BUITENLAND
BINNENLAND
ZATERDAG 25 JULI 1936
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 5
De wet op de bescherming
van den staat in
Tsjecho-Slowakije.
|n wezen een nieuwe poging tot
uitroeing der Minderheden.
Angst voor revisie.
In de dagen, dat het accoord Duitschland
Oostenrijk tot stand kwam, is een ander
feit van niet minder gewichtige beteekenis
aan de opmerkzaamheid van velen voorbij
gegaan. Ter zelfder tijd, dat het Duitsch
Oostenrijksch accoord, behoudens eenige
mineurstemmingen in Frankrijk en de
Kleine Entente-landen, als een belangrijke
bijdrage tot den Europeeschen vrede werd
beschouwd, kwam eveneens in Midden-
Europa een wet tot stand, welke de ge
vaarlijke spanningen, die in dat gedeelte
van Europa nog altijd heerschen allerdui
delijkst doen uitkomen. Ter zelfder tijd, dat
Duitschland en Oostenrijk ontspanning
brachten in den toestand in Midden-Europa
werd een andere vuurhaard in Midden-
Europa weer aangewakkerd.
Het is nil. de wet op de bescherming van
den Staat in Tsjecho-Slowakije, welke deze
nieuwe spanning heeft teweeggebracht,
beter gezegd verscherpt heeft. Onbekend
met de verhouding, waarin de Tsjecho-Slo-
waaksche Staat zich tot zijn Minderheden
gebracht heeft, zou men misschien bij eerste
lezing kunnen zeggen, dat deze wet slechts
binnenlandsche verhoudingen regelt en dus
buiten de internationale politieke interesse
blijft.
Niets is echter minder waar; de bescher
ming van den Staat, welke deze wet zou
beoogen, is slechts een dekmantel voor de
Tsjechische pogingen om op haar wijze
d.w.z. voordat de minderhedenkwestie een
revisie zou veroorzaken, de minderheden-
kwestie in dat land „op te lossen".
Immers wat behelst deze wet? In het de
creet tot uitvoering, dat reeds werd
vastgesteld, wordt bepaald welke be
drijven van belang zijn voor de staats-
defensie, hetgeen dan vrijwel alle in-
dustriebedrijven blijken te zijn, zelfs
gas-, waterleiding- en industriebedrij-
ven vallen daaronder. Het decreet bepaalt
voorts, dat in deze bedrijven zonder toe
stemming der militaire autoriteiten geen
buitenlanders te werk gesteld mogen wor
den. .Ook mogen in de betreffende onder
nemingen geen „ten opzichte van den Staat
onbetrouwbare personen" werkzaam zijn.
De bedoeling is duidelijk. Vanaf het ver
drag van Trianon, waarbij ook aan Tsjecho-
Slowakije een zeer groot gedeelte van den
Hongaarschen grond toeviel, heeft zij met
vreeze de revisionistische propaganda van
Hongarije gadegeslagen. In een bondge
nootschap met de andere twee landen der
Kleine Entente werd eerst gepoogd door
wederzijdsche verdragen Hongarije van dit
streven af te brengen. Hongarije, hoe ver
zwakt het economisch ook was, was er niet
toe te bewegen haar eerstgeboorterecht te
verkoopen. Daar de talrijke Minderheden in
die landen echter een blijvend gevaar wa
ren voor het nieuw verworven bezit en
vooral de Hongaarsche Minderheden, moes
ten deze zoo spoedig mogelijk door het
Tsjechische deel der bevolking worden ge
absorbeerd. Dit geschiedde vooral door aan
de -Minderheden het Staatsburgerschap te
weigeren om deze ten allen tijde als onge-
wenschte vreemdelingen over de grens te
kunnen zetten en juist deze reeds lang in
geburgerde maatregel dient men bij het be-
oordeelen dezer wet in het oog te houden.
Zoo werd ook tegen het verdrag van St.
