Iets over de Huwelijks wetgeving der Katholieke Kerk, GEMENGDE BERICHTEN VRIJDAG 31 JULI 1936 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 5 VI. De verbiedende huwelijksbeletsels, dus <iie, welke een huwelijk ongeoorloofd maar niet ongeldig maken nebben wjj behandeld. Dit waren: eenvoudige ge lofte, godsdienstverschil tusschen gedoop- ten en de in ons land onbekende „wettelijke verwantschap". Van de twaalf ongeldigmakende huwe lijksbeletsels die dus een huwelijksslui ting niet alleen ongeoorloofd, maar ook on gel d i g maken, beschreven wij er in ons vorig artikel reeds zes, nl.: leeftijd, licha melijk onvermogen, bestaande huwelijks band, verschil van eeredienst (katholiek niet ongedoopte), heilige wijdingen (sub diaconaat, diaconaat, priesterschap) en plechtige geloften. Daar zijn er dus nog zes: n.l. 7. geweld dadige ontvoering. 8. misdaad, 9. bloedverwantschap, 10. aan verwantschap, 11. openbare eerbaarheid, 12. geestelijke verwantschap. De twee hier eerstgenoemde beletselen zullen, zooals men begrijpt, nu niet elk oogenblik voorkomen, ofschoon het belet sel „misdaad" werkelijk zoo zeldzaam niet is. 7. Gewelddadige ontvoering. „Tusschen een ontvoerder en een door hem, met het oogmerk haar te huwen, ont voerde vrouw, kan, zoolang deze vrouw in de macht van den ontvoerder blijft, geen geldig huwelijk bestaan", zegt het Kerke lijk Wetboek. Het gaat er dus om, dat een man een vrouw met geweld in zijn macht houdt, met de bedoeling om haar te huwen. Als iemand dus een vrouw met geweld of door overreding meelokt naar zjjn huis en hij beduidt haar, dat hij haar met zal vrij laten, voordat zij met hem huwt, kan hij onmogelijk met haar een geldig huwelijk sluiten. Ook in het geval een vrouw vrij willig naar het huis is gegaan, maar hij haar dan gevangen houdt, is een geldig huwe lijk niet mogelijk. Pas als hij de vrouw heeft vrijgelaten kan zij geldig met hem huwen. Dit huweJijksbeletsel is een maatregel om de zwakkere partij te beschermen. Men zal zich al hebben afgevraagd: „maar er zal toch nooit een priester worden gevon den, die bereid zal zijn, bij zulk een afge dwongen huwelijk te assisteeren, dus dan kunnen die man en vrouw tóch al niet gel dig trouwen, want de vorm van huwelijks sluiting voor den pastoor en twee getui gen is immers een geldigheidsvereischte?" Ja, in onze streken zal eerstens zulk een, door ontvoering afgedwongen huwelijk niet zoo licht voorkomen en voorts zal een pries ter zich voor zulk een huwelijkssluiting in derdaad tóch wel niet leenen. Maar: het Kerkelijk Wetboek geldt voor degeheele w e r e 1 d en in de „missielanden" zijn der gelijke ontvoeringen niet zoo zeldzaam. En zouden de priesters zich daar dan wèl tot zulke huwelijks-assistenties leenen? Dat is de kwestie niet. Toen wij de geldigheids- vereischten voor den vorm der huwelijks sluiting door een katholiek bespraken, hebben wij, om niet al te wijdloopig te wor den, alléén de gewone voor de geldig heid voorgeschreven huwelijksvorm (n.l. „voor den pastoor en twee getuigen") be handeld. Wanneer er echter, zooals bijv. juist in de „m issielanden" het geval kan zijn, zeer moeilijk een bevoegd priester aanwezig kan zijn, Of kan ontboden worden en men zeker is, dat deze er binnen een maand ook niet komen zal, dan kan ook de „buiten gewone" vorm van geldige huwelijkssluiting worden toegepast, die hierin bestaat, dat het jawoord gewisseld wordt alléén in tegen woordigheid van twee getuigen. Zou dus in zoo'n geval een man een vrouw tot een vrijwillig „jawoord" kunnen brengen, ter wijl hij haar gevangen houdt 'en twee vrien den laten getuigen, dan zou, als dit beletsel niet bestond, zoo'n huwelijk geldig zijn. Zoodoende kan dit huwelijksbeletsel van nut zijn en is het dit ook in de practijk, hoe on- waarschijnlijk-romantisch en ouderwetsch het op 't eerste gezicht moge lijken. 