^anr)"fvLP°l'^-^1p,MX'i|j-"' Op den Midden-Limburgschen paardenfokdag fe Roermond waren Het 550-|arig jubileum der universiteit te Heidelberg. - De buiten- strijden te Belvedere (Kent) deze V/eek Vele ITïOO/6 exemplaren aangevoerd landsche professoren In den feestelijken stoet FEUILLETON DE STRIJD OM WEENEN Roman van HUGO BETTAUER. (Nadruk verboden). 10) Ralph stond op om een einde te maken aan het bezoek. De Bondskanselier gaf echter het spel nog niet verloren, hoewel hij duidelijk be sefte hier een nederlaag te hebben gele den. Met geforceerde vriendelijkheid ver zekerde hij: „Uw bezoek was mij hoogst aangenaam en in ieder geval geven uw woorden mij stof tot nadenken. Ik vertrouw stellig, dat we elkaar nog zeer vaak zullen ontmoe ten." Ralph O'Flanagan verliet het paleis van den kanselier met gemengde gevoelens. Hij had, dat voelde hij maar al te duidelijk, verplichtingen op zich geladen en dat besef verwekte gewetenswroeging. Hij had niet eenvoudig zijn chèqueboek uit den zak moeten halen en dat met een bedrag van negen cijfers behooren in te vullen? Wat ging het hem ten slotte aan, dat een be krompen, kleinzielige rector zich met dwa ze politiek ophield? De hoofdzaak was toch dat de univeristeit geholpen werd. En dat kon hij doen met een bedrag, dat voor hem absoluut geen gewicht in de schaal legde. Uit het hoofd berekende de Amerikaan den omvang van zijn jaarlijksch inkomen, vermenigvuldigde dit met zeventigduizend en kwam tot een fantastisch getal Als hü het geheele hotel Imperial huurde, tien auto's hield en het geld met volle handen weggooide, dan zou hij nog slechts een klein onderdeel kunnen uitgeven, van dat, wat hem zijn vermogen aan rente ople verde. En ook tegen zijn wil zouden die honderden millioenen dollars zich ver meerderen. Hij voelde het als een schreeu wend onrecht zulke schatten te bezitten en hij verlangde er naar ze om te zetten in daden, die wellicht niet de geheele mensch- heid, maar wel dit geruïneerde land ten goede zouden kunnen komen. Een sentimenteele melodie. Een langdurige periode van vorst was als weer achter den rug,, de sneeuwhoopen waren verdwenen, de straten in de bin nenstad waren bedekt met een dikke laag modder en nerveus keek Rlaph toe, hoe de voorbijgangers in de nauwe straten door de wielen van zün auto van onder tot bo ven werden bespat en bevuild. Moest het dan altüd zoo zijn, dat de een niets en de anders alles heeft? En dat hij, die er een auto op na kan houden, de anderen, die te voet moeten gaan, bedreigt en insulteert? O, dat ik toch geheel en al mensch kon zijn en den moed had tot de armen en bedrukten af te dalen! In zyn onderbewustzijn gevoelde Ralph echter, dat hem deze offervaardigheid steeds zou ontbreken; slechts van boven af, als van een hooge toren, zou hij het leven kunnen beschouwen. Hij herinnerde zich den mooien roman „Christian Wahn- schaffe" van Jacob Wasermann, welke hü in St. Paul met kloppende polsen had ge lezen. Destijds had het hem het mooiste ideaal geschenen te zyn als deze Christian. En nu, nu kwam het hem ondenkbaar voor afstand te moeten doen van al datgene wat zijn maatschappelyke positie en onafhan- kely'kheid hem bood. Maar hü wilde ook niet verstijven, neen, hij wilde mensch bly- ven. En een missie vervullen. Of het dan juist die zou zün, welke de laatste woorden van zijn moeder hem hadden ingegeven, dat zou de toekomst moeten leeren. Verlangen steeg in hem op, verlangen naar een goeden, trouwen mensch, die in hem niet den onuitputtelijken geldzak, doch den broer, den vriend zou zien. En voor zy'n oogen ontwikkelde zich het beeld van een blond, lief meisjeskopje met groo- te gryze oogen Een steeds toenemende onrust belette hem nog langer in den auto te blijven zit ten. Midden in de Kartnerstrasse stapte hü uit en ging te voet verder. Het was vüf uur, kort voor Kerstmis en overvol op straat. Maar binnen in de groote magazijnen gaap te de leegte, sloop het spook van het fail lissement langs de kassa's. Een slechter Kerstmis had men in Weensche zaken krin gen sedert tientallen jaren niet gekend. De juweliers vertelden elkaar, dat zij per dag nog niet genoeg ontvingen om de verlich- tinskosten te dekken, in de galanteriewin kels werd de sporadische