ImE 4jun hum..
D5NSDAG 11 AUGUSTUS 1936
DE LEIDSCHE COURANT
VIERDE BLAD - PAG. 11
De nieuwe maatregelen bij
steunverleening.
(Ingezonden).
De Minister van Sociale Zaken heeft, met
ingang van 30 Augustus a.s., enkele wijzi
gingen gebracht in de steunregeling. Matig
zijn deze wijzigingen in organisatie-krin
gen begroet. Verschillende moties zijn reeds
aangenomen door vakbonden en verzonden
naar den Minister. In hoeverre de Minister
aan de geopperde bezwaren zal tegemoet
komen, moet worden afgewacht. Veel hoop
op een nadere wijziging hebben wij niet,
omdat de regeling niet in zijn vollen om
vang werkt. Het grootste bezwaar wordt
ondervonden door intrekking van den
huurtoeslag, waardoor de steun direct met
een niet-onaanzienlijk bedrag wordt ver
minderd. Daartegenover staat echter (en
dit wordt schijnbaar over he thoofd ge
zien), dat de Minister verschillende an
dere maatregelen in overweging heeft ge
nomen, welke voor den werklooze een ver
betering trachten te soheppen in zijn strijd
om het bestaan.
Wij willen trachten in een tweetal artike
len de nieuwe regelen aan een algemeen
oordeel te onderwerpen.
Vooreerst vraagt de huurtoeslag belang
stelling.
Deze toeslag, wij noemden hem reeds
direct, omdat hij op het steunbedrag in
vloed uitoefent, komt met ingang van de
steunweek, welke aanvangt 9 Mei 1937, ge
heel te vervallen.
Wat verstaat men of wat dient men onder
huurtoeslag te verstaan? Voor de beant
woording van deze vraag moeten wij even
teruggrijpen in de geschiedenis der steun
regeling.
Bij de vaststelling van de verschillende
steunnormen heeft de Minister reeds reke
ning gehouden met een zekere huur, welke
ter plaatse gemiddeld betaald moet wor
den. De steun bedoelt te zijn een verstrek
king van geld teneinde den werklooze in
staat te stellen in het noodzakelijkste le
vensonderhoud te voorzien. In dit levens
onderhoud is mede begrepen de wekelijks
verschuldigde huur. Het mederekenen van
een bepaald bedrag voor huur in het uit
te keeren steunbedrag is dus een, naar onze
meening, normaal, verschijnsel.
Anders wordt het evenwel, wanneer, om
plaatselijke redenen, de huur hooger is dan
het door den Minister vastgestelde gemid
delde. De werklooze moet dan van zijn
steun meer betalen dan de Minister be
doeld heeft. Deze hoogere huurprijzen zul
len vooral bedongen worden in gemeenten,
waar b.v. woninggebrek is of waar in het
algemeen luxe woningen gebouwd ziijin.
Het getuigt van een juist inzicht der re
geering om voor deze uitzonderlijke geval
len regelen te treffen. Zou dit niet gedaan
zijn, dan is de mogelijkheid niet uitgeslo
ten, dat een ware volksverhuizing zou
plaats hebben van luxe gemeenten naar
meer eenvoudige gemeenten, alwaar zich
dan weer hetzelfde verschijnsel van huur-
opdrijving zou gaan voordoen.
Voordat de regeering ertoe overging, om
een z.g. huurtoeslag toe te kennen, waren
er reeds vele gemeenten (vooral de groote-
re), die in hun steunregeling bepalingen
hadden opgenomen betreffende huurtoe
slag. Uiteraard bestond een groote ver
scheidenheid. Met Juli 1934 heeft de re
geering de behandeling dezer materie zelf
ter hand genomen, door bij de toen inge
voerde wijzigingen de mogelijkheid
van een uniforme huurtoeslag voor alle ge
meenten open te stellen.
Bedroeg de huur in eenige gemeenten
meer dan het door den Minister vastgestel
de gemiddelde, dan mocht een toeslag
op den steun gegeven worden van 2/3 ge
deelte van het verschil, en tot een maxi
mum, door den Minister te bepalen.