8. Een achtste ongeldigmakend huwelijks beletsel is: „misdaad". Twee medeplichtigen in bepaalde ernstige misdrijven tegen de huwelijkstrouw en tegen het leven van de wettige echtgenoot(e) kun nen niet geldig met elkaar huwen en wel in de drie gevallen, die het Kerke'ijkWet- b o e k noemt Dit wetboek omschrijft dit driedeelig beletsel aldus: „Een geldig huwelijk kunnen niet sluiten: le. Zij, die gedurende den tijd, dat mins tens één van beiden door een geldig huwe lijk gebonden was, overspel met elkaar hebben gepleegd en ofwel wederkeerig elkaar beloofd hebben een huwelijk te sluiten, ofwel een poging hebben ge daan om een huwelijk te sluiten, ook al is deze poging alleen voor de burgerlijke wet 2e. Zij die, terwijl eveneens minstens één van hen door een geldig huwelijk gebonden was, overspel met elkaar hebben ge pleegd en één van beiden de(n) echtge- noot(e) vande(n) ander heeft vermoord 3e. Zij die (ook zonder dat er overspel gespeeld is) hebben samengewerkt, hetzij physiek (d.i. medewerking aan den doodslag zelf), hetzij door moreele( d.i. door aansporen, prijzen enz.) samenwerking, om de(n) echtgenoot(e) van de(n) ander te vermoorde n." Veel behoeven wij hieraan niet toe te voegen. Het onder le. genoemd vooral komt nogal eens voor, bijv. wanneer de echtge- uoote van iemand laten wij dien iemand K. noemen langdurig ziek is. X. probeert dan een vrouw over te halen, overspel met hem te plegen en om zijn voorstel aanlok kelijker te maken, belooft hij die vrouw, haar te zullen trouwen als zijn zieke echt- genoote gestorven is. Als die vrouw dan toe geeft en zij dus overspel bedreven hebben, kan Xniet geldig met die vrouw trouwen, zelfs niet na den dood van zijn echtgenoote. Maar meer nog komt het andere, ook on der le. genoemde geval voor. Stel bijvoor beeld: twee katholieken zijn getrouwd maar laten zich „voor de wet" scheiden (in wer kelijkheid heeft dit, zooals wij weten, na tuurlijk geen gevolg: zij blijven gehuwd al spreekt de rechter dan ook de „echtschei ding" uit). De man gaat nu „voor den bur gerlijken stand" een nieuw zoogenaamd huwelijk aan Dit is voor God en zijn gewe ten natuurlijk geen huwelijk, want hij blijft m,et de eerste getrouwd. Het Kerkelijk Wet boek noemt dit „een poging om te hu wen". Het samenleven met de tweede vrouw is overspel en nimmer (tenzij er dis pensatie wordt verleend) kan dit paar gel dig huwen, als de eerste (werkelijke) echt genoote gestorven is. Over de onder 2e. en 3e. genoemde deelen van dit huwelijksbeletsel behoeven wij niet verder uit te weiden. Onze Nederl. Wet kent het beletsel „over spel" eveneens: een persoon, die bij rechter lijk vonnis van overspel is overtuigd, mag nimmer met de medeplichtige aan dit over spel in het huwelijk treden. De huwelijksbeletsels, die het meest voor komen of althans het meest bekend zijn, zijn die van bioed-enaanverwant- schap. 