DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN Het schoolgeld bij het Lager Onderwijs 27ste Jaargang ZATERDAG 13 JUNI 1935 No. 8443 3)c Ccki^efoeSoti/tai/nt DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling: Voor Leiden 19 cent per weeki 2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal Franco per post f 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, by vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent. TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 II GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAACTs Gewone Advertentiën 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be- betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en verkoop: f 0.50 Bij de wet van 22 Februari 1936 (Stbl. no. 100) tot verlaging van de openbare uit gaven voor het Lager Onderwijs is aan de gemeentebesturen de verplichting opgelegd om de schoolgeldregelingen voor het Lager Onderwijs opnieujv vast te stellen en dit op andere basis dan tot nu toe gebruikelijk was. Zooals bekend was tot heden het te be talen schoolgeld uitsluitend afhankelijk van den aanslag in de Rijksinkonistenbelasting. Er was wel eene groote variatie in de di verse gemeentelijke schoolgeldregelingen wat betreft het bedrag van den aanslag bij een bepaald inkomen en wat aangaat de wijze, waarop de kinderSftrek werd bere kend, maar bij alle regelingen was toch de aanslag in de Rijksinkomstenbelasting de basis, waarop het schoolgeld werd bere kend. In de toekomst zal dit anders worden al zal er wel overal een verband tusschen in komen en schoolgeld blijven bestaan. Wij zullen trachten den lezers in een kort bestek uiteen te zetten, hoe in de naaste toekomst het schoolgeld zal worden gere geld. De regeling van het schoolgeld blijft als tot heden overgelaten aan den Gemeente raad, die daarbij evenwel gehouden is be*, paalde wettelijke voorschriften in acht te nemen. Zoo is het minimum schoolgeld,- dat moet worden gevorderd voor het gewoon lager onderwijs (g.l.o.) bepaald op 3. per leerling en per jaar en voor het uitge breid lager onderwijs (u.l.o.) op 6.per leerling en per jaar. Het minimum is dus eenigsziris omhoog gebracht daar het tot heden voor gi.o. 2.40 bedroeg, terwijl ten aanzien van het ui.o. geen bepaald mini mum was gesteld, doch in de wet was vast gelegd, dat het schoolgeld van het u.l.o. evenredig hooger zoude zijn als dit onder wijs duurder was dan het g.l.o. Deze laatste bepaling ontbreekt in de nieuwe wettelijke voorschriften, doch uit het feit dat het mi nimum schoolgeld voor het u.l.o. op het dub bele gesteld is van het minimum voor het g.l.o. valt af te leiden, dat het in de bedoe ling van den wetgever heeft gelegen dat alle te heffen schoolgelden voor het u.l.o. eens zoo hoog zullen zijn als voor het g.l.o. Intusschen is deze bedoeling in de wet niet nadrukkelijk tot uiting gekomen, zoodat de gemeenteraad volkomen vrij is met hand having van het minimum van 6.voor het u.1.0. de progressieschaal daarvoor an ders te stellen dan bij het g.l.o. Dit is ook daarom van belang, omdat de mogelijkheid niet is uitgesloten, dat by al te hooge op voering van het schoolgeld de u.l.o. scholen in de gemeente wel eens gedeeltelijk leeg zouden kunnen loopen, eensdeels omdat de ouders der leerlingen het schoolgeld niet meer betalen kunnen, anderdeels omdat de ouders voor hun kinderen aan andere in richtingen van onderwijs, die niet veel duur der zijn, de voorkeur geven. Tegen een al te hoog opgeschroefd schoolgeld is intus schen nog steeds in de wet de rem aan wezig, dat van geen enkele leerling meer