De Koninklijke Militaire Kapel is Vrijdagavond op het Malieveld te den Haag gehuldigd ter gelegenheid van het feit dat haar zestig jaar geleden het praedicaat .Koninklijke' werd toegekend. Tijdens het défilé der Haagsche burgerij H. M. de Koningin en H. K. H. Prinses Juliana hebben zich heden van Hohwald naar Weis- senburch in Zwitserland be geven. Het Kurhaus te Weis senbach, waar de vorstinnen zullen logeeren sprint^over 1000 meTer^de ln hel rennerikwarltor gedurende de Olympische wieler- Olympische wedstrijden, waar- wedstrijden in het stadion te Berlijn in hij van den Canadees Peace (rechts) won Ten behoeve van het drukke voetgangersverkeer, dat bij de Olympische roeiwedstrijden te Grünau verwacht wordt, is een pontonbrug tusschen Grünau en Köpenick geslagen Met de verbreeding van den Amstelveensche- weg te Amsterdam is een aanvang gemaakt Het begin der werkzaamheden m Kagcheiland werd ook in de derde race der Olympia-jollen bij de Olympi sche zeilwedstrijden te Kiel eerste. De Nederlander in actie FEUILLETON DE STRIJD OM WEENEN Roman van HUGO BETTAUER. (Nadruk verboden). 43) Zoozeer was ze door de gebeurtenissen der laatste weken aangegrepen, dat zij zoo nu en dan op halfluiden toon lange ge sprekken met zichzelf hield. En het mid delpunt van al die gesprekken en gedach ten was steeds weer Ralph. Nu, ver van Weenen en het, haar ge dachten afleidend kantoorwerk, innerlijk geheel op zich zelf aangewezen, drong het eerst recht tot haar door hoe groot haar liefde voor Ralph was. En als zij in he vige sneeuwbuien en Windvlagen den sterk hellenden weg naar Murzzuschlag opliep, cirkelden haar gedachten urelang om dit eene punt: Was het wel goed geweest, dat zij Ralph's aanzoek van de hand had gewe zen, had zij eigenlijk wel het recht te twij felen aan de oprechtheid van zijn gevoe lens jegens haar meisjestrots geweest, die haar er toe had gebracht hem voorgoed te ontvluchten? Wanneer ze zich met deze, telkens te- rugkeerende vraag pijnigde, dook Ralph's beeld steeds weer voor haar op, zag zij zijn eerlijke, trouwe oogen, die toch niet konden liegen, zijn van goedheid stralend gelaat en ze snikte het uit in dien toestand van hopelooze vertwijfeling, welke men- schen overvalt, die het geluk met voeten getreden hebben. Een enkele maal kwam zij er toe Ralph te schrijven. Maar op het beslissende mo ment deinsde ze ook daar weer voor te rug. Zou hij niet denken, dat ze slechts comedie had gespeeld? En die weet in wiens macht hij, met zijin onverdorven en voor alle indrukken zoo vatbaar ge moed, zich nu bevond? Ten slotte zou ze voor hem toch niet veel meer geweest zijn dan een mooi stuk speelgoed, dat men ongaarne mist, misschien was hij haar reeds lang vergeten om wat afwisseling te zoeken in vroolijk lichtzinnig gezelschap, waar hij niet door zedige eischen ea den eerst van het leven achtervolgd werd. Daar mevrouw Stuppach uitsluitend het „Weekblad voor Krieglach en omgeving" las en dit orgaan slechts melding maakt van de marktprijzen voor landbouwartike- len, bleef Hilde onbekend met hetgeen zich in Weenen afspeelde. Haar tante achtte een abonnemt op een goed provinciale of een Weensche krant een onverantwoordelijke verkwisting, temeer wijl zij bij haar weke- lijkschen kerkgang in Krieglach nog wel eens iets vernam van wereldschokkende gebeurtenissen, die zich dan reeds dagen tevoren hadden afgespeeld. Wel nam Hilde aan gewicht toe, wel ook kleurden de frissche wind en de ge zonde buitenlucht haar wangen rood, maar de gemoedsdepressie, waaraan zij ten prooi was, hield aan en ging langzamer hand over in den vorm van melancholie, waaruit bij jonge menschen vaak ernstige psychische storingen voortkomen. Mevrouw Wehningen vervulde Hilde's apatische toestand reeds lang met toene mende ongerustheid, eindelijk werd ook mevrouw Stuppach's aandacht getrokken en toen een der meiden haar op zekeren dag meedeelde, dat de jufrouw halve nach ten rusteloos haar kamer op en neer placht te loopen, had zij haar oordeel onmiddel lijk gereed en verklaarde haar zuster met haar dreunende basstem: Hilde moet een man hebben, dat is al les! Ik zal haar eenvoudig uithuwelijken en daarmee basta!" Mevrouw Stuppach liet er geen