BUITENLAND BINNENLAND ZATERDAG 25 JULI 1936 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 5 De wet op de bescherming van den staat in Tsjecho-Slowakije. |n wezen een nieuwe poging tot uitroeing der Minderheden. Angst voor revisie. In de dagen, dat het accoord Duitschland Oostenrijk tot stand kwam, is een ander feit van niet minder gewichtige beteekenis aan de opmerkzaamheid van velen voorbij gegaan. Ter zelfder tijd, dat het Duitsch Oostenrijksch accoord, behoudens eenige mineurstemmingen in Frankrijk en de Kleine Entente-landen, als een belangrijke bijdrage tot den Europeeschen vrede werd beschouwd, kwam eveneens in Midden- Europa een wet tot stand, welke de ge vaarlijke spanningen, die in dat gedeelte van Europa nog altijd heerschen allerdui delijkst doen uitkomen. Ter zelfder tijd, dat Duitschland en Oostenrijk ontspanning brachten in den toestand in Midden-Europa werd een andere vuurhaard in Midden- Europa weer aangewakkerd. Het is nil. de wet op de bescherming van den Staat in Tsjecho-Slowakije, welke deze nieuwe spanning heeft teweeggebracht, beter gezegd verscherpt heeft. Onbekend met de verhouding, waarin de Tsjecho-Slo- waaksche Staat zich tot zijn Minderheden gebracht heeft, zou men misschien bij eerste lezing kunnen zeggen, dat deze wet slechts binnenlandsche verhoudingen regelt en dus buiten de internationale politieke interesse blijft. Niets is echter minder waar; de bescher ming van den Staat, welke deze wet zou beoogen, is slechts een dekmantel voor de Tsjechische pogingen om op haar wijze d.w.z. voordat de minderhedenkwestie een revisie zou veroorzaken, de minderheden- kwestie in dat land „op te lossen". Immers wat behelst deze wet? In het de creet tot uitvoering, dat reeds werd vastgesteld, wordt bepaald welke be drijven van belang zijn voor de staats- defensie, hetgeen dan vrijwel alle in- dustriebedrijven blijken te zijn, zelfs gas-, waterleiding- en industriebedrij- ven vallen daaronder. Het decreet bepaalt voorts, dat in deze bedrijven zonder toe stemming der militaire autoriteiten geen buitenlanders te werk gesteld mogen wor den. .Ook mogen in de betreffende onder nemingen geen „ten opzichte van den Staat onbetrouwbare personen" werkzaam zijn. De bedoeling is duidelijk. Vanaf het ver drag van Trianon, waarbij ook aan Tsjecho- Slowakije een zeer groot gedeelte van den Hongaarschen grond toeviel, heeft zij met vreeze de revisionistische propaganda van Hongarije gadegeslagen. In een bondge nootschap met de andere twee landen der Kleine Entente werd eerst gepoogd door wederzijdsche verdragen Hongarije van dit streven af te brengen. Hongarije, hoe ver zwakt het economisch ook was, was er niet toe te bewegen haar eerstgeboorterecht te verkoopen. Daar de talrijke Minderheden in die landen echter een blijvend gevaar wa ren voor het nieuw verworven bezit en vooral de Hongaarsche Minderheden, moes ten deze zoo spoedig mogelijk door het Tsjechische deel der bevolking worden ge absorbeerd. Dit geschiedde vooral door aan de -Minderheden het Staatsburgerschap te weigeren om deze ten allen tijde als onge- wenschte vreemdelingen over de grens te kunnen zetten en juist deze reeds lang in geburgerde maatregel dient men bij het be- oordeelen dezer wet in het oog te houden. Zoo werd ook tegen het verdrag van St. Germain in de Hongaarsche taal onderdrukt door opheffing van talrijke Hongaarsche scholen. Eerst werden de Hongaarsche on derwijzeres vervangen door Tsjechische, daarna de Hongaarsche ambtenaren en deze wet moet nu dienen om tenslotte ook de Hongaarsche arbeiders broodeloos te ma ken, opdat zij naar hun oorspronkelijk va derland zullen terugkeeren. De bedoeling is dus kort en goed deze: Tsjecho-Slowakije moet zoo spoedig moge lijk vertsjechiseerd worden om Hongarije de revisionistische wapens uit de handen te slaan. En deze wet, die vooral de Hongaar sche arbeiders treft, is niets anders dan het slotaccoord van een lange serie pogingen, reeds