9. Bloedverwantschap. Bloedverwantschap bestaat tusschen personen, die ofwel: van elkaar afstammen (z.g. rechte lijn, bijv. zoon en moeder, dochter en vader, klein kind en grootouders) ofwel: die niet van el kaar, maar wel van eenzelfde persoon of dezelfde personen afstammen (z.g. zijlinie, bijv. broer en zuster, die immers dezelfde vader en (of) moeder hebben; volle neef en nicht, die dezelfde grootvader en (of) groot moeder hebben van minstens één kant enz.) Men spreekt van „grade n" van bloed verwantschap. Wat wil dit zeggen? De -graad geeft aan de afstand die er is tus schen afstammeling en stam en wordt be paald door het aantal generaties d.w.z. door het aantal elkaar onmiddellijk opvolgende geboorten, dat er ligt tusschen afstamme ling en stam. Om een voo-beeld te geven: Jan heeft twee gehuwde kinderen Piet en Anna. Piet heeft een zoon Klaas en en Anna een dochter Cato. Jan, Piet en Anna (vader en kinderen) z\jn bloedverwanten in de rechte lijn eerste graad Klaas en Cato zijn bloedver wanten van Jan (hun grootvader) in de rechte lijn tweede graad. Als Klaas en Cato beide huwen en kinderen krijgen zijn deze bloedverwanten van Jan (hun overgroot vader) in de derde graad rechte lijn. Nu de zijlinie: Piet en Anna (broer en zuster) zijn van elkaar bloedverwanten in de eerste graad-zijlinie. Klaas en Cato (volle neef en nicht): in de tweede graad zijlinie. De kinderen van Klaas en Cato (Klaas gehuwd bijv. met Bet je en Cato met Willem) zijn bloedverwanten in de zijlinie derde graad (achterneven en nichten). Klaas en Anna (zijn tante) zijn bloedver wanten var elkaar in den tweede graad (twee geboorten zijn er van Klaas tot Jan) gemengd met de eerste graad .(daar er slechts één geboorte is van Anna tot Jan). Dezelfde gemengde graad is er tusschen Cato en Piet. Wij laten verdere ingewikkel- den geyallen van bloedverwantschap hier achterwege. Zoo kan de bloedverwantschap tusschen twee zelfde personen meervou dig zijn en dus ook het huwelijksbeletsel meervoudig enz. Hoever gaat nu het ongeldigmakend hu welijksbeletsel van bloedverwantschap? In de rechte lijn is het onbeperkt. Wie dus van eenzelfde vader en (of) eenzelfde moeder afstammen, mogen geen huwelijk met el kaar aangaan. Evenmin vader met dochter, kleindochter, achterkleindochter enz. en moeder met zoon, kleinzoon,- achterklein zoon enz. In de zijlinie strekt zich dit huwelijks beletsel uit tot en met den derden graad, zoodat niet met elkaar mogen huwen: broers en zusters, volle neven en nichten, achterneven en achternichten. Ook niet oom met nicht of achternicht, tante met neef of achterneef. Dit huwelijksbeletsel heeft verschillende belangrijke redenen van bestaan. Naaste familieleden leven dikwijls zeer in eikaars nabijheid. Was een huwelijk tusschen hen toegelaten, dan zou meteen de gedachte aan geslachtelijke omgang en een mogelijk huwelijk al heel gauw aanleiding kunnen worden tot voortdurende verkeerde ver trouwelijkheden. Daarenboven wordt door dit beletsel het onderlinge gezelschappelijk en vriendschap pelijk verkeer tusschen de menschen be vorderd, daar families die tot dan geen re laties met elkaar hadden door een huwe lijk van him leden met elkaar in kennis worden gebracht. En tenslotte de hygiënische grond: huwe lijken tusschen naaste bloedverwanten wor den, in 't algemeen gesproken, door de ge neeskundigen als nadeelig beschouwd voor een gezonde nakomelingschap; de ervaring leert dat zulke huwelijken dikwijls kinder loos blijven of zwakke, niet gezonde kinde ren tot gevolg hebben. 