WOENSDAG 10 JUNI 1936 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 7 HET BISSCHOPPELIJK SCHRIJVEN OVER DE N.S.B. Het jongste nummer van „Nederlandsche Katholieke Stemmen" bevat een beschou wing naar aanleiding van de bisschoppelij ke documenten over de N.S.B. Genoemd tijdschrift is bestemd voor priesters. De redactie van het artikel houdt natuurlijk hiermede rekening. Overname van dit artikel in de pers voor lezers, die niet gewoon zijn, dergelijke verhandelin gen te lezen, brengt, naar onze bescheiden meening, geen verduidelijking of ophelde ring, als er geen commentaar op dit com mentaar wordt gegeven. Wij willen daarom de bladen, die wel tot overname hebben be sloten, niet navolgen. CENTRALE RAAD VAN DE HANZE BISDOM HAARLEM. (Vervolg). Aan de orde was de verkiezing van een hoofdbestuurslid in de vacature P. Luyckx. Gekozen werd de heer V. Keysper, Vice- voorzitter van de Hanze te Alkmaar, voor zitter van de Federatie Holland's Noor derkwartier. Aan de orde kwam o.m. een voorstel van S a s s e n h e i m om er by de regee ring op aan te dringen de zeer zwaar druk- kendes personeele belasting op de hotel-, café- en restaurantbedrijven te verlagen. Van hoofdbestuurszijde werd erop gewe zen, dat de regeering deze kwestie heeft verlegd naar de gemeentelijke bevoegd heid. Alleen via gemeentebesturen is in dezen resultaat te bereiken. Aan Sassen- heim werd geadviseerd, zich in verbinding te stellen met den vakbond. De Centrale Raad zal een eventueele actie gaarne steu nen. De afdeeling Hazerswoude stelde voor, stappen te doen, die ertoe kunnen leiden, dat verboden wordt aan de Holland- sche Maatschappij van Landbouw, aan Coöperatieve Graanmaalderijen en derge lijke lichamen het verkoopen van alle mo gelijke artikelen, welke feitelijk buiten hun bedrijf vallen. Deze kwestie heeft reeds de voortdurende aandacht van het hoofdbestuur. Via den Nederlandschen R. K. Middenstandsbond wordt doorloopend in de gewenschte richting gewerkt. De Hanze te Leiden verzocht het hoofdbestuur de noodige stappen te doen ten einde te bereiken, dat verschillende inkoopcombinaties der vakafdeelingen al leen die artikelen gecombineerd inkoopen, die grondstof- of verkoopartikelen vormen voor hun bedrijf. Het bestuur verwacht eventueele klachten ten deze te mogen ontvangen. De N. R. K. M. is dan gaarne bereid, een en ander met de betrokken in- koopvereeniging te bespreken. De heer J. Bakker, directeur van het Diocesaan Hanze-Bureau, sprak een pro- pagandawoord tot steun van een georgani seerde loterij ten bate van het diocesaan voorschot instituut (ten bate van den klei nen middenstand). De loterij zal den naam dragen van Lodivo en zal 30.000 loten tel len k f 1.00. De heer Peters uit Amsterdam, leider van het Voorschotinstituut, heeft het be toog van den heer Bakker ondersteund. In antwoord op eenige gestelde vragen deelde de voorzitter mede, dat wanneer niet spoedig tastbaar resultaat bereikt wordt bij de regeering ten aanzien van steun aan den kleinen middenstand, alle katholieke middenstanders zullen worden opgeroepen tot een demonstratieve bijeen komst. Drs. H. L. Jansen, adjunct-directeur van het Bureau van den Nederlandschen R.K. Middenstandsbond, heeft hierna een in leiding gehouden over het onderwerp: „vestigingseischen en behoefte-element.", in verband met het aanhangige wetsontwerp. Spr. wees erop, dat dit ontwerp een stuk ordening brengt, daar waar de midden stand die zelf wil. De gedachte, om een overwegende plaats in te ruimen voor de organisaties, juichte spreker toe. Den Middenstandsraad achtte spr. niet het juiste orgaan om advies uit te brengen omtrent