Germain in de Hongaarsche taal onderdrukt
door opheffing van talrijke Hongaarsche
scholen. Eerst werden de Hongaarsche on
derwijzeres vervangen door Tsjechische,
daarna de Hongaarsche ambtenaren en deze
wet moet nu dienen om tenslotte ook de
Hongaarsche arbeiders broodeloos te ma
ken, opdat zij naar hun oorspronkelijk va
derland zullen terugkeeren.
De bedoeling is dus kort en goed deze:
Tsjecho-Slowakije moet zoo spoedig moge
lijk vertsjechiseerd worden om Hongarije
de revisionistische wapens uit de handen te
slaan. En deze wet, die vooral de Hongaar
sche arbeiders treft, is niets anders dan het
slotaccoord van een lange serie pogingen,
reeds gedurende zestien jaren ook door
Tsjecho-Slowakije ondernomen. Het feit,
dat blijkens verschillende uitlatingen se
dert de laatste jaren ook in andere parle
menten dan het Hongaarsche politici van
andere landen het standpunt van Hongarije
beginnen te deelen, zal aan deze wet wel
niet vreemd zijn.
Het zijn vooral de paragrafen 18 tot en
met 23 dezer wet, welke de eigenlijke be
doeling dezer wet niet voldoende beman
telen. Nadat in paragraaf 18 de onder deze
wet vallende bedrijven zijn vastgesteld,
wordt in paragraaf 19 gezegd, dat personen
die door de politie als onbetrouwbaar ten
opzichte van den Staat worden aangemerkt,
niet de bevoegdheid kunnen ver Ier ij gen om
in een dezer bedrijven, zooals wij zagen
zoo goed als allen, te werk te worden ge
steld. En wel niemand zal durven beweren,
dat de Hongaarsche Minderheden in
Tsjecho-Slowakije als betrouwbaar ten op
zichte van den Staat zullen worden aange
merkt. Bovendien stelt deze paragraaf o.a.
vast, dat de organen, die over toelating be
slissen, bij een weigering geen reden daar
voor behoeven op te geven. En dat deze wet
geen sinecure is, bewijst wél de oprichting
der organen, welke het bestuur en het toe
zicht in handen hebben en over de aanstel
ling der arbeiders te beslissen 'hebben (par.
20). Paragraaf 21 regelt de verplichtingen
van de eigenaars dier bedrijven ten op
zichte van het ontslag van onbetrouwbare
personen op aanzegging der ambtelijke or
ganen. Par. 22 zegt, en in verband met
het niet toekennen van het Staatsburger
schap aan zeer vele Hongaren is dit van het
grootste belang dat zij, die niet het
Staatsburgerschap bezitten zonder toestem
ming der militaire autoriteiten niet in deze
bedrijven kunnen worden aangesteld, even
min als zij lid kunnen worden van de orga
nen, die het bestuur, het toezicht en de re
visie uitoefenen. (Par. 23) In gevallen par.
22 en 23 betreffende is geen beroep moge
lijk.
Reeds op 13 Mei is door den Hongaarschen
Minister van Buitenlandsche Zaken Kanya
op een vraag van het parlementslid
Szontagh Jenö een uiteenzetting van deze
wet gegeven en hij besloot deze aldus:
„Wel moet ik openlijk verklaren, dat vol
gens de ervaringen, welke op het gebied van
bescherming der Minderheden door den
Volkenbond door ons werden opgedaan, wij
slechts een zeer kleine illusie in die richting
kunnen koesteren, dat een desbetreffende
petitie resultaat zou hebben. Daarom is het
niet uitgesloten, dat de Hohgaarsche Regee
ring zich gedwongen zal gevoelen te over
wegen of het niet noodzakelijk zal zijn tot
verdediging van het recht der Hongaren in
Slowakije, zelf met een petitie zich tot den
Volkenbond te wenden, waartoe de moge
lijkheid bestaat".
Duidelijker echter spreekt nog het feit,
dat ook reeds in andere parlementaire krin
gen de aandacht op deze nieuwe Tsjechische
wet gevallen is.
