De Hertog van Kent ZATERDAG 4 JULI 1936 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. fi lijk Museum „de Lakenhal" eenige wonin gen door de bewoners moesten worden ver laten. Met recht droegen deze woningen den naam van „noodwoningen"; zoodra zij kon den worden gemist, werden zij verbrand. Ook de bouw van gewone arbeiderswo ningen moest natuurlijk in een flink tempo voortgang hebben, doch inmiddels had het Rijk zich, met het oog op zijn eigen kapi taalsbehoeften genoodzaakt gezien zijn medewerking tot het verleen en van voor schotten steeds meer te beperken en moest, wilde de bouw van woningen niet geheel stil worden gelegd, de gemeente het noo- dige geld verstrekken. In de jaren 1922 tot en met 1925 werden slechts voorschotten van het Rijk verkre gen (tegen 6% rente) voor de navolgende plannen: 60 woningen van de Eendracht 136 Ons Belang 114 Eensgezindheid 140 Ons Doel. Nadat de gemeente zich er van had ver zekerd, dat ook zij in aanmerking kon komen voor de intusschen door het Rijk getroffen regeling, waarbij een premie van 300.beschikbaar kon worden gesteld voor iedere arbeiderswoning, die tot stand kwam, werd besloten voor die plannen, waarvoor de premie's werden toegekend, de voorschotten door de gemeente zelf te verstrekken. Aldus zijn tot stand gekomen de volgende premiebouwplannen: 270 woningen door de Eendracht 142 de Tuinstadswijk 70 Ons Doel 310 de gemeente. De door de gemeente zelve gestichte wo ningen zijn in beheer en exploitatie gegeven aan een speciaal daartoe in het leven ge roepen Stichting. Teneinde de zooeven ge noemde 310 gemeente-woningen binnen het bereik te brengen van de categorie van per sonen, waarvoor deze bedoeld waren, m.L de minder gesitueerde, werd met behulp van een door de Stedelijke fabrieken van Gas en Electriciteit gevormde bouwreserve boven de rijkspremie van 300.per wo ning nog 300.per woning op de bouw kosten afgeschreven ter vorming van een huurtoeslagenfonds. De bouwreserve was gevormd ter compensatie van de aan hare bestemming onttrokken woonruimte in ver band met de uitbreiding van de Lichtfa brieken, waardoor aan de belangen van de volkshuisvesting in het algemeen schade was toegebracht. Uit het gevormde fonds worden, voor zooveel noodig, toeslagen ver strekt vooral ook aan gezinnen, waarin ziekte voorkomt. Aldus waren in de jaren 1914 tot en met 1925 in totaal door de onderscheidene bouw- vereenigingen en de gemeente 2668 wonin gen gesticht, waarvan 1874 met rijksvoor schot en 794 woningen uitsluitend door de gemeente gefinancierd, waarvan een groot aantal met rijksbijdrage moesten worden geëxploiteerd. Door de stichting van dit aantal wonin gen was omstreeks 1928 de toestand veel verbeterd; de grootste woningnood was eindelijk gelenigd en er kon meer aan dacht worden besteed aan andere belang rijke punten, als de ontruiming van krot woningen. de verbetering van woningen en de huisvesting van de groote gezinnen. Een groot aantal onbewoonbaar verklaard. In 1923 waren in verband met de op I Augusfcp van dat jaar in werking getreden wet ten 2 Jwni 1923 tot wijziging van de Huunoommissiewet en de Huuropzegging- wet «en groot aantal woningen n.