gedurende zestien jaren ook door Tsjecho-Slowakije ondernomen. Het feit, dat blijkens verschillende uitlatingen se dert de laatste jaren ook in andere parle menten dan het Hongaarsche politici van andere landen het standpunt van Hongarije beginnen te deelen, zal aan deze wet wel niet vreemd zijn. Het zijn vooral de paragrafen 18 tot en met 23 dezer wet, welke de eigenlijke be doeling dezer wet niet voldoende beman telen. Nadat in paragraaf 18 de onder deze wet vallende bedrijven zijn vastgesteld, wordt in paragraaf 19 gezegd, dat personen die door de politie als onbetrouwbaar ten opzichte van den Staat worden aangemerkt, niet de bevoegdheid kunnen ver Ier ij gen om in een dezer bedrijven, zooals wij zagen zoo goed als allen, te werk te worden ge steld. En wel niemand zal durven beweren, dat de Hongaarsche Minderheden in Tsjecho-Slowakije als betrouwbaar ten op zichte van den Staat zullen worden aange merkt. Bovendien stelt deze paragraaf o.a. vast, dat de organen, die over toelating be slissen, bij een weigering geen reden daar voor behoeven op te geven. En dat deze wet geen sinecure is, bewijst wél de oprichting der organen, welke het bestuur en het toe zicht in handen hebben en over de aanstel ling der arbeiders te beslissen 'hebben (par. 20). Paragraaf 21 regelt de verplichtingen van de eigenaars dier bedrijven ten op zichte van het ontslag van onbetrouwbare personen op aanzegging der ambtelijke or ganen. Par. 22 zegt, en in verband met het niet toekennen van het Staatsburger schap aan zeer vele Hongaren is dit van het grootste belang dat zij, die niet het Staatsburgerschap bezitten zonder toestem ming der militaire autoriteiten niet in deze bedrijven kunnen worden aangesteld, even min als zij lid kunnen worden van de orga nen, die het bestuur, het toezicht en de re visie uitoefenen. (Par. 23) In gevallen par. 22 en 23 betreffende is geen beroep moge lijk. Reeds op 13 Mei is door den Hongaarschen Minister van Buitenlandsche Zaken Kanya op een vraag van het parlementslid Szontagh Jenö een uiteenzetting van deze wet gegeven en hij besloot deze aldus: „Wel moet ik openlijk verklaren, dat vol gens de ervaringen, welke op het gebied van bescherming der Minderheden door den Volkenbond door ons werden opgedaan, wij slechts een zeer kleine illusie in die richting kunnen koesteren, dat een desbetreffende petitie resultaat zou hebben. Daarom is het niet uitgesloten, dat de Hohgaarsche Regee ring zich gedwongen zal gevoelen te over wegen of het niet noodzakelijk zal zijn tot verdediging van het recht der Hongaren in Slowakije, zelf met een petitie zich tot den Volkenbond te wenden, waartoe de moge lijkheid bestaat". Duidelijker echter spreekt nog het feit, dat ook reeds in andere parlementaire krin gen de aandacht op deze nieuwe Tsjechische wet gevallen is. Zoo verklaarde de vroegere Ffansche Senator Georges Reynold, die zijn land meermalen in Genève vertegenwoordigde, desgevraagd, dat het tijd werd dat de Vol kenbond de hem toevertrouwde rechten der Minderheden eens deed eerbiedigen. Ook ver schillende Engelsche politici hebben zich reeds in sterk afkeurenden zin over deze nieuwe Tsjechische wet uitgesproken. Zoo verklaarde Lord Parmoor, dat de Minder heden ook ondanks deze aanval den moed niet moesten opgeven, maar moedig volhou den, totdat de omstandigheden zoo veran deren, dat de afgenomen gebiedsdeelen aan het Moederland worden teruggegeven. W. P. Kelly, lid der Labourpartij, verklaarde, dat de rechten der Minderheden, in verdragen vastgelegd, onophoudelijk zijn geschonden en dat ook deze klacht bij den Volkenbond wel geen gehoor zou vinden. „Des te meer, zoo zeide hij, vertrouwen wij op het werk van den nieuwen Volkenbond, welks eerste opgave moet zijn den zwakken een rechts toestand te verzekeren. Of de geest van rechtvaardigheid en vrede zal overwinnen óf wij zullen allen ten onder gaan". En Mrs. M. C. Tate, lid van het lager huis voor de Conservatieve