v^tigingseischen. Beter zou zj. in deze taak zijn toevertrouwd aan een com missie. Het is goed, dat uitbreiding van zaken tevens onder de wet valt. Dit kan tegen gaan het tegenwoordig hand over hand toe nemen van het grijpen naar eens anders branche. Wat nu betreft het behoefte-ele ment, dit wordt in het ontwerp gemist. Toch zou ook met inschakeling van dit element de wet de eerste jaren weinig kunnen be- teekenen voor den middenstand, omdat niets anders gebeurt, dan het bevriezen van den bestaanden toestand. Bij de hantee ring van het behoefte-element zullen maat schappelijke overwegingen echter moeten meespreken. Dit maakt die hanteering moeilijk. Er is geen waarborg, dat die han teering plaats zal hebben in het belang van den middenstand. Spr. meende ook, dat een bepaalde maatstaf voor de beoordee ling van het behoefte-element ontbreekt. Practisch is de gedachte dan ook onuit voerbaar. Beter acht spr. een repressief be hoefte-element, waarbij plaatselijk den toe stand bevroren wordt en de vestiging in een bepaald bedrijf plaatselijk wordt stop gezet. Spr. kwam tot de conclusie, dat men het ontwerp niet moet onderschatten. Het werkt er toe mede, het middenstandsbedrijf op hooger peil te brengen en het te verlos sen van de franje, de beunhazen. Ten slotte brengt het ontwerp weer wat ideëelen zin in het organisatorische bedrijfsleven. Na deze rede kwamen aan de orde voor stellen van afdeelingen om den centralen raad uitspraak te laten doen in zake het behoefte-element. Het prae-advies van het hoofdbestuur luidde in den geest van het door den inleider gesprokene. Een beslissing dienaangaande nam do Centrale Raad niet. De vergadering werd hierop gesloten. WAARDEEREND OORDEEL OVER DE NEDERLANDSCHE ROODE KRU1S- AMBULANCE IN ETHIOPIë Door den Franschen gezant in Ethiopië werd onder dagteekening van 24 April j.l. aan den Minister van Buitenlandsche Za ken een schrijven gericht van den navol genden inhoud: Excellentie, Op het oogenblik, waarop de Nederland sche Roode Kruis-missie Ethiopië defini tief verlaat, acht ik' het mijn plicht de aan dacht van Uwe Excelyentie te vestigen op de zeer belangrijke dienst, die dr. Winckel en medewerkers hebben bewezen door de vervulling van hun menschlievend werk. De Nederlandsche missie zag zich ge plaatst voor een uiterst moeilijke taak, waarvan zij zich met groote verdienste ge kweten heeft, temeer daar zij gedwongen was te arbeiden onder buitengewoon moei lijke omstandigheden en bij een leger, dat verstoken was van zelfs den meest primi tieven geneeskundigen dienst. Door de zelfstandige organisatie, die de missie zelfs tot het einde van haar ver blijf heeft weten te handhaven, hebben alle tot oordeelen bevoegde personen hun be wondering kunnen uitspreken over de toe wijding en kunde van dr. Winckel en zijn Hollandsche kameraden. Van de verschillende vreemde Roode Kruis missies heeft de Nederlandsche mis sie zonder twijfel zijn diensten aan het grootste aantal zieken en gewonden kunnen bewijzen. Nederland mag het zich tot een eer re kenen, dat door de inspanning harer leden en door hetgeen door hen bereikt is, de missie er toe heeft medegewerkt, dat het Ethiopische volk het beter heeft, leer en kennen en waardeer en. Dr. Winckel en de geneeskundigen, zoo wel als de verplegers, die hem vergezel den, hebben voortdurend bewijzen gege ven van ijver en moed. Slechts door den drang der omstandigheden werden zij ge dwongen de voorposten, die zij hadden in gericht en ten slotte ook Dessie te ontrui men, waar op den dag zelf, waarop deze stad bezèt werd, nog sommigen van hen zich bevonden. Het Italiaansche leger rukte voorwaarts en