ImE 4jun hum.. D5NSDAG 11 AUGUSTUS 1936 DE LEIDSCHE COURANT VIERDE BLAD - PAG. 11 De nieuwe maatregelen bij steunverleening. (Ingezonden). De Minister van Sociale Zaken heeft, met ingang van 30 Augustus a.s., enkele wijzi gingen gebracht in de steunregeling. Matig zijn deze wijzigingen in organisatie-krin gen begroet. Verschillende moties zijn reeds aangenomen door vakbonden en verzonden naar den Minister. In hoeverre de Minister aan de geopperde bezwaren zal tegemoet komen, moet worden afgewacht. Veel hoop op een nadere wijziging hebben wij niet, omdat de regeling niet in zijn vollen om vang werkt. Het grootste bezwaar wordt ondervonden door intrekking van den huurtoeslag, waardoor de steun direct met een niet-onaanzienlijk bedrag wordt ver minderd. Daartegenover staat echter (en dit wordt schijnbaar over he thoofd ge zien), dat de Minister verschillende an dere maatregelen in overweging heeft ge nomen, welke voor den werklooze een ver betering trachten te soheppen in zijn strijd om het bestaan. Wij willen trachten in een tweetal artike len de nieuwe regelen aan een algemeen oordeel te onderwerpen. Vooreerst vraagt de huurtoeslag belang stelling. Deze toeslag, wij noemden hem reeds direct, omdat hij op het steunbedrag in vloed uitoefent, komt met ingang van de steunweek, welke aanvangt 9 Mei 1937, ge heel te vervallen. Wat verstaat men of wat dient men onder huurtoeslag te verstaan? Voor de beant woording van deze vraag moeten wij even teruggrijpen in de geschiedenis der steun regeling. Bij de vaststelling van de verschillende steunnormen heeft de Minister reeds reke ning gehouden met een zekere huur, welke ter plaatse gemiddeld betaald moet wor den. De steun bedoelt te zijn een verstrek king van geld teneinde den werklooze in staat te stellen in het noodzakelijkste le vensonderhoud te voorzien. In dit levens onderhoud is mede begrepen de wekelijks verschuldigde huur. Het mederekenen van een bepaald bedrag voor huur in het uit te keeren steunbedrag is dus een, naar onze meening, normaal, verschijnsel. Anders wordt het evenwel, wanneer, om plaatselijke redenen, de huur hooger is dan het door den Minister vastgestelde gemid delde. De werklooze moet dan van zijn steun meer betalen dan de Minister be doeld heeft. Deze hoogere huurprijzen zul len vooral bedongen worden in gemeenten, waar b.v. woninggebrek is of waar in het algemeen luxe woningen gebouwd ziijin. Het getuigt van een juist inzicht der re geering om voor deze uitzonderlijke geval len regelen te treffen. Zou dit niet gedaan zijn, dan is de mogelijkheid niet uitgeslo ten, dat een ware volksverhuizing zou plaats hebben van luxe gemeenten naar meer eenvoudige gemeenten, alwaar zich dan weer hetzelfde verschijnsel van huur- opdrijving zou gaan voordoen. Voordat de regeering ertoe overging, om een z.g. huurtoeslag toe te kennen, waren er reeds vele gemeenten (vooral de groote- re), die in hun steunregeling bepalingen hadden opgenomen betreffende huurtoe slag. Uiteraard bestond een groote ver scheidenheid. Met Juli 1934 heeft de re geering de behandeling dezer materie zelf ter hand genomen, door bij de toen inge voerde wijzigingen de mogelijkheid van een uniforme huurtoeslag voor alle ge meenten open te stellen. Bedroeg de huur in eenige gemeenten meer dan het door den Minister vastgestel de gemiddelde, dan mocht een toeslag op den steun gegeven worden van 2/3 ge deelte van het verschil, en tot een maxi mum, door den Minister te bepalen. Voor de 9 klassen, waarin de stèunnor- men zijn ingedeeld, bedragen deze maxi male huurtoeslagen resp. ƒ3.