Partij, schreef tenslotte dezer dagen over deze wet: „De Tsjechische Regeering heeft een slechte bijdrage geleverd aan de zaak van den internationalen vrede". Het voortdurende geroep der Kleine En tente, dat Hongarije met zijn propaganda voor revisie een gevaar is voor den inter nationalen vrede, wordt nu den beschuldi gers zelf verweten. De „Donaukurier" merkt naar aanleiding van deze nieuwe Tsjechische poging nog op, dat deze strenge maatregelen genomen zou den zijn om het Tsjechische „productiepro ces" tegen alle eventualiteiten te bescher men. Geen Staat, zegt het blad, kan het recht ontzegd worden in geval van oorlog zijn bestaan met alle middelen te verdedi gen, maar wanneer Tsjecho-Slowakije deze maatregelen reeds in vredestijd meent te moeten nemen en de „onbetrouwbare ele menten" haar niet reeds zulk een vrees in boezemen, kan men hiertegenover slechts dit opmerken: „There is something rotten in the State of Danemark". Intusschen ligt de diepste oorzaak van de gevaarlijke spanningen in het Donau- 'bekken noch bij Tsjecho-Slowakije noch bij Hongarije, ma af bij het verdrag van Tria non, dat 72% van Hongarije wegschonk aan de Kleine Ententelanden, opdat Frankrijk achter Duitschland sterke vrienden hebben zou. Zoolang de minderhedenkwestie, nu in drie landen., blijft bestaan, zal immer de vrede in gevaar zijn. Reeds meer en meer komt men in internationale politieke krin gen tot de overtuiging van het onrecht door de na-oorlogsche vredesverdragen en van het oorlogsgevaar daardoor teweeg ge bracht. Ook in Volkenbondskringen moge men dit tijdig beseffen. Tijdig, voordat het te laat is. Fr. Sch. Alcoholgebrui kende autobestuurders en (doo- delijke) ongelukken zijn onafscheidelijk, want vei ligheid eischt nuchter heid! - Bezint, voor gij- begint. liiiffliiiü INTERN. CONFERENTIES. DE A.S. CONFERENTIE VAN VIJF. Vermoedelijk zal Italië er aan deelnemen. In politieke kringen te Rome vermoedt men, dat Italië niet zal weigeren deel te nemen aan de conferentie van vijf. Wel is mogelijk, dat Duitschland en Italië over leg zullen plegen vóór te antwoorden. Ita lië handhaaft evenwel zijn standpunt in zake de sancties. De eenige hinderpaal is thans nog het verdrag inzake de Middel-' landsche Zee, doch het schijnt dat Enge land dit verdrag wel wil laten schieten. Verder wordt vernomen, dat Italië een plan tot organisatie van Europa heeft opge steld, doch later dit denkbeeld weer heeft laten varen. DUITSCHLAND. DE DANZIGER KWESTIE. Notawisseling tusschen Duitschland en Polen. Inzake het incident bij het bezoek van den .Leipzig" te Danzig wordt officieel medegedeeld, dat de Poolsche ambassa deur te Berlijn stappen heeft gedaan bij de Duitsche regeering. Tusschen de Poolsche en Duitsche regeering zijn thans nota's ge wisseld, waardoor de toestand is opgehel derd. DE BETREKKINGEN MET OOSTENRIJK. Zondag zal een Oostenrijksche delegatie naar Berlijn vertrekken, die met de Duit sche regeering onderhandelingen zal aan- knoopen tot normaliseering van het han dels- en toeristenverkeer tusschen beide landen. ENGELAND. DE AANSLAG OP DEN KONING. Het verder verhoor van MacMahon, Bij het verhoor van MacMahon werd door de verdediging de brief voorgelezen, die de beklaagde 24 uur voor den aanslag aan den minister van binnenlandsche za ken, sir John Simon, had geschreven. Hier in beklaagt MacMahon zich over een ten onrechte geschiede arrestatie, en protes teert hij tegen een „systemaitschen afper singsveldtocht", die door zekere ambte naren van den minister van binnenland sche zaken tegen hem werd gevoerd. Aan gezien vroegere beroepen op den koning zonder succes waren gebleven, eischte hij thans binnen 24 uur volledige genoegdoe ning en intrekking van alle minderwaardi ge beschuldigingen. Wanneer hieraan geen gevolg zou worden gegeven, zou hij, Mac Mahon, het recht zelf ter hand nemen. De verdediger baseerde zijn verdediging hoofdzakelijk op de met elkaar in strijd zijnde verklaringen der verschillende