gras over groeien. Reeds den volgenden Zon dag bracht zij uit Krieglach een gast mee: den landhuishoudkundige Peter Kunsel, eigenaar van een malerij, een brave, eer zame weduwnaar in de beste jaren, d.w.z. achter in de veertig, cie voor zijn molen en zijn kinderen zeer dringend een vrouw noodig had. Hij was verrukt van Hilde, zou het liefst nog dienzelfden Zondag met haar in het huwelijk zijn getreden tn beweerde wel tien maal achtereen: Order-mijn hoede zou de juffrouw binnen drie maanden ze ker wel dertig kilo in gewicht toenemen! Van opvoeding weet ik :rre te praten, wat, mevrouw de barones?" Na tafel vertrok hij, met de graag ge accepteerde verontschuldiging zeer nood zakelijk naar een paar varkens te moeten gaan kijken, die aan een of andere vlek ziekte lijdende waren, weer naar zijn mo len bij Murzzuschlag, echter niet, dan na met een veelzeggenden blik in de rich ting van Hilde te hebben beloofd, dat hij spoedig nog eens terug zou komen. Eerst 's avonds aan tafel verkondigde mevrouw Stuppach met haar gewone ge decideerdheid: „Hilde, meneer Kunzel is weliswaar slechts een eenvoudig man, die niet uit onze kringen is voortgekomen, maar hij is een zeer betrouwbaar mensch, zeer ge fortuneerd, verbazend goedhartig, kort en goed, juist een man voor jou. Als jij je er ook mee vereenigen kunt, zou ik er niets op tegen hebben, als jullie je Zondag ver loven om dan nog vóór Paschen te trou- Hilde was juist met haar gedachten bij Ralph, wiens trouwen, bruine oogen ze in haar onmiddellijke nabijheid op zich ge richt had gevoeld. De herinnering aan de vele prettige uren, die ze in zijn gezel schap had doorgebracht, was zoo leven dig geweest, dat een gelukkige glimlach den droeven trek om haar mond een oogen- blik had verdreven. Nu werd ze door de woorden van haar tante uit haar droomen in de werkelijkheid gesleurd en antwoord de op geprikkelden toon: „Neen tante, ik kan me er niet mee vereenigen en ik vind het in één woord hoogst ongepast, dat u er zelfs aan durft te denken mij aan een dergelijken man te koppelen." Mevrouw Stuppach achtte zich belee- digd, het kwam tot een heftige woorden wisseling, tevergeefs trachtte mevrouw Wehningen tusschenbeide te komen en de tante wierp ten slotte haar nichtje voor de voeten: „De bedelprinses wil liever een ander tot last zijn dan de vrouw te worden van een fatsoenlijk man!" Het slot was, dat Hilde in een kramp achtig snikken uitbarstte, dat urenlang aanhield en ten slotte zelfs haar tante nood zaakte van gedachten te veranderen, daar het nichtje anders nog den volgenden dag naar Weenen zou zijn teruggekeerd. In Februari ontving mevrouw Stup pach van haar buren, de voorheen gra felijke familie Bronstorf een invitatie, wel ke natuurlijk eveneens mevrouw Wehnin gen en Hilde betrof. De laatste genoot van den bijna twee uur durenden sledetocht, ze kon niet genoeg krijgen van de schoon heid der in de sneeuw gehulde bergen en bosschen en was aangenaam verrast door de pracht van het oude kasteel der Borns- torfs: Het echtpaar Bornstorf gold voor zeer gefortuneerd en had, behalve een getrouw de dochter, wier echtgenoot mettertijd het landgoed zou overnemen, nog een zoon, die attaché bij het Oostenrijksche gezantschap in Berlijn was en nu een kort verlof bij zijn ouders doorbracht. Rudolf Bornstorf, slank, licht blond, met blauwe oogen, geraakte onmiddellijk in vuur en vlam voor Hilde, die hij over laadde met attenties en op ondubbelzinni ge wijze het hof maakte. Zijn huldebetoogingen waren HL1 de niet onwelgevallig; hij was ten slotte een man van haar beschaving en ontwikkeling, zijn optreden was tactvol en discreet en er ont stond tusschen beide jonge menschen een zeer vriendschappelijke verhouding, die wat afleiding bracht in Hilde's monotone leven. Rudolf Bornstorf, tot over zijn rij kelijk groote en ver van het hoofd staande ooren verliefd op het knappe buurmeisje, bezocht haar dagelijks per arreslede, waarna dan lange tochten werden ge maakt naar de idyllisch gelegen dorpjes in de omgeving, war bij zwart brood, rook- spek en appelwijn de lunch werd ge bruikt. Zoo verging de tijd en met hem Ru dolf's verlof. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 9