Goemoesjane is ge durende 10 achtereenvolgende dagen door stormen geteisterd. Twee personen ver dronken nabij Bayburt, twee anderen bij Kochkoer. Tachtig huizen stortten in, an dere huizen werden zwaar gehavend. De bevolking nam de wijk in de moskeeën. MYSTERIEUZE MOORDEN IN HOTEL TE CHICAGO. In een der kamers van het State Hotel te Chicago is het verminkte lijk gevonden van een jonge vrouw die geworgd moet zijn. Men heeft een jongen neger gearres teerd. Dit is de vierde geheimzinnige moord, welke de laatste weken te Chicago is ge pleegd. BANKBEDIENDEN BEROOFD VAN 800.000 FRANCS. Twee bedienden van de Tresorerie Ge nerale des Alpes Maritimes te Nice zijn beroofd van een bedrag van 800.000 francs door vier bandieten, die met revolvers ge wapend waren. Nadat zij den buit in han den hadden, slaagden zij er in met een auto te ontkomen. EIGENAARDIG SPOORWEGONGELUK TE WILNA. Te Wilna heeft een eigenaardig spoor wegongeluk pplaats gehad. Een locomotief, die juist kolen innam, terwijl de machinist en de stoker de machine hadden verlaten, begon door tot nu toe nog niet opgehelder de oorzaak plotseling t rijden. Binnen korten tijd had de machine haar volle snelheid bereikt. Twee arbeiders, die kolen geladen hadden, konden er nie<t aan den ken, van de locomotief te springen. Onge lukkigerwijze naderde van den anderen kant een personentrein, waarmede de loco motief in botsing kwam.-De botsing was zoo hevig, dat de machinist en de stoker van den personentrein op slag gedood en 16 passagiers van den trein deels zwaar gewond werden. KABELSPOOR OVER DEN MATTERHORN. Het eerste gedeelte van de kabelspoor, welke over den Matterhorn Italië met Zwitserland zal verbinden, is nu voor het publiek opengesteld. Het eerste gedeelte van de baan loopt van Cervinia ,Breuil) naar de Maison- vlakte. Het overige gedeelte, dat, naar de „Times" mededeelt, nog in den loop van het volgende jaar gereed zal komen, voert van de Maison-vlakte over den Theo- dule-pas naar het Zwitsersche grondgebied. NED. OOST-INDIE HET GRAF VAN JAN PIETERSZOON COEN. Aneta seint uit Batavia: De regeerings- gemachtigde voor onderwijs, dr. de Kat Angelino, sprak, bij de beantwoording van de sprekers in den Volksraad bij de behan deling in eersten termijn, nog waardeeren de woorden namens de regeering voor den arbeid en de verdiensten van den heer Bloys van Treslong Prins bij het terugvin den van het graf van Jan Pieterszoon Coen. Spreker zeide, dat de regeering het voor nemen koestert deze plaats te sieren met een waaardig monument. NOODLANDING MILITAIR VLIEGTUIG TE HOOGMADE. Een militair vliegtuig maakte gisteren een noodlanding op het weiland van den heer Kors Hoogeveen te Hoogmade. Aan belangstelling heeft het den beiden piloten blijkbaar nie' ontbroken.. Het halve dorp werd op deze photo, verzameld rond den Pastoor, vereeuwigd. Op den achtergrondde gestrande k:

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 5