Zoo verklaarde de vroegere Ffansche
Senator Georges Reynold, die zijn land
meermalen in Genève vertegenwoordigde,
desgevraagd, dat het tijd werd dat de Vol
kenbond de hem toevertrouwde rechten der
Minderheden eens deed eerbiedigen. Ook ver
schillende Engelsche politici hebben zich
reeds in sterk afkeurenden zin over deze
nieuwe Tsjechische wet uitgesproken. Zoo
verklaarde Lord Parmoor, dat de Minder
heden ook ondanks deze aanval den moed
niet moesten opgeven, maar moedig volhou
den, totdat de omstandigheden zoo veran
deren, dat de afgenomen gebiedsdeelen aan
het Moederland worden teruggegeven. W. P.
Kelly, lid der Labourpartij, verklaarde, dat
de rechten der Minderheden, in verdragen
vastgelegd, onophoudelijk zijn geschonden
en dat ook deze klacht bij den Volkenbond
wel geen gehoor zou vinden. „Des te meer,
zoo zeide hij, vertrouwen wij op het werk
van den nieuwen Volkenbond, welks eerste
opgave moet zijn den zwakken een rechts
toestand te verzekeren. Of de geest van
rechtvaardigheid en vrede zal overwinnen
óf wij zullen allen ten onder gaan".
En Mrs. M. C. Tate, lid van het lager
huis voor de Conservatieve Partij, schreef
tenslotte dezer dagen over deze wet:
„De Tsjechische Regeering heeft een
slechte bijdrage geleverd aan de zaak van
den internationalen vrede".
Het voortdurende geroep der Kleine En
tente, dat Hongarije met zijn propaganda
voor revisie een gevaar is voor den inter
nationalen vrede, wordt nu den beschuldi
gers zelf verweten.
De „Donaukurier" merkt naar aanleiding
van deze nieuwe Tsjechische poging nog op,
dat deze strenge maatregelen genomen zou
den zijn om het Tsjechische „productiepro
ces" tegen alle eventualiteiten te bescher
men. Geen Staat, zegt het blad, kan het
recht ontzegd worden in geval van oorlog
zijn bestaan met alle middelen te verdedi
gen, maar wanneer Tsjecho-Slowakije deze
maatregelen reeds in vredestijd meent te
moeten nemen en de „onbetrouwbare ele
menten" haar niet reeds zulk een vrees in
boezemen, kan men hiertegenover slechts
dit opmerken: „There is something rotten in
the State of Danemark".
Intusschen ligt de diepste oorzaak van
de gevaarlijke spanningen in het Donau-
'bekken noch bij Tsjecho-Slowakije noch bij
Hongarije, ma af bij het verdrag van Tria
non, dat 72% van Hongarije wegschonk aan
de Kleine Ententelanden, opdat Frankrijk
achter Duitschland sterke vrienden hebben
zou. Zoolang de minderhedenkwestie, nu in
drie landen., blijft bestaan, zal immer de
vrede in gevaar zijn. Reeds meer en meer
komt men in internationale politieke krin
gen tot de overtuiging van het onrecht door
de na-oorlogsche vredesverdragen en van
het oorlogsgevaar daardoor teweeg ge
bracht. Ook in Volkenbondskringen moge
men dit tijdig beseffen. Tijdig, voordat het
te laat is. Fr. Sch.
Alcoholgebrui kende
autobestuurders en (doo-
delijke) ongelukken zijn
onafscheidelijk, want vei
ligheid eischt nuchter
heid! - Bezint, voor gij-
begint.
liiiffliiiü
INTERN. CONFERENTIES.
DE A.S. CONFERENTIE VAN VIJF.
Vermoedelijk zal Italië er aan deelnemen.
In politieke kringen te Rome vermoedt
men, dat Italië niet zal weigeren deel te
nemen aan de conferentie van vijf. Wel is
mogelijk, dat Duitschland en Italië over
leg zullen plegen vóór te antwoorden. Ita
lië handhaaft evenwel zijn standpunt in
zake de sancties. De eenige hinderpaal is
thans nog het verdrag inzake de Middel-'
landsche Zee, doch het schijnt dat Enge
land dit verdrag wel wil laten schieten.
Verder wordt vernomen, dat Italië een
plan tot organisatie van Europa heeft opge
steld, doch later dit denkbeeld weer heeft
laten varen.
DUITSCHLAND.
DE DANZIGER KWESTIE.
Notawisseling tusschen Duitschland en
Polen.
Inzake het incident bij het bezoek van
den .Leipzig" te Danzig wordt officieel
medegedeeld, dat de Poolsche ambassa
deur te Berlijn stappen heeft gedaan bij de
Duitsche regeering. Tusschen de Poolsche
en Duitsche regeering zijn thans nota's ge
wisseld, waardoor de toestand is opgehel
derd.
DE BETREKKINGEN MET OOSTENRIJK.
Zondag zal een Oostenrijksche delegatie
naar Berlijn vertrekken, die met de Duit
sche regeering onderhandelingen zal aan-
knoopen tot normaliseering van het han
dels- en toeristenverkeer tusschen beide
landen.
ENGELAND.
DE AANSLAG OP DEN KONING.
Het verder verhoor van MacMahon,
Bij het verhoor van MacMahon werd
door de verdediging de brief voorgelezen,
die de beklaagde 24 uur voor den aanslag
aan den minister van binnenlandsche za
ken, sir John Simon, had geschreven. Hier
in beklaagt MacMahon zich over een ten
onrechte geschiede arrestatie, en protes
teert hij tegen een „systemaitschen afper
singsveldtocht", die door zekere ambte
naren van den minister van binnenland
sche zaken tegen hem werd gevoerd. Aan
gezien vroegere beroepen op den koning
zonder succes waren gebleven, eischte hij
thans binnen 24 uur volledige genoegdoe
ning en intrekking van alle minderwaardi
ge beschuldigingen. Wanneer hieraan geen
gevolg zou worden gegeven, zou hij, Mac
Mahon, het recht zelf ter hand nemen.
De verdediger baseerde zijn verdediging
hoofdzakelijk op de met elkaar in strijd
zijnde verklaringen der verschillende ge
tuigen en bestreed in de eerste plaats, dat
MacMahon, zooals de aanklacht beweert,
de bedoeling zou hebben gehad den koning
met zijn revolver schrik aan te jagen.
Ooggetuigen van het incident tijdens de
parade verklaarden, dat MacMahon een
voorwerp in de hand had, dat hij liet val
len, doordat iemand hem plotseling bij
den pols greep. Een politie-agent daaren
tegen verklaarde, dat beklaagde zelf het
voorwerp in de lucht wierp.
Na het getuigenverhoor is de zaak acht
dagen verdaagd.
PALESTINA.
NIEUWE ONLUSTEN IN PALESTINA.
Gisternacht zijn nieuwe onlusten uitge
broken. Een Arabier is gearresteerd in
verband met het werpen van een bom naar
een Joodsche school te Tel-Aviv, waarbij
9 kinderen werden gewond.
BUITENLANDSCHE BERICHTEN
SPOORWEGONGELUK NABIJ MOSKOU.
Nabij Moskou is een goederentrein ont
spoord. Verscheidene wagons werden ver
nield en de spoorweg werd beschadigd.
Men weet nog niet of ook slachtoffers zijn
te betreuren.
CYCLOON RICHT SCHADE AAN IN
ARGENTINE.
Een hevige cycloon heeft Santa Ignacio
geteisterd. Talrijke gebouwen zijn ver
woest en een dertigtal personen zijn ge
wond.
BRAND IN EEN RADIOSTATION.
Tengevolge van blikseminslag is brand
uitgebroken in het radiostation te Lenin
grad. De materieele schade is zeer aanzien
lijk; menschenlevens vallen niet te be
treuren.
WONDERBARE GENEZING VAN EEN
KLOOSTERZUSTER.
Het vorige jaar werd de Fransche Kloos
terzuster Sr. Margaret, die met een Schot-
sche bedevaart de reis naar Lourdes had
ondernomen, op wonderbare wijze genezen.