10. Aanverwantschap. Aanverwantschap ontstaat door een geldig huwelijk en is de betrekking die er bestaat tusschen de man en de bloedverwanten van zijn vrouw en tusschen de vrouw en de bloedverwanten van de m a n (zijn en haar „aangetrouwde familie"). Let wel, dat aanverwantschap alléén daarin bestaat, zoodat er dus geen aanverwantschap is tusschen de bloedverwanten van den man en de bloedverwanten van zijn vrouw. (Zoo mogen dus bijv. twee broers met twee zus ters en mag de broer van den man met de zuster van de vrouw trouwen, want zij zijn géén aanverwanten!) De linies en graden van aanverwantschap worden op dezelfde wijze berekend als die der bloedverwantschap en dus zóó, dat iemand in dezelfde linie en denzelfden graad aanverwant is aan een persoon, als hij bloedverwant is aan de echtgenoot(e) van die persoon. Het Kerkelijk Wetboek zegt over dit huwelijksbeletsel „Aanverwantschap in de rechte lijn vernietigt het huwelijk in elke graad, in de zijlijn tot en met de tweede graad. Zoo kan dus een man (gemakshalve noe men wij hiei alleen een man; voor een vrouw geldt natuurlijk m.m. hetzelfde) niet zonder dispensatie geldig trouwen met de moeder van zijn overleden vrouw (schoonmoeder) noch met zijn stiefdochter, noch met de vrouw van zijn overleden vader (zijn stiefmoeder), noch met de vrouw van zijn overleden zoon (zijn schoondoch ter). (Dit alles in de rechte lijn) En in de zijlinie: niet met de zuster van zijn over leden vrouw (zijn schoonzuster) noch met haar tante, noch met haar nicht, noch met haar nicht-tantezegstei Ook dit huwelijksbeletsel bestaat in rede nen van onderlinge piëteit en om de men schen, bij de nauwere omgang welke er ook tusschen aanverwanten dikwijls bestaat, voor sexueeie gevaren tegen hun eigen zwakheid te beschermen. Het komt nogal eens voor, dat een man huwen wil met de zuster van zijn overleden vrouw. Deze kent hem, kent de kinderen en zal dikwijls een goede tweede echtgenoote kunnen zijn; als de kans daartoe groot is, kan betrekkelijk gemakkelijk dispensatie worden verkregen. 11. Openbare eerbaarheid. Dit huwelijks beletsel verhindert een geldig huwelijk tus schen een man en de bloedverwanten, in de eerste en tweede graad der rechte lijn, van de vrouw waarmede hij openbaar on wettig samenleeft in 'n ongeldig huwelijk of publiek concubinaat. Een man kan dus niet geldig trouwen met de moeder of grootmoeder, de dochter of kleindochter der vrouw, met wie hij aldus openbaar samengeleefd heeft. 12. Geestelijke verwantschap. Het Ker kelijk Wetboek zegt: „Door het Doopsel worden met de doopeling alleen geestelijk verwant de doopende (dus hij die 't Doop sel toedient) en de peter of meter. Deze menschen worden beschouwd als de geestelijke ouders van de doope ling, die immers door het Doopsel het bovennatuurlijk leven krijgt nadat hij van zijn lichamelijke ouders het natuurlijk leven heeft ontvangen. De doopeling kan dus ten eerste niet gel dig trouwen met degene die hem gedoopt heeft. Meestal zal dit een priester zijn, zoo dat er natuurlijk reeds een ongeldigmakend huwelijksbeletsel is, maar het kan ook heel goed een leek zijn, ingeval er een nood- do o p is toegediend. Voorts kan de doopeling ook niet geldig huwen met zijn peter of meter bij den Doop. Bij het Doopsel van volwassen kan het wel eens noodig zijn, op het ontstaan van dit huwelij ksbeletsel te letten.' Het peter- of meterschap bij het V o r m- s e 1, schept geen hu welij ksbeletsel met de Vormeling. Hiermee hebben wij de huwelijksbeletse len beknopt uiteengezet. Natuurlijk heeft deze beknoptheid het gevolg, dat er vragen bij den lezer zullen open blijven Graag zijn wij bereid op werkelijk nuttige vragen te antwoorden De volgende week over „dispensa tie s". Correspondentie-adres: Mr. A. Diepen- brock, Seminarie Hageveld, Heemstede. WIELRIJDER DOOR AUTO GEGREPEN. Dood opgenomen. Gisternacht is op den weg Nijmegen Venlo, onder Malden, de 25-jarige J. P. Arts uit Cuyk door een auto gegrepen en gedood. De jongeman die met de fiets on derweg was van Nijmegen naar Malden werd van achteren aangereden door een auto bestuurd door den heer J. H., fabri kant te Tegelen. Hij werd eerst een eind- weegs medegesleurd en ten slotte wegge slingerd. Het slachtoffer bleef dood liggen. Het stoffelijk overschot is naar het Cani- sius-ziekenhuis te Nijmegen vervoerd. Te gen den heer H. is proces-verhaal opge maakt. Vermoed wordt, dat de bestuurder niet voldoende rekening heeft gehouden met een bocht in den weg ter plaatse waar het ongeluk gebeurde. JONGETJE ONDER VRACHTAUTO GERAAKT EN GEDOOD. In de Wognumsche buurt te Alkmaar was gistermiddag het zesjarig zoontje van den heer Bijl aan het spelen, toen een vracht- I auto langzaam achteruit de doodloopende I straat inreed om er te draaien. Hte ventje j wilde achter aan de *vrachtauto gaan han- gen, doch greep mis, met het noodlottig gevolg, dat hij viel en onder de auto te recht kwam. Het ventje was op slag dood. JONGEN VERONGELUKT. Slechte remmen op de fiets. Op den rijksstraatweg te Velsen is gis termiddag een ernstig ongeluk voorgeval len. De elfjarige C. Duineveld, wonende aan dezen weg, reed met zijn kleine race fiets achter een particuliere auto. Deze moest tusschen den Melkweg en de Duin- vlietstraat ploslleing stoppen. De jongen kon zoo gauw niet remmen en schoot links voorbij de auto. Op hetzelfde oogen blik kwam van het pontveer een file auto's aan. De knaap reed in volle vaart tegen een vrachtauto. Hij werd tegen den grond ge smakt en bekwam een zware hersenschud ding. Dr. Fierstra wel weldra ter plaatse. In zorgwekkenden toestand werd de jongen naar het ït.-K ziekenhuis te Beverwijk vervoerd, waar hij in den loop van den middag is overleden. De ouders van het slachtoffer bevinden zich met vacantia buitenslands KINDJE TEGEN AUTO OPGELOOPEN. In ernstigen toestand naar ziekenhuis gebracht. Gistermiddag is het 4-jarig meisje J. T. Gartner te Lent bij Nijmegen op den Rijks weg in een onbewaakt oogenblik tegen een passeerende vrachtauto, bestuurd door K. S. uit kampen, opgeloopen. Het kind is in zeer ernstigen toestand naar het ziekenhuis te Nijmegen vervoerd. Behalve zware inwendige kneuzingen, bleek het rechter beent je gebroken te zijn, terwijl in de linkerlies een ernstige won de was geconstateerd. Uit het poltie-onder- zoek is komen vast te staan, dat den be stuurder van de auto geen schuld treft. TWEE ONGEVALLEN TE AMSTERDAM. Gisteravond om kwart voor vijf is op den Middenweg in den grooten IJpolder te Amsterdam een twintigjarige man door een tractor overreden. Met een