£ 431, on bewoonbaar verklaard, ten einde te voor komen, dat eigenaren van volstrekt slechte woningen zouden profiteeren van de huur- verhooging, mede door die wet mogelijk gemaakt. De ontruiming dier woningen kon, we gens het nog in 1923 heerschend gebrek aan woningen, slechts zeer geleidelijk geschie den, meerdere malen moest dan ook de ter mijn van ontruiming verlengd worden. Toen de bekende circulaire in zake den woningbouw voor krotopruiming van 17 Maart 1926 in het exploitatie-tekort een bijdrage in uitzicht stelde van 50.per woning, per jaar, door rijk en gemeente leder voor de helft te dragen, later, zooals bekend, voor groote gezinnen verhoogd tot 75.per woning per jaar, werd de bouw van zulke woningen dadelijk ter hand ge nomen. Reeds in October van dat jaar be sloot de Gemeenteraad, met toepassing van die circulaire tot den bouw van 20 beneden en 20 bovenwoningen door de gemeente, terwijl bij besluit van 21 Februari 1927 de Raad zijn medewerking verleende tot de stichting van 174 woningen benoorden den Morschweg door de Vereeniging Werkmans woningen. Enkele jaren later konden door de ge meente nog 55 woningen worden gebouwd, eveneens met rijksvoorschot, voor de ont ruiming van krotwoningen. Door den bouw van deze complexen kon worden bereikt, dat vele van de nog be woonde, onbewoonbaar verklaarde wonin gen, zij het meermalen door toepassing van het opschuivingesysteem, werden ont ruimd. Woningen voor groote gezinnen. Zooals ik zooeven opmerkte, was de toe stand ook ten aanzien van de woningvoor raad inmiddels veel verbeterd, doch ten einde ook aan de normale toeneming van de woningbehoefte het hoofd te kunnen bie den, werd in 1930 wederom de bouw van een aantal arbeiderswoningen ondernomen, ditmaal 289, verdeeld over de onderschei dene bouwvereenigingen. In de plannen waren voorts 117 groote woningen opgeno men. De Raad was van oordeel, dat voor de huisvesting van groote gezinnen, ook al kwamen zij niet uit krotwoningen, van overheidswege iets mdest worden gedaan, daar vele groote gezinnen in een te kleine, hoewel overigens niet ongeschikte, woning waren gehuisvest, terwijl het voor die ge zinnen dikwijls moeilijk was wegens de grootte van het gezin, een passende woning te verkrijgen. Daarom was het naar de meening van de gemeente niet voldoende om een aantal •groote woningen te bouwen, maar er moesten, in den vorm van bijdra gen in het exploitatie-tekort, ook maatrege len worden genomen, om die woningen daadwerkelijk binnen het bereik der huur ders te brengen, waarvoor zij bestemd wa ren. Toen het Rijk aan dit laatste geen medewerking wilde verleenen, besloot de gemeente van „het Fonds voor Stadsver- betering, Werkverschaffing en andere So ciale doeleinden" een kapitaal van 70.000 af te zonderen ter vorming van een „Huur- t oeslagenfonds". Uit dat fonds worden nu huurtoeslagen verleend aan huurders van de groote woningen, indien en voor zoover zij daarvoor in verband met den huurprijs en den financieelen toestand en de grootte van het gezin in aanmerking komen. Van deze 289 woningen werden er 75 (waaronder 24 voor groote gezinnen) door de Vereeniging Werkmanswoningen ge bouwd, met de meer speciale bestemming voor de ontruiming van krotwoningen, zoo dat voor dat complex de rijks- en gemeen- tebijdrage van 50.en 75.kon wor den ontvangen. Tenslotte werd bij raadsbesluit van 21 Maart 1932 na een hernieuwd onderzoek naar de woningbehoefte in beginsel beslo ten andermaal een aantal woningen te bou wen, weder verdeeld over de onderschei dene bouwvereenigingen, onder voorbehoud, dat voor den bouw voorschot uit 's Rijks kas zou worden verkregen. Als uitvloeisel van dit principe-besluit werden gebouwd 60 woningen door de Een dracht, 20 woningen door Eensgezindheid, 71 woningen door Werkmanswoningen, 63 door de Tuinstadswijk en 27 woningen door Ons Doel In afwijking van den steeds gevolgden weg om de terreinen voor