De Olympische wedstrijden te Berlijn.
De nieuwe burgemeester van Breda, de Keer B. W. Th. van Slobbe, oud-gouverneur van Curagao, Is Maandag
officieel In zijn functie geïnstalleerd
Aandacht op de eivolle tribunes van het nieuwe stadion te Berlijn voor
Olympische wedstrijden
FEUILLETON i
DE STRIJD OM WEENEN
Roman van
HUGO BETTAUER. j
(Nadruk verboden).
RalpH was echter naar Graz gekomen in
de stille hoop nog iets van Hilde, die zich
immers met haar moeder in Stiermaken
ophield te vernemen. Tevergeefs door
kruiste hij de straten, tevergeefs ook in
formeerde hij op het bejvolkingsbureau.
Hilde scheen hem werkelijk voor goed ont
vlucht te zijn.
Toen het indiscrete artikel in de bladen
verschenen was, begon men in het hotel
zoowel als op straat meer aandacht aan
hem te schenken dan hem lief was en hij
verliet de hoofdstad van Stiermarken om
van, daar uit de min of meer gecompli
ceerde reis naar Salzburg te maken.
Hier overweldigde hem al spoedig de
in haar soort eenige schoonheid van deze
stad en urenlang kon hij, terwijl telkens
iets nieuws zijn oog boeide, dezelfde wan
deling maken van het Mirabellpark naar
de oude stad. Een blijmoedige stemming
maakte zich van hem meester, toen hij al
dit steden- en natuurschoon aanschouwde
en in zichzelf lachend, meende hij:
„Een' land, dat steden als Weenen en
Salzburg heeft, is waarachtig nog niet ver
loren. Of het nu zelfstandig blijft dan wel
tot het groote Duitsche broederrijk zal be-
hooren zóóveel schoonheid, cultuur en
geschiedenis kunnen niet gescheiden wor
den. En wanneer er zelfs een nieuwe
volksverhuizing zal plaats hebben, die de
menschen van land tot land zal drijven
dan nog zullen steeds weer in Weenen de
menschen Weeners moeten worden, omdat
de Genius loei hen moet stempelen en
vervormen. En ten eeuwigen dage zal
dit Salzburg een wonder der natuur blij
ven!"
Een tragi-komisch intermezzo.
Van Salzburg ging de reis naar Inns
bruck; vandaar maakte Ralph onder lei
ding van een bekenden gids- ski-tochten
door de Alphen, ontving dagenlang geen
post en vergat de geheele wereld, met al
haar op- en dependenties om zich geheel
over te geven aan het gelukzalige gevoel
van jeugd, kracht en beweging.
Intusschen gebeurde er in Weenen iets,
dat zelfs Breitbart's roem dreigde te ver
duisteren.
De rijkste man ter wereld arriveerde in
de Oostenryksche hoofdstad. Inderdaad
de rijkste man ter wereld. En dat kon
natuurlijk niemand anders zijn dan Ralph's
stiefbroer, wiens onverwacht opduiken,
volgens de berichten in de Weensche bla
den aan het Croesesbestaan van den dwee-
per en philantroop een zoo ontijdig einde
had gemaakt.
Zoo gebeurde het, dat op den morgen
van den 17den Februari voor Hotel Bris
tol een met twee zware koffers beladen
taxi stilhield, waaruit twee heeren stap
ten, de een groot en sterk, de ander klein
en broodmager.
De kleine liep onmiddellijk op den por
tier toe en fluisterde dezen in goed Duitsch
zy het dan ook met de noodige teekenen
van eerbied toe:
„Mijn chef, Mister O'Flanagan, wil hier
zijn intrek nemen. De beste kamers na
tuurlijk. Voor hem vier of vijf, voor mij
twee."
John O'Flanagan en zijn secretaris kre
gen zes kamers op de eerste verdieping, de
hoteldirecteur, de heer Fuchs, leidde er
zijn gasten persoonlijk heen en toen deze
hun tevredenheid, over zijn keuze hadden
uitgedrukt, stelde de grootste van de twee,
die in een geruiten pantalon en 'n blauw
colbert gekleed was, met een eenigszins
Engelsch accent, een vraag, welker beant
woording de directeur reeds op de lippen
had gelegd.
„Wel," vroeg hij, terwijl hij het door
de ramen vallende zonlicht liet spelen op
een in zijn ring gevatte diamant van onge
veer een centimeter doorsnee, „heeft Mister
Patrick Ralph O'Flanagan hier eenigen tijd
gewoond? Dat is n.l. mijn broer, die Oos
tenrijk wou koopen en door mij een armen
kerel is geworden. Wel, weet u niet waar
hy zich nu ophoudt? Ik wil lucken for
him en hem een paar millioen dollar schen
ken, opdat hy mijn naam niet te schande
maakt."
De heer Fuchts, die het nog steeds niet
verkroppen kon, dat Ralph O'Flanagan
destijds in plaats van in Bristol in Impe
rial was afgestapt, beefde van opwinding
verzamelde alle kellners, kamermeisjes
en schoetpoetsers in zijn kantoor en hield
een kernachtige toespraak:
„Menschen, nu hebben w ij den rijksten
man ter wereld en komt het er op aan te
toonen, dat die ook alleen in dit hotel
thuis hoort. Wij moeten er allen op uit
zijn om het hem zoo aangenaam mogelijk
te maken. En niet hem alleen, maar ook
zijn secretaris, want deze hooge heeren
zijn geheel afhankelijk van den wil van
hun secretaris. Een van jullie gaat direct
naar de „Presse" om te vertellen, dat bij
ons de echte Mister O'Flanagan is afge
stapt, de broer van dien armen slokker,
die zijn verdiende loon gekregen heeft,
omdat hij hier den boel op stelten wilde
zetten. Een echte Amerikaan weet wel, dat
hij in Bristol thuis hoort en niet in dat
tweede rangs Balkonpaleis."
Op dit oogenblik ging de huistelefoon.
„Ja, meneer de secretaris, met den di
recteur. Waarmee kan ik u van dienst
zijn? Oostenrijksch geld? Ja, de biljetten
van tienduizend zijn wel de kleinste, die
men hier gebruiken kan. Ja, er wordt hier
veel geleden. Desondanks, hahaha! Heel
goed, meneer de secretaris! Ik zal u on
middellijk vijf millioen in biljetten van
tien-, vijftig, en honderdduizend kronen
laten brengen. Zeker, zeker, zijn er ook!
Liever direct tien millioen. Zooals u wilt!
Ja,ja, u hebt volkomen gelijk."
Stralend keek de directeur den kring
rond.
„Meneer O'Flanagan verlangt voor tien
millioen klein geld om den eersten dag
niet direct in verlegenheid te komen!"
Mister John baadde en zijn particulier
secretaris baadde; de op de gang luiste
rende bediendenschaar hoorde hen snui
ven en proesten. Binnen vijf minuten wist
het gansche hotel, dat de „echte" O'Flana
gan hier zijn intrek had genomen.
De toespraak van den directeur bleek
haar uitwerking niet gemist te hebben. Het
ontbijt werd op het apartement van den
Amerikaan geserveerd, een schitterende
auto stond steeds te zijner beschikking,
tien fleschen wijn en vijf flesschen likeur
in reesrve, coiffeur, manicure, schoen
poetser, zeep, parfum, een tailleur die in
staat was binnen vier-en-twintig uur een
paar colberts te leveren, enzoovoorts.
„Dat is een echte Amerikaan!" meen
de de directeur en „Dat is een echte Ame
rikaan" echode het in den kring van zijn
personeel.
In den namiddags verschenen de Avond
bladen met het sensationeele bericht van
de aankomst van den echten nabob en er
meldden zich bij den portier van het hotel
Bristol etelijke reporters om John O'Flana
gan te interviewen. Deze laatste bleek
uiterst joviaal, klopte iedereen kameraad
schappelijk op den schouder, deelde bij
doosjes tegelijk, Khedive-sigaretten uit,
die hij uit het hotel had laten aanrukken
en sprak over zijn armen broer, dien fan
tast, wien hij slechts een bewijs van zijn
broederliefde wilde geven.
Eén passage in zijn interview trok den
volgenden dag de algemeene aandacht:
„Voor zoover ik er in de enkele uren,
die ik hier ben, over kan oordeelen, is
het Weensche volk veel te trotsch om zich
wat te laten schenken!"
Laat in den middag verliet de Ameri
kaan met zijn secretaris voor het eerst zijn
apartementen om op de gang aan alle le
den van het personeel, die hem in den
weg traden, bankbiljetten rond te deelen,
die hij los in zijn broekzak droeg.
iWordt vervolgd).
De schermwedstrijden der Olympische vijfkampers zijn Maandag in het Olympisch stadion te BeHijn
gehouden. De Duitscher Handriclc (rechts) bestrijdt den Belg Mollet
Adoit nitier net de Olympische dames-kampioenen speerwerpen aan zich voorstellen. Rechts: Tilly Fleischer (gouden medaröe); links
naast den Föhrer Louise KrGger (zilveren medaiHe) naast haar Marja Kwasniewska (bronzen medaille)
De Belgische wielrenner Silveer Maes heeft den Tour de France gewonnen. De winnaar
in de bloemen bij zijn aankomst op de baan van Pare des Princes te Parijs
Het overlijden van Bleriot. De aviateur
op zijn doodsbed