onderbeen- fractuur is hij in het Julianaziekenhuis op genomen. Een 65-jarige man is in de de Clercq- straat te Amsterdam door een motor over reden. Met een hersenschudding en een ernstige hoofdwonde is hij naar het Wil- helminagasthuis vervoerd. MOTORRIJDER VERONGELUKT. Op den Huizerweg te Bussum is de mo torijder K. tegen een auto gereden, die van de tegenovergestelde richting kwam en niet tijdig te kennen had gegeven, dat hij de Bisonstraat wilde inrijden. Met een hersenschudding en zware inwendige verwondingen is hij naar het ziekenhuis vervoerd. DOODELIJK ONGEVAL IN EEN SPEELTUIN. Woensdagmiddag had in den speeltuin van den heer Peulings te Velp de 12-ja- rige zoon van den heer Kuiper uit Herpen het ongeluk tijdens het spelen onder de „hobbelende geit" terecht te komen. Ern stig gewond werd de knaap naar het zie kenhuis te Nijmegen overgebracht. In den afgeloopen nacht is het slacht offer daar overleden. GEVAARLIJKE VALPARTIJEN. Door den geneeskundigen dienst te Den Haag zijn vervoerd naar het ziekenhuis Zuidwal: de 12-jarige A. de L., wonende in de Bezemstraat, die aldaar van het dak viel, zijn linker pols brak en schaafwonden aan hoofd en armen bekwam en de 2-ja- rige J. K., wonende in de Jan Steenstraat, die aldaar uit het raam van de le etage op straat viel en een hersenschudding be kwam. BIJ HET BADEN VERDRONKEN. Gistermiddag is 2e landbouwer Vegter uit Appingedam bij het baden te Schier monnikoog in zee verdronken. Het slacht offer was vroeger officier-machinist bij de Koninklijke HolJandsche Lloyd. Nader vernemen wij nog, dat hij bij het bader, in zee is afgedreven. De boot, waarin de badman, die het ongeluk zag gebeuren, wilde te hulp komen, sloeg in de branding om, zcoda+ redding niet meer mogelijk was. Het lijl: is later aan de west zijde op het strand aangespoeld. Drie dok toren hebben vergeefs getracht de levens geesten op te wekken. LIJK VAN AMSTERDAMMER TE LOOSDRECHT AANGESPOELD. Gistermorgen is op de derde plas te Loo-s drecht het lijk aangespoeld van een man, dat in verregaanden staat van ontbinding verkeerde. Het stoffelijk overschot, dat naar schatting 14 dagen in het water heeft gelegen, is per boot van de politie naar het lijkenhuis te Oud-Loosdrecht vervoerd. Naar uit het onderzoek is komen vast te staan heeft men hier vermoedelijk te doen met het lijk van den 32-jarigen A. Suer- mondt uit Amsterdam, van wien ruim 14 dagen geleden een regenjas, onderkleeren en een in de kleeding gevonden dwangbe vel op diens naam bij de militaire schiet baan te Laren zijn ontdekt. Men ver moedt, dat de man zich daar verkleed heeft en alleen in een sportpak gekleed, naar Loosdrecht is^ gegaan. Een blauwe kano is daar veertien dagen geleden on bemand op de plassen aangetroffen. S. stond als een zonderling bekend. BLIKSEM IN EEN MOLEN GESLAGEN. Zoon van den molenaar gewond. Tijdens het hevig onweder, dat gepaard ging met hevige plasregens sloeg de blik sem in de korenmolen van den heer de J. te Meerveldhoven. Een der zoons die in den molen aan het werk was, werd door den bliksem neergeslagen en bekwam hévige brandwonden aan armen en bee- nen en aan het lichaam. De bliksem zocht verder nog zijn weg door enkele balken die vernield werden en door den meel- trechter die geheel uit elkaar werd gesla gen om ten slotte tegen een granieten vloer te stuiten, waarin een groot gat werd ge