woningbouw aan de vereenigingen te verkoopen, werd de be- noodigde grond thans aan de vereenigingen in erfpacht uitgegeven. Een andere nieu wigheid was toen, dat als grondprijs in re kening werd gebracht het gemiddelde van den kostprijs voor alle plannen, zoodat voor alle plannen een zelfde grondprijs gold en ongemotiveerde verschillen tusschen de verschillende plannen worden voorkomen. Het resultaat van de jaren 1926 t/m 1935 was, dat in dien tijd 'in totaal 799 woningen werden gebouwd, waarvan de exploitatie, behoudens de bijdrage voor eventueele krotwoningopruiming en voor woningen voor groote gezinnen, zichzelf moest be druipen. Vanaf 1914 werden dus door de woning- bouwvereenigingen en de gemeente in to taal 3467 woningen gebouwd, waarvoor door Rijk en Gemeente rond 16 millioèn gulden beschikbaar werd gesteld. Door den hier geschetsten vereenigings- bouw kunnen de verschillende vereeni gingen met voldoening terugzien op de tot stand gebrachte wooncomplexen, waarvan ik, zonder aan de anderen ook maar eenigszins te kort te doen, wil wij zen op de Tuinstadwijk en het Kooipark. De vereenigingswoningen zijn vrijwel alle in de buitenwijken gebouwd. Een vergelijking tusschen het eerst uit gevoerde plan en de woningen, die in den laatsten tijd zijn gebouwd, laat een zekere evolutie zien, daar het type, zoowel als de architectuur in den loop der jaren wijzi gingen hebben ondergaan, terwijl, on danks de door den Minister opgelegde be perkingen, verbeteringen in het type kon den worden aangebracht. Overigens kent men hier eengezinswo ningen, die een belangrijke categorie vor men en woonhuizen met een beneden- en een bovenwoning. Huizen met meer dan 2 woonlagen zijn hier niet gebouwd. Huur-verlagingen. Toen de crisis-omstandigheden, waarin wij thans nog verkeeren, zich meer en meer deden gelden, werd het noodzakelijk om te zien naar middelen om de huren te verlagen. Teneinde daartoe te geraken, heeft de gemeente de 6 pet. rijkswondngbouwvoor- schotten afgelost uit een door haar aange gane leening tegen lageren rentevoet, waardoor 19.863.beschikbaar kwam voor verlaging van de huren der duurste plannen. Bij besluit van 16 Februari 1931 werd overeenkomstig het voorstel van Burge meester en Wethouders door den Raad besloten deze rentewinst aan te wenden voor huurnivelleering, dat wil dus zeggen, voor een verlaging van de hoogste huren, en geheel los van de vraag, van welke plannen de voorschotten werden geconver teerd. De huurwaarde werd daartoe ge schat, terwijl de rentewinst in een fonds werd gestort, waaruit met ingang van 1 Januari 1931 de relatief hoogste huren verlaagd konden worden tot plm. 108 pet van de geschatte huurwaarde. Omdat daarmede niet de geheele rentewinst was gemoeid, konden de huurprijzen, die in a b s o 1 u t e n zin het hoogst waren, nog eenigszins verder worden verlaagd. In verband met een plaats gehad heb bende conversie van gemeente-leeningen was het mogelijk, te beginnen met het jaar 1933, aan het bedrag van ƒ19.863. jaarlijks 12.000.toe te voegen ten be hoeve van verdere verlaging der huur prijzen. Door deze nieuwe verlaging kon worden bereikt, dat geen huren meer voorkwa men boven 103 pet. van de getaxeerde huurwaarde. Hoewel er ook verschillende plannen wa ren, die volgens die schatting dikwijls aan zienlijk beneden de huurwaarde werden verhuurd, leden pogingen om deze huren ten bate van het huurnivelleeringsfonds verhoogd te krijgen, schipbreuk. De laatste verlaging der huren, moge lijk geworden doordat het Rijk de rente van alle voorschotten