(klasse 1); ƒ2.50 (klasse 2 t/m. 9). De-Minister be hield zich echter de bevoegdheid voor, voor de gemeenten een lager c.q. hooger maxi maal bedrag vast te stellen. Beliep het ge middelde huurbedrag in een gemeente 8e klasse b.v. 3.en betaalde een werklooze 4.huur, dan kon hem een toeslag ver leend worden van 2/3 x 1.Had de Mi nister de maximale toeslag bepaald op b.v. 0.50 dan mocht de gemeente, ook al was het huurbedrag hooger, niet meer uitkee- ren dan 0.50. Nu moet uit het vorenstaande niet de conclusie getrokken worden, dat alle werkloozen, die een huur betaalden boven het gemiddelde, voor huurtoeslag in aan merking kwamen. Groote gezinnen vallen in de eerste plaats buiten dezen toeslag. Begrijpelijk overigens. De Minister heeft voor elk der 9 klassen een z.g. absoluut maximum vastgesteld, waarboven in geen geval steun mag worden verleend. Bere kent men voor groote gezinnen de steun (norm plus gezinsledentoeslag) dan over schrijdt deze in het algemeen het absoluut maximum, zoodat er voor huurtoeslag geen plaats meer is. Werkloozen, die door het lage loon, dat ze konden verdienen in het vrije bedrijf, met hun steunbedrag blijven beneden het grondibedrag, dat voor elke klasse is vastgesteld, vallen eveneens bui ten den toeslag. Zouden wij moeten om schrijven, welke groepen voor huurtoeslag in aanmerking komen, dan zouden wij dit ais volgt kunnen doen: huurtoeslag kan worden verleend aan werkloozen, die in verband met hun loon een steun ontvangen, welke hooger is dan het grondbedrag (steun plus gezinsledèntoeslag) dan wel blijft beneden het absolute maximum (varieerend tusschen 21.en 12. De gemeente is niet verplicht een huur toeslag in het leven te roepen, vandaar dat er vele, vooral plattelandsgemeenten zijn, waar deze toeslag niet geldt, Blijkbaar heeft deze huurtoeslagrege- ling niet stimuleerend gewerkt op een ver laging van de huren, waaraan door de re geering bij voortduring gewerkt wordt. Het is bekend, dat werkloozen, tijdens hun werkloosheid, verhuisden naar duurdere woningen, hetgeen niet de bedoeling kan geweest zijn van den Minister. De eenigste en naar de meening van den Minister juiste oplossing van de ontstane excessen en afwijkingen was de afschaf fing van den huurtoeslag. Hierdoor zou een betere en snellere aanpassing mogelijk worden van de huur aan een lager niveau. Om den overgang naar de nieuwe maat regelen niet te sterk te doen voelen, heeft de Minister goedgevonden, dat vanaf 30 Augustus tot Mei 1937 een ander tarief wordt toegepast. In afwijking van het hier boven genoemde tarief wordt de huurtoe slag voor klasse 1 ƒ2.—, klasse 2 t/m. 4 1.50, klassen 5 t/m. 7 1.25 en klasse 8 en 9 1.Voor gemeenten, waar een la gere maximum-huur toeslag is vastgesteld, blijft dit lagere maximum gelden. Het valt niet te ontkennen, dat deze steunverlaging van groote beteekenis is voor den werklooze. Immers van een maxi maal bedrag aan huurtoeslag van ƒ2.50 daalt hij (voorloopig) tot ƒ2.