Voor de 9 klassen, waarin de stèunnor-
men zijn ingedeeld, bedragen deze maxi
male huurtoeslagen resp. ƒ3.(klasse 1);
ƒ2.50 (klasse 2 t/m. 9). De-Minister be
hield zich echter de bevoegdheid voor, voor
de gemeenten een lager c.q. hooger maxi
maal bedrag vast te stellen. Beliep het ge
middelde huurbedrag in een gemeente 8e
klasse b.v. 3.en betaalde een werklooze
4.huur, dan kon hem een toeslag ver
leend worden van 2/3 x 1.Had de Mi
nister de maximale toeslag bepaald op b.v.
0.50 dan mocht de gemeente, ook al was
het huurbedrag hooger, niet meer uitkee-
ren dan 0.50.
Nu moet uit het vorenstaande niet de
conclusie getrokken worden, dat alle
werkloozen, die een huur betaalden boven
het gemiddelde, voor huurtoeslag in aan
merking kwamen. Groote gezinnen vallen
in de eerste plaats buiten dezen toeslag.
Begrijpelijk overigens. De Minister heeft
voor elk der 9 klassen een z.g. absoluut
maximum vastgesteld, waarboven in geen
geval steun mag worden verleend. Bere
kent men voor groote gezinnen de steun
(norm plus gezinsledentoeslag) dan over
schrijdt deze in het algemeen het absoluut
maximum, zoodat er voor huurtoeslag geen
plaats meer is. Werkloozen, die door het
lage loon, dat ze konden verdienen in het
vrije bedrijf, met hun steunbedrag blijven
beneden het grondibedrag, dat voor elke
klasse is vastgesteld, vallen eveneens bui
ten den toeslag. Zouden wij moeten om
schrijven, welke groepen voor huurtoeslag
in aanmerking komen, dan zouden wij dit
ais volgt kunnen doen: huurtoeslag kan
worden verleend aan werkloozen, die in
verband met hun loon een steun ontvangen,
welke hooger is dan het grondbedrag
(steun plus gezinsledèntoeslag) dan wel
blijft beneden het absolute maximum
(varieerend tusschen 21.en 12.
De gemeente is niet verplicht een huur
toeslag in het leven te roepen, vandaar dat
er vele, vooral plattelandsgemeenten zijn,
waar deze toeslag niet geldt,
Blijkbaar heeft deze huurtoeslagrege-
ling niet stimuleerend gewerkt op een ver
laging van de huren, waaraan door de re
geering bij voortduring gewerkt wordt. Het
is bekend, dat werkloozen, tijdens hun
werkloosheid, verhuisden naar duurdere
woningen, hetgeen niet de bedoeling kan
geweest zijn van den Minister.
De eenigste en naar de meening van den
Minister juiste oplossing van de ontstane
excessen en afwijkingen was de afschaf
fing van den huurtoeslag. Hierdoor zou een
betere en snellere aanpassing mogelijk
worden van de huur aan een lager niveau.
Om den overgang naar de nieuwe maat
regelen niet te sterk te doen voelen, heeft
de Minister goedgevonden, dat vanaf 30
Augustus tot Mei 1937 een ander tarief
wordt toegepast. In afwijking van het hier
boven genoemde tarief wordt de huurtoe
slag voor klasse 1 ƒ2.—, klasse 2 t/m. 4
1.50, klassen 5 t/m. 7 1.25 en klasse 8
en 9 1.Voor gemeenten, waar een la
gere maximum-huur toeslag is vastgesteld,
blijft dit lagere maximum gelden.
Het valt niet te ontkennen, dat deze
steunverlaging van groote beteekenis is
voor den werklooze. Immers van een maxi
maal bedrag aan huurtoeslag van ƒ2.50
daalt hij (voorloopig) tot ƒ2.— om met
Mei 1937 ook dit bedrag te verliezen.
Een onhoudbare toestand zou hierdoor
intreden, ware het niet, dat de Minister
andere maatregelen zal treffen om dit ver
lies te nivelleeren.
In de eerste plaats verwacht de Minister
een verdere daling der huren. Het is nu
eenmaal een feit, dat de aanpassing offers
vraagt en het gaat niet aan, dat huren,
welke reeds jaren achtereen hetzelfde zijn
gebleven, op dat peil ingesteld mogen en
behooren te blij ven. Het op peil houden der
huren geschiedde tot nu toe veelal ten
koste van de overheid, die door huurtoe
slag mede hielp betalen aan het in stand
houden van het huurbedrag.
Tegenover deze aanpassing van huren
door huiseigenaren heeft de Minister de
mogelijkheid gesteld van verhaal van ach
terstallige huur op het steunbedrag van den
werklooze. Een maatregel, welke wij ten
zeerste toejuichen. Immers, hierboven
merkten wij het reeds op, in het steunbe
drag is een zeker gedeelte van huur begre
pen en als nu den werklooze nalatig is in
het betalen van huur, beteekent dit voor
%hem een verbetering van positie. En deze
gevallen deden zich veel voor. De verhuur
ders krijgen nu, bij het invorderen van
hun huur, steun bij de overheid. Voorheen
bestond deze bevoegdheid ook, doch met
machtiging van den Minister. Als voor
waarde voor dit huurverhaal op den steun
(hetgeen op verzoek van den huiseige
naar kan geschieden) moet aan het ge
meentebestuur blijken, dat de huur op een
voor de tegenwoordige omstandigheden re
delijk bedrag is teruggebracht.
Wij laten in het midden, in hoeverre
zulks op het platteland nog mogelijk
is. De nooden op het platteland zijn zoo
danig gestegen, dat de huiseigenaren uit
eigen beweging reeds hebben moeten be
sluiten tot een diepe verlaging van huis
huren.
Ten aanzien van de woningwetwoningen
heeft de Minister eveneens ingrijpende
voorstellen gedaan. Ongeveer terzelfder
tijd, dat de gemeentebesturen in kennis
werden gesteld met de wijzigingen der
steunregeling, ontvingen zij een schrijven
van den Minister, waarbij de aandacht
werd gevestigd op de huren der woning
wetwoningen. Mocht, aldus de Minister,
blijken, dat, tengevolge van een plaatse
lijke huurverlaging eveneens verlaging
noodzakelijk is van met rijkssteun gebouw
de woningen, dan is de regeering bereid
hieraan 'mede te. werken door het verlee-
nen van bijdragen, subsidiair extra-bijdra
gen.
Indien de vraag naar woningen met lage
huurwaarden groote afmetingen aanneemt,
dan is de regeering in beginsel bereid steun
ingevolge de woningwet te verleenen, mits
de te bouwen woningen, die selfsupporting
moeten zijn, van lage huur zijn.
Men ziet dus, dat de opheffing van den
huurtoeslag past in het raam van een alge-
meene huurverlaging, welke de regeering,
in het welbegrepen belang van den werk
looze, nastreeft. Het gaat dan ook niet aan
een onderdeel dezer materie, welke welis
waar direct nadeelig gevolg met zich
brengt, doch in de toekomst stimuleerend
werkt op huurverlaging, te doen intrek
ken.
Bij dezen enkelen maatregel is het echter
niet gebleven. De regeering heeft, mede g*.
inspireerd door de voormannen der R. K.
S. P., wederom aandacht geschonken aan
het groote gezin en aan den jeugdigen
werklooze, terwijl aan de vernietiging van
levensmiddelen, naar wij hopen, spoedig
een einde zal komen. Hierover zullen wij
een en ander mededeelen in een slotartikel.
Woubrugge. H. S. M. SCHAMINéE.
h
hangt van üw remmen af!
Hun leven en het uwe
JSL evenzeer! kan misschien
morgen al behouden blij*
ven dank zij uw remmen!
i 11 BINNENLAND
TELEGRAMWISSELING TUSSCHEN
H. M. KONINGIN WILHELMINA
EN PRESIDENT LEBRUN.
Naar de Fransche bladen melden heeft
H. M. de Koningin aan president Lebrun
het volgende telegram gezonden:
„Op het oogenblik, waarop Ik den gast
vrijen Franschen bodem verlaat, voel Ik
Mij gedrongen, meneer de president, U
mede te deelen, hoe zeer het Mij verheugd
heeft, eenige weken in de Vogezen door te
brengen. Ik zal de aangenaamste herinne
ringen aan de prettige dagen in deze mooie
streek bewaren.
