Iets over de Huwelijks wetgeving der Katholieke Kerk. VRIJDAG 7 AUGUSTUS 1936 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD PAG. 10 VII. De Dispensaties in huwelijksbeletsels. De Kerkelijke Huwelijkswetgeving is niet een „wet. van Meden en Perzen" is niet een wet, die zóó onverbiddelijk wordt gehandhaafd, dat. zij nooit een uit zondering zou toelaten. Neen: in vele gevallen worden onder bepaalde omstandigheden som mige personen om een goede reden van de Kerkelijke Wet ontheven; zulk een* ontheffing van de wet noemt men dispensatie. Meer bekend is dit woord in verband met een andere Kerkelijke Wet: de Vas te n w e t. Zoo heeft bijv. een Pastoor het recht om een familie, die tot zijn pa rochie behoort, in de vasten en onthou ding te dispenseeren bij gelegenheid van een zilveren bruiloft of een ander groot feest, dat op een vasten- of onthou dingsdag valt. Zoo zal 't vanzelf duidelijk zijn, wat be doeld wordt met „dispensatie in de huwe lijksbeletselen" dit is dus de onthef fing van de huwelijkswet door de Kerkelijke Overheid in een bijzonder geval en om een goede reden. De Kerk kan in bepaalde ge vallen die dispensatie verleenen, een hu welijksbeletsel voor een bepaald persoon opheffen; immers de Kerk, die de macht heeft om beletsels voor het geoorloofd of geldig ontvangen van het Huwelijkssacra ment te stellen, heeft ook de macht om in die beletsels te dispenseeren. Twee gevolgtrekkingen kunnen wij hier uit terstond maken. Ten eerste: omdat de Huwelijkswetgeving is uitgevaardigd door het hoogste Kerkelijke gezag, kan ook de dispensatie slechts gegeven worden door datzelfde hoogste Kerke lijke gezag: den Paus. De Paus heeft echter ook aan anderen, aan bisschoppen en priesters sommige bevoegdheden mede gedeeld, waarover straks meer. Ten tweede volgt er uit, dat de Kerk alléén kan dispenseeren in die beletsels, die Zij zelf heeft vastgesteld. Bij de behandeling der beletsels hebben wij. om niet al te uit voerig te worden, het onderscheid tus- sechen de beletsels, welke wortelen in het natuurrecht of het goddelijk recht eener- zijds en anderzijds die welke alléén be letsels zijn omdat het Kerkelijk Wetboek ze als zoodanig vaststelde, niet aangege ven. Uit 't volgende zal dit onderscheid toch wel voldoende blijken. De Kerk kan, zooals wij schreven, al léén dispenseeren in de beletsels die Zij zelf stelde, derhalve niet in die, welke wortelen in het natuur- of goddelijk recht. Zoo kan de Kerk niet dispenseeren in het beletsel van lichamelijk onvermogen. Want een huwelijk, waarin de eigenlijke huwelijksdaad blijvend niet mogelijk is, is volgens de natuur geen huwelijk en kan dit ook nooit worden. Zoo kan de Paus zelfs ook niet dis penseeren in het beletsel van bloed verwantschap in de eerste graad-rechte lijn (vader en dochter, moeder en zoon) omdat een dergelijke verbintenis, zooals ieder dadelijk begrijpt, in strijd met de natuurwet. Ook niet in het beletsel van bestaande huwelijksband (nog bestaand huwelijk van twee katholieken, die, na hun beider doopsel van het huwelijksrecht hebben gebruik gemaakt) omdat dit in strijd is met de natuurlijke eenheid van het Hu welijk. Ook in gevallen, waarbij geen zekerheid bestaat of een huwelijksbeletsel voort komt uit het natuurrecht, wordt nooit dis pensatie gegeven bijv. in bloedverwant schap eerste graad-zijlinie (broer en zus ter). En dan nog geeft de Kerk ook niet altijd even gemakkelijk dispensatie in huwe lijksbeletsels, die zeker slechts van kerk rechtelijken aard zijn. Zoo wordt zoo goed als nooit dispensatie gegeven in de eerste