— om met Mei 1937 ook dit bedrag te verliezen. Een onhoudbare toestand zou hierdoor intreden, ware het niet, dat de Minister andere maatregelen zal treffen om dit ver lies te nivelleeren. In de eerste plaats verwacht de Minister een verdere daling der huren. Het is nu eenmaal een feit, dat de aanpassing offers vraagt en het gaat niet aan, dat huren, welke reeds jaren achtereen hetzelfde zijn gebleven, op dat peil ingesteld mogen en behooren te blij ven. Het op peil houden der huren geschiedde tot nu toe veelal ten koste van de overheid, die door huurtoe slag mede hielp betalen aan het in stand houden van het huurbedrag. Tegenover deze aanpassing van huren door huiseigenaren heeft de Minister de mogelijkheid gesteld van verhaal van ach terstallige huur op het steunbedrag van den werklooze. Een maatregel, welke wij ten zeerste toejuichen. Immers, hierboven merkten wij het reeds op, in het steunbe drag is een zeker gedeelte van huur begre pen en als nu den werklooze nalatig is in het betalen van huur, beteekent dit voor %hem een verbetering van positie. En deze gevallen deden zich veel voor. De verhuur ders krijgen nu, bij het invorderen van hun huur, steun bij de overheid. Voorheen bestond deze bevoegdheid ook, doch met machtiging van den Minister. Als voor waarde voor dit huurverhaal op den steun (hetgeen op verzoek van den huiseige naar kan geschieden) moet aan het ge meentebestuur blijken, dat de huur op een voor de tegenwoordige omstandigheden re delijk bedrag is teruggebracht. Wij laten in het midden, in hoeverre zulks op het platteland nog mogelijk is. De nooden op het platteland zijn zoo danig gestegen, dat de huiseigenaren uit eigen beweging reeds hebben moeten be sluiten tot een diepe verlaging van huis huren. Ten aanzien van de woningwetwoningen heeft de Minister eveneens ingrijpende voorstellen gedaan. Ongeveer terzelfder tijd, dat de gemeentebesturen in kennis werden gesteld met de wijzigingen der steunregeling, ontvingen zij een schrijven van den Minister, waarbij de aandacht werd gevestigd op de huren der woning wetwoningen. Mocht, aldus de Minister, blijken, dat, tengevolge van een plaatse lijke huurverlaging eveneens verlaging noodzakelijk is van met rijkssteun gebouw de woningen, dan is de regeering bereid hieraan 'mede te. werken door het verlee- nen van bijdragen, subsidiair extra-bijdra gen. Indien de vraag naar woningen met lage huurwaarden groote afmetingen aanneemt, dan is de regeering in beginsel bereid steun ingevolge de woningwet te verleenen, mits de te bouwen woningen, die selfsupporting moeten zijn, van lage huur zijn. Men ziet dus, dat de opheffing van den huurtoeslag past in het raam van een alge- meene huurverlaging, welke de regeering, in het welbegrepen belang van den werk looze, nastreeft. Het gaat dan ook niet aan een onderdeel dezer materie, welke welis waar direct nadeelig gevolg met zich brengt, doch in de toekomst stimuleerend werkt op huurverlaging, te doen intrek ken. Bij dezen enkelen maatregel is het echter niet gebleven. De regeering heeft, mede g*. inspireerd door de voormannen der R. K. S. P., wederom aandacht geschonken aan het groote gezin en aan den jeugdigen werklooze, terwijl aan de vernietiging van levensmiddelen, naar wij hopen, spoedig een einde zal komen. Hierover zullen wij een en ander mededeelen in een slotartikel. Woubrugge. H. S. M. SCHAMINéE. h hangt van üw remmen af! Hun leven en het uwe JSL evenzeer! kan misschien morgen al behouden blij* ven dank zij uw remmen! i 11 BINNENLAND TELEGRAMWISSELING TUSSCHEN H. M. KONINGIN WILHELMINA EN PRESIDENT LEBRUN. Naar de Fransche bladen melden heeft H. M. de Koningin aan president Lebrun het volgende telegram gezonden: „Op het oogenblik, waarop Ik den gast vrijen Franschen bodem verlaat, voel Ik Mij gedrongen, meneer de president, U mede te deelen, hoe zeer het Mij verheugd heeft, eenige weken in de Vogezen door te brengen. Ik