Blauw Wit wint het kortbalkampioenschap van
Nederland. Snapshot uit den Zaterdag te Leiden
gespeelden wedstrijd tusschen Blauw Wit en
Deetos om het nationale korfbalkampioenschap,
waarin Blauw Wit door een 5 3 overwinning
den titel behaalde
De K.N.A.C. organiseerde Zaterdag een clubtoeht naar en door Friesland. De deel
nemers brachten o.m. een bezoek aan het bekende planetarium te Franeker
Minister-president dr. H. Colijn, minister Deckers en andere autoriteiten
woonden Zaterdag op het Malieveld te den Haag de groote demonstratie
der Nederlandsche padvinders ter eere van de a.s. wereldjamboree bij
Spelmoment uit den voetbalwedstrijd Feyenoord-Be Quick, welke door de
Rotterdammers werd gewonnen, die daardoor het landskampioenscp ver
overden
Een der deelnemers aan het
groot concours-hippique eer
ste klasse, dat te Nijmegen is
gehouden, neemt een hindernis
reyenooid voetbalkampioen T r- l t ka..
van Nederland. - Het elftal ee tramtremen der Gooische Tramweg Mij. zijn Zondag
van Feyenoord. dat door de ?p het WeesPerP°°'t station te Amsterdam met elkaar in
overwinning op Be Quick be- b°l*ing gekomen, waarbij verschillende personen werden
slag legde op den landstitel 9ew°"d De beide motorwagens werden ernstig beschadigd
FEUILLETON
DE STRIJD OM WEENEN
Roman van
HUGO BETTAUER.
X (Nadruk verboden).
8)
„Kunt u goed stenografeeren? Ja? Zoo!
Ik denk er over Doktor Lieblich procura
tie te verleenen en u in zijn plaats tot m'n
patriculier secretaris te benoemen. Hm,
vooropgesteld natuurlijk, dat u zich in deze
aangelegenheid weet te onderscheiden."
Met een plaats als directeur in het voor
uitzicht, verwijderde zich Lank. Elke pri-
vé-secretaris moet vroeg of laat directeur
worden. Hij weet te veel....
Ralph, die zich op dit tijdstip bij de kiosk
aan de Schottentor had opgesteld en tel
kens, wanneer een F.-wagen stopte, een
blik door de ruiten wierp om de passa
giers te monsteren, had er geen flauw idee
van, dat de meest uiteenloopende persoon
lijkheden zich levendig voor hem begon
nen te interesseeren. En hij zou niet wei
nig verwonderd geweest zijn, wanneer hij
geweten had, dat op ditzelfde oogenblik
niemand minder dan den bondskanselier in
zijn werkkamer in het paleis telkens weer
opnieuw den exotischen naam Ralph O'Fla-
nagan verstrooid op een blad papier krab
belde. Zooeven had hij telefonisch met
den chef der rijkspolitie gesproken, maar
van dezen was hij ook niets meer te weten
gekomen dan hetgeen reeds in het vreem-
delingenboek vermeld stond. Nu liet hij
zijn presidialist, dr. Winder bij zich ko
men, wien hij opdracht gaf O'Flanagan
voortdurend door de politie te laten obser-
veeren en het daarheen te leiden, dat de
Amerikaan bij den bondskanselier audiën
tie zou aanvragen.
Een blik achter de coulissen.
Ralph, onbewust dat hij werd nagegaan
en geobserveerd, was geërgerd en onte
vreden. Sinds het artikel in de „Presse"
verschenen was, maakte het hotelpersoneel,
de chauffeurs op straat vóór het hotel,
de kellners, ja, zelfs de oude Lanier op
den hoek, telkens, wanneer hij verscheen,
zoo'n serie buigingen, dat hij een rugge-
graaatsverkromming bij al deze menschen
onvermijdelijk achtte en ondanks alle
voorzorgsmaatregelen kon hij niet voor
komen, dat hem op straat dames en hee-
ren aanspraken om hem zijn hulp te ver
zoeken, hetzij voor de instellingen, waar
voor zij zich interesseerden, dan wel voor
zichzelf. Dagelijks ontving hij honderd en
meer bedelbrieven, iedereen scheen hem
te kennen, groette hem met een onderda
nigheid, waarover hij zich steeds meer
verbaasde, kortom, hij scheen in het mid
delpunt aller belangstelling te staan.
Dat alles was hem echter zeer onaan
genaam en belastte zijn geweten. Ralph
was in het diepst van zijn ziel een vijand
van elke zoogenaamde weldadigheidsactie.
Hij zou direct bereid zijn geweest groote
bedragen beschikbaar te stellen om
iemand een existentie te verschaffen,
maar weigerde halsstarrig zijn medewer
king aan de instandhouding van inrichtin
gen, waar soep en warme koffie werd uit
gedeeld. De ellende moest in haar wortel,
in de oorzaak worden aangegrepen, meen
de hij, maar niet in haar gevolgen. Werk-
loozen behoeven werk, maar geen aalmoe
zen. Aan ieder kind schoenen te geven
heëft geen zin; de ouders van die kinde
ren dienen in de gelegenheid te worden
.gesteld zelf schoenen voor him kinderen
te koopen.