kooper onmid dellijk door tien bedienden omringd en zelfs de boekhandelaars wachtten tever geefs op hun trouwe klanten. Ralph bedacht, dat hij dit jaar niemand had, aan wien hy iets zou kunnen geven en evenmin had hij van iemand iets te ver wachten. Nog nooit in zün leven had hij zich zoo eenzaam en verlaten gevoeld. In gedachten verzonken bleef hy' staan voor de hel verlichte étalage van een ju welier. Zün ook viel op een sigarettenko ker, waarvan de eene helft van mat i goud, de andere van emaille, waarin kleine diamanten, gemaakt was. Hij ging den win kel binnen, waarin slechts enkele verkoo- pers verveeld by elkaar hokten, liet zich het étui voorleggen, vond den prijs van twintig millioen, in dollars omgerekend laag, schreef een -hèque uit en wilde het kostbare voorwerp in zijn vestzak steken. Toen hü echter het doodelijk verschrikte gezicht van den juwelier zag, begon hij luid te lachen. „Neemt u me niet kwalijk. Ik dacht er niet zoo gauw aan, dat volgens de Ween sche zakenlui „Scheck" op „Schreck" rijmt! Enfin, wisselt u dan maar eerst dit papiertje en zendt me het étui naar hotel Imperial, kamers 10 tot 12." De juwelier bood verlegen zy'n excuses aan, noemde verschillende gevallen op, waarbij zakenmenschen door ongedekte chèques voor groote bedragen waren op- gelicht en bracht ten slotte het gesprek op de heerschende malaise in den handel. Ralph haalde de schouders op. „Mij komt het voor, dat Weenen, verblind door de ongunstige conjunctuur der laatste ja ren te veel van zichzelf heeft verlangd. Hoe kan de hoofdstad van een klein ver nietigd land als Oostenrijk een dergelijke luxe verdragen, als zich hier overal ópen- baart?" „Ja, we hebben allemaal op de vreemde lingen gerekend, die vroeger in grooten getale naar Weenen plachten te komen en nu, nu zij zich niet meer laten zien, zit ten we met onze luxe, die we niet meer kwijt kunnen. Als de vreemdelingen maar weer kwamen!" „Waarom zouden ze dat doen?" vroeg Ralph glimlachend. „In Amerika, in Enge land, ja zelfs in Zuid-Amerika zy'n de tü- den al even slecht. Daar wordt gespaard en de menschen gaan alleen naar het bui tenland, als daar voordeel te halen is. En dat schynt nu in Weenen op het oogenblik toch nauwelijks meer mogelijk. Later, over een paar jaar misschien, als het ook in het Westen weer wat beter gaat, dan zal Wee nen er zich op moeten toeleggen door uit gezochte attracties, voorstellingen sport wedstrijden, vreemdelingen te lokken." Ralph stond nu op den Ring, stak deze over en overlegde juist of het niet tijd werd eindelyk eens een ldjkje te gaan ne men in een specifiek Weensch café, toen zich een klein incident voordeed, dat voor hem van buitengewone beteekenis bleek te zyn. Een bejaarde vrouw trachtte in een reeds in beweging zy'nde tram te stappen, zij kwam te vallen, werd een eind meege sleurd en bleef ten slotte hevig bloedend en bewusteloos liggen. Vóór Ralph, die haastig was komen toe- loopen, hulp had kunnen bieden, knielde reeds een dame naast de ongelukkige en trachtte haar op te richten. Ralph bedacht zich geen moment, boog zich over de oude vrouw heen, nam h°ar in zijn armen en droeg haar, omring door een menigte men schen naar de portiek van het dichtsbij ge legen huis. Het meisje dat het eerst hulp had geboden, volgde hem en droeg het handtaschje van het slachtoffer. Spoedig verscheen eveneens een politie-agent en een der omstanders liep naar het café Bristol om den geneeskundigen dienst te waarschuwen. Ralph fluisterde den agent zijn naam en adres toe met het verzoek hem van den toestand van de oude vrouw op de hoogte te stellen, daar hü bereid was de verplegingskosten voor zyn rekening te nemen. 'Wordt vervolgd). 3)e Koning Edward VIII van Engeland bracht Dinsdag voor het eerst sinds z :n troonsbestijging een bezoek aan de Engelsche marine te Portsmouth. De Koning inspecteert de bemanning van de «Victoria and Albert" Perry valt in zijn partij tegen den Amerikaansehen tennis speler Grant tijdens de internationale kampioenschappen te Wimbledon In het Stedelijk Museum te Amsterdam wordt Zaterdag 4 Juli een tentoonstelling van Aziatische Kunst geopend. Het inrichten der expositie

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 5