zal de aangenaamste herinne ringen aan de prettige dagen in deze mooie streek bewaren. Wilhelmina." President Albert Lebrun heeft hierop te legrafisch het volgende geantwoord: „Het verheugt mij ten zeerste, dat Uwe Majesteit zulke aangename herinneringen aan Haar verblijf in Frankrijk mede- neemt; en ik breng u mijn dank voor uw vriendelijk telegram en mijn eerbiedige groeten. Albert Lebrun." WERELDCONRES VOOR DE ORGANISATIE VAN DEN VREDE. Nederlandsch comité opgericht. Van 3 tot 6 September 1936 wordt te Brussel een wereldcongres voor de orga nisatie van den vrede gehouden, dat op initiatief van Lord Cecil of Chelwood bij een is geroepen. Zijn initiatief heeft in stemming gevonden in vele landen, waar overal nationale comité's zijn gevormd. Het Nederlandsche Comité richt zich tot het Nederlandsche volk en doet een beroep op zijn sympathie en daadwerke lijken steun. In het Uitvoerend Comité heeft o.m. zitting pater C. Timmer, O.Carm., vice- voorzitter (vice-voorzitter R.-K. Vredes- bond), P. J. S. Serrarens. KATH. JONGE MIDDENSTAND. Nationale besturendagen te Amersfoort. In het pensionaat „St. Louis", even buiten Amersfoort, kwamen de K.J.M.V.-besturen bijeen om er twee feestelijke dagen te be leven. Uit Noord en Zuid, Oost en West verza melden de K.J.M.V.-bestuurders zich Zon dag te Amersfoort, om gezamenlijk den Amersfoortschen berg te bestijgen en naar St. Louis op te trekken. Na een kort Lof met Veni Creator had de officieele opening plaats door den Verbonds voorzitter, den heer Gerard Put, die allen een hartelijk welkom toeriep. Vervolgens hield de zeereerw. heer J. van Campen, Moderator van de Diocesane K.J. M.V. in het Bisdom Breda, een rede over „Het godsdienstig deel van ons winterpro- gram". Het organisatorische wilde spreker thans buiten beschouwing laten. Het gaat om de vraag: Hoe bezielen we en hoe bin den we de jongelui aan de K.J.M.V.? Een dienende liefde is daarvoor noodig, opdat de verwording der massa voorkomen wordt. Van onzen eigen rijkdom moeten we aan anderen meegeven, ons losmaken van sleur en slechte gewoonte en ons richten tot God. De heeren Van Adrichem uit Den Haag, Voet uit Breda en Schippens uit Den Bosch zetten nader uiteen op welke wijze het godsdienstig program practisch uitgevoerd kan worden. Na een gedachten wisseling over het be handelde van den middag volgde recreatie. De Cultureele avond werd verzorgd door de St. Maartenspelers uit Hilversum. Het was een mooie avond van muziek, zang, dans en leekespel. De tweede dag van de Nationale Bestu rendagen der K. J. M. V, werd aangevan gen met een H. Mis, opgedragen door den bondsmoderator, den zeereerw. heer L. Beune, tijdens welke plechtigheid allen de H. Communie ontvingen. De morgen werd gevuld met inleidingen en discussies, waarbij alle taaiheid op zij werd gezet door af en toe een actief optre den van de stemorganen. Het blije lied klonk door de zaal en hierna was ieder in de stemming om de eerste inleiding te vol gen over „Een Algemeen Sociaal Program en het Program voor de Werknemende Jonge middenstanders" door den Verbonds- secretaris Cor Kloppenborg. Spr. wees er op, dat de nieuwe sociale or dening gebouwd moet zijn op sociale recht vaardigheid en naastenliefde. De cultuur wordt echter niet gemaakt door den enkeling maar door een min of meer groote massa. Zelfvorming is dus ook hier weer het parool en „vooral wij mid denstanders moeten ons groot gebrek aan sociaalvoelendheid aanvullen", aldus