MAANDAG 15 JUNI 1936 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN VOORNAAMSTE NIEUWS 27ste Jaargang No. 8444 OE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling: Voor Leiden 19 cent per weekt 2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week f 2.60 per kwartaal Franco per post f 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bjj vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 I GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be- betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en verkoop: f 0.50 A.R. en R.K. Staatspartij Over de verwerping van de wetsontwer pen op de vaste lasten schrijft de anti-re- volutionnaire „Rotterdammer": Honend zegt de roode pers, dat geen ander kabinet dan dit na zulk een von nis zou blijven zitten. Maar het zou een ramp zijn, als het kabinett-Colijn thans ontslag vroeg. Zoolang met name de Roomsch-Katholieken alleen weten te breken en over opbouw slechts mooie woorden spreken, dienen Colijn en de zijnen aan het roer te blijven, omdat de chaos anders onoplosbaar zou zijn. Deze uitval is heftig en bits. "Maar wij noemen het opzettelijk een „uitval". Onvriendelijke uitvallen komen voor „in de beste families"! 't Zou te betreuren zijn, als de hier ge citeerde woorden van het anti-revolution- maire orgaan uiting waren van een gefun deerde geesteshouding, van een ingenomen positie tegenover de R.K. Staatspartij. Dat zou heel ernstig betreurd moeten worden, omdat antirevolutionnaire en ka tholieke politiek te veel fundamenteel gemeenschappelijk hebben, dan dat de antirev. en de katholieke politici tegenover elkander zouden mogen staan. Intusschen kunnen er zijn, en zijn er fei telijk, meeningsverschillen, zoowel inzake de beginselen als wat betreft de toepassing der beginselen op het terrein van de practi- sche politiek. Is nu die zeer onvriendelijke uitval van de anti-revolutionnaire „Rotterdammer" aan het adres der R.K. Staatspartij gemoti veerd? Alleszins gemotiveerd zou die uitval zijn, indien de RJC. Staatspartij niet bereid zou zijn, mede te werken aan, deel te ne men in een Kabinet, dat het Kabinet-Co- lijn zal vervangen. Doch niet slechts in „mooie woorden", maar ook in daden is gebleken, dat de R.K. Staatspartij daartoe wèl bereid is. Zij wil al haar krachten schenken aan den op bouw van een andere politiek. Feit is, dat na de jongste Kabinets-crisis prof. Aal- berse er niet in geslaagd is, een nieuw Ka binet te vormen, doch ieder, die onbevoor oordeeld is, zal moeten erkennen, dat daar aan heelemaal niet schuldig is een gebrek aan medewerking der R.K. Staatspartij, maar een gemis aan voldoende mede werking van andere partijen. En daarvan kan men toch niet den Katholieken een verwyt maken! Dit vooropgesteld, willen wij niet ont kennen, dat er ook wel onder de Katholie ken critiek wordt gericht op het Kabinet- Colijn, welke niet voldoet aan den pri- mairen eisch voor alle critiek, nJ. dat zij opbouwend moet zijn. We behoeven nu hier niet uiteen te zetten, wanneer critiek op bouwend mag heeten. Maar voor wie eerlijk wil zijn en kan zijn! is 't, dunkt ons, zonneklaar, dat veel critiek op het Kabinet- Colijn, dus op de Regeering in" haar ge heel, ondoordachte afbrekerij is. Er is ook veel critiek, die eenzijdig is. Wie b.v. de devaluatie voorstaat, en eerlijk wil zijn, mag, natuurlijk, wel een aanval doen op de Regeering, die ndet tot deva luatie wil overgaan; hij mag dat, indien hij daarbij niet vergeet, dat onder zijn eigen geestverwanten van welke politieke par tij of richting hij ook is evenzeer tegen standers van devaluatie zijn. Kortenhorst b.v., dè man van de katholieke werkgevers, is altijd een even sterk tegenstander van devaluatie geweest als Colijn; en zoo zou den we uit alle partijen vooraanstaande mannen kunnen noemen, die anti-devaluïst zijn. Men moet eerlijk blijven in zijn cri tiek, en nuchter! De vele critiek op het Kabinet-Colijn, die niet opbouwend