ge tuigen en bestreed in de eerste plaats, dat MacMahon, zooals de aanklacht beweert, de bedoeling zou hebben gehad den koning met zijn revolver schrik aan te jagen. Ooggetuigen van het incident tijdens de parade verklaarden, dat MacMahon een voorwerp in de hand had, dat hij liet val len, doordat iemand hem plotseling bij den pols greep. Een politie-agent daaren tegen verklaarde, dat beklaagde zelf het voorwerp in de lucht wierp. Na het getuigenverhoor is de zaak acht dagen verdaagd. PALESTINA. NIEUWE ONLUSTEN IN PALESTINA. Gisternacht zijn nieuwe onlusten uitge broken. Een Arabier is gearresteerd in verband met het werpen van een bom naar een Joodsche school te Tel-Aviv, waarbij 9 kinderen werden gewond. BUITENLANDSCHE BERICHTEN SPOORWEGONGELUK NABIJ MOSKOU. Nabij Moskou is een goederentrein ont spoord. Verscheidene wagons werden ver nield en de spoorweg werd beschadigd. Men weet nog niet of ook slachtoffers zijn te betreuren. CYCLOON RICHT SCHADE AAN IN ARGENTINE. Een hevige cycloon heeft Santa Ignacio geteisterd. Talrijke gebouwen zijn ver woest en een dertigtal personen zijn ge wond. BRAND IN EEN RADIOSTATION. Tengevolge van blikseminslag is brand uitgebroken in het radiostation te Lenin grad. De materieele schade is zeer aanzien lijk; menschenlevens vallen niet te be treuren. WONDERBARE GENEZING VAN EEN KLOOSTERZUSTER. Het vorige jaar werd de Fransche Kloos terzuster Sr. Margaret, die met een Schot- sche bedevaart de reis naar Lourdes had ondernomen, op wonderbare wijze genezen. De Zuster had drie ernstige wonden, die steeds open waren, doch na het eerste bad in de piscine waren de wonden plotseling geheeld. Na den volgenden dag nog een bad genomen te hebben, waren de wonden totaal genezen. Bij Zuster Margaret was de blinde darm weggenomen, dooh de won de wilde niet genezen en er ontstond buik- tuberculose. Den avond voor de genezing was Zuster Margaret van de Laatste Hei- INSCHRIJVING BACON. Van bevoegde zijde vernemen wij het volgende: Aan de inschrijving, door de Nederland- sohe Veehouderijcentrale in opdracht van den minister van landbouw en visscherij gehouden, voor het bereiden van bacon, bestemd voor uitvoer, gedurende de periode van 27 Juli31 October 1936, hebben in totaal 24 firma's deelgenomen. Tengevolge van het niet voldoen aan de inschrijvings- voorwaarden vielen twee firma's af. Vijf firma's hebben den minister van landbouw en visscherij verzocht te mogen inschrijven op basis van een hoogere capaciteit dan op 1 Juni j.l. voor hun bedrijf was vastgesteld. Aan het verzoek van drie dezer firma's is geheel of gedeeltelijk voldaan, het vierde verzoek is afgewezen, ten aanzien van het vijfde verzoek is nog geen beslissing geno men kunnen worden. De gunning aan de coöperatieve bedrij ven geschiedde op basis van hun inschrij ving voor de speciaal voor deze bedrijven gefixeerde hoeveelheden. Overigens heeft de gunning plaats gehad in de volgorde van de prijzen waarvoor was ingeschreven. Ten gevolgen van een te hoogen inschrij vingsprijs komen de volgende bedrijven, die tot heden bacon bereid hebben, daarvoor niet meer in aanmerking voor de periode waarop de inschrijving betrekking heeft: N.V. Wierdensche exportslachterij en vee handel te Wierden; N.V. Uithoornsche Ba- oonfabrieken te Uithoorn; G. H. A. Niers' bacon en vleeschwarenfabriek te Epe; Eer ste Geldersche vleeschwarenfabriek te Vor- den; Nijmeegsche baconofabriek en export- slachterij W. J. Jansen, te Nijmegen; firma Gebr. Meewis te Weert en de N.V. Jac. Vos Co., te Driebergen. Ten aanzien van de inschrijving van één firma is, hangende het onderzoek naar de capaciteit, nog geen beslissing genomen. De ontslagen. De bond van Nederlandsche fabrikanten van vleeschwaren en vleeschconserven meldt ons: Dezer dagen werden in de pers berichten gepubliceerd over ontslagen, verleend aan arbeiders van baconfabrieken, die door de nieuwe regeling geen baconvarkens meer verwerken. In een bedrijf zou