spr. Drs. H. L. Jansen, adjunct-directeur van het Nat. Hanzebureau te Den Haag, heeft „Het Zakenprogram en het Program voor de Werkgevende Jonge middenstanders" be handeld. Als een der belangrijke practische ge zichtspunten, die de samenstelling van dit program hebben beïnvloed, noemde spr. de waakzaamheid tegen een negatief bekijken van zakenleven. Men moet niet critiseeren, maar op de eerste plaats zelf werken. Ondernemer moet men zijn en persoonlijk de grondslagen leg gen van zijn zakenleven, die nooit door re- geeringsmaatregelen aangebracht kunnen worden. De regeering zal in de juiste orde niet de verantwoordelijkheid van den za kenman wegnemen, maar hem beschermen tegen onrechtvaardige manipulaties van an deren. Spr. ging vervolgens nader op het pro gramma in, dat de aan de ordestelling van vele zakenproblemen bevat. In een korte bespreking gaf de Verbonds voorzitter Gerard Peet een antwoord op de vraag „Dragen de actiegroepen bij tot betere vorming?" Het lidmaatschap van de actiegroepen moet bij voorkeur opengesteld worden voor de jongere elementen in de vereeniging. Zij zullen door hun activiteit de anderen tot werken aansporen en anderen vormen. De Verbondsmoderator rector L. Beune, sprak het slotwoord. Spr. drong er op aan, dat nu de individualistische geest onder de oudere middenstanders langzamerhand moet worden omgezet in een socialen. GESCHIL TUSSCHEN MINISTER EN HAARLEMMERMEERPOLDER. Minister wenscht 1 oonsverhooging voor lager personeel; Polderbestuur verzet zich. Sedert eenige maanden bestaat er een ge schil tusschen den minister van Binnen- landsche Zaken en het bestuur van de Haar lemmermeerpolder over de loonregeling voor het lagere polderpersoneel. Feitelijk is er van 1933 af over deze loon regeling een verschil van meening; maar het besluit van hoofdingelanden om ook voor 1936 weer het al in 1935 verlaagde loon voor het lagere personeel te handhaven heeft den minister ertoe gebracht het pol derbestuur te schrijven, dat een loonsver- hooging voor dat personeel noodzakelijk is geworden. Het betreft hier de arbeiders, vaste werk lieden plus wachters, en nog eenige andere groepen, wier loonen de hoofdingelanden eenige malen hebben verlaagd; terwijl de salarissen van het kantoorpersoneel en de hoogere ambtenaren niet of te weinig zijn verlaagd'; sommige zelfs zijn verhoogd. Deze laatste maatregel werd verdedigd met de verklaring, dat in de voorspoedige jaren de salarissen van dit hoogere perso neel en van het kantoorpersoneel niet naar evenredigheid zijn opgevoerd. De eisch van den Minister is, dat de loo nen van het lagere personeel niet slechts voor het loopende jaar zullen worden opge voerd tot het aangegeven peil, maar ook over het voorgaande, zoodat het verschil voor beide jaren ineens zou moeten worden uitbetaald. De vereen igingen van ambtenaren by de waterschappen en andere organisaties van personeel in overheidsdienst hebben zich tot het polderbestuur en tot den Minister ge wend met adressen waarin zij de billijkheid van den wensch uiteenzetten. Het polder bestuur heeft zich echter ook in zijn laatst gehouden vergadering uitgesproken voor handhaving van de eenmaal vastgestelde regeling. Het heeft zich juridische bijstand verzekerd bij de verdediging van dit stand punt en het meent te kunnen betwijfelen of de Minister de bevoegdheid heeft het pol derbestuur de uitvoering van den eisch op te leggen. Na de laatste weigering van het polder bestuur zal de beslissing van den Minister wel niet lang meer