Ralph bemerkte al spoedig dat door een
onhandigheid van zijn bediende, zijn ge
heimste, zelfs nog niet in zijn gedachte tot
volledige ontwikkeling gekomen plan om
Oostenrijk te helpen, was verraden; hij
besefte, dat hier terugkrabbelen niet meer
mogelijk was, wilde hij geen smaad wer
pen op het aandenken van zijn beminde
moeder, maar hij zag nog steeds niet den
juisten weg voor zich, dien hij zou kun
nen inslaan. En daarom had hij gaarne de
uitnoodiging aangenomen van den heer
Lank, die gisteren bij hem was geweest,
temeer, omdat de privé-secretaris van den
directeur der Bankvereeniging hem verze
kerd had, dat hy in de villa van den heer
Klopfer-Hart verschillende verstandige
en invloedrijke mannen zou leeren kennen.
Vandaag had Ralph O'Flanagan door een
toeval gelegenheid, een dieperen kijk op
het Weensche leven te krijgen, om een blik
achter de nog altijd fraaie en verblinden
de coulissen te werpen.
Den vorigen dag was er een flink pak
sneeuw gevallen en daar, waar de straten
elkaar kruisten, werkten, behalve de men
schen van de gemeentereiniging, tallooze
per uur en per dag gehuurde sneeuwop-
ruimers. Voor den jongen Amerikaan le
verde dat een aangrijpend schouwspel op.
Hij zag twee tengere jonge meisjes wier
blauw bevroren handen den sneeuwschop
nauwelijks konden vasthouden, mannen
met lorgnet of bril, dien men slechts te
duidelijk aanzag, dat zij geen lichamelijke
arbeid gewend waren, kinderen die nau
welijks den leerplichtigen leeftijd over
schreden konden hebben en vrouwen, die,
zelfs wanneer zij sneeuw ruimen, geen af
stand konden doen van haar hoed en een
door de motten verteerd bont.
Het was twaalf uur 's middags en Ralph
stond op den hoek van de Stadiogasse en
den Ring in de onmiddellijke nabijheid
van een troepje sneeuwscheppers, die
juist even schenen uit te rusten. Onder hen
bevond zich een oude heer met een grij
zen knevel, die vermoeid en uitgeput te
gen een lantaarnpaal leunde. Ralph over
won zijn aangeboren tactgevoel en zei
schijnbaar oppervlakkig:
„Ongewone arbeid, meneer, wat?"
„Ik zou het in negentienhonderd en
twaalf, toen ik mij door de firma, waar
ik veertig jaar als boekhouder werkzaam
ben geweest, liet pensioneeren, niet ge
loofd hebben, als ze mij voorspeld hadden,
dat ikMaar ja, wat zul je anders
doen? Thuis een bejaarde vrouw en een
zieke broerVerhongeren wil je toch
ook niet en dan neem je maar liever het
witte brood, dat uit den hemel valt."
Andere werkloozen waren naderbij ge
komen. Een jong meisje klaagde: „Ik heb
einddiploma handelsschool en was blij wat
te kunnen verdienen, maar nu vind ik geen
betrekking. Men heeft ook geen gelegen
heid om eens kalm uit te kijken en te sol-
liciteeren; port en papier is niet te beta
len en je kunt je ouders, die het ook al
niet te breed hebben, toch niet voortdu
rend lastig vallen."
Een vrouw met niet onedele gelaatstrek
ken gaf blijk van haar instemming met
deze woorden.
„Als je je maar niet altijd om de kin
deren bezorgd behoefde te maken. Zij zijn
allen thuis, 's morgens ga ik dienen, des
middags weer en als dat zoo doorgaat zul
len ze geheel verwaarloozen. Op het oogen
blik heb ik voor de morgenuren geen
werk en zoo verdien ik ten minste wat
met sneeuwscheppen."
De Amerikaan beet zich op de lippen,
stopte den ouden heer een pakje Oosten-
rijksche bankbiljetten, welke hij los in zijn
broekzak had, toe en verwijderde zich
snel zonder ook nog maar een enkelen
keer om te zien.
Ook in Amerika had hij veel ellende ge
zien, maar hier scheen hem alles veel ho-
peloozer te zijn dan in de sloppen van New
York en Chicago. Daar konden de men
schen zich ten minste steeds weer omhoog
werken, maar hier was de nood geresig
neerd, moe en mat.
Hij begaf zich naar den Schottentor en
wachtte, evenals gisteren en eergisteren,
den eenen F-wagen na den anderen af. Hij
schaamde zich over zichzelf; dit nuttelooze
en jongensachtige optreden was wel lijn
recht in strijd met zijn energiek karakter,
maar hij kon toch niet de hoop opgeven
het blonde meisje, met de verstandige grij
ze oogen, dat hij op den dag van zijn aan
komst als in een droom had gezien, teru*
te zullen vinden.
(Wordt vervolgd).