terwyl de Ethiopische troepen voor hen werden opgerold, vormden zich benden van roovers en opstandelingen, die het land onveilig en den verderen ambulance- arbeid ten eenenmale onmogelijk maakten. Onder deze omstandigheden werd de te rugtocht van de missie volstrekt noodzake lijk. Ik wil niet eindigen zonder een per soonlijke hulde te brengen aan de bijzon dere mate van plichtsgevoel en mensch- lievendheid, waarvan dr. Winckel blijk heeft gegeven gedurende de vier maanden, waarin hij als leider van de missie is op getreden. NIEUWE ALGEMEENE MAATREGELEN VAN BESTUUR VOOR HET NIJVERHEIDSONDERWIJS. Onder dagteekening van 28 Mei 1936, Staatsbladen nos. 364 en 365, zijn, met in trekking van vroegere Koninklijke Be sluiten twee nieuwe Koninklijke Beslui ten verschenen, betreffende de Ny verheids- onderwijswet. De besluiten van 1921 waren verouderd, het was noodig, de betreffende bepalingen beter te doen aanpassen aan de eischen van de practijk en de thans op het gebied van de huisvesting van Nijverheidsscholen heerschende toestanden, denkbeelden en methoden, ook in financieel en economisch opzicht. Beide besluiten zijn geheel nieuw opge zet, de redactie is op vele punten verbe terd en verduidelijkt. In het algemeen is bij de indeeling, de wijze van redactie en de nomenclatuur aansluiting gezocht bij die van de in 1935 tot stand gekomen nieuwe algemeene maatregelen van bestuur tot uitvoering van de nijverheidsonderwijswet, te weten: het bevoegdhedenbesluit, het rechtsposi tiebesluit en het salarisbesluit n.o. 1935. Het subsidievoorwaardenbeslnit N. O. 1936. In dit besluit (Staatsblad no. 364) zijn nader vastgesteld de voorwaarden, onder welke aan rechtspersoonlijkheid bezitten de instellingen en vereenigingen en aan gemeenten ten behoeve van de door haar in stand gehouden Nijverheidsscholen uit 's Rijks kas subsidie wordt verleend, als mede voorschriften gegeven omtrent de vaststelling en berekening van het verdrag der vergoeding, bedoeld in het vierde lid van artikel 25 der Nijverheidsonderwijs wet. Ter wille van de overzichtiglijkheid is de stof anders gerangschikt en in drie hoofdstukken ingedeeld. Het eerste hoofdstuk, houdende de sub sidievoorwaarden, voorziet in eenige leem ten op administratief gebied (bijv. de be paling, dat van schorsing en van overlij den van leden van het personeel mededee- ling moet worden gedaan aan den Minis ter van Onderwijs, Kunsten en Weten schappen). Het tweede hoofdstuk bevat voorschrif ten voor de berekening van de door „bui tengemeenten" te betalen vergoedingen aan de gemeente, waar de school is ge vestigd. Deze voorschriften brengen niet een materieele wijziging in de berekening van die bijdragen, doch stellen de in den laatsten tijd geldend geachte criteria dui delijker en eenvoudiger dan in het oor spronkelijke besluit. Hierdoor wordt de mogelijkheid van verschil van opvatting over de interpretatie tusschen de belang hebbende gemeentebesturen geringer dan tot dusverre. Hoofdstuk 3 bevat als slotbepaling, dat het besluit in werking treedt met ingang van 1 September 1936 en dat het kan wor den aangehaald onder den titel „subsidie- voorwaardenbesluit N. O. 1936". Bouwbesluit N. O. 1936. In dit besluit zyn nadere algemeene re gelen vastgesteld omtrent den bouw en de inrichting van de wettelijk gesubsidieerde nijverheidsscholen, en omtrent de aantal len leerlingen, die daarin mogen worden toegelaten. De indeeling in hoofdstukken en een in houdsopgave kunnen het overzicht over het geheel vergemakkelijken. De indertijd in overleg met den Rijks gebouwendienst opgestelde voorwaarden voor de goedkeuring van bouwplannen voor gesubsidieerde