Wilhelmina."
President Albert Lebrun heeft hierop te
legrafisch het volgende geantwoord:
„Het verheugt mij ten zeerste, dat Uwe
Majesteit zulke aangename herinneringen
aan Haar verblijf in Frankrijk mede-
neemt; en ik breng u mijn dank voor uw
vriendelijk telegram en mijn eerbiedige
groeten.
Albert Lebrun."
WERELDCONRES VOOR DE
ORGANISATIE VAN DEN VREDE.
Nederlandsch comité opgericht.
Van 3 tot 6 September 1936 wordt te
Brussel een wereldcongres voor de orga
nisatie van den vrede gehouden, dat op
initiatief van Lord Cecil of Chelwood bij
een is geroepen. Zijn initiatief heeft in
stemming gevonden in vele landen, waar
overal nationale comité's zijn gevormd.
Het Nederlandsche Comité richt zich
tot het Nederlandsche volk en doet een
beroep op zijn sympathie en daadwerke
lijken steun.
In het Uitvoerend Comité heeft o.m.
zitting pater C. Timmer, O.Carm., vice-
voorzitter (vice-voorzitter R.-K. Vredes-
bond), P. J. S. Serrarens.
KATH. JONGE MIDDENSTAND.
Nationale besturendagen te Amersfoort.
In het pensionaat „St. Louis", even buiten
Amersfoort, kwamen de K.J.M.V.-besturen
bijeen om er twee feestelijke dagen te be
leven.
Uit Noord en Zuid, Oost en West verza
melden de K.J.M.V.-bestuurders zich Zon
dag te Amersfoort, om gezamenlijk den
Amersfoortschen berg te bestijgen en naar
St. Louis op te trekken.
Na een kort Lof met Veni Creator had de
officieele opening plaats door den Verbonds
voorzitter, den heer Gerard Put, die allen
een hartelijk welkom toeriep.
Vervolgens hield de zeereerw. heer J. van
Campen, Moderator van de Diocesane K.J.
M.V. in het Bisdom Breda, een rede over
„Het godsdienstig deel van ons winterpro-
gram". Het organisatorische wilde spreker
thans buiten beschouwing laten. Het gaat
om de vraag: Hoe bezielen we en hoe bin
den we de jongelui aan de K.J.M.V.? Een
dienende liefde is daarvoor noodig, opdat
de verwording der massa voorkomen wordt.
Van onzen eigen rijkdom moeten we aan
anderen meegeven, ons losmaken van sleur
en slechte gewoonte en ons richten tot God.
De heeren Van Adrichem uit Den Haag,
Voet uit Breda en Schippens uit Den Bosch
zetten nader uiteen op welke wijze het
godsdienstig program practisch uitgevoerd
kan worden.
Na een gedachten wisseling over het be
handelde van den middag volgde recreatie.
De Cultureele avond werd verzorgd door
de St. Maartenspelers uit Hilversum. Het
was een mooie avond van muziek, zang,
dans en leekespel.
De tweede dag van de Nationale Bestu
rendagen der K. J. M. V, werd aangevan
gen met een H. Mis, opgedragen door den
bondsmoderator, den zeereerw. heer L.
Beune, tijdens welke plechtigheid allen de
H. Communie ontvingen.
De morgen werd gevuld met inleidingen
en discussies, waarbij alle taaiheid op zij
werd gezet door af en toe een actief optre
den van de stemorganen. Het blije lied
klonk door de zaal en hierna was ieder in
de stemming om de eerste inleiding te vol
gen over „Een Algemeen Sociaal Program
en het Program voor de Werknemende
Jonge middenstanders" door den Verbonds-
secretaris Cor Kloppenborg.
Spr. wees er op, dat de nieuwe sociale or
dening gebouwd moet zijn op sociale recht
vaardigheid en naastenliefde.
De cultuur wordt echter niet gemaakt
door den enkeling maar door een min of
meer groote massa. Zelfvorming is dus ook
hier weer het parool en „vooral wij mid
denstanders moeten ons groot gebrek aan
sociaalvoelendheid aanvullen", aldus spr.