daarom aan 80 perso nen ontslag zijn verleend. De bond deelt mede, dat dergelijke be richten niet juist kunnen zijn, daar voor de verwerking van eenige honderden bacon varkens slechts een 12-tal arbeiders noodig is en dezen dan zelfs nog niet een volle week emplooi hebben. MR. MARCHANT OVER DE SPELLING Een verbetering In het interview van het „Volk" met oud minister Merchant over het spelling-be sluit van minister Slotemaker de Bruïne is, tengevolge van een verschrijving, een fout geslopen. De conclusie van den heer Mar- chant bevatte het advies „aan de school- meesters en aan de wethouders van on dierwijs, om het nieuwe spellingbesluit te negeeren". In plaats van schoolmeesters leze men schoolb e s t u r e n. Het lag in de bedoeling van den heer Marchant de voor 't leerplan verantwoordelijke instanties van het openbaar zoowel als van het bijzonder onderwijs dit advies te geven. PROF. VAN GINNEKEN OVER DE JONGSTE SPELLINGSWIJZIGING. Pro en contra. Voor de correctie, die onze tegenwoor dige minister van Onderwijt in de laatste drie regels van zijn voorganger heeft aan gebracht, zoo zeide prof. dr. J. v. Ginneken S.J., die door een Handelsblad-medewerker over de jongste spellingswijziging geïnter viewd werd, heb ik mets dan lof. Dat is een kunststukje van bijvoeging en reïnterpre tatie, waar ik hooge bewondering voor voel. De wetenschappelijke raadgaver van den minister moet hierbij de Leidsche oud-hoog leeraar Prof. J. W. Muller geweest zijn. Het voorstel-Terpstra, zoo zeide hij, dat inderdaad van mij is, kon te gemakkelijk ontdoken worden. Men kon kinderen zes jaar lang vereenvoudiging geven en hun dan vlak voor het examen de uitzonderin gen bijbrengen. Door het opnemen van „kennelijke mannelijke zelfstandigheden in een commissoriaal aan te leggen lijst, wordt de ontduiking onmogelijk. Een voorname verdienste dezer nieuwe spelling ziet prof. Van Ginneken voorts hierin, dat de redac tie door haar objectieve constateering der huidige Nederlandsche taaltoestanden ten duidelijkste aantoont, dat de vroegere re dactie de werkelijke taalontwikkeling mins tens een halve, misschien een heele revo- lutionnaire eeuw is vooruitgehold en dat uitsluitend om de demooratie te winnen ten koste onzer taalcultuur, waaraan wij eeuwen hebben gebouwd. De vraag is nu maar, aldus prof. Van Gin neken, om de eerste drie regels, die de mi nister terwille van de continuïteit onver anderd van zijn voorganger heeft overge nomen, niet in lijnrechte tegenspraak hier mede komen. Mijn antwoord moet jammer genoeg be vestigend uitvallen. Van toelating is hier geen sprake. Hier wordt bevolen. Hiermede wordt onnoodig Zuid-Nederland van Noord-Nederland ver vreemd. lige Sacramenten der Stervenden voorzien. De wonderbare genezing werd door het Medisch Bureau te Lourdes ernstig bestu deerd en het Bureau heeft thans moeten constateeren, dat de genezing plotseling is geschied en van blijvenden aard is, terwijl hiervoor geen enkele natuurlijke verkla ring kan worden gegeven. MGR. C. COSTANTINI VOOR DE KJt.O.- MICROFOON. Z. H. Exc. Mgr. C. ✓Costaratini, secreta ris der Propaganda Fide, die gisteren van zijn bezoek aan Denemarken in ons land teruggekeerd, zal Zondagavond half ne gen voor de K.R.O.-microfoon in een vraaggesprek o.m. behandelen: Nederland en de missie. AIG. VEREEN, v. BLOEMBOLLEN CULTUUR. Kort verslag hoofdbestuur. In de jongste vergadering van het hoofd bestuur der Alg. Vereen, v. Bloembollen cultuur werden terzake van de salarieering van den algemeen secretaris-penningmees ter enkele besluiten genomen die in 1937 tot gevolg zullen hebben, dat de vergoedin gen die deze functionnairs ontvangt uit van groepen, van het Centraal Bloembollen Comité en als redacteur van het orgaan, aan de vereeniging zullen worden' uitgekeerd, die aan den algemeen secretaris één salaris toekent. Een en ander zal tot gevolg heb ben, dat diens salaris met duizend gulden 's jaars wordt verminderd. Opnieuw werd onder