De Zuster had drie ernstige wonden, die
steeds open waren, doch na het eerste bad
in de piscine waren de wonden plotseling
geheeld. Na den volgenden dag nog een
bad genomen te hebben, waren de wonden
totaal genezen. Bij Zuster Margaret was
de blinde darm weggenomen, dooh de won
de wilde niet genezen en er ontstond buik-
tuberculose. Den avond voor de genezing
was Zuster Margaret van de Laatste Hei-
INSCHRIJVING BACON.
Van bevoegde zijde vernemen wij het
volgende:
Aan de inschrijving, door de Nederland-
sohe Veehouderijcentrale in opdracht van
den minister van landbouw en visscherij
gehouden, voor het bereiden van bacon,
bestemd voor uitvoer, gedurende de periode
van 27 Juli31 October 1936, hebben in
totaal 24 firma's deelgenomen. Tengevolge
van het niet voldoen aan de inschrijvings-
voorwaarden vielen twee firma's af. Vijf
firma's hebben den minister van landbouw
en visscherij verzocht te mogen inschrijven
op basis van een hoogere capaciteit dan op
1 Juni j.l. voor hun bedrijf was vastgesteld.
Aan het verzoek van drie dezer firma's is
geheel of gedeeltelijk voldaan, het vierde
verzoek is afgewezen, ten aanzien van het
vijfde verzoek is nog geen beslissing geno
men kunnen worden.
De gunning aan de coöperatieve bedrij
ven geschiedde op basis van hun inschrij
ving voor de speciaal voor deze bedrijven
gefixeerde hoeveelheden. Overigens heeft
de gunning plaats gehad in de volgorde van
de prijzen waarvoor was ingeschreven.
Ten gevolgen van een te hoogen inschrij
vingsprijs komen de volgende bedrijven,
die tot heden bacon bereid hebben, daarvoor
niet meer in aanmerking voor de periode
waarop de inschrijving betrekking heeft:
N.V. Wierdensche exportslachterij en vee
handel te Wierden; N.V. Uithoornsche Ba-
oonfabrieken te Uithoorn; G. H. A. Niers'
bacon en vleeschwarenfabriek te Epe; Eer
ste Geldersche vleeschwarenfabriek te Vor-
den; Nijmeegsche baconofabriek en export-
slachterij W. J. Jansen, te Nijmegen; firma
Gebr. Meewis te Weert en de N.V. Jac. Vos
Co., te Driebergen.
Ten aanzien van de inschrijving van één
firma is, hangende het onderzoek naar de
capaciteit, nog geen beslissing genomen.
De ontslagen.
De bond van Nederlandsche fabrikanten
van vleeschwaren en vleeschconserven
meldt ons:
Dezer dagen werden in de pers berichten
gepubliceerd over ontslagen, verleend aan
arbeiders van baconfabrieken, die door de
nieuwe regeling geen baconvarkens meer
verwerken.
In een bedrijf zou daarom aan 80 perso
nen ontslag zijn verleend.
De bond deelt mede, dat dergelijke be
richten niet juist kunnen zijn, daar voor de
verwerking van eenige honderden bacon
varkens slechts een 12-tal arbeiders noodig
is en dezen dan zelfs nog niet een volle
week emplooi hebben.
MR. MARCHANT OVER DE SPELLING
Een verbetering
In het interview van het „Volk" met oud
minister Merchant over het spelling-be
sluit van minister Slotemaker de Bruïne is,
tengevolge van een verschrijving, een fout
geslopen. De conclusie van den heer Mar-
chant bevatte het advies „aan de school-
meesters en aan de wethouders van on
dierwijs, om het nieuwe spellingbesluit te
negeeren". In plaats van schoolmeesters
leze men schoolb e s t u r e n. Het lag in de
bedoeling van den heer Marchant de voor
't leerplan verantwoordelijke instanties van
het openbaar zoowel als van het bijzonder
onderwijs dit advies te geven.
PROF. VAN GINNEKEN OVER DE
JONGSTE SPELLINGSWIJZIGING.
Pro en contra.