op zich laten wachten. „Hbld." DE WIJZIGING IN DE STEUN REGELING. Naar de „Volskrant" verneemt zijn de standaardloonen voor het tarief in de steun regeling in de daarvoor vastgestelde 9 klas sen door den minister van sociale zaken zoodanig vastgesteld, dat klasseverschil telkens ƒ1 bedraagt. Alzoo bedraagt gelijk reeds werd be richt de le klasse 20 en de 9e klasse 12. Voorts heeft de minister van sociale za ken aan leden der contactcommissie doen weten, dat hij, gezien hun op 30 Juli „naar voren gebrachte wenschen", besloten heeft de maximum percentages eenigermate te verhoogen voor de gezinnen met vier kin deren. De minister van sociale zaken heeft aan de gemeentebesturen een brief gericht, waarin hij meedeelt, dat bij circulaire van 23 October 1934 zijn ambtsvoorganger heeft bepaald, dat op den steun van een kostwin ner van een gezin, waarvan één of meer inwonende gezinsleden uitkeeringen uit een werkloozenkas ontvangen, niet de volle kasuitkeering over de betrokken week, doch de kasuitkeering, verminderd met een bedrag van 0.50 per week, behoeft te wor den gekort. Op grond van dezelfde overwegingen, welke deze beslissing hébben geleid, keurt de minister thans goed, dat ook andere in komsten van inwonende gezinsleden, die een bijdrage voor een werkloozenkas beta len, niet naar den aard dezer inkomsten zijn verminderd voor personen van 18 jaar en ouder met 50 cent en voor personen bene den 18 jaar met 20 cent per week. Indien een kostwinner beperkt is te werk gesteld op grond van inkomsten van inwo nende gezinsleden, die een bijdrage voor een werkloozenkas betalen, kan, voor zoo ver deze personen 18 jaar of ouder zijn, een bedrag van 0.50 per week, en, indien zij nog geen 18 jaar of ouder zijn, een be drag van ƒ0.20 per week buiten beschou wing worden gelaten. Voorts zal de minister by de vaststelling van het loon, dat bij de werkverschaffing kan worden verdiend, er rekening mee houden, dat niet-verzekerde arbeiders fei telijk in een gunstiger positie verkeeren dan verzekerde, aangezien laatstgenoemden van hun loon een bijdrage voor de werkloo zenkas moeten betalen. Daarom zal voortaan het loon voor tewerkgestelden, die geen bijdrage voor een werkloozenkas ver schuldigd zijn, over de week hunner te werkstelling 0.50 minder bedragen, dan het loon, dat verdiend wordt door dege nen, die wel zoodanige bijdrage betalen. Van het loon van eerstgenoemde categorie zal 0.50 worden afgetrokken. Bespreking van de wethouders der groote gemeenten. De wethouders voor de sociale aange legenheden van de gemeente Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Haar lem hebben gisteren ten stadhuize te Am sterdam, onder voorzitterschap van den Amsterdamschen wethouder F. van Meurs, een conferentie gehouden over de door den minister van sociale zaken aangekon digde wijzigingen in de rijkssteunregeling voor werkloozen. Naar aanleiding van de gevoerde beraadslaging werd eenstemmig besloten, telegrafisch den minister van so ciale zalken te verzoeken op zeer korten ter mijn een onderhoud aan de gezamenlijke wethouders toe te staan. Het Groningsche Gemeentebestuur tegenover de Regeering. De Groningsche gemeenteraad heeft in de gisteren gehouden raadsvergadering ver klaard, dat het de verantwoordelijkheid voor de drastische maatregel der steunver laging weigert. B. en W. zijn van oordeel, dat deze regeling, die zonder overleg met de gemeentebesturen tot stand is gekomen, onuitvoerbaar is. GEHAKT PRODUCTIE TE IJMUIDEN