Ny verheidsscholen en de op gelijke wijze ontstane algemeene normen voor de afmetingen van teeken en theorielokalen voor deze scholen zijn in het nieuwe besluit opgenomen. Verder was het noodig, in het besluit voorschrif ten op te nemen ter voorkoming van brandgevaar en ter bevordering van de veiligheid in geval van brand, alsmede be palingen, welke waarborgen, dat zooveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van Ne derlandsche arbeidskrachten en van pro ducten en materialen van Nederlandsch fabrikaat en (of) Nederlandschen oor sprong. Ook is rekening gehouden met de door de hoofdcommissie voor de normalisatie in Nederland uitgegeven voorschriften. Hoofdstuk 1 bevat algemeene bepalin gen, nl. definities en aanduidingen en een artikel, dat de strekking heeft, de uitga ven te beperken. De hoofdstukken 2 en 3 behandelen in tydsorde de verschillende phasen, maat regelen en handelingen, welke achtereen volgens aan de orde komen in de tijdper ken ter voorbereiding en tijdens de uit voering van het werk. Deze bepalingen geven den gang van zaken weer, zooals die zich in de practijk in deze gevallen ge leidelijk heeft ontwikkeld. Hoofdstuk 7 geeft de slotbepalingen en de financieele afrekening betreffende het werk. Hoofdstuk 5 vormt de kern van het besluit, aangevend de verschillende eischen, waaraan het terrein, de schoolge bouwen en de inrichting behooren te vol doen. De rangschikking is stelselmatig ge schied en er is rekening gehouden met verschillende schooltypen. Hoofdstuk 6 bevat de bepalingen ter voorkoming van brandgevaar en ter bevor dering van de veiligheid in geval van brand. Hoofdstuk 7 geeft de slotbpalingen en handhaaft het beginsel, volgens hetwelk de minister van onderwijs, kunsten en weten schappen in bijzondere gevallen ontheffing kan verleenen van een of meer bepalingen van dit besluit. Verder is bepaald, dat dit besluit in wer king treedt op 1 September 1936, en kort heidshalve kan worden aangehaald onder den titel „bouwbesluit N. O. 1936." DE GRONDWETSHERZIENING. Naar gemeld, is het rapport van de staats commissie voor de partieele herziening van de grondwet gisteravond vastgesteld. Ter aanvulling van dit bericht kan de „N. R. Crt." nog het volgende melden: De minderheid der Staatscommissie ver zet zich tegen het voorstel tot verzwakking van de drykpersvryheid. De minderheid kan niet accoord gaan met de h.i. te draconische maatregelen, welke in overweging worden gegeven ten aanzien van revolutionaire volksvertegenwoordi gers. Wel is de gansche commissie tegen obstructie gekant, hetgeen o.a. blijkt uit het voorstel, artikel 107 der Grondwet, krachtens welke bepaling reeds één lid bij stemmingen hoofdelijke oproeping kan eischen, te wijzigen. Voorts betreft het meeningsverschil, voorzoover het in nota's tot uitdrukking komt, de vraag met welk bedrag de scha deloosstelling der Tweede Kamerleden (die overigens niet in die mate in de Grondwet gefixeerd zal blijven als tot dusver het geval was) zou kunnen worden vermin derd, en de instelling van het instituut van staatssecretarissen (onder-ministers). De meerderheid der staatscommissie geeft (behoudens mogelijkheid van wijzi ging zonder grondwetsherziening bij ge kwalificeerde meerderheid) aan en schade loosstelling van ƒ4000, de minderheid aan een schadeloosstelling van 4500 de voor keur. Uiteraard kan uit de verhouding van minderheid en meerderheid niet de conclu sie worden getrokken, dat in de beide dee- len der volksvertegenwoordiging hiervan een trouwe afspiegeling te zien zal zijn. Niet alle zes groote fracties zijn daar even machtig, ook vertegenwoordigers van an dere