boven 4 pet. tot dat percentage terugbracht, ligt ons allen nog versch in het geheugen. Ten behoeve van deze verlaging, die weder bij wijze van ni velleering plaats had, werd de reproduc tie-huur bereikend. Er was een bedrag van plm. ƒ53.600.beschikbaar, waardoor de huren meerendeels konden worden te ruggebracht tot 105 a 110 pet. van de re productie-huur. De verlaging van de hu ren van enkele plannen, die boven dat percentage uitkomen, heeft de speciale aan dacht van het gemeentebestuur, Ondanks de daling van de bouwkosten, zyn er ook thans nog plannen, die aan zienlijk beneden de reproductie-huur wor den verhuurd. Saneering Bouwelouwensteeg Tenslotte moet ik nog melding maken van de in uitvoering zijnde saneering van het bouwblok BouwelouwensteegPara dijssteeg, in het midden van de stad ge legen. Dit plan omvatte, behalve de onbewoon baarverklaring van de zich aldaar bevin dende krotwoningen, het amoveeren van het geheele bouwblok en den aanleg van straten op het vrijkomend terrein. De saneering moest tot stand worden ge bracht met toepassing van art. 77 sub 1 der Onteigeningswet. De kosten van het saneeringsplan, waar onder dus niet begrepen de nieuwbouw, werden na aftrek van de opbrengst van 't te verkrijgen bouwterrein, geraamd op 200.000.waarvoor het Rijk voorschot heeft toegekend. In de te betalen annui- telt verleent het Rijk een bijdrage van 50 pet., waardoor de voor rekening van de gemeente komende jaarlijksche kosten be groot konden worden op rond 4900. Nadat de onteigeningsprocedure was af- geloopen, werd tot afbraak van de per- ceelen overgegaan en werd het terrein bouwrijp gemaakt. Op dit terrein zullen door de vereeni ging Werkmanswoningen 101 woningen worden gesticht, waarvoor de plannen in een vergevorderd stadium van voorberei ding zijn, terwijl het Rijk de voor dien bouw vereischte voorschotten reeds toe kende. De aandacht blijft gevestigd op saneering van de binnenstad Nu de toestand ten aanzien van de wo ningbehoefte door krachtigen aanbouw in de voorgaande jaren, waarin in den late- ren tijd ook het particuliler bedrijf een be langrijk aandeel had, zoo aanzienlijk ver beterd is, zal ook in het vervolg meer speciaal het oog gericht kunnen blijven op saneering van de binnenstad. In dit I verband kan ik nog mededeeen, dat juist dzer dagen voor saneering en verbetering van een deel van de binnenstad en fa briekscomplex met een oppervlakte van plm. 20.000 M2. door de gemeente is aan gekocht. Zooals uit het historisch overzicht reeds gebleken is, is hier nog wel het een en ander te doen. En een belangrijk punt daarbij is zorg te dragen voor nieuwbouw op dezelfde plaats; niet slechts uit aesthe- tisch oogpunt, maar ook omdat het een groot economisch belang Is, de woongele genheid voor de arbeiders in de binnenstad te behouden en zoo mogelijk te vergroo- ten. KERKNIEUWS BENOEMINGEN. Bij de Priesters van het H. Hart van Jezus. Tot Rector van het Groot-Seminarie te Liesbosch-Princenhage is benoemd de Z.E. Pater Dr. J. Bentvelzen; tot Rector van het Juvenaat te Lanaeken (België) de Z.E. Pater J. Hovers; tot Econoom te Liesbosch-Princenhage de W.E. Pater J. van Herel. Verder zijn aangewezen voor de Missie van Congo de W.E. Paters J. v. Eijk en J. de Vries; voor de Missie van Zuid-Suma- tra W.E. Pater F. van leisel; voor de Missie vnn Noord-Brazilië de W.E. Paters H. Verhoeven, C. Schuurmans en H. van Iersel. i i j BINNENLAND NED. R.K. BOND VAN HOTEL-, CAFé- EN REST. GEËMPLOYEERDEN De Nederlandsche R.K. Bond van Ho tel-, Café- en Restaurant-geëmployeerden „S. Antonius", hield een hoofdbestuursver gadering er bespreking van de richtlijnen, welke op het ordeningscongres besproken zijn. Besloten werd, in te gaan op het voor stel tot vorming van een commissie, welke tot taak zal hebben, de mogelijkheden van samenwerking te bestudeeren, om te ko men tot een economisch en sociaal plan van opbouw. Hiervoor zullen voorstellen aan de be trokken organisaties gezonden worden. Met voldoening werd kennis genomen van een schrijven der directie van de Cy, des Wagons-lits, waarbij bovenstaande organi satie erkend werd als de organisatie ter behartiging der belangen van het perso neel. Vervolgens werd de positie van den bond besproken en in dit verband het gunstige rapport over den bond, uitge bracht door den centralen accountants dienst van den Ned. Katholieken Boeren- en Tuindersbond. De exploitatierekening 1935 sloot met een voordeelig saldo ad /2.057.68; de aanvullingsziektekas keerde ƒ1.337.96, de werkloozenkas f 17.522.55 uit. De bond bevindt zich in een uitstekende positie, ook wat betreft het ledenaantal, dat in de laatste drie jaren gestegen is met circa 135 pet. Bezoekt ons land Prins George, hertog van Kent, is gis termiddag te 3 uur zooals reeds in 't kort gemeld met het vliegtuig van zijn broeder, den koning van Engeland, op Waalhaven geland. Na de begroeting op Waalhaven nam Prins George met gevolg in hofauto's plaats. In Rotterdam Omstreeks kwart over drie kwam de hofauto, waarin de hertog van Kent, de Engelsche gezant en jhr. de Jonge van El- lemeet hadden plaats genomen (naast de chauffeur zat inspecteur Giles), voorafge gaan door een motor met zijspan van de Rotterdamsche politie, voor het museum Boymans aam De directeur van dit mu seum, dr. Hannema, ontving Z. K. H. bij den ingang en leidde den hoogen gast rond. Dit bezoek duurde ongeveer een uur. De Prins toonde zeer veel belangstel ling voor de typeerende schilderstukken van de Engelsche school, bezichtigde met veel aandacht het fraai geslepen Veneti- aansche glaswerk en bracht ook een be zoek aan de bibliotheek van het museum. In de benedenzaaltjes bezichtigde Prins George de nog niet geheel ingerichte ten toonstelling van werken van Jeronimus Bosch en de Primitieven. Voorafgegaan door de Rotterdamsche motorpolitie, die den stoet tot de grens -van de gemeente Rotterdam begeleidde, vertrok het gezelschap vervolgens in de richting van den Haag. In Den Haag Na een rit door Delft, over de markt en langs het Prinsenhof op het Oude Delft, volgde de stoet weer den Rijksweg en ar riveerde tegen 5 uur aan de woning van den Engelschen gezant op het Westeinde. Hier heeft de Prins de thee gebruikt en' met den gezant en Lady Montgomery een wandeling in den tuin gemaakt, bij welke gelegenheid Z.K.H. zoo bereidwillig was even voor legertje fotografen te poseeren. Vele belangstellenden hadden rich voor de Engelsche legatie verzameld, die den Hertog van Kent bij zijn aankomst harte lijk toejuichten. Glimlachend wuifde de Engelsche gast het publiek toe. Bezoek aan het Mauritshuis Tegen zes uur reed de hertog, vergezeld van den gezant en van jhr. de Jonge van Ellemeet, naar het Mauritshuis, waar hij door den directeur, prof. dr. W. Martin werd ontvangen en rondgeleid. Ook in dit museum vertoefde de Prins ruim een uur. Na dit bezoek hadden wij gelegenheid enkele woorden met prof. Martin te wisselen. Deze gaf als zijn mee ning te kennen, dat de hertog zeer onder den indruk was geweest van hetgeen hij gezien had. Met groote belangstellig had Z.K.H. de schilderijen