GESTOPT. Nieuw procédé wordt uitgewerkt. Naar het „Hbld." verneemt staat de fa briek aan de Zuidzijde der Visschershaven te IJmuiden, welke in opdracht der Regee ring een groote hoeveelheid gehakt in blik moet vervaardigen reeds ruim twee weken stil, omdat gelijk gemeld, een deel van het geleverde gehakt niet voldoet, Er moeten nog ongeveer 60 a 70.000 blikken van dat gehakt in omloop zijn. Het personeel van de fabriek heeft ontslag gekregen. De geheele order, die een miliioen blikken zou bedra gen, is nog niet uitgevoerd. Naar men ons mededeelt is de directie van de fabriek .thans met een nieuw procédé bezig, dat aan den Minister van Sociale zaken zal worden voorgelegd. CONSUMPTIEF IELKREGEL ING. Minimum-kleinver koopprijzen. Naar de Nederlandsche Zuiyelcenbrale mededeelt, gelden de minimum-kleinver- koopprijzen, vastgesteld voor consumptie- melk, rooan, karnemelk en karnemelkpap in onderscheiden gemeenten in Zuid-Hol land, Utrecht en zuidelijk Noord-Holland, voor zoover zij niet behooren tot het gebied met de volledige consumptiemelkregeling, niet voor de onder 1, 2, 3 en 4 genoemde gevallen. 1. Melk bij verkoop aan bakkersbedrijven ter verwerking in die bedrijven, anders dan tot room. 2. Gepasteuriseerde of gesteriliseerde melk in flessohen, slagroom en koffieroom, bij verkoop van wederverkoopers en aan degenen, die van den leverancier ten min ste 100 liter melk of een zoodanige hoeveel heid melk en/of room als overeenstemt met tenminste 100 liter melk per week afne men, waarbij voor de omrekening van room in melk 14 liter koffieroom of 7 liter slag room gelijkgesteld wordt met 100 liter melk. 3. Karnemelkpap, bij verkoop aan weder verkoopers en aan degenen, die van den le verancier tenminste 100 liter karnemelkpap per week afnemen. 4. Karnemelk, bij verkoop aan wederver koopers en aan degenen, die van den le verancier tenminste 100 liter karnemelk per week afnemen. Deze regeling is in werking getreden met ingang van 2 Augustus 1936. DE VERHOOGDE ACCIJNS OP OLIëN. Besluit blijft gehandhaafd. Men deelt aan het „Hbld." mede, dat de minister van Financiën en van Landbouw en Visscherij op de adressen van belang hebbenden bij de zeevisscherij, n.l. de ree- dersvereenigingen, zeevisch-groothandel- vereenigingen en vereenigingen van klein handelaren met het verzoek tot verlaging van den accijns op oliën en vetten, omdat de dure bakolie aan de visscherij ernstige schade toebrengt, hebben geantwoord, dat er geen aanleiding bestaat om tot verla ging van den accijns over te gaan. DE NEDERLANDSCHE HANDEL MET ITALIË. Onbevestigde berichten. Er blijven in handelskringen hardnek kige geruchten de ronde doen, dat Italië zijn eisch tot voorafgaande betaling van goederen, bestemd voor Nederland, zou hebben ingetrokken. Van de zijde der Ita- liaansche legatie wordt ons medegedeeld, dat bij telefonische informatie te Rome ter bevoegder plaatse hiervan niets bekend was. Ook op het departement van Buitenland- sche Zaken weet men van deze nieuwe be paling niets en is alleen bekend, dat de si tuatie ten opzichte van de betaling van goederen uit Italië voor ons land bestemd, ongewijzigd is gebleven. De onderhandelingen te Rome tusschen de Nederlandsche en Italiaansche autori teiten zijn nog niet afgeloopen. „Tel." BOUW VAN R. K. O.-STUDIO GEGUND. De bouw en verbouw van de K. R. O.- studio te Hilversum is gegund aan den laagsten inschrijver den aannemer H. Fennis, te Bussum.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 11