slagen. De molenaar en zijn knecht die ook in den molen waren, bekwamen geen letsel. Er ontstond geen brand. STROOHULZENFABRIEK DOOR BRAND VERWOEST. In den afgeloopen nacht te omstreeks half een is door tot dusver onbekende oor zaak brand uitgebroken in de stroohulzen- fabriek van Jos. Go vers, gelegen aan den Eindhovenschen weg te. Geldrop. Het vuur dat in den voorraad stroo gretig voedsel vond, breidde zich snel uit, zoodat spoedig de geheele fabriek, die een oppervlakte van ongeveer 50 bij 50 Meter beslaat, in lichter laaie stond. Van grooten afstand reeds was de brand te zien. De brandweren van Geldrop en Eindhoven waren spoedig ter plaatse. Zij konden tegen het vuur evenwel weinig beginnen en moesten zich ertoe beperken het kantoor nat te houden. Zij slaagden erin dit te behouden. De fa briek evenwel is geheel verbrand. BRAND IN EEN FABRIEK VAN VLIEGENVANGERS. Gisteravond tegen tien uur is brand uitgebroken in een fabriek, waar vliegen vangers worden gefabriceerd, gelegen aan den Papaverweg 17, te Amsterdam, aan de overzijde van het IJ. De fabriek, waar van de heer Hartkamp eigenaar is, is naast de wasscherij „Ozon" gelegen. Eeni- ge meisjes, die daar nog werkten, zagen, dat er rook opsteeg uit de vliegenvangers- fabriek. Onmiddellijk werd de brandweer gewaarschuwd, tegelijkertijd alarmeerde een chauffeur de brandweer. De motor spuit van den Plaatijzer weg was zeer spoedig* ter plaatse. Aanvankelijk liet de brand, die uitgebroken was in het achter gedeelte van de fabriek zich ernstig aan zien. Ook het materieel van de Ruyter- kade en van het Haarlemmerplein was spoedig present en met vijf stralen werd het vuur, dat in het lichtbrandbare ma terieel, zooals olie, lijm, etc., woedde, krachtig aangetast. De brandweer, onder leiding van hoofdbrandmeester Diets, wist de brand binnen het gebouw te houden, wel liep eenigen tijd het dak, waarvan het mastiek begon te smelten, gevaar, doch doordat de brand zoo vlug was ontdekt, kon uitbreiding worden voorkomen. De ach terruimte met veel materieel brandde vrij wel geheel uit. Te half elf was de brand weer het vuur meester. De oorzaak van den brand is onbekend. OMHOOG GEVAREN. Het Fransche, met benzine geladen tank schip „Neerlandia", gesleept door de Ne der landiche sleepboot „Donau" is gister middag op de Wester-Schelde bij Walsoor den omhoog gevaren en blijven zitten. Ook de sleepboot is vastgevaren. Het sleepschip zit zeer <?cheef. Bergingsvaartuigen zijn naar de plaats van de stranding vertrok ken. GEVANGENE ONTVLUCHT. Spoedig gegrepen. Op de Rijks-Tuchtschool voor minderja rige Meisjes te Montfoort. wist een der vrouwelijke gevangenen aan het oog van haar bewaaksters te ontsnappen en te ont vluchten. Zij sprong over de breede sloot, welke het terrein omgeeft en wist zoo doende den nieuwen provincialen weg te bereiken. Een automobilist wist zij te bewegen haar mede te nemen, doen in plaats dat deze haar verder in veiligheid bracht, de poneerde hij haar ten stadhuize te Oude water, waar hij haar aan de politie ove» gaf. GEHEIME ZENDER IN BESLAG GENOMEN. Dezer dagen werd door den rijksradio- controledienst ten huize van G. H. in de Saenredamstraat te Amsterdam (Zuid) een clandestiene zendlnrichting in beslag ge nomen. Deze zender was ingericht voor uit zendingen in den 5 meter band.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 5