graad van aan verwantschap rechte lijn (bijv. we duwe met schoonvader) of in het beletsel van pr i e s t e r w ij d i n g. Zelden wordt gedispenseerd in het be letsel van plechtige kloosterge loften of heilige wijding (diaken en subdiaken); in het beletsel van te jeugdi gen 1 e e f t d. In andere huwelijksbeletselen kan dis pensatie worden gegeven om een goede reden, die min of meer ernstig moet zijn, naarmate het beletsel minder of meer ern stig is. De Paus, Die uitsluitend de bevoegdheid bezit om te dispenseeren, heeft die be voegdheid overgedragen aan anderen, zoo als wij reeds zeiden, en wel aan de Con gregaties van de H. Stoel, aan de bis schoppen, aan de pastoors en biechtvaders. Het heeft weinig nut, om alle bevoegd heden, die de Paus aan deze verschillende kerkelijke instanties heeft medegedeeld, alle op te sommen; wij kunnen volstaan met enkele voorbeelden. lo. D e Congregaties van de H. Stoel zooals wij vroeger al eens uitvoeriger heb ben uiteengezet, zijn deze Congregaties van kardinalen, organen, die den Paus be hulpzaam zijn in het bestuur; sommige daarvan hebben ook de bevoegdheden tot dispensatie in huwelijksbeletselen n.l.: de Congregatie van het H. Of ficie heeft de bevoegdheid tot dispen seeren in het „gemengde huwelijk". In alle geheime huwelijksbe- letselen (bijv. die, welke alléén in de Biecht aan den biechtvader bekend wor den en zonder naamsvermelding ter be handeling worden opgezonden) dispen seert het gerechtshof der H. Peni- tentiarie. 2o. Ook de Bisschoppen (en die dezelf de rechtsmacht in deze bezitten, zooals, bij openstaan van de bisschopszetel, de Capitulaar-Vicaris) hebben zekere be voegdheden tot dispenseeren, vastgelegd in het Kerkelijk Wetboek of ook nog door bijzondere gunstverleening. Zoo bezitten zy de volmacht om, in het dringende geval dat een huwe lijksbeletsel pas ontdekt wordt, wan neer alles reeds voor het huwelijk gereed is (voor het huwelijk zelf en voor de bruiloft), dispensatie te verlee nen, als niet meer gewacht kan worden, tot dispensatie vanuit Rome is verkregen. Zij kunnen dan dispenseeren in alle ker kelijke huwelijksbeletselen, behalve in die uit de priesterwijding en uit aanver wantschap in de rechte lijn. En behalve deze volmacht krachtens de Wet, bezitten de Bisschoppen ook naar plaats en omstandigheden nog andere speciale volmachten. De Bisschop van Haarlem bijv., heeft bijzondere vol macht om dispensatie te geven in het ge mengde huwelijk, omdat dit huwelijksbe letsel in onze streken (helaas!) zoo dik wijls aanwezig is. 3o. Pastoors, biechtvaders en soms o*>k andere priesters hebben volmacht om te dispenseeren in geheime huwelyks- beletselen bij een huwelijk, dat geen uitstel kan lijden, wanneer de tijd ont breekt om tijdig de dispensatie van den Bisschop te. vragen en te krijgen. In stervensgevaar hebben Bis schoppen en priesters nog bijzondere vol machten, waarover wij later nog zullen handelen. Voor iedere huwelijksdispensatie moet een min of meer ernstige reden bestaan. Immers dispenseeren" is een inbreuk maken op de wet en dit mag niet geschie den, zonder dat daarvoor een voldoende reden is. Verschillende redenen zijn denkbaar. Tot die welke het meest voorkomen behooren o.a.: „Beperkte plaats". Wanneer een meisje geen passende bruidegom kan vin den in haar dorp (met minder dan c.a. 2000 inwoners) behalve een bloed- of aan verwant, dan is dat bijna altijd voldoende reden om dispensatie te vragen. Ook: wanneer een meisje reeds den 24-j arigen leeftijd bereikt heeft en het daarom voor haar moeilijk wordt om tot een