Drs. H. L. Jansen, adjunct-directeur van
het Nat. Hanzebureau te Den Haag, heeft
„Het Zakenprogram en het Program voor
de Werkgevende Jonge middenstanders" be
handeld.
Als een der belangrijke practische ge
zichtspunten, die de samenstelling van dit
program hebben beïnvloed, noemde spr. de
waakzaamheid tegen een negatief bekijken
van zakenleven.
Men moet niet critiseeren, maar op de
eerste plaats zelf werken. Ondernemer moet
men zijn en persoonlijk de grondslagen leg
gen van zijn zakenleven, die nooit door re-
geeringsmaatregelen aangebracht kunnen
worden. De regeering zal in de juiste orde
niet de verantwoordelijkheid van den za
kenman wegnemen, maar hem beschermen
tegen onrechtvaardige manipulaties van an
deren.
Spr. ging vervolgens nader op het pro
gramma in, dat de aan de ordestelling van
vele zakenproblemen bevat.
In een korte bespreking gaf de Verbonds
voorzitter Gerard Peet een antwoord op de
vraag „Dragen de actiegroepen bij tot
betere vorming?"
Het lidmaatschap van de actiegroepen
moet bij voorkeur opengesteld worden voor
de jongere elementen in de vereeniging.
Zij zullen door hun activiteit de anderen tot
werken aansporen en anderen vormen.
De Verbondsmoderator rector L. Beune,
sprak het slotwoord. Spr. drong er op aan,
dat nu de individualistische geest onder de
oudere middenstanders langzamerhand moet
worden omgezet in een socialen.
GESCHIL TUSSCHEN MINISTER EN
HAARLEMMERMEERPOLDER.
Minister wenscht 1 oonsverhooging voor
lager personeel; Polderbestuur verzet zich.
Sedert eenige maanden bestaat er een ge
schil tusschen den minister van Binnen-
landsche Zaken en het bestuur van de Haar
lemmermeerpolder over de loonregeling
voor het lagere polderpersoneel.
Feitelijk is er van 1933 af over deze loon
regeling een verschil van meening; maar
het besluit van hoofdingelanden om ook
voor 1936 weer het al in 1935 verlaagde
loon voor het lagere personeel te handhaven
heeft den minister ertoe gebracht het pol
derbestuur te schrijven, dat een loonsver-
hooging voor dat personeel noodzakelijk is
geworden.
Het betreft hier de arbeiders, vaste werk
lieden plus wachters, en nog eenige andere
groepen, wier loonen de hoofdingelanden
eenige malen hebben verlaagd; terwijl de
salarissen van het kantoorpersoneel en de
hoogere ambtenaren niet of te weinig zijn
verlaagd'; sommige zelfs zijn verhoogd.
Deze laatste maatregel werd verdedigd
met de verklaring, dat in de voorspoedige
jaren de salarissen van dit hoogere perso
neel en van het kantoorpersoneel niet naar
evenredigheid zijn opgevoerd.
De eisch van den Minister is, dat de loo
nen van het lagere personeel niet slechts
voor het loopende jaar zullen worden opge
voerd tot het aangegeven peil, maar ook
over het voorgaande, zoodat het verschil
voor beide jaren ineens zou moeten worden
uitbetaald.
De vereen igingen van ambtenaren by de
waterschappen en andere organisaties van
personeel in overheidsdienst hebben zich tot
het polderbestuur en tot den Minister ge
wend met adressen waarin zij de billijkheid
van den wensch uiteenzetten. Het polder
bestuur heeft zich echter ook in zijn laatst
gehouden vergadering uitgesproken voor
handhaving van de eenmaal vastgestelde
regeling. Het heeft zich juridische bijstand
verzekerd bij de verdediging van dit stand
punt en het meent te kunnen betwijfelen
of de Minister de bevoegdheid heeft het pol
derbestuur de uitvoering van den eisch op
te leggen.
Na de laatste weigering van het polder
bestuur zal de beslissing van den Minister
wel niet lang meer op zich laten wachten.