van Rembrandt, Jan Steent en Holbein, bezichtigd. In de zaal waar de Stier van Potter hangt, had prof. Martin hem verteld, dat hier Karei II, voordat hij naar Engeland scheep ging, aan een diner had aangezeten, dat hem door de Staten-Generaal was aangeboden. Met groote aandacht bekeek Prins George de prent, die op deze episode, die aan de res tauratie der Stuarts vooraf ging, betrek king heeft. Tegen 7 uur verliet Prins George het museum, nadat prof. Martin hem een nieu we ediitie van de Fransche catalogus had aangeboden. Vervolgens werd een korte rit door den Haag gemaakt. Via de Waterpartij, Vre despaleis en Paleis Noordeinde, keerde de Prins naar de woning van den Engelschen gezant terug,, waar hij den nacht zou door brengen. Diner op de Engelsche legatie Gisteravond hebben de Engelsche ge zant en Lady Montgomery een diner ge geven ter eere van de aanwezigheid van den hertog van Kent. In verband met de Engelsche hofrouw was aan dezen maal tijd geen officieel karakter gegeven. Tot de gasten behoorden: de minister president, dr. H. Colijn, de gezant van de Unie van Zuid-Afrika en mevr. v. Broek huizen, de president van het Permanente Hof van Internationale Justitie, sir Cecil Hurst, de vice-president van den Raad v. State en mevr. Beelaerts van Blokland, de secretaris-generaal van het departe ment van Buitenlandsche Zaken, de Mi nister van Staat en Commissaris der Ko ningin in Zuid-Holland en mevr. van Kar- nebeek, de Groot-officier van H.M. de Ko ningin en baronesse van Hardenbroek van Hardenbroek, de gouverneur der Residen tie, luitenant-generaal jhr. W. Roëll, de burgemeester van den Haag en mevr. de Monchy, en de luitenant-vliegenier Fielden die piloot is van den Engelschen Koning en het vliegtuig van Z.M., waarmede de hertog naar Waalhaven is gevlogen, be stuurde. Naar Arnhem en Nijmegen. Op de Zondagen vanaf 12 Juli t/m 13 Sept. bestaat er weer gelegenheid om per goedkoope trein naar Arnhem en Nijme gen te gaan. Voor bijzonderheden verwijzen wij naar de advertentie in dit nummer. „EENHEID DOOR DEMOCRATIE". In het maandschrift van de R.K. Staats partij geeft het Dagelijksch Bestuur der partij als volgt zijn oordeel weer over de beweging voor eenheid door democratie: 1. dat de Nederlandsche Beweging voor Eenheid door Democratie in de R.K. Staats partij een overtuigde medestandster vindt in den strijd tegen iederen vorm van dicta tuur; 2. dat genoemde Beweging in de ge schriften der R.K. Staatspartij bij uitstek geschikt materiaal zal aantrëffen ter pro pageering van 't streven dezer Beweging, zoodat de verspreiding van dat materiaal onder haar leden aanbeveling zal verdie nen; 3. dat het individueele lidmaatschap van deze Beweging feitelijk overbodig wordt gemaakt door een bewust en overtuigd lid maatschap van de R.K. Staatspartij; 4. dat het actie-gebied van deze Bewe ging zóó dicht grenst aan het gebied, waar op bij de Nederlandsche verhoudingen, de staatkundige partijen haar werkzaamheid en streven behooren te ontplooien, dat ge vaar voor overigens ongewilde vermenging en verwarring niet afwezig is; 5. dat mitsdien aan leden der R.K. Staatspartij in het algemeen niet kan wor den aanbevolen, tot deze Beweging als le den toe te treden, terwijl het voor organen der partij zonder meer duidelijk is, op wel ke wijze zij in den geest van het boven staande hun medewerking aan het streven van deze Beweging het best en het meest doelmatig kunnen verleenen. CONTINGENTEERING VAN VEEKOEKEN. De landbouw vraagt opheffing. De drie centrale landbouworganisaties