richtingen maken daarvan deel uit, en daar hebben geen ministers stemrecht, terwijl in de Staatscommissie, naast telkens twee vertegenwoordigers van de zes groot ste partijen, ook de ministers van binnen- landsche zaken en van justitie stem in het kapittel hadden. De verhoudingen liggen dus in de Staten-Generaal eenigszins an ders, geheel afgezien van het feit, dat bij tweede lezing in de nieuwe Kamers twee derden der uitgebrachte stemmen vereischt zijn. Het rapport behandelt ook de kwestie van artikel 194 der Grondwet (verordenen de bevoegdheid van nieuwe organen). Van een derde Economische Kamer, wil de meer derheid der commissie niets weten. Vermoedelijk zal het rapport spoedig worden gepubliceerd. Het baconcontract. Gelijk bekend is, loopt het baconcontract met ingang van 1 «Juli automatisch af. Naar wij vernemen, overweegt de Regee ring thans de vraag, of en, zoo ja, in hoe verre er aanleiding aanwezig kan worden geacht om tegemoet te komen aan bezwa ren, tegen de vigeerende rezeling geuit. RAADSADVISEUR BIJ DE DIRECTIE VAN LANDBOUW. Minister Deckers geeft nadere inlichtingen. In een nota naar aanleiding van het ver slag der Tweede Kamer over een wetsont werp tot wyziging van hoofdstuk X der Ryksbegrooting voor 1935, deelt mi nister Deckers mede, dat de in het voorloo- pig verslag ter sprake gebrachte raadsad viseur van 1911 tot 1921 in 'sryks dienst is geweest en in de oorlogsjaren o.m. be last was met de leiding van de crisisafdee- lingen, Volksvoeding en melk- en melk productenvoorziening. Op grond van het voortreffelijke werk, door hem in de oorlogsjaren als ambtenaar verricht, deed de regeering in 1932 een be roep op den betrokkene met verzoek zich met de leiding van de Crisis-Zuivel-Cen- trale te willen belasten. Per 1 Juli 1932 werd hij benoemd tot regeringscommissa ris voor de hulpverleening aan de melk veehouderij in vasten dienst, waardoor hy als zoodanig automatisch opnieuw pen sioengerechtigd ambtenaar werd in ver band waarmede by latere pensioneering hem een eenigszins behoorlijk pensioen ver zekerd werd. In zijn hoedanigheid van regeringscom missaris genoot hy een jaarwedde van 12.000.Tevens trad hij aanvankelijk op als voorzitter van de Crisis-zuivelcen- trale, waarbij hij ook feitelijk de directeurs functie bekleedde, zonder daarvoor nadere vergoeding te ontvangen. Hij heeft voor de Crisis-zuivelcentrale de richtlijnen aangewezen, die ook thans nog worden gevolgd. De regeering heeft ge meend, dat er niet voldoende aanleiding was dezen verdienstelijken amtenaar op wachtgeld te stellen, dpch dat het aanbe veling verdiends te kunnen blijven be schikken over zijn werkkracht en ervaring op economisch gebied, met name inzake crisisaangelegenheden. Met het oog hierop werd hem per 1 December 1935 op zijn ver zoek eervol ontslag verleend als regee- ringscommissaris, terwijl hij tegelijkertijd werd benoemd tot iraadsadviseur bij de di rectie van de Landbouw van het departe ment van Landbouw en Visschery. Zijn taak als raadsadviseur zal een twee ledige zijn. Eensdeels zal hij belast zyn met de bestudeering van en het advisee- ren omtrent algemeene landbouw-economi- sche vraagstukken in verband met de cri sis, zoowel betreffende het binnenland als het buitenland, terwijl hij bovendien zich bezig zal houden met het te boek stellen en het leiding geven aan de teboekstelling van een documentaire geschiedenis van de crisiswetgeving in haar geheel. Zijn groote ervaring en persoonlijke eigenschappen ma ken hem voor de vervulling van de bedoel de tweeledige taak bijzonder geschikt Gelet, op de opgedragen arbeid, alsmede op hetgeen de betrokkene eerst in