Voor de correctie, die onze tegenwoor
dige minister van Onderwijt in de laatste
drie regels van zijn voorganger heeft aan
gebracht, zoo zeide prof. dr. J. v. Ginneken
S.J., die door een Handelsblad-medewerker
over de jongste spellingswijziging geïnter
viewd werd, heb ik mets dan lof. Dat is een
kunststukje van bijvoeging en reïnterpre
tatie, waar ik hooge bewondering voor voel.
De wetenschappelijke raadgaver van den
minister moet hierbij de Leidsche oud-hoog
leeraar Prof. J. W. Muller geweest zijn.
Het voorstel-Terpstra, zoo zeide hij, dat
inderdaad van mij is, kon te gemakkelijk
ontdoken worden. Men kon kinderen zes
jaar lang vereenvoudiging geven en hun
dan vlak voor het examen de uitzonderin
gen bijbrengen. Door het opnemen van
„kennelijke mannelijke zelfstandigheden in
een commissoriaal aan te leggen lijst, wordt
de ontduiking onmogelijk. Een voorname
verdienste dezer nieuwe spelling ziet prof.
Van Ginneken voorts hierin, dat de redac
tie door haar objectieve constateering der
huidige Nederlandsche taaltoestanden ten
duidelijkste aantoont, dat de vroegere re
dactie de werkelijke taalontwikkeling mins
tens een halve, misschien een heele revo-
lutionnaire eeuw is vooruitgehold en dat
uitsluitend om de demooratie te winnen ten
koste onzer taalcultuur, waaraan wij eeuwen
hebben gebouwd.
De vraag is nu maar, aldus prof. Van Gin
neken, om de eerste drie regels, die de mi
nister terwille van de continuïteit onver
anderd van zijn voorganger heeft overge
nomen, niet in lijnrechte tegenspraak hier
mede komen.
Mijn antwoord moet jammer genoeg be
vestigend uitvallen.
Van toelating is hier geen sprake. Hier
wordt bevolen. Hiermede wordt onnoodig
Zuid-Nederland van Noord-Nederland ver
vreemd.
lige Sacramenten der Stervenden voorzien.
De wonderbare genezing werd door het
Medisch Bureau te Lourdes ernstig bestu
deerd en het Bureau heeft thans moeten
constateeren, dat de genezing plotseling is
geschied en van blijvenden aard is, terwijl
hiervoor geen enkele natuurlijke verkla
ring kan worden gegeven.
MGR. C. COSTANTINI VOOR DE KJt.O.-
MICROFOON.
Z. H. Exc. Mgr. C. ✓Costaratini, secreta
ris der Propaganda Fide, die gisteren van
zijn bezoek aan Denemarken in ons land
teruggekeerd, zal Zondagavond half ne
gen voor de K.R.O.-microfoon in een
vraaggesprek o.m. behandelen: Nederland
en de missie.
AIG. VEREEN, v. BLOEMBOLLEN
CULTUUR.
Kort verslag hoofdbestuur.
In de jongste vergadering van het hoofd
bestuur der Alg. Vereen, v. Bloembollen
cultuur werden terzake van de salarieering
van den algemeen secretaris-penningmees
ter enkele besluiten genomen die in 1937
tot gevolg zullen hebben, dat de vergoedin
gen die deze functionnairs ontvangt uit
van groepen, van het Centraal Bloembollen
Comité en als redacteur van het orgaan, aan
de vereeniging zullen worden' uitgekeerd,
die aan den algemeen secretaris één salaris
toekent. Een en ander zal tot gevolg heb
ben, dat diens salaris met duizend gulden
's jaars wordt verminderd.
Opnieuw werd onder oogen gezien op
welke wijze zou kunnen worden bereikt,
dat de sterk verminderde inkomsten uit
bijdragen voor de berechting van geschil
len door het Scheidsgerecht niet tot gevolg
hebben, dat een te groot deel van de uit
gaven van deze instelling ten laste van
de kas der vereeniging komt.