hebben in verband met den zwaren druk, welke de invoercontingenteering van vee koeken beteekent voor de veehouderij, be sloten om bij den minister van Handel stappen te doen, om deze contingenteering te doen afschaffen of in elk geval het con tingent te verruimen. De secretaris van het Kon. Ned. Land- bouwcomité heeft onlangs uitgerekend, dat in het seizoen jaar 1 Augustus 19341 Augustus 1935 werden ingevoerd 40)4 mil lioën kilo lijnkoek en in ons land geprodu ceerd 283 millioen kilo, een verbruik dus van 323 y. millioen kilo. In normale' tijden (tot in 1933) bedroeg de invoer 46 a 48 pet. van het totaal en de binnenlandsche productie 52 a 54 pet. In 1934 waren deze percentages resp. 21 en 79 en in bovengenoemd seizoenjaar 13 en 87 pet. De gemiddelde heffing op ingevoerde lijnkoeken bedraagt gemiddeld een gulden, doch bovendien drukt op alle lijnkoeken (óók op de inlandsche dus) nog eens een heffing van twee kwartjes. Met elimineerimg dezer laatste heffing kan men zeggen, dat de invoer een bedrag van ƒ405.000 in het Landbouwcrisisfonds heeft doen vloeien. Ware er echter geen contingenteering en zou de verhouding tus schen import en productie dezelfde zijn. gebleven als in 19291933 (48 pet. van het totaal) dan zou er niet ƒ405.000, doch 1.550.000 in het fonds zijn gevloeid in ge noemd seizoen. De conclusie van den K.N.L.C.-secretaris was, dat er prijsverstarring is opgetreden (omdat de importeur gebonden is aan zijn consenten en dus aan bepaalde exportlan den, ongeacht of deze steeds het goedkoopst aan de markt zijn). Verder oordeelt hij, dat er practisch geen rem is op het te hoog opzetten van den koekenprijs, terwijl de inlandsche industrie z.i. zonder contingen teering, door variabele heffingen kan wor den beschermd. Tenslotte wees hij er op, dat het de on voldoende olie-prijzen waren, die het olie- slagersbedrijf onloonend maakten; in dit verband stelde hij de vraag, of het niet re delijker ware geweest om, zooals bij de bo ter, de binnenlandsche lijnolie-consumptie te belasten om daardoor den export te steunen, desnoods zou daarnaast dan óók nog een geringe koekenheffing kunnen blijven bestaan. HOOGER ONDERWIJS OP GEREFORMEERDE GRONDSLAG. Belangrijke giften. In de Donderdagmiddag voortgezette al- gemeene jaarvergadering van de vereeni ging voor hooger onderwijs op gereformeer den grondslag heeft dr. Colijn een beroep gedaan op de leden, om de financieele moeilijkheden der stichting te helpen ver lichten. Dit is niet vergeefs geweest, want tijdens de vergadering heeft iemand, die onbekend wensoht te blijven een bedrag van 1000 geschonken. Een andere onbe kende zegde een bedrag van meer dan 10.000 toe, onder voorwaarde, dat dit voor de noodzakelijkste uitbreidingen gebruikt zou worden. Een collecte tijdens de vergadering bracht 1300 op. Naar de voorzitter mee deelde, was er thans nog een tekort van 23000. Hij hoopte, dat dit bedrag spoedig bijeen zou zijn. DE ERWTENPLUKKERSSTAKING TE HALSTEREN BEëINDIGD. Gistermiddag heeft op het gemeentehuis te Halsteren een bespreking plaats gehad tusschen het college van B. en W. van Hal steren, de commissarissen Bakx en Van Meer en twee afgevaardigden van de R.K. Landarbeidersbond en den leider van de stakers Kasteleijn, betreffende de gisteren uitgebroken staking in de erwtenplukker ij. Na langdurige besprekingen werd voor gesteld om 1.75 per 100 K.G. te betalen, hetgeen door vele stakers werd aanvaard, zoodat de staking thans als geëindigd kan worden beschouwd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 6