„Hbld."
DE WIJZIGING IN DE STEUN
REGELING.
Naar de „Volskrant" verneemt zijn de
standaardloonen voor het tarief in de steun
regeling in de daarvoor vastgestelde 9 klas
sen door den minister van sociale zaken
zoodanig vastgesteld, dat klasseverschil
telkens ƒ1 bedraagt.
Alzoo bedraagt gelijk reeds werd be
richt de le klasse 20 en de 9e
klasse 12.
Voorts heeft de minister van sociale za
ken aan leden der contactcommissie doen
weten, dat hij, gezien hun op 30 Juli „naar
voren gebrachte wenschen", besloten heeft
de maximum percentages eenigermate te
verhoogen voor de gezinnen met vier kin
deren.
De minister van sociale zaken heeft aan
de gemeentebesturen een brief gericht,
waarin hij meedeelt, dat bij circulaire van
23 October 1934 zijn ambtsvoorganger heeft
bepaald, dat op den steun van een kostwin
ner van een gezin, waarvan één of meer
inwonende gezinsleden uitkeeringen uit een
werkloozenkas ontvangen, niet de volle
kasuitkeering over de betrokken week,
doch de kasuitkeering, verminderd met een
bedrag van 0.50 per week, behoeft te wor
den gekort.
Op grond van dezelfde overwegingen,
welke deze beslissing hébben geleid, keurt
de minister thans goed, dat ook andere in
komsten van inwonende gezinsleden, die
een bijdrage voor een werkloozenkas beta
len, niet naar den aard dezer inkomsten zijn
verminderd voor personen van 18 jaar en
ouder met 50 cent en voor personen bene
den 18 jaar met 20 cent per week.
Indien een kostwinner beperkt is te werk
gesteld op grond van inkomsten van inwo
nende gezinsleden, die een bijdrage voor
een werkloozenkas betalen, kan, voor zoo
ver deze personen 18 jaar of ouder zijn,
een bedrag van 0.50 per week, en, indien
zij nog geen 18 jaar of ouder zijn, een be
drag van ƒ0.20 per week buiten beschou
wing worden gelaten.
Voorts zal de minister by de vaststelling
van het loon, dat bij de werkverschaffing
kan worden verdiend, er rekening mee
houden, dat niet-verzekerde arbeiders fei
telijk in een gunstiger positie verkeeren
dan verzekerde, aangezien laatstgenoemden
van hun loon een bijdrage voor de werkloo
zenkas moeten betalen. Daarom zal
voortaan het loon voor tewerkgestelden, die
geen bijdrage voor een werkloozenkas ver
schuldigd zijn, over de week hunner te
werkstelling 0.50 minder bedragen, dan
het loon, dat verdiend wordt door dege
nen, die wel zoodanige bijdrage betalen.
Van het loon van eerstgenoemde categorie
zal 0.50 worden afgetrokken.
Bespreking van de wethouders der groote
gemeenten.
De wethouders voor de sociale aange
legenheden van de gemeente Amsterdam,
Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Haar
lem hebben gisteren ten stadhuize te Am
sterdam, onder voorzitterschap van den
Amsterdamschen wethouder F. van Meurs,
een conferentie gehouden over de door
den minister van sociale zaken aangekon
digde wijzigingen in de rijkssteunregeling
voor werkloozen. Naar aanleiding van de
gevoerde beraadslaging werd eenstemmig
besloten, telegrafisch den minister van so
ciale zalken te verzoeken op zeer korten ter
mijn een onderhoud aan de gezamenlijke
wethouders toe te staan.
Het Groningsche Gemeentebestuur
tegenover de Regeering.
De Groningsche gemeenteraad heeft in de
gisteren gehouden raadsvergadering ver
klaard, dat het de verantwoordelijkheid
voor de drastische maatregel der steunver
laging weigert. B. en W. zijn van oordeel,
dat deze regeling, die zonder overleg met
de gemeentebesturen tot stand is gekomen,
onuitvoerbaar is.
GEHAKT PRODUCTIE TE IJMUIDEN
GESTOPT.
Nieuw procédé wordt uitgewerkt.