ander huwelijk te komen, dan het gewenschte huwelijk waartegen een be letsel bestaat. Ook: onderhoud en opvoeding van kin deren uit een vorig huwelijk, wettiging van een onwettige samenleving, dreigend gevaar voor een louter burgerlijk „huwe lijk", gewichtige economische belangen enz. enz. Allerlei redenen, ook, die ieder op zich niet voldoende zijn, kunnen tezamen wel licht voldoende motieven voor een dispen satie uitmaken; daarom wordt bij dispen-' satie-aanvrage alles wat tot verlgening kan meewerken opgegeven. Een oogenblik willen wij nog stilstaan by de dispensatie voor het huwelijk van een Katholiek met een gedoopte-niet-Ka- tholiek of met een ongedoopte, het z.g. gemengde huwelijk. Dat de Kerk in deze beletsels slechts met droefheid en weerzfn en alléén om zeer ernstige redenen, om erger kwaad te voorkomen dispenseert, behoeven wij niet nog eens te zeggen. Doch voor deze dispensatie eischt zij nog bijzonder „cautiones" of „waarborgen" te gen geloofsbederf der katholieke partij en ter verzekering van katholiek doopsel en van katholieke opvoeding der kinderen. Beide partijen moeten in deze een b e- 1 o f t e doen en van die belofte moet door ieder der partijen afzonderlijk een schriftelijke akte worden opgemaakt, door haar geteekend alsmede door den bevoegden priester en twee getuigen. De akten moeten dan met het parochiezegel worden bestempeld. De akte der katholieke partij heeft den volgenden inhoud: „Ik N., hopend na bekomen kerkelijke dispensatie in het huwelijk te treden met N. N. verklaar en beloof plechtig (onder eede) dat ik al de kinderen, die uit dat huwelijk zullen geboren worden, zonder onderscheid of uitzondering katholiek zal doen doopen en katholiek zal opvoeden en dat. ik mij noch vóór noch na de huwe lijksvoltrekking, bij een protestantsch be dienaar zal presenteeren Tot getuige waar van ik teeken met eigen hand." Die der niet-katholieke partij, dezen: Ik N.N. verklaar en beloof plechtig, dat ik N., met wie(n) ik in het huwelijk hoop te treden, nimmer en op geenerlei wijze zal bemoeilijken in de trouwe vervulling harer (zijner) katholieke verplichtingen en dat ik alle kinderen, die uit dat huwelijk zullen geboren worden, zonder onderscheid of uitzondering katholiek zal laten doo pen en katholiek zal doen opvoeden en dat ik mij noch vóór, noch na de huwelijks voltrekking bij een protestantsch bedie naar zal presenteeren. Tot getuige waar van ik teeken met eigen hand." De Pastoor (of kapelaan), die voor de dispensatie zorgt, moet ook moreele ze kerheid hebben, dat de beloften zullen wor den nagekomen. Helaas komen zeer veel gemengd-ge huwden deze zoo plechtig beloofde ver plichtingen toch niet na! Een enkel woord nog over het „gemengd huwelijk" van vorstelijke personen. Men hoort dan dikwijls zeggen: „als 't maar vorsten zijn, dan is de Kerk wel cle ment!" Vooreerst eischt het kerkelijk gezag ook van dergelijke personen precies dezelfde „waarborgen" die hierboven zijn vermeld en voorts zal de reden waarom derge lijke dispensaties worden aangevraagd al spoedig een dringende zijn, eenvoudig om dat bij het gering aantal katholieke vorste lijke personen, de keuze van een katho lieke vorst(in) uit katholieke huwelijks- candidaten onmogelijk of zeer beperkt is. Ten slotte een paar gevallen uit de prac- tyk. Gesteld: Jan wil trouwen met Marie, zijn achternicht. Natuurlijk is deze bloedver wantschap publiek bekend. Dan zal de Pastoor (bij voorkeur die van Marie) eerst pogingen aanwenden om het huwelijk te voorkomen. Willen zij tóch trouwen en is er een vol doende