schoolgeld mag worden geheven dan de ge middelde kosten per leerling van de school bedragen. De gemeenteraad regelt het bedrag van •het schoolgeld met inachtneming van de geldelijke draagkracht der schoolgeldplich tigen Zooals reeds boven gememoreerd werd tot heden iemands geldelijke draag- ikracht slechts bepaald aan de hand van zijn aanslag in de rijksinkomstenbelasting. Dit zal nu anders worden. Voortaan zal de Rijksbelastingdienst aan de gemeentebe- besturen van iederen schoolgeldplichtige opgeven de hoofdsom, door dien school geldplichtige verschuldigd wegens gemeen tefondsbelasting en vermogensbelasting te samen, met dien verstande, dat de hoofd som der vermogensbelasting slechts in aan merking wordt genomen voor zoover zij te boven gaat f 5. voor elk minderjarig eigen of aangehuwd kind of pleegkind, dat niet zelf in de vermogensbelasting of in de gemeentefondsbelasting is aangeslagen. Intusschen zijn de gemeentebesturen niet verplicht het schoolgeld op bovenvermelde hoofdsom te baseeren. zij mogen het school geld ook naar andere normen, mede in de wet bepaaldelijk genoemd, vaststellen. Een andere vorm, waarop het schoolgeld kan worden ingesteld is de aanslag in de personeele belasting. Het is haast onbegrij pelijk hoe in 'het tegenwoordig tijdsbestek de wetgever er toe is kunnen overgaan de personeele belasting als norm van school geld te aanvaarden. De aanslag in de per soneele belasting is een maatstaf van wel vaart geweest. Hij is dit helaas niet meer. Zeer vele menschen, die betere dagen gekend hebben, zitten in een ruim huis met sierlijke meubels, ofschoon om een uit drukking van den volksmond te gebruiken de muizen er dood voor de kast liggen. Anderen, die eens in zeer goeden doen wa ren kunnen met passen en meten nog net rond komen en alleen de allergrootste so berheid stelt hen in staat hunne kinderen een passende opvoeding te geven. Speciaal ten plattelande waren voorheen de opcen ten op de personeele belasting laag, zoodat het netjes wonen en het goed gemeubileerd zijn niet al te veel kosten medebracht. Meer dan 50 opcenten op de personeele belasting werd haast nergens op het platteland gehe ven. Nu allerwegen de inkomens zijn ge daald dikwijls enorm zijn gedaald werden de opcenten op de personeele be lasting vrij wel overal van 50 op 200 ge bracht. Mogelijk behoort dit bij de aan passing, maar dan is het 'toch zeker aan passing in de verkeerde richting. Als de wetgever zich er voldoende rekenschap van had gegeven hoe de personeele belasting schrijnt bij hen, die hun vermogen als sneeuw voor de zon hebben zien verdwij nen en hun inkomsten beduidend hebben zien verminderen, hij zoude niet den moed gehad hebben om deze belasting als norm voor schoolgeldheffing aan te wijzen. In tusschen mag van de gemeentebesturen worden verwacht, dat zij onder geen be ding den foutieven opzet van den wet gever zullen volgen en dus de personeele belasting als norm van schoolgeldheffing niet in de plaatselijke verordening zullen opnemen. Evenals bovenvermelde samengestelde hoofdsommen worden ook de aanslagen der personeele belasting door 's Rijks belasting dienst aan de gemeentebesturen verstrekt. Intusschen zijn de gemeentebesturen be voegd de geldelijke draagkracht der school geldplichtigen op andere wijze dan aan de hand van de door 's Rijks belastingdienst verstrekte gegevens te bepalen n.l. aan de hand van feiten en omstandigheden van gemeentewege verzameld en vastgesteld. De van gemeentewege verzamelde en vast gestelde gegevens mogen evenwel niet het vermogen der schoolgeldplichtigen betref fen. De