Naar het „Hbld." verneemt staat de fa
briek aan de Zuidzijde der Visschershaven
te IJmuiden, welke in opdracht der Regee
ring een groote hoeveelheid gehakt in blik
moet vervaardigen reeds ruim twee weken
stil, omdat gelijk gemeld, een deel van het
geleverde gehakt niet voldoet, Er moeten
nog ongeveer 60 a 70.000 blikken van dat
gehakt in omloop zijn. Het personeel van de
fabriek heeft ontslag gekregen. De geheele
order, die een miliioen blikken zou bedra
gen, is nog niet uitgevoerd. Naar men ons
mededeelt is de directie van de fabriek
.thans met een nieuw procédé bezig, dat aan
den Minister van Sociale zaken zal worden
voorgelegd.
CONSUMPTIEF IELKREGEL ING.
Minimum-kleinver koopprijzen.
Naar de Nederlandsche Zuiyelcenbrale
mededeelt, gelden de minimum-kleinver-
koopprijzen, vastgesteld voor consumptie-
melk, rooan, karnemelk en karnemelkpap
in onderscheiden gemeenten in Zuid-Hol
land, Utrecht en zuidelijk Noord-Holland,
voor zoover zij niet behooren tot het gebied
met de volledige consumptiemelkregeling,
niet voor de onder 1, 2, 3 en 4 genoemde
gevallen.
1. Melk bij verkoop aan bakkersbedrijven
ter verwerking in die bedrijven, anders dan
tot room.
2. Gepasteuriseerde of gesteriliseerde
melk in flessohen, slagroom en koffieroom,
bij verkoop van wederverkoopers en aan
degenen, die van den leverancier ten min
ste 100 liter melk of een zoodanige hoeveel
heid melk en/of room als overeenstemt met
tenminste 100 liter melk per week afne
men, waarbij voor de omrekening van room
in melk 14 liter koffieroom of 7 liter slag
room gelijkgesteld wordt met 100 liter
melk.
3. Karnemelkpap, bij verkoop aan weder
verkoopers en aan degenen, die van den le
verancier tenminste 100 liter karnemelkpap
per week afnemen.
4. Karnemelk, bij verkoop aan wederver
koopers en aan degenen, die van den le
verancier tenminste 100 liter karnemelk per
week afnemen.
Deze regeling is in werking getreden met
ingang van 2 Augustus 1936.
DE VERHOOGDE ACCIJNS OP OLIëN.
Besluit blijft gehandhaafd.
Men deelt aan het „Hbld." mede, dat de
minister van Financiën en van Landbouw
en Visscherij op de adressen van belang
hebbenden bij de zeevisscherij, n.l. de ree-
dersvereenigingen, zeevisch-groothandel-
vereenigingen en vereenigingen van klein
handelaren met het verzoek tot verlaging
van den accijns op oliën en vetten, omdat
de dure bakolie aan de visscherij ernstige
schade toebrengt, hebben geantwoord, dat
er geen aanleiding bestaat om tot verla
ging van den accijns over te gaan.
DE NEDERLANDSCHE HANDEL MET
ITALIË.
Onbevestigde berichten.
Er blijven in handelskringen hardnek
kige geruchten de ronde doen, dat Italië
zijn eisch tot voorafgaande betaling van
goederen, bestemd voor Nederland, zou
hebben ingetrokken. Van de zijde der Ita-
liaansche legatie wordt ons medegedeeld,
dat bij telefonische informatie te Rome ter
bevoegder plaatse hiervan niets bekend
was.
Ook op het departement van Buitenland-
sche Zaken weet men van deze nieuwe be
paling niets en is alleen bekend, dat de si
tuatie ten opzichte van de betaling van
goederen uit Italië voor ons land bestemd,
ongewijzigd is gebleven.
De onderhandelingen te Rome tusschen
de Nederlandsche en Italiaansche autori
teiten zijn nog niet afgeloopen. „Tel."
BOUW VAN R. K. O.-STUDIO
GEGUND.
De bouw en verbouw van de K. R. O.-
studio te Hilversum is gegund aan den
laagsten inschrijver den aannemer H.
Fennis, te Bussum.