reden tot dispensatie, dan richt de Pastoor uit naam van beide partijen een „suppliek" (verzoekschrift) tot den Bis schap (eigenlijk bestemd voor den Paus) in het Latijn, ongeveer van dezen inhoud: „Allerheiligste Vader, Joannes Jansen uit de Parochie van den H. Petrus te A. en Maria Pietersen, mijn paroohiane, verlangend een huwelijk te slui ten, vragen nederig aan Uwe Heiligheid dispensatie in het huwelijksbeletsel van bloedverwantschap in de derde graad zij linie, welk beletsel een geldig huwelijk ver hindert. De reden is (bijv.) het feit, dat Maria reeds den 24-jarigen leeftijd heeft bereikt. En God enz. (begin van een slotformule, die verder wordt weggelaten. D.). N. N. Pastoor te B., Diocees Haarlem. De Bisschop zendt (ingeval Hij zelf geen bijzondere volmacht heeft om te dispen seeren) deze aanvrage door naar den Paus. Deze zendt dan de verleende dis pensatie naar den Bisschop, die ze weer naar den Pastoor doorzendt. Deze laatste krijgt dan de opdracht om de dispensatie daadwerkelijk toe te pas sen, nadat nog eens aan den Bisschop is verklaard, dat alles, wat in de dispensa tie-aanvrage stond, waarheid bevat. Wanneer de dispensatie is „toegepast" kan het huwelijk gesloten worden. Wanneer een huwelijksbeletsel alléén aan den biechtvader bekend is (byv. het vroeger besproken beletsel van misdaad tegen den huwelijkstrouw) dan schrijft de biechtvader rechtstreeks (of via den Bisschop) zonder namen te noemen, naar den Kardinaal-Peniten- cier te Rome om dispensatie. Bij het verleenen van dispensatie wordt een geldbedrag een „taxa" vastge steld te betalen door de aanvragers. Dit is een redelijke vergoeding voor bureau-kos ten; de rest wordt besteed aan goede wer ken. In het oog van velen is dit een erger nis en in verband met deze redelijke ver goeding (de kerkelijke ambtenaren moeten toch ook leven, de bureaukosten moeten toch worden voldaan!) vindt het praatje „voor geld krijg je alles gedaan" steeds gretige ooren! Wij willen hieromtrent alléén dit zeg gen, dat verreweg de meeste dis pensaties geheel gratis wor den verleend, op de enkele ver klaring, dat de aanvragers niet in staat zijn een vergoeding te geven. Anders wordt de „taxa" vastgesteld in verhouding tot het vermogen van de aanvragers; er is toch niets op tegen dat zij, die 't kunnen beta len, tot een vergoeding verplicht worden? De volgende keer iets over de practijk van het in orde maken van ongeldig geslo ten huwelijken. Correspondentie-adres: M. A., Diepen- brock, Pr„ Hageveld, Heemstede. UIT DE OMGEVING ALKEMADE. Werkloosheid. Bij het plaatselijk or gaan der arbeidsbemiddeling stonden per 31 Juli 1936 als werkzoekende ingeschreven: steenfabrieksarbeiders 1, bouwvakarbeiders 17, metaalbewerkers 9, bakkers 1, landar beiders 54 winkelbedienden 1, transportar beiders 5, kantoorbedienden 1, dienstboden 2, diverse arbeiders 3. Totaal 94. (Vorig jaar 74). Bij de werkverschaffing waren gedu rende de afgeloopen week 31 arbeiders werkzaam. Geboren: Cornelia Antonia Maria, d. v. S. C. Bakker en A. C. J. Volwater. Cor nells Hu bert us Maria, z. v. A. Bouwmees ter en P. A. Wesselman. Henricus Eras mus, z. v. J M. Akerboom en M. A, van der Meer. Sophia Adriana, d. v. H. van der Hoorn en C. Braak. Adriana Maria, d. v. W C. van der Geest en I. A. Koot. Ondertrouwd: H. F. Schoonens jm. oud 25 j. en A. J. Adema, jd. oud 23 j. J. C. van Kins jm.'oud 27 j. en A. M. Borst jd., oud 23 j. G e t r o u w d: J. W. van der Meer en I. M. van Rijn. Overleden: Elizabeth Volwater, oud 69 j., echt gen. van Th. van der Meer. Vertrokken: Apolonia M. van der Geest naar Warmond. Agnes M. van der Geest naar Warmond. C. J. A. Moons naar Nijmegen. E. Bouwmeester naar Heem stede. P .Bouwmeester en gezin naar Woubrugge. A. J. van Wieringen naar Amsterdam. C. de Prie naar Leiden. M. H. de Jong naar Aalsmeer. P. Vlugt naar Voorschoten. L. J. Vlugt naar War mond. H. J. Ruiten naar Breukelen. A. J. van der Meer naar Aalsmeer. E. M. van Velzen naar Warmond. I. M. Klin kenberg naar Hillegom. G. H. Hutten naar Apeldoorn. G e v e s t i g d: H. J. Cozijn van Leiden; A. J. Rotteveel van 's-Gravenhage. J. W. van der Meer van Ouder-Amstel. P. J. S. Hoogenboom van Roosendaal. C. M. W. Vermeulen van Culemborg. Wed. C. van Vliet geb. de Vries van Haarlemmermeer. L. de Janger en gezin van Wonseradeel. C. Oudshoorn van Rotterdam. LISSE. P. J. SUIJKERLAND. Bij zijn afscheid als gemeente-opzichter. In de raadsvergadering van 30 Juni j.l. werd aan den heer P. J. Suijkerland, overeenkomstig zijn verzoek met ingang van 15 Augustus 1936, eervol ontslag ver leend uit zijn betrekking van gemeente opzichter, zulks wegens het bereiken van den pensioengereohtigden leeftijd. In de raadsvergadering van 3 Augustus 1905 werd den heer Suykerland door den toenmaligen gemeenteraad in deze func tie benoemd. Op 15 Augustus 1905 trad de heer Suijkerland in functie, zoodat hij op 15 Augustus a.s. den gemeentedienst gaat verlaten met achter zich een dienst tijd van 31 jaren. In dezen tijd heeft hij als gemeente-opzichter veel en zelfs heel veel helpen tot stand, brengen, hetgeen niet te verwonderen is als men in aan merking neemt, dat het zielental der ge meente Lisse in 1905 ongeveer 4700 be droeg, terwijl het momenteel de 9000 zie len reeds is overschreden, alzoo bijna een verdubbeling van het aantal zielen. Reeds bij zijn in diensttreding werd al direct zijn aandacht gevraagd voor eenige bouwwerken van beteekenis n.l. de stich ting van een gasfabriek, waarover hij het toezicht uitoefende, en het maken van de plannen en de bouw van het tegen woordige gemeentehuis, hetwelk in het jaar 1906 tot stand kwam. Op de gedenk steen in de hal van het raadhuis staat dan ook terecht de heer Suykerland als archi tect van dit bouwwerk vermeld. In den loop van zijn diensttijd heeft de heer Suykerland voorts nog het gebouw van openbare werken, staande aan den Gracht- weg, en eenige gemeentelijke dienstwo ningen gebouwd. Door de gestadige groei der gemeente werden de werkzaamheden van den ge meente-opzichter steeds omvangrijker en moeilijker. Het bouw- en woningtoezicht b.v. eischte, vooral in de jaren van hoog conjunctuur, buitengewoon veel van de persoon van den gemeente-opzichter. Im mers met deze snelle uitbreiding van ge bouwen moest het aanleggen van straten en wegen gelijken tred houden. Door den scheidenden gemeente-opzichter zijn dan ook tal van straten nieuw aangelegd, ver breed of van een nieuw wegdek voorzien. In de jaren van hoogconjunctuur wist de gemeente haar tijd te benutten en heeft zij zich aangepast aan de geest van den tijd, om de straten van trottoirs en de buitenwegen van moderne wegbedekkmg te voorzien. Onnoodig is het om te zeggen, dat de heer Suijkerland, die hieromtrent steeds zijn ambtelijk advitó gaf, er een groot aandeel in heeft gehad. Op het gebied van waterwerken was de heer Suijkerland een uitstekende kracht. Daardoor in staat gesteld door den ge meenteraad, werd de haven dezer gemeen te onder zijn auspiciën omgelegd en in zeer belangrijke mate verbeterd. De be schoeiing werd punctueel verzorgd en de haven steeds op behoorlijke diepte ge houden. Het