mag heeten, maakt ver klaarbaar een wrevelige stemming bij de vrienden van het Kabinet, speciaal bij de geestverwanten van den minister-president, die in hem den Leider zien en vereeren. Verklaarbaar. Doch afkeurenswaardig is wij herhalen het de hier boven geci teerde uitval van de anti-revolutionnaire „Rotterdammeer", welke niet strookt met de waarheid. En onder presidium van Aalberse èn nu tijdens het nog korte voorzitterschap van Goseling heeft de R.K. Staatspartij ge streefd naar opbouw. En, als zij het Kabi net-Colijn wil vervangen door een ander, dan staat haar voor den geest, positief, hoe dat andere Kabinet zal moeten zijn. De R.K. Staatspartij is altijd geweest wat zij zal blijven: een partij van opbouw. Wie dat ontkent, laat zich door geraakte en ge krenkte gevoeligheden verleiden, om de oogen te sluiten voor deze realiteit, deze werkelijkheid. Chesterton t De beroemde Engelsche schrijver en be keerling Gilbert K Keith Chesterton is gisteren overleden, op 62-jarigen leeftijd. Eenige dagen geleden was Chesterton uit Frankrijk teruggekeerd. Kort daarna be gon hy over zijn hart te klagen: het waren de voorteekenen van zijn naderend einde. Zondag is hij aan een embolie overleden. G. K. Chesterton werd op 29 Mei 1874 in Campden Hill, Londen, geboren. Hij begon reeds vroeg een journalistieke carrière. Aanvankelijk literair criticus voor de tijd schriften „Bookman" en „Speaker" werd hij spoedig medewerker aan bekende bla den als „Daily News", „Pall Mall", „Fort nightly" etc. Hij leidde gedurende meer dere paren het tijdschrift „The New Wit ness". Chesterton was een der belangrijkste Engelsche schrijvers van dezen tijd. Hij laat een oeuvre na, waarin men romans („The man who was Thursday", „The flying Inn" etc.) vindt, criminalistische werken („The man who knew too much", de serie der Father Brown-verhalen), bio grafische studiën (over Dickens, St. Fran- ciscus van Assisië, St. Thomas van Aqui- De, Browning, Shaw), theater („Magie"), poëzie („The Ballad of the White Horse") en essays op velerlei gebied. In 1922 baarde zijn overgang tot het Ka tholicisme hoewel de weg daarheen in zijn werken dluidelijk was afgeteekend groot opzien. Zijn geloofsbelijdenis legde hij neer in „De Eeuwige Mensch", „Kerk en Bekeering" en in zekeren zin ook in „Orthodoxie". Na zijn bekeering was Chesterton een vurig en onvermoeid strijder voor de Ka tholieke Kerk. Op de publieke opinie in Engeland heeft hij een grooten invloed ten goede gehad. D Paus erkende zijn verdien sten door hem te benoemen tot comman deur in de Orde van St. Gregorius de Groote. Vele van zijn werken zijn in alle beschaafde talen vertaald. In de geheele wereld had Chesterton zijn vrienden en bewonderaars. Vijanden had hij niet. Chesterton stond op vriendschappelijken voet met vele atheisten, socialisten, puri teinen en andere hervormers, hoewel hij hen in het openbaar aanviel. Hij was voortdurend in den aanval, saty- risch, vol humor, doch nooit boosaardig. Zijn stijl is eenig op de wereld: tintelend van levenslust, vernuftig spelend met pa radoxen, overstroomend van geestige zet ten en bizarre vondsten. Hij had een won derlijke manier om alle conventioneele begrippen en alle valsche leerstellingen onderstboven te zetten en te ontrafelen. Over de geheele wereld stond hij be kend als „G.K.C.". Deze eer, met initialen aangeduid te worden, deelde hij met G. B. Shaw en Robert Louis Stevenson. De veelzijdigheid van Chesterton was verbazingwekkend en weinigen hebben ooit zulk een diepen persoonlijken stem pel gezet op de literatuur van hun tijd als hij. Hoewel hij in de laatste 20 jaren van zijn leven in Buckinghamshire woonde, was Chesterton een echte Londenaar; en dat hij van zijn geboortestad hield, bewij zen vele van zijn beste werken, in proza en verzen. In 1901 trad hij in het huwelijk met mej. Frances Blogg, een dichteres en een verwante geest. De verschijning van Chesterton was een zeer