het par ticuliere bedrijf en later als regeerings- commissaris aan inkomen genoot, acht de minister het thans toegekende salaris waarop, evenals op de overige rijkssalaris sen met ingang van 1 Januari j.l. vijf pet. werd gekort, een redelijke bezoldiging. VEROUDERDE BRUGGEN IN ZUID-HOLLAND. Rijksweg LeidenUtrecht voor zwaar vrachtverkeer onbruikbaar. Een onhoudbare verkeerstoestand is sinds korten tijd geschapen, doordat de drukke rijksstraatweg LeidenUtrecht voor het zware vrachtverkeer gesloten is. De her stellingen aan de beide ophaalbruggen by Gouwsluis te Alphen a. d. Rijn, welke dit jaar reeds tot tweemaal toe moesten wor den aangebracht, hebben bewezen, dat deze beide overgangen over de Gouwe in ge noemden rijksweg niet meer aan de eischen van het moderne verkeer beant woorden. Reeds jaren bestaan er bij den Rijks waterstaat plannen om deze beide museum stukken, die ongeveer 50 jaar oud zijn, te vervangen door een nieuwe brug, welke eenige honderden meters zuidelijker zal komen te liggen en waardoor dan ook de rijksstraatweg zal worden omgelegd. Tot dusver bestaat er nog geen enkel uitzicht, dat deze plannen spoedig zullen worden verwezenlijkt. De beide verouderde brug gen zullen het zeker nog eenige jaren moe ten uithouden en om niet al te veel van hun krachten te vergen, is men kortgele den overgegaan tot het instellen van een passeerverbod voor motorrijtuigen met een zwaardere wielbelasting dan 1500 K.G. In de practijk komt dat dus hierop neer, de vrachtwagens van meer dan 6 ton laad vermogen geen gebruik meer zullen kun nen maken van den rijksstraatweg Leiden Utrecht. Dat het den autoriteiten ernst is met dit verbod moge blijken uit het feit, dat de rijkspolitie streng op de naleving let, hetgeen o.m. aan het einde van de vo rige week tot gevolg had, dat in enkele uren tijds niet minder dan 14 processen verbaal tegen verschillende vrachtautobe stuurders werd opgemaakt. Daarmee is de onhoudbare toestand, waarvan wy hierboven gewaagden, wel voldoende aangetoond. Het zware vracht verkeer tusschen Den Haag en het Oosten en Noorden van het land, dat vroeger voor een deel gebruik maakte van den ouden weg GoudaDen Haag, zag zich hiervan verdreven, doordat de brug bij Zevenhui zen voor een hoogere wielbelasting dan 1500 K.G. moest worden gesloten. Men was dus den laatsten tijd geheel aangewezen op den rijksweg LeidenUtrecht, doch nu ook de Gouwsluische bruggen gesloten zijn, zal men dus voortaan om Den Haag en Lei den te bereiken een omweg van tientallen kilometers moeten maken via Gouda en Rotterdam. Vrachtwagens van meer dan 6 ton laad vermogen behooren tegenwoordig waarlijk niet meer tot de zeldzaamheden. Ook de in dustrie in de Rijnstreek maakt er herhaal- JOZEF, BLIJF EENVOUDIG! Eenige Nederlander® brachten een maand geleden een bezoek aan een schouwburg te Berlyn. Toen zy er ^goed en wel gezeten waren, gingen de lichten half uit en kwam de heer Goering binnen met zyn vrouw, die een diadeem droeg vol paarlen, welke schitterden in het halfdonker. Even daarna gingen de lichten weer uit en trad de heer Jozef Goebbels binnen, ook vergezeld van een vrouw (hy is ge scheiden en zoogenaamd hertrouwd) met een prachtigen diadeem. Opeens klonk een stem door de zaal: „Joseph bleibe einfach". De lichten vlogen aan; een politieman sprong op het tooneel en vroeg den dader zich te melden- Er kwam niemand. Toen vroeg hy, dat de buren van den schuldige zich zouden be kend maken. Er kwam weer niemand. Daarop werd de benedenzaal ontruimd en moesten allen, die op de galery zaten daar was de stem vandaan gekomen een zeer nauwkeurige controle ondergaan. Er is natuurlijk niets van in de Duitsohe kranten gekomen. Heerlijk land! „De Opmarsch". delyk gebruik van, doch om de daar ge vestigde fabrieken van Utrecht te kunnen bereiken, is er dus geen andere mogelyk- heid dan dat men zijn weg kiest over Gouda RotterdamDen HaagLeiden. Naar wy vernemen, heeft een en ander ook reeds de aandacht getrokken van het bestuur van de Kamer van Koophandel voor Rijnland, dat zich, naar verwacht mag worden, bin nenkort tot den minister van Waterstaat zal wenden. DE OPENING VAN DE MOERDIJKBRUG Half November a.s. De burgemeester van Breda heeft by de opening van het kantoor van den A. N. W. B. aldaar, op 4 Januari jl. de hoop uit gesproken, dat de Kon. Ned. Toeristenbond by de openstelling van de Moerdykbrug zou zorgen, dat een groot aantal automo bilisten en andere weggebruikers van de nieuwe verbinding gebruik maken, om Breda te komen „overrompelen". Als gevolg hiervan heeft de A. N. W. B. den burgemeester van Breda aangeboden, ter gelegenheid van de openstelling van de Moerdykbrug, welke half November van dit jaar kan worden verwacht, een stertocht voor alle vormen van toerisme daarheen te organiseeren, op overeenkom stige wyze als op 16 Juni a.s. by de ope ning van de Waalbrug te Nijmegen zal ge schieden. RECHTZAKEN GERECHTSHOF TE 'S-GRAVENHAGE. Het Hof heeft heden het vonnis van den Haagschen politierechter bevestigd, waar- by J. A. L- M., wegens opruiing is veroor deeld tot een geldboete van 30.subs. 60 dagen. M. had, toen een troep militairen uit Leiden hem naby den Haagschen Schouw passeerde, tot deze militairen geroepen: „gooi de rommel maar neer". A. J. B. uit Oegstgeest is door den Haagschen politierechter wegens overtre ding der geldschieters wet, veroordeeld tot een geldboete van duizend gulden, subs, zes maanden hechtenis. Het Hof heeft hedfn B. vry gesproken. MARKTBERICHTEN VOORSCHOTEN, 10 Juni. Vrije Veiling. Prijzen: kippeneieren 3.003.40, eenden eieren 2.803.10 per 100 stuks, kippen 0.601.10, hanen 2060 cent, konijnen 1580 cent per stuk. KOUDEKERK, RIJNDIJK, 9 Juni. Eierenveijing. Aanvoer 5010 stuks. Prijzen: kippeneieren 2.703.20, eendeneieren 2.602.80 per 100 stuks, boter 6064 cent en kaas 1422 cent per pond, hanen 10 60 cent en konijnen 0.251.00 per stuk. TER AAR, 9 Juni. Centrale Veiling. Peulen 0.551.30, doperwten 0.851.55, capucyners 1.20—1.90, tuinboonen 1 1.30 1.90, snijboonen 3.203.80, stek 1.60 2.40, Koolrabi 3.20, peen 79 cent, aardbeien 610 cent. ROELOFARENDSVEEN, 9 Juni. Groen- tenveiling. Aardbeien 710 cent per doos je, bloemkool 37 cent per stuk, sla 0.50 1.?0 per 100 krop, Peulen 3590 cent doperwten 5590 cent, capucijners 1.55 1.75, tuinboonen 1.80 per 100 kg., snij boonen 1.55—1.95, idem stek 1.101.35 per 10 pond. BOSKOOP, 9 Juni. Bloemenveiling. Rozen per bos van 10 stuks: Golden Ophe lia 6—12 cent, E.G. Hill 10—16 cent, Had- ley 1726 cent, Claudius Pernet 2033 cent, Columbia 1015 cent, Butterfly 10— 14 cent, Mac Keiler 1015 cent, Wilh. Kordes 1016 cent, Rosalandia 814 cent, Florex 1527 cent, Steward 10—15 cent. Wendland 1225 cent, Chas. P. Kilham 8 16 cent, Edith Helen 1018 cent, Aug. Noack 1015 cent, Else Poulsen 4065 cent, Gloria Mundi 4057 cent. Rosa Mundi 77 cent, Paul Grampel 20—45 cent, Ingar Ohlson 40—65 cent, Talisman 1519 cent, Pechtold 1017 cent, Ellen Poulsen 1220 cent, Str. van Nes 4060 cent, Iris 12 cent, Lathyrus 48 cent, Pioenen 20— 40 cent, Imbellatum 2030 cent, koren bloemen 7 cent, Campanula 710 cent, Clematis Prins Hendrik f 1.401.70, Beu kenblad 1320 cent, Ligustrum 10 cent, Hortensia per stuk 15 cent, Rozen per st. 1217 cent

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 7