rioleringsstelsel werd zeer belangrijk uitgebreid en verbeterd. Dit rioleeringiswerk is zoodanig, dat ninnmer stagnatie wordt ondervonden in de af voer van het hemel- zoowel als van het huishoudwater. Daar waar zulks noodza kelijk bleek werden kunstwerken, zooals bruggen, duikers enz., gemoderniseerd en verbeterd. Ten slotte heeft de heer Suijkerland zich op het gebied der werkverschaffing al eveneens zeer verdienstelijk gemaakt en werden verschillende groote werken in werkverschaffing uitgevoerd, o.a. werd de haven verbeterd en omgelegd; bouw terreinen opgehoogd en geamoveerd; het sportterrein aangelegd enz. enz. Naar wij hebben vernomen zal van den vertrekkenden gemeente-opzichter offi cieel afscheid worden genomen op Vrij dag, 14 Augustus a.s. des avonds om half acht uur, ten gemeentehuize. Aangehouden. Door de gemeentepo litie alhier is aangehouden een persoon genaamd A. P. M. uit Tilburg, als ver dacht van diefstal van een rijwiel te Voorschoten. Het rijwiel is in beslag ge nomen en na bekend te hebben is deze persoon overgebracht naar Voorschoten. Geboren: Maria Lambertha Wilhel- mina d. van G. C. Degger en C. Zandvliet Catharina Juliana Maria d. van J. W. van der Veer en G. M. van Diemen Antonius Cornells Euzebius z. van A. F. Schenk en G. H. van Dijk Janna Wil- lemina d. van P. de Koning en E. M. Schravendeel. Getrouwd: J. Langelaan en M. M. van Stijn, te Haarlemmermeer C. Th. van der Meer en P. A. Heemskerk, te Amsterdam F. Th. Jelierse en J. S. de Groot P. de Peuter, te Haarlemmer meer, en M. van Vliet. Gevestigd: F. C. van Oord uit Wer kendam J. Q. Zwetsloot uit Haarlemr mermeer B. van der Wal uit 's-Gra venhage A. van Stijn uit Grubben- vorst Th. C. Grootjes uit Zuid^Schar- woude P. M. Ruigrok uit Voorhout H. D. Landwer uit Sassenheim A. J. van Giezen uit Echt M. Manné uit Al phen a. d. Rijn. Vertrokken: N. J. J. van Velzen naar Amsterdam M. A. Goddijn naar Sassenheim Wed. G. Rotteveel naar Bodegraven C. Stuhldreier en echtg. naar Datteln (Duitschland). KATWIJK AAN DEN RIJN. Tuinbouw. Algemeen wordt in den tuinbouw aangenomen, dat als het in de zen tijd voor de badplaatsen bij uitstek gunstig weer is, voor den tuinbouw het tegenovergestelde gezegd kan worden. De feiten die zich dezen zomer voordoen, be vestigen den regel. Het is voor de bad plaatsen en voor de badgasten nog niet veel gedaan, men heeft van het strandle ven nog zoo goed als niet kunnen genie ten. Dit is voor een bepaalde groep van mensohen die seizoenbedrijven op of nabij het strand hébben, een financieele strop. Niemand kan daar iets tfen doen: geluk kig. Men heeft er in te berusten. De tuin der is in het algemeen met dit najaars weer vrijwel ingenomen, 't Is de tijd van hard werken, het is de tijd van oogsten, van geld ontvangen en schulden afdoen. Er moet in een kort tijdsbestek veel ge beuren. Landhuur geheel of gedeeltelijk betalen, meststoffen die gehaald zijn voor het planten en nu betaald moeten wor den, divense rekeningen die tot dezen tijd blijven liggen eniz. Het is daarom geluk kig dat de gang van zaken bij de massa hier en in naaste omgeving bevredigend is. Peen, zoowel waschpeen als bospeen. of peen voor conserven bracht tot heden een goede prijs op. Deze week varieerde de prijs van bospeen in de goede kwali teit van 5.60 tot 8.10 per 100 bos. Was- peen ging voor 0.85 tot f 1.35 per kist van 20 K.G. Ook bloemkool ging vlug weg voor loonende prijzen. Eerste soort bracht van f 12.50 tot f 16.80 per 100 op. Tweede kwaliteit van 5.60 tot 10.20. Pootuien, waarvan het aangevoerde kwan tum beperkt is. gaan voor goede prijzen van 3.60 tot f 4.70 per 100 K.G. Rabar ber 1.302.90 per 100 bos. De aardappelen/handel heeft sinds vo rige week een groote verandering onder gaan. Sinds de heffing is vervallen en de handel meer vrij is en ook geen minimum prijzen bestaan, is de prijs nogal gezakt. Toch is de afname niet grooter geworden waaruit zou kunnen worden opgemaakt dat een verhooging van b.v. f 0.20 per kist voor heffing het verbruik niet doet toenemen. De prijs varieerde voor eerste lingen, groote, van f 0.40 tot f 0.65. drie lingen 0.250.40, eigenheimers brach ten van 0.40 tot 0.65 per kist op, drie lingen 0.300.45. KATWIJK. Personalia. Voor het politie-clïploma van den Chr. Politiebond zijn geslaagd de heer G. Boes (met aanteekening) en de heeren C. Schaap en P. van Duyn. NOORD WIJK. Jubileum. Dezer dagen herdacht de heer W. Passchier, alhier, het feit, dat hij 25 jaar geleden als opzichter der alge- meene begraafplaats in dienst der ge meente is getreden. NOORDWJKERHOUT. Personalia. Tot onderwijferes aan de R. K. school te Oegstgeest is benoemd mej. Koekebier, thans onderwijzeres aan de R. K. Meisjesschool, alhier. I n g e k o m e n: A. M. A. A. v. d. Linden uit Den Haag; B. J. Maas en gezin uit Ei bergen; J. C. van der Werf uit Oudewater; A. Mulder uit Amsterdam; P. A. van der Velde en gezin uit Amsterdam; C. Warmer dam en gezin uit Amsterdam; M. Hulsbosch uosch uit Zand voort; A. H. J. Hesselink uit Enschede; A M. C. Voorn uit Voorhout; M. J. Langeveld uit Voorhout; N. Overschie uit Delft; C. A. Berbee uit Voorhout; J. C. M. Braun uit Den Haag; J. M. Smit uit Noordwijk; Th. van der Ploeg uit Heem stede; M. M. J. Kuilman uit Limmen; C. J. M. Caspers uit Bennebroek; E. A. Schoon- derwoerd uit Hillegom; C. J. Olde Wolters uit Enschede; C. Jonkheer uit Sassenheim; E. G. Neelen uit Fijnaart; M. C. A. van Ier- sel uit Mook; A. Fraaij uit Hilversum. V e r t r o k k e n: C. Langeveld naar Zoe- terwoude; P. J. Ketelaar en gezin naar Ben nebroek; C. van de Wereld naar Warmond; M. E. Scheepmaker naar Hillegom; J. W. Kessens naar Haarlem; G. A. Beijk naar Sassenheim; M. A. de Winter naar Noord- wijk' A. M Scheijde naar Amsterdam; A. L. Brugman naar den Haag; A. A. Mens naar den Haag; G. M. Smit naar Noordwijk; L. van Berkel naar Hillegom; A. M. Welle naar Amsterdam. ZILK. Arm gebroken. Toen v. D., wonende aan Halfweg, op zijn fiets wilde stappen, kwam hij zoo ongelukkig te vallen dat hij een arm brak. SASSENHEIM. Verkooping. Ten overstaan van Nota ris Romeijn te Warmond had gisteren in „Het Bruine Paard" de afslag plaats van een perceel Bloembollenland met schuren en stellingen, gelegen aan de Zandsloot te Sassenheim, groot 80 A. 90 c.A., ingezet op ƒ3000, niet gemijnd. Kooper H. Buscher te Hoofddorp q.q. Aanrijding. Gistermorgen had een jeugdige wielrijder uit Rotterdam het on geluk beklemd te raken tusschen de tram en een passeerende auto. De fiets werd ge heel vernield, de beryder bekwam enkele schaafwonden, welke door dr. Hueber wer den verbonden. Geboren: Jan, z. van J. Broer en D. Haak Jan, z. van J. Philippo en D. G. Schuilenburg Roela Trinette, d. van R. de Boer en T. Ham Alida Theresia, d. van W. Hoogeveen en C. J. van der Lin den Maria Catharina, d. van P. Kooij en C. van Ees. Ondertrouwd: L. van Kesteren 25 j. en P. H. Weijers 23 j. Getrouwd: J. van Duivenbode 28 j. en T. H. Erzsébet 24 j. Vertrokken: Ma. Ea. Blijleven naar Oegstgeest W. A. A. Koppers en gezin naar Haarlemmermeer T. Hanemaaijer naar De Lier.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 10