bijzondere: een klein, kogelrond man netje met een hoofd, dat op het eerste ge zicht een indruk van vreeselijke verwilde ring maakte. Een verwarde haardos be dekte soms grootendeels zijn gelaat, waar in twee kleine felle oogjes blonken ach ter de glazen van een ouderwetsche knijp bril, die vastgeplakt scheen aan een on waarschijnlijk klein neusje. Bolle wangen en een zware knevel vol tooiden ddt gezicht, dat evenals de para doxale uitspraken van den man, over de heele wereld bekend is geraakt. De beteekenis van Chesterton voor de Engelsche literatuur is zeer groot, en voor al als essayist zal zijn naam onverganke lijk voortleven. Chesterton was een eenvoudig man en leefde zeer sober, schrijft het „Nieuws van den Dag". Hij was veel gezonder dan hij er uitzag. In particuliere gesprekken, in een afterdinner speech velen beschouw den hem als den besten improvisator van zijn land en in zijn boeken was hij al tijd dezelfde. Een verbazingwekkend ge mak, vlotheid en spontaniteit kenmerkten zijn speeches. Hoe veelzijdig zijn smaak was, bleek het best uit den omvang van zijn biblotheek. Hem te zien leven, zoo zeide een oud vriend van Chesterton, was, alsof men een man een beker in één teug zag ledigen. Hij kon een boek opnemen en dit snel en begeerig in zich opnemen in de helft van den tijd dien de meeste menschen noodig zouden hebben om het te lezen, en er dan over spreken met kennis van za ken. Hij werkte zeer hard, en toch had hij altijd tijd om zich met zijn vrienden te onderhouden. Zijn laatste boek, dat hij onlangs heeft voltooid, bevatte zijn me moires. Deze zullen ongeveer over een maand worden gepubliceerd. Thans is Chesterton gestorven. Het be richt van zijn overlijden zal ook in ons land met ontroering worden vernomen. Want deze geniale mensch, die door God met vele talenten was gezegend, maar met die gaven ook tot op zijn laatste levensdag gewoekerd heeft, wist zich onbewust over de geheele wereld ontelbare vrienden te maken door zijn kostelijke pleidooien voor de heerschappij van gezond verstand en gezonde zeden, door zijn warme sympa thie voor zijn medemenschen, door zijn onverschrokken apostolaat voor de H. Kerk. Chesterton heeft den goeden strijd gestreden; de Heer van den Wijngaard heeft zich over dezen dapperen, strijdlusti- gen werker ontfermd. De wereld in vogelvlucht Men heeft de Britsche regeering den laatsten tijd vaak slapheid verweten en gebrek aan leiding in de Abessynische kwestie. Het blijkt thans, dat de Britsche regeering zelf niet meer weet, hoe er uit te komen. De besluiteloosheid is het gevolg van oneenigheid in de boezem van het ka binet zelf. Eenige dagen geleden heeft de minister van financiën Chamberlain zich uitgesproken tegen de handhaving van de sanctie-politiek en voor reorganisatie van den Volkenbond. Minister-president Bald win verklaarde in het Lagerhuis op desbe treffende vragen, dat hij het met zijn mi nister van financiën eens was. Wij hebben hierin een aanwijzing gezien van een over stag gaan der Britsche Volkenbonds-poli- tiek, waarop eveneens het weder-opnemen van sir Samuel Hoare in het kabinet zou wijzen. Thans komen er evenwel berichten uit Londen, dat er verschillende Engelsche ministers zijn, die het met Eden eens zijn en voorstanders zijn gebleven van een krachtige sanctie-politiek. Deze ministers zijn zeer verbolgen over de rede van Chamberlain en verwacht wordt, dat ofwel de minister van financiën zal worden uitgestooten ofwel het geheele mi nisterie zal uiteen vallen. Wanneer het kabinet verdeeld is over een zoo belangrijk punt van buitenlandsche po litiek, is het maar beter, dat het plaats maakt voor een ander, dat tenminste weet wat het wil. In Frankrijk is sinds Zaterdag een alge- meene ontspanning ingetreden in den sta kingstoestand. Uit geheel het land komen berichten binnen, dat overeenstemming is bereikt en dat de arbeid wordt hervat. Deze ontspanning is in Frankrijk met een diepe zucht van