oogen gezien op welke wijze zou kunnen worden bereikt, dat de sterk verminderde inkomsten uit bijdragen voor de berechting van geschil len door het Scheidsgerecht niet tot gevolg hebben, dat een te groot deel van de uit gaven van deze instelling ten laste van de kas der vereeniging komt. Beraadslaagd werd over de vraag van de afgevaardigde der afdeeling Lisse over de mogelijkheid om in gevallen van beslissin gen over de belangen van de bloembollen cultuur hier te lande, de leden te beper ken in hun stemrecht, indien zij tevens ge- interesseerd zijn bij buitenlandsche bol lenteelt. Besloten werd nadere inlichtin gen bij de afdeeling Lisse in te winnen over de strekking van deze vraag, omdat voor de gevraagde bepalingen noodig zou zijn, het aantoonbaar zijn van een rechts band tusschen de personen, die lid onzer vereeniging zijn en de buitenlandsche on derneming en óók door de vereeniging van elk onderhavig lid zou moeten worden aangetoond, dat de buitenlandsche belan gen zoodanig belangrijk zijn, dat de Ne derlandsche belangen van dat lid daarbij - zouden zijn achtergesteld. EEN SCHRIJVEN VAN MGR. POELS AAN HET „COMITé VAN WAAKZAAMHEID" Naar de „Msbd." verneemt, heeft mgr. dir. Poels aan dr. Oerlemans te Amster dam, secretaris van het „Comité van Waak zaamheid", het volgende schrijven gezon den: Bij het lid worden van het „Comité van Waakzaamheid van anti-nationaal-socialis- tische intellectueelen" heb ik tot mijn spijt zelf blijk gegeven van gebrek aan waak zaamheid tegenover het gevaar, dat thans in tal van landen, onder de leuze van anti fascisme en anti-nationaal socialisme, pro paganda wordt gevoerd voor het voorbe reiden van een „Volksfront", dat ook ons, Katholieken, en alle oprechte Christenen bestrijdt als vijanden van het „volk" en „front" maakt tegen wie in het Bolsjewis me een niet minder groot gevaar dan in het nationaal socialisme zien. U zult mij daarom, naar ik hoop, niet euvel duiden, dat ik bij het nalezen van de namen der leden, tot de overtuiging ben gekomen, verstandig te handelen door ontslag te nemen als lid van dit comité. CONTROLE OP EIEREN VOOR BINNENLANDSCHE CONSUMPTIE. Plannen in voorbereiding. Naar wij vernemen zijn plannen tot in voering van een controle op eieren voor binnenlandsche consumptie in vergevor derden staat van voorbereiding. Deze con trole wordt noodzakelijk geacht tot behoud van den omzet in het binnenland en ter voorkoming van moeilijkheden bij den uit voer. De controle zal zich uitstrekken van de bron af tot den consument. Het bedrijfs leven zal in de kosten er van moeten bij dragen. In verband met bovenstaande plan nen is in een Donderdag te Amsterdam ge houden vergadering van zeventien organi saties op het terrein van den eierhandel een commissie benoemd om het vraagstuk van de bedrijfsordening te bestudeeren en daarover een gedetailleerd rapport in te dienen. In deze commissie zijn alle groepen van den handel vertegenwoordigd. De margarine-detailprijzen. De Vereeniging voor den Nederlandschen Margarine rondbreng-detailhandel heeft een telegram aan den Minister van Landbouw en Visscherij gezonden, waarin wordt be treurd, dat bij de door den minister geno men maatregelen in zake den verkoopprijs van margarine niet is gerekend op een groo- tere winstmarge voor den detailhandel. De nieuwe brug over het Hollandsch Diep De Koninklijke Nederlandsche Automo biel Club heeft, om de vreugde der auto mobilisten over het tot stand komen van de vaste oever verbinding tusschen Zuid- Holland en Noord-Brabant tot uiting te brengen, besloten de nieuwe Moerdijk- brug met een bronzen plaquette te verrij ken; zulks in overleg met de autoriteiten, die over dezen brugbouw gaan. Aan den Rotterdamschen beeldhouwer L. Bolle, heeft de K.N.A.C. opdracht gegeven voor dit werk. De plaquette zal bij den oprit aan den Brabantschen oever bevestigd worden aan de stalen constructie van de brug.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 5