Beraadslaagd werd over de vraag van de
afgevaardigde der afdeeling Lisse over de
mogelijkheid om in gevallen van beslissin
gen over de belangen van de bloembollen
cultuur hier te lande, de leden te beper
ken in hun stemrecht, indien zij tevens ge-
interesseerd zijn bij buitenlandsche bol
lenteelt. Besloten werd nadere inlichtin
gen bij de afdeeling Lisse in te winnen
over de strekking van deze vraag, omdat
voor de gevraagde bepalingen noodig zou
zijn, het aantoonbaar zijn van een rechts
band tusschen de personen, die lid onzer
vereeniging zijn en de buitenlandsche on
derneming en óók door de vereeniging van
elk onderhavig lid zou moeten worden
aangetoond, dat de buitenlandsche belan
gen zoodanig belangrijk zijn, dat de Ne
derlandsche belangen van dat lid daarbij -
zouden zijn achtergesteld.
EEN SCHRIJVEN VAN MGR. POELS
AAN HET „COMITé VAN
WAAKZAAMHEID"
Naar de „Msbd." verneemt, heeft mgr.
dir. Poels aan dr. Oerlemans te Amster
dam, secretaris van het „Comité van Waak
zaamheid", het volgende schrijven gezon
den:
Bij het lid worden van het „Comité van
Waakzaamheid van anti-nationaal-socialis-
tische intellectueelen" heb ik tot mijn spijt
zelf blijk gegeven van gebrek aan waak
zaamheid tegenover het gevaar, dat thans
in tal van landen, onder de leuze van anti
fascisme en anti-nationaal socialisme, pro
paganda wordt gevoerd voor het voorbe
reiden van een „Volksfront", dat ook ons,
Katholieken, en alle oprechte Christenen
bestrijdt als vijanden van het „volk" en
„front" maakt tegen wie in het Bolsjewis
me een niet minder groot gevaar dan in het
nationaal socialisme zien.
U zult mij daarom, naar ik hoop, niet
euvel duiden, dat ik bij het nalezen van
de namen der leden, tot de overtuiging
ben gekomen, verstandig te handelen door
ontslag te nemen als lid van dit comité.
CONTROLE OP EIEREN VOOR
BINNENLANDSCHE CONSUMPTIE.
Plannen in voorbereiding.
Naar wij vernemen zijn plannen tot in
voering van een controle op eieren voor
binnenlandsche consumptie in vergevor
derden staat van voorbereiding. Deze con
trole wordt noodzakelijk geacht tot behoud
van den omzet in het binnenland en ter
voorkoming van moeilijkheden bij den uit
voer. De controle zal zich uitstrekken van
de bron af tot den consument. Het bedrijfs
leven zal in de kosten er van moeten bij
dragen. In verband met bovenstaande plan
nen is in een Donderdag te Amsterdam ge
houden vergadering van zeventien organi
saties op het terrein van den eierhandel
een commissie benoemd om het vraagstuk
van de bedrijfsordening te bestudeeren en
daarover een gedetailleerd rapport in te
dienen. In deze commissie zijn alle groepen
van den handel vertegenwoordigd.
De margarine-detailprijzen.
De Vereeniging voor den Nederlandschen
Margarine rondbreng-detailhandel heeft een
telegram aan den Minister van Landbouw
en Visscherij gezonden, waarin wordt be
treurd, dat bij de door den minister geno
men maatregelen in zake den verkoopprijs
van margarine niet is gerekend op een groo-
tere winstmarge voor den detailhandel.
De nieuwe brug over het Hollandsch Diep
De Koninklijke Nederlandsche Automo
biel Club heeft, om de vreugde der auto
mobilisten over het tot stand komen van
de vaste oever verbinding tusschen Zuid-
Holland en Noord-Brabant tot uiting te
brengen, besloten de nieuwe Moerdijk-
brug met een bronzen plaquette te verrij
ken; zulks in overleg met de autoriteiten,
die over dezen brugbouw gaan. Aan den
Rotterdamschen beeldhouwer L. Bolle, heeft
de K.N.A.C. opdracht gegeven voor dit
werk. De plaquette zal bij den oprit aan
den Brabantschen oever bevestigd worden
aan de stalen constructie van de brug.