vrijheid van handelen ten aanzien van de schoolgeldheffing, die hier aan de gemeentebesturen gegeven wordt is niets meer dan een gebaar, zij het dan ook een sierlijk gebaar. Geen enkel gemeentebe stuur zal er aan denken om ten behoeve van de schoolgeldheffing een aparten dienst in het leven te roepen om de inkomsten der schoolgeldplichtigen vast te stellen Nog de zer dagen schreven B en W. van den Haag in een aan den Gemeenteraad uitgebracht rapport: „Het van gemeentewege vaststel den van het inkomen der schoolgeldplich- „tigen zou zulke groote kosten voor de ge- „meente medebrengen, dat daaraan niet „kan worden gedacht. Hoewel de school- „.geldtarieven dus niet meer op het inkomen „zullen worden gegrond maar op belasting- „bedragen, staat in de gegeven omstandig heden geen andere weg open dan de „schoolgeldtarieven in het vervolg op de „gemengde hoofdsom te baseeren". Verder heeft de jongste wijziging der lager onderwijswet ons nog een nieuwig- heidje op hei gebied van schoolgeldheffing gebracht. In de schoolgeldverordening kan ni. worden bepaald, dat ten aanzien van sommige groepen van schoolgeldplichtigen schoolgeld verschuldigd is, telkens zoolang het inkomen over een week, een maand of een ander tijdvak dan een jaar, een bepaal de grens overschrijdt. De verordening om schrijft dan die groepen en de wijze, waar op het inkomen over zoodanig tijdvak wordt bepaald. Bij de totstandkoming van evenvermelde wettelijke bepaling had men blijkbaar die groepen der bevolking op het oog, die een gedeelte van een jaar of bij tusschenpoozen in loondienst werken en dan worden geacht in staat te zijn om schoolgeld te betalen. Uiteraard is in den critieken tijd waarin wij leven deze groep vooral ten platte lande zeer groot. Of er evenwel veel animo bij de gemeentebesturen zal zijn om het schoolgeld te heffen naar een bepaald inkomen per week, betwijfelen wij. Niet alleen dat de gemeentebesturen de daar voor benoodigde gegevens zelf zullen moe ten verzamelen, maar tevens dient er op te worden gelet, dat de schoolgeldregeling ■per week de andere schoolgeldregeling, welke gebaseerd is op andere gegevens niet mag kruisen, hetgeen twijfel zou doen ry- zen omtrent de vraag, welke regeling in een bepaald geval zou moeten worden toe gepast. Wat de gezinsreductie bij de schoolgeld heffing aangaat, deze werd tot heden veel vuldig toegepast en van hooger hand ge- sanctionneerd, ofschoon een wettelijke be paling, die daartoe bevoegdheid verleende, ontbrak. Thans evenwel is de gezinsreductie uitdrukkelijk in de lager onderwijswet op genomen in art. 65 dier wet, dat luidt: „In de verordening tot heffing van schoolgeld „kan worden bepaald, op welke wijze ver hinderd schoolgeld geheven wordt, hetzij „wegens het in hetzelfde jaar bezoeken van „een lagere school door meer dan één kind V De Bisschoppen en de N.S.B. In het orgaan van den Kring Leiden van de N.S.B. wijdt iemand, die onderteekent met „Uw K r i n g 1 e i d e r", een beschou wing aan het jongste Schrijven van het Ne- derlandsch Episcopaat inzake de N.S.B. Wij zullen er niet veel van zeggen. Aan het slot van het artikel lezen we dit: Katholieke priesters en marxistische dominé's strijden broederlijk tegen de N.S.B. Doch al verzaken zij hun wer kelijk en plicht, wy zullen dit niet doen. Wij zullen volharden en volhouden. Dit is de geest van het artikel! Katholie ke priesters verzaken hun werkelijken plicht, beslist de „Kringleider"! Bedoeld zijn hier klaarblijkelijk op de eerste plaats de Bisschoppen, die in hun Schrijven aan geestelijkheid en geloovigen optreden gelijk zy het zeggen als „Herders uwer zielen, die diep Onze verantwoordelijkheid gevoelen". Katholieke lezers van genoemd N.S.B.- orgaan, tot u spreekt „Uw Kringlei- der" en tot U spreken Uw Bisschop pen in dit heeft de heer Mussert te recht geconstateerd een gewetens zaak!.... Meer willen wij er niet van zeggen. De wereld in vogelvlucht Wij schreven gisteren, dat het met Chi- neezen-gevechten gewoonlijk nogal los loopt. Een Chinees houdt van grootspraak en dik-doenerij, maar heldhaftig is hij al leen maar met zijn mond. Sneven voor het vaderland laten ze liever aan ande ren over. Zoo zijn de troepen van Kanton met groot lef opgetrokken tegen de Japanners. De weg was gelukkig nogal lang, zoodat het nog een heelen tijd kon duren voordat zij werkelijk Japanners tegen kwamen. Maar inmiddels vieien zij binnen in de provincies, welke onder het bestuur staan van de Nanking-regeering en zij hoopten op versterking van hun aanhang. De Nan- kin-regeering was evenwel niet van plan om zich op sleeptouw te laten nemen en nam een grimmig-vastberaden houding aan. Legers werden gesljurd en toen deze si enden tegenover d.e Kantonneezen, wer den gauw de neuzen geteld. Het bleek, dat de Nanking-troepen sterker waren dan de Kanton-troepen en derhalve trok ken de Kantonneezen maar weer terug. De beweging is alweer dood geloopen. In Frankrijk schijnt de stakingsbewe ging nu ook te verminderen. Afgeloopen is zij nog wel niet, maar de spanning der laatste dagen is verdwenen. De regeering- Blum schijnt nu ook besloten te zijn, om krachtiger te gaan optreden tegen de sta kers, wier actie ook werkelijk de spuiga ten uitliep. Het was tenslotte een ware chaos geworden. In de Kamer is het ontwerp van de 40- urige werkweek er door gejaagd en naar het zich laat aanzien, zal de we er ook in den Senaat wel doorkomen. Wij zullen de werking van dezen maatregel in de practijk moeten afwachten. Maar, gezien den economischen toestand van Frankrijk, verwachten wij er niet veel goeds van. „uit hetzelfde gezin, hetzy in verband met „het aantal kinderen, tot het gezin behoo- „rende, hetzy wegens beide". Ten slotte de beantwoording van de vraag, wanneer de plaatselijke schoolgeld verorde ningen aan de nieuwe wettelijke bepalingen moeten zijn aangepast. Bij circulaire van 7 Mei j.l. heeft de Minister van Binnenland- sche Zaken aan de gemeentebesturen mede gedeeld, dat bestaande schoolgeldverorde ningen van kracht blijven tot dat zij zijn in getrokken of bij speciale wet zijn vernie tigd. De Minister is voornemens de vernie tiging te bevorderen van alle thans bestaan de schoolgeldverordeningen, die op 1 Sep tember 1937 niet door andere zijn vervan gen. De Minister geeft voorts den gemeen tebesturen in overweging om ten einde de administratieve werkzaamheden zoo vlot mogelijk te doen verloopen de nieuw vast te stellen verordeningen in werking te doen treden met ingang van een nieuw schoolgeld]aar. De gemeenten, waar het schoolgeldjaar op 1 September aanvangt, doen goed met zorg te dragen, dat de nieuwe schoolgeld verordening op 1 Sep tember 1936 kan in werking treden. Noordwijkerhout. Van Ierse 1. WAT ANDERE BLADEN SCHRIJVEN MIDDENSTANDERS HALEN HET CADEAUSTELSEL BINNEN... De T ij d schrijft: „Bij de talrijke en groote moeilijkheden, waarmee de middenstand in dezen tyd te kampen heeft, voegt zich geleidelijk een nieuwe: de werkzaamheid der spaarzegel- kassen, kortingsinstituten en hoe derge lijke ondernemingen mogen heeten. Bij hun groote verscheidenheid in naam en systeem immers nebben deze instituten één ding gemeen, zy speculeeren op de concurrentiezucht der middenstandersza ken onderling om al lachende derde met een deel van de winst te kunnen gaan strijken. Zij laten den winkelier bons koopen, die deze weer als premie aan zijn klanten uitreikt by iederen aankoop ter waarde van meer da:- een gulden. Zulke bonds geven den klant een aandeel In een lot van de Staatsloterij of kans op andere aardigheden. Valt op de loten van de on derneming een prijs, dan deelt zij dezen met den klant. De winkelier, die de bons heeft betaald, kan toezien, hij krijgt niets! Onaangenaam doen zulke zaken aan, vooral in dezen tijd. En het valt toe te juichen, dat het hoofdbestuur der diocesa ne Haarlemsche Hanze het initiatief heeft genomen tot de bestudeering van dit euvel gelijk het op de Centrale Raads vergadering in Den Haag meedeelde. De activiteit van ddt bestuur te dezen aan zien zal ongetwijfeld door vele middenstan- ders-in-nood met "ankbaarheid worden be groet. Doch intusschen: Zij mogen niet uit het oog verliezen, dat de diepste oorzaak waarom zulke onderne mingen kunnen slagen ligt bij den midden stand zelf. De voorzitter der Centrale Raadsverga dering sprak naar aanleiding van den steun dien sommige winkeliers nog steeds ver- leenen aan inkoopcombinaties, coöperaties, warenhuizen enz. de vijanden van hun eigen stand enkele woorden, die óók op deze kwestie slaan. Talrijke middenstan ders zijn nog te zeer doorgefourneerde in dividualisten, zien nog veel te eenzijdig naar hun eigen belang van vandaag aan den dag alléén, om zulken steun na te laten uit solidariteitsoverwegingen. Wat is het systeem der spaargeldkassen anders dan een verkapte vorm van ca deau-stelsel? Een cadeaustelsel, door den middenstand zelf in zijn winkels binnen gehaald uit puren angst achterop te raken als soms een „concurrente" lees een standgenoot er eerder bij zou zijn om zulke bons te geven, die het publiek trek ken. Het krachtigste middel tegen zulke on dernemingen is de solidariteit van den mid denstand zelf. Zal men dat inzien?" Dit nummer bestaat uit vijf bladen, w.o. geïllustreerd Zondagsblad. VOORNAAMSTE NIEUWS BUITENLAND. Van Zeeland heeft een nieuwe opdracht tot kabinetsformatie aanvaard (2de blad). De veerfig-urlge werkweek door de Fransche Kamer aangenomen (2de blad). De stakingsbeweging in Frankrijk schijnt af te nemen (2de blad). Het enthousiasme der Kantonneezen is plotseling gezakt Zij trekken terug (2de blad). BINNENLAND. Inciftmten bij de N.S.B.-colportage te Amsterdam (Gem. Ber., 3de blad). Twee dooden bij mijnongeluk te Heer- lerheide (Gem. Ger., 3de blad). Een bezoek aan gehakt-in-blik-fabriek te IJmuiden. (2de blad). De staking in het visscherij-bedrijf breidt zich uit. Optreden der regeering. (2de blad). SPORT EN WEDSTRIJDEN. De eerste dag der Hollandia-roeiwed- strijdfen sportief geslaagd (3de blad). DE GLASFABRIEK LEERDAM. Mogelijkheid van een beslissing in voor het bedrijf gunstigen zin. Naar het Algemeen Nederlandsch Pers bureau verneemt zijn de bewindvoerders van de glasfabriek Leerdam in de gelegen heid gesteld, de fabrieken nog één week aan den gang te houden. Het is zeer waar schijnlijk, dat vóór het einde van de vol gende week een definitieve beslissing in zake het al of niet doorwerken der fabrie ken zal kunnen worden genomen. Tevens bestaat er aanleiding om te veronderstel len, dat die beslissing, voor de glasfabriek Leerdam in gunstigen zin zal luiden. K. H. Prinses Juliana bij aankomst aan de Philips Kleuterschool te Eindhoven, ar Zij Vrijdr de jaarvergadering van het Nederlandsche Roode Kruis presi deerde

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 1