verlichting ontvangen en Zon dag is de overwinning gevierd. Vooral in Parijs bleek, welk een groot aandeel de communisten in deze stakingsbeweging hebben gehad. Zij rekenen zich althans de eer van de overwinning toe. Intusschen zijn de stakingen nog niet overal ten einde en zelfs zijn er vandaag nog nieuwe bij gekomen. ZWEEDSCHE REGEERING AFGETREDEN STOCKHOLM, 15 Juni. (A.N.P.) De re- geering-Hansson is afgetreden. Vier Zeiljachtjes op het IJsselmeer in onweersbui. Een der opvarenden door uit putting overleden. Zaterdagavond te omstreeks acht uur zijn op het IJsselmeer ter hoogte van Harder wijk, een viertal kleine open zeilbootjes, elk bemand met twee personen, welke des middags van de Eem waren uitgevaren, door den hevigen onweersbui, die op dat tijdstip over een uitgestrekt gebied losbrak, overvallen. De bui ging gepaard met een hevigen storm, die het water wild op- zwiepte en het gevolg was, dat een der vaartuigjes is omgeslagen. In het bootje waren gezeten de heeren F. A. Marsé en diens zwager Woudenberg, evenals de an dere opvarenden uit Baarn afkomstig. Bei den konden goed zwemmen en zij slaagden erin zich boven water te houden, waarbij zij probeerden de boot weer op haar kiel te krijgen, doch dit was een uiterst moeilijke taak. Eindelijk, nadat de beide drenkelin gen een vol uur hadden rondgedreven en hun krachten bijna ten einde waren, ge lukte het hun de boot om te keeren en weer aan boord te komen. Door de koude en den doorstanen angst waren beiden vol komen uitgeput. Anderhalf uur later is de heer Marsé, die er zeer erg aan toe was, waarschijnlijk tengevolge van hartzwakte overleden. Zoo heeft de heer Woudenberg nog uren achtereen hulpeloos rondgedre ven. De andere drie bootjes, waarvan er een, nadat het ongeluk was gebeurd, nog getracht had bij te draaien, waren na kor ten tijd reeds uit het oog verloren. Einde lijk midden in den nacht passeerde het scheepje een voor anker liggend kolen vaartuig ter hoogte van het stoomgemaal van Putten. De heer Woudenberg heeft toen den schipper wakker geklopt, waarna deze zich over hem ontfermde. Hij werd aan boord genomen, waar hij van droge kleeren werd voorzien en wat op zijn ver haal kon komen. Des ochtends om vijf uur heeft de schipper het zeilbootje met aan boord het stoffelijk overschot van den heer Marsé in de haven van Nijkerk binnenge sleept. Bij de aankomst heeft de sluiswach ter onmiddellijk den burgemeester, den heer J. C. A. M. van Kluyve, gewaarschuwd, die spoedig met de politie ter plaatse ver scheen. Na de lijkschouwing door dokter F. H. van Lent is het stoffelijk overschot van den omgekomene naar het lijkenhuisje van de begraafplaats overgebracht. De heer Woudenberg is daarna naar zijn woon plaats teruggekeerd. De heer Marsé was ongeveer 35 jaar oud, gehuwd en schilder van beroep. Wat de drie andere vaartuigjes betreft, is het bootje, waarin gezeten waren de hee ren de Jong en de Bruyn, Zaterdagavond om elf uur te Harderwijk binnengeloopen. Groote ongerustheid heerschte echter om trent het lot van de beide andere bootjes, waarvan men niets meer gezien of gehoord had. Aan alle onzekerheid kwam echter een einde, toen de beide scheepjes gister middag te half vijf te Nijkerk in zicht kwamen. Zij zijn veilig en wel de haven binnengeloopen. Ook de opvarenden van deze bootjes, de gebr. van Leeuwen en de heeren Diermen en Scheel hadden grooten angst doorstaan en de grootste ontberingen geleden. Het clubje zeilers was Zaterdagmiddag te ongeveer drie uur uit Baarn vertrokken met Harderwijk als doel van den plezier tocht. Men schijnt daarbij een soort onder- lingen wedstrijd te hebben gehouden om het eerst in Harderwijk aan te komen. In laatstgenoemde plaats werd niets van het gebeurde opgemerkt, doch de brigade commandant der Koninklijke Marechaussee W. van der Krol te Nijkerk werd te on geveer half negen door iemand, die een omgeslagen boot had zien drijven, ge waarschuwd. De commandant heeft zich toen onmiddellijk met nog een lid der bri gade, den suiswachter en een ervaren schipper aan boord begeven van een in de haven liggende motorboot, waarmede den geheelen avond de kust werd afgezocht, echter zonder resultaat. Te ruim elf uur, toen er door de duisternis nagenoeg niets meer op zee te zien was, is men onverrich- terzake teruggekeerd. Wat het ongeluk zelf betreft, heeft men over het algemeen den indruk gekregen, dat de zeilers zeer on deskundig te werk zijn gegaan. Bovendien waren de voor tuigjes zeer primitief uitge rust. Toen de onweersstorm opstak heeft men den tocht voortgezet, in plaats van met gestreken zeil met den kop in den wind voor anker te gaan, hetgeen ervaren zeilers in zulke gevallen steeds doen. Nog nader wordt gemeld, dat de boot jes van de gebrs. van Leeuwen en de hee ren van Diermen en Scheel, die gistermid- Dit nummer bestaat uit vier bladen. BUITENLAND. Van Zeeland vormt nieuwe Belgische re geering. (4de blad). Ontspanning in den stakingstoestand in Frankrijk. Het Volksfront viert de overwin ning. (4de blad). Oneenigheid in het Britsche kabinet ten aanzien van de Volkenbondspolitiek. (4de blad). De bekende Engelsche schrijver Chester ton overleden. (1ste blad). BINNENLAND. Op een onbewaakten overweg onder Reeuwijk is de 23-jarige dochter van den burgemeester van Haastrecht door een Die sel trein gegrepen en gedood. (1ste blad). Van acht personen, die met vier bootjes op het IJsselmeer door een onweersbui zijn overvallen, is er een van uitputting over leden. (1ste blad). Auto met vijf dames in het Winschoter- diep, autobus met negen personen in den Lopikerwaard te water; alle inzittenden gered. (Gem. Ber. 3de blad). SPORT EN WEDSTRIJDEN. WATERSPORT: Het Hollandia roei- en zeilfeest uitstekend geslaagd. (2de blad). ATHLETIEK: De int. katholieke wed strijden te Weenen. Recordverbeteringen op Te Werve. (2de blad). VOETBAL: Volendam wint, Spartaan verliest voor de Kampioenscompetitie C.B. Nederlagen van Feyenoord en Be Quick voor den K.N.VJ3. (2de blad). ZWEMMEN: Wereldrecord van Willy den Ouden door Deensche zwemster verbe terd. (2de blad). dag te Nijkerk zijn binnengeloopen, tijdens den bui op de kust bij Putten werd ge worpen. De inzittenden zagen het ongeluk, dat het andere scheepje overkwam gebeu ren, doch zij waren niet in staat hulp te verleenen, aangezien zij zelf handen vol werk hadden om omslaan te voorkomen. Zij hebben him booten op het strand ge sleept qn daarna bij een boer onderdak voor den nacht gevonden. In den loop van Zondag hebben zij hun vaartuigje weer zeilklaar gemaakt, waarna zij de reis naar Nijkerk hebben aanvaard. Vandaar zijn de zeilers per auto naar Baarn vertrokken. De heer Marsé, die om het leven is geko men, was vader van twee kinderen. Doodelijke aanrijding op onbewaakten overweg. Dochter van den burgemeester van Haastrecht het slachtoffer. Gistermiddag is de- 23-jarige freule van Hemert van Dingshof, dochter van den bur gemeester van Haastrecht, toen zij met haar jongere zuster den onbewaakten over weg bij blok 11 onder de gemeente Reeuwijk per rijwiel passeerde, door den van Utrecht komenden dieseltrein, die te 14.26 uur te Gouda moet aankomen gegre pen en op slag gedood. De jongere zuster, die voorop reed, was juist de spoorbaan over, toen de aanstormende trein, de vlak achter haar rijdende zuster greep. Blijk baar heeft zij den trein op het laatste mo ment gezien en toen geremd, hetgeen haar noodlottig is geworden. De treinbestuurder, die het ongeluk niet kon verhinderen, stop te. Het zwaarverminkte lijk van het slacht offer werd met denzelfden trein naar het station Gouda vervoerd, vanwaar het per ziekenauto naar het van Iterson-ziekenhuis is overgebracht. Gisteravond is het lijk naar Haastrecht vervoerd, waar groote ver slagenheid heerscht over den zwaren slag, die het gezin van den burgemeester ge troffen heeft.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 1