WOENSDAG 10 JUNI 1936
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 7
HET BISSCHOPPELIJK SCHRIJVEN
OVER DE N.S.B.
Het jongste nummer van „Nederlandsche
Katholieke Stemmen" bevat een beschou
wing naar aanleiding van de bisschoppelij
ke documenten over de N.S.B.
Genoemd tijdschrift is bestemd voor
priesters. De redactie van het artikel houdt
natuurlijk hiermede rekening. Overname
van dit artikel in de pers voor lezers, die
niet gewoon zijn, dergelijke verhandelin
gen te lezen, brengt, naar onze bescheiden
meening, geen verduidelijking of ophelde
ring, als er geen commentaar op dit com
mentaar wordt gegeven. Wij willen daarom
de bladen, die wel tot overname hebben be
sloten, niet navolgen.
CENTRALE RAAD VAN DE HANZE
BISDOM HAARLEM.
(Vervolg).
Aan de orde was de verkiezing van een
hoofdbestuurslid in de vacature P. Luyckx.
Gekozen werd de heer V. Keysper, Vice-
voorzitter van de Hanze te Alkmaar, voor
zitter van de Federatie Holland's Noor
derkwartier.
Aan de orde kwam o.m. een voorstel
van S a s s e n h e i m om er by de regee
ring op aan te dringen de zeer zwaar druk-
kendes personeele belasting op de hotel-,
café- en restaurantbedrijven te verlagen.
Van hoofdbestuurszijde werd erop gewe
zen, dat de regeering deze kwestie heeft
verlegd naar de gemeentelijke bevoegd
heid. Alleen via gemeentebesturen is in
dezen resultaat te bereiken. Aan Sassen-
heim werd geadviseerd, zich in verbinding
te stellen met den vakbond. De Centrale
Raad zal een eventueele actie gaarne steu
nen.
De afdeeling Hazerswoude stelde
voor, stappen te doen, die ertoe kunnen
leiden, dat verboden wordt aan de Holland-
sche Maatschappij van Landbouw, aan
Coöperatieve Graanmaalderijen en derge
lijke lichamen het verkoopen van alle mo
gelijke artikelen, welke feitelijk buiten
hun bedrijf vallen. Deze kwestie heeft
reeds de voortdurende aandacht van het
hoofdbestuur. Via den Nederlandschen R.
K. Middenstandsbond wordt doorloopend
in de gewenschte richting gewerkt.
De Hanze te Leiden verzocht het
hoofdbestuur de noodige stappen te doen
ten einde te bereiken, dat verschillende
inkoopcombinaties der vakafdeelingen al
leen die artikelen gecombineerd inkoopen,
die grondstof- of verkoopartikelen vormen
voor hun bedrijf. Het bestuur verwacht
eventueele klachten ten deze te mogen
ontvangen. De N. R. K. M. is dan gaarne
bereid, een en ander met de betrokken in-
koopvereeniging te bespreken.
De heer J. Bakker, directeur van het
Diocesaan Hanze-Bureau, sprak een pro-
pagandawoord tot steun van een georgani
seerde loterij ten bate van het diocesaan
voorschot instituut (ten bate van den klei
nen middenstand). De loterij zal den naam
dragen van Lodivo en zal 30.000 loten tel
len k f 1.00.
De heer Peters uit Amsterdam, leider
van het Voorschotinstituut, heeft het be
toog van den heer Bakker ondersteund.
In antwoord op eenige gestelde vragen
deelde de voorzitter mede, dat wanneer
niet spoedig tastbaar resultaat bereikt
wordt bij de regeering ten aanzien van
steun aan den kleinen middenstand, alle
katholieke middenstanders zullen worden
opgeroepen tot een demonstratieve bijeen
komst.
Drs. H. L. Jansen, adjunct-directeur van
het Bureau van den Nederlandschen R.K.
Middenstandsbond, heeft hierna een in
leiding gehouden over het onderwerp:
„vestigingseischen en behoefte-element.", in
verband met het aanhangige wetsontwerp.
Spr. wees erop, dat dit ontwerp een stuk
ordening brengt, daar waar de midden
stand die zelf wil. De gedachte, om een
overwegende plaats in te ruimen voor de
organisaties, juichte spreker toe.
Den Middenstandsraad achtte spr. niet
het juiste orgaan om advies uit te brengen
omtrent v^tigingseischen. Beter zou zj. in
deze taak zijn toevertrouwd aan een com
missie.
Het is goed, dat uitbreiding van zaken
tevens onder de wet valt. Dit kan tegen
gaan het tegenwoordig hand over hand toe
nemen van het grijpen naar eens anders
branche. Wat nu betreft het behoefte-ele
ment, dit wordt in het ontwerp gemist. Toch
zou ook met inschakeling van dit element
de wet de eerste jaren weinig kunnen be-
teekenen voor den middenstand, omdat
niets anders gebeurt, dan het bevriezen van
den bestaanden toestand. Bij de hantee
ring van het behoefte-element zullen maat
schappelijke overwegingen echter moeten
meespreken. Dit maakt die hanteering
moeilijk. Er is geen waarborg, dat die han
teering plaats zal hebben in het belang van
den middenstand. Spr. meende ook, dat
een bepaalde maatstaf voor de beoordee
ling van het behoefte-element ontbreekt.
Practisch is de gedachte dan ook onuit
voerbaar. Beter acht spr. een repressief be
hoefte-element, waarbij plaatselijk den toe
stand bevroren wordt en de vestiging in
een bepaald bedrijf plaatselijk wordt stop
gezet.
Spr. kwam tot de conclusie, dat men het
ontwerp niet moet onderschatten. Het
werkt er toe mede, het middenstandsbedrijf
op hooger peil te brengen en het te verlos
sen van de franje, de beunhazen. Ten slotte
brengt het ontwerp weer wat ideëelen zin
in het organisatorische bedrijfsleven.
Na deze rede kwamen aan de orde voor
stellen van afdeelingen om den centralen
raad uitspraak te laten doen in zake het
behoefte-element. Het prae-advies van het
hoofdbestuur luidde in den geest van het
door den inleider gesprokene.
Een beslissing dienaangaande nam do
Centrale Raad niet.
De vergadering werd hierop gesloten.
WAARDEEREND OORDEEL OVER DE
NEDERLANDSCHE ROODE KRU1S-
AMBULANCE IN ETHIOPIë
Door den Franschen gezant in Ethiopië
werd onder dagteekening van 24 April j.l.
aan den Minister van Buitenlandsche Za
ken een schrijven gericht van den navol
genden inhoud:
Excellentie,
Op het oogenblik, waarop de Nederland
sche Roode Kruis-missie Ethiopië defini
tief verlaat, acht ik' het mijn plicht de aan
dacht van Uwe Excelyentie te vestigen op
de zeer belangrijke dienst, die dr. Winckel
en medewerkers hebben bewezen door de
vervulling van hun menschlievend werk.
De Nederlandsche missie zag zich ge
plaatst voor een uiterst moeilijke taak,
waarvan zij zich met groote verdienste ge
kweten heeft, temeer daar zij gedwongen
was te arbeiden onder buitengewoon moei
lijke omstandigheden en bij een leger, dat
verstoken was van zelfs den meest primi
tieven geneeskundigen dienst.
Door de zelfstandige organisatie, die de
missie zelfs tot het einde van haar ver
blijf heeft weten te handhaven, hebben alle
tot oordeelen bevoegde personen hun be
wondering kunnen uitspreken over de toe
wijding en kunde van dr. Winckel en zijn
Hollandsche kameraden.
Van de verschillende vreemde Roode
Kruis missies heeft de Nederlandsche mis
sie zonder twijfel zijn diensten aan het
grootste aantal zieken en gewonden kunnen
bewijzen.
Nederland mag het zich tot een eer re
kenen, dat door de inspanning harer leden
en door hetgeen door hen bereikt is, de
missie er toe heeft medegewerkt, dat het
Ethiopische volk het beter heeft, leer en
kennen en waardeer en.
Dr. Winckel en de geneeskundigen, zoo
wel als de verplegers, die hem vergezel
den, hebben voortdurend bewijzen gege
ven van ijver en moed. Slechts door den
drang der omstandigheden werden zij ge
dwongen de voorposten, die zij hadden in
gericht en ten slotte ook Dessie te ontrui
men, waar op den dag zelf, waarop deze
stad bezèt werd, nog sommigen van hen
zich bevonden.
Het Italiaansche leger rukte voorwaarts
en terwyl de Ethiopische troepen voor hen
werden opgerold, vormden zich benden
van roovers en opstandelingen, die het
land onveilig en den verderen ambulance-
arbeid ten eenenmale onmogelijk maakten.
Onder deze omstandigheden werd de te
rugtocht van de missie volstrekt noodzake
lijk.
Ik wil niet eindigen zonder een per
soonlijke hulde te brengen aan de bijzon
dere mate van plichtsgevoel en mensch-
lievendheid, waarvan dr. Winckel blijk
heeft gegeven gedurende de vier maanden,
waarin hij als leider van de missie is op
getreden.
NIEUWE ALGEMEENE MAATREGELEN
VAN BESTUUR VOOR HET
NIJVERHEIDSONDERWIJS.
Onder dagteekening van 28 Mei 1936,
Staatsbladen nos. 364 en 365, zijn, met in
trekking van vroegere Koninklijke Be
sluiten twee nieuwe Koninklijke Beslui
ten verschenen, betreffende de Ny verheids-
onderwijswet.
De besluiten van 1921 waren verouderd,
het was noodig, de betreffende bepalingen
beter te doen aanpassen aan de eischen
van de practijk en de thans op het gebied
van de huisvesting van Nijverheidsscholen
heerschende toestanden, denkbeelden en
methoden, ook in financieel en economisch
opzicht.
Beide besluiten zijn geheel nieuw opge
zet, de redactie is op vele punten verbe
terd en verduidelijkt.
In het algemeen is bij de indeeling, de
wijze van redactie en de nomenclatuur
aansluiting gezocht bij die van de in 1935
tot stand gekomen nieuwe algemeene
maatregelen van bestuur tot uitvoering
van de nijverheidsonderwijswet, te weten:
het bevoegdhedenbesluit, het rechtsposi
tiebesluit en het salarisbesluit n.o. 1935.
Het subsidievoorwaardenbeslnit
N. O. 1936.
In dit besluit (Staatsblad no. 364) zijn
nader vastgesteld de voorwaarden, onder
welke aan rechtspersoonlijkheid bezitten
de instellingen en vereenigingen en aan
gemeenten ten behoeve van de door haar
in stand gehouden Nijverheidsscholen uit
's Rijks kas subsidie wordt verleend, als
mede voorschriften gegeven omtrent de
vaststelling en berekening van het verdrag
der vergoeding, bedoeld in het vierde lid
van artikel 25 der Nijverheidsonderwijs
wet.
Ter wille van de overzichtiglijkheid is
de stof anders gerangschikt en in drie
hoofdstukken ingedeeld.
Het eerste hoofdstuk, houdende de sub
sidievoorwaarden, voorziet in eenige leem
ten op administratief gebied (bijv. de be
paling, dat van schorsing en van overlij
den van leden van het personeel mededee-
ling moet worden gedaan aan den Minis
ter van Onderwijs, Kunsten en Weten
schappen).
Het tweede hoofdstuk bevat voorschrif
ten voor de berekening van de door „bui
tengemeenten" te betalen vergoedingen
aan de gemeente, waar de school is ge
vestigd. Deze voorschriften brengen niet
een materieele wijziging in de berekening
van die bijdragen, doch stellen de in den
laatsten tijd geldend geachte criteria dui
delijker en eenvoudiger dan in het oor
spronkelijke besluit. Hierdoor wordt de
mogelijkheid van verschil van opvatting
over de interpretatie tusschen de belang
hebbende gemeentebesturen geringer dan
tot dusverre.
Hoofdstuk 3 bevat als slotbepaling, dat
het besluit in werking treedt met ingang
van 1 September 1936 en dat het kan wor
den aangehaald onder den titel „subsidie-
voorwaardenbesluit N. O. 1936".
Bouwbesluit N. O. 1936.
In dit besluit zyn nadere algemeene re
gelen vastgesteld omtrent den bouw en de
inrichting van de wettelijk gesubsidieerde
nijverheidsscholen, en omtrent de aantal
len leerlingen, die daarin mogen worden
toegelaten.
De indeeling in hoofdstukken en een in
houdsopgave kunnen het overzicht over
het geheel vergemakkelijken.
De indertijd in overleg met den Rijks
gebouwendienst opgestelde voorwaarden
voor de goedkeuring van bouwplannen
voor gesubsidieerde Ny verheidsscholen en
de op gelijke wijze ontstane algemeene
normen voor de afmetingen van teeken
en theorielokalen voor deze scholen zijn
in het nieuwe besluit opgenomen. Verder
was het noodig, in het besluit voorschrif
ten op te nemen ter voorkoming van
brandgevaar en ter bevordering van de
veiligheid in geval van brand, alsmede be
palingen, welke waarborgen, dat zooveel
mogelijk gebruik wordt gemaakt van Ne
derlandsche arbeidskrachten en van pro
ducten en materialen van Nederlandsch
fabrikaat en (of) Nederlandschen oor
sprong.
Ook is rekening gehouden met de door
de hoofdcommissie voor de normalisatie
in Nederland uitgegeven voorschriften.
Hoofdstuk 1 bevat algemeene bepalin
gen, nl. definities en aanduidingen en een
artikel, dat de strekking heeft, de uitga
ven te beperken.
De hoofdstukken 2 en 3 behandelen in
tydsorde de verschillende phasen, maat
regelen en handelingen, welke achtereen
volgens aan de orde komen in de tijdper
ken ter voorbereiding en tijdens de uit
voering van het werk. Deze bepalingen
geven den gang van zaken weer, zooals
die zich in de practijk in deze gevallen ge
leidelijk heeft ontwikkeld.
Hoofdstuk 7 geeft de slotbepalingen en
de financieele afrekening betreffende het
werk.
Hoofdstuk 5 vormt de kern van het
besluit, aangevend de verschillende
eischen, waaraan het terrein, de schoolge
bouwen en de inrichting behooren te vol
doen. De rangschikking is stelselmatig ge
schied en er is rekening gehouden met
verschillende schooltypen.
Hoofdstuk 6 bevat de bepalingen ter
voorkoming van brandgevaar en ter bevor
dering van de veiligheid in geval van
brand.
Hoofdstuk 7 geeft de slotbpalingen en
handhaaft het beginsel, volgens hetwelk de
minister van onderwijs, kunsten en weten
schappen in bijzondere gevallen ontheffing
kan verleenen van een of meer bepalingen
van dit besluit.
Verder is bepaald, dat dit besluit in wer
king treedt op 1 September 1936, en kort
heidshalve kan worden aangehaald onder
den titel „bouwbesluit N. O. 1936."
DE GRONDWETSHERZIENING.
Naar gemeld, is het rapport van de staats
commissie voor de partieele herziening van
de grondwet gisteravond vastgesteld.
Ter aanvulling van dit bericht kan de
„N. R. Crt." nog het volgende melden:
De minderheid der Staatscommissie ver
zet zich tegen het voorstel tot verzwakking
van de drykpersvryheid.
De minderheid kan niet accoord gaan met
de h.i. te draconische maatregelen, welke
in overweging worden gegeven ten aanzien
van revolutionaire volksvertegenwoordi
gers. Wel is de gansche commissie tegen
obstructie gekant, hetgeen o.a. blijkt uit
het voorstel, artikel 107 der Grondwet,
krachtens welke bepaling reeds één lid bij
stemmingen hoofdelijke oproeping kan
eischen, te wijzigen.
Voorts betreft het meeningsverschil,
voorzoover het in nota's tot uitdrukking
komt, de vraag met welk bedrag de scha
deloosstelling der Tweede Kamerleden (die
overigens niet in die mate in de Grondwet
gefixeerd zal blijven als tot dusver het
geval was) zou kunnen worden vermin
derd, en de instelling van het instituut van
staatssecretarissen (onder-ministers).
De meerderheid der staatscommissie
geeft (behoudens mogelijkheid van wijzi
ging zonder grondwetsherziening bij ge
kwalificeerde meerderheid) aan en schade
loosstelling van ƒ4000, de minderheid aan
een schadeloosstelling van 4500 de voor
keur.
Uiteraard kan uit de verhouding van
minderheid en meerderheid niet de conclu
sie worden getrokken, dat in de beide dee-
len der volksvertegenwoordiging hiervan
een trouwe afspiegeling te zien zal zijn.
Niet alle zes groote fracties zijn daar even
machtig, ook vertegenwoordigers van an
dere richtingen maken daarvan deel uit,
en daar hebben geen ministers stemrecht,
terwijl in de Staatscommissie, naast telkens
twee vertegenwoordigers van de zes groot
ste partijen, ook de ministers van binnen-
landsche zaken en van justitie stem in het
kapittel hadden. De verhoudingen liggen
dus in de Staten-Generaal eenigszins an
ders, geheel afgezien van het feit, dat bij
tweede lezing in de nieuwe Kamers twee
derden der uitgebrachte stemmen vereischt
zijn.
Het rapport behandelt ook de kwestie
van artikel 194 der Grondwet (verordenen
de bevoegdheid van nieuwe organen). Van
een derde Economische Kamer, wil de meer
derheid der commissie niets weten.
Vermoedelijk zal het rapport spoedig
worden gepubliceerd.
Het baconcontract.
Gelijk bekend is, loopt het baconcontract
met ingang van 1 «Juli automatisch af.
Naar wij vernemen, overweegt de Regee
ring thans de vraag, of en, zoo ja, in hoe
verre er aanleiding aanwezig kan worden
geacht om tegemoet te komen aan bezwa
ren, tegen de vigeerende rezeling geuit.
RAADSADVISEUR BIJ DE DIRECTIE
VAN LANDBOUW.
Minister Deckers geeft nadere inlichtingen.
In een nota naar aanleiding van het ver
slag der Tweede Kamer over een wetsont
werp tot wyziging van hoofdstuk X
der Ryksbegrooting voor 1935, deelt mi
nister Deckers mede, dat de in het voorloo-
pig verslag ter sprake gebrachte raadsad
viseur van 1911 tot 1921 in 'sryks dienst
is geweest en in de oorlogsjaren o.m. be
last was met de leiding van de crisisafdee-
lingen, Volksvoeding en melk- en melk
productenvoorziening.
Op grond van het voortreffelijke werk,
door hem in de oorlogsjaren als ambtenaar
verricht, deed de regeering in 1932 een be
roep op den betrokkene met verzoek zich
met de leiding van de Crisis-Zuivel-Cen-
trale te willen belasten. Per 1 Juli 1932
werd hij benoemd tot regeringscommissa
ris voor de hulpverleening aan de melk
veehouderij in vasten dienst, waardoor hy
als zoodanig automatisch opnieuw pen
sioengerechtigd ambtenaar werd in ver
band waarmede by latere pensioneering
hem een eenigszins behoorlijk pensioen ver
zekerd werd.
In zijn hoedanigheid van regeringscom
missaris genoot hy een jaarwedde van
12.000.Tevens trad hij aanvankelijk
op als voorzitter van de Crisis-zuivelcen-
trale, waarbij hij ook feitelijk de directeurs
functie bekleedde, zonder daarvoor nadere
vergoeding te ontvangen.
Hij heeft voor de Crisis-zuivelcentrale de
richtlijnen aangewezen, die ook thans nog
worden gevolgd. De regeering heeft ge
meend, dat er niet voldoende aanleiding
was dezen verdienstelijken amtenaar op
wachtgeld te stellen, dpch dat het aanbe
veling verdiends te kunnen blijven be
schikken over zijn werkkracht en ervaring
op economisch gebied, met name inzake
crisisaangelegenheden. Met het oog hierop
werd hem per 1 December 1935 op zijn ver
zoek eervol ontslag verleend als regee-
ringscommissaris, terwijl hij tegelijkertijd
werd benoemd tot iraadsadviseur bij de di
rectie van de Landbouw van het departe
ment van Landbouw en Visschery.
Zijn taak als raadsadviseur zal een twee
ledige zijn. Eensdeels zal hij belast zyn
met de bestudeering van en het advisee-
ren omtrent algemeene landbouw-economi-
sche vraagstukken in verband met de cri
sis, zoowel betreffende het binnenland als
het buitenland, terwijl hij bovendien zich
bezig zal houden met het te boek stellen
en het leiding geven aan de teboekstelling
van een documentaire geschiedenis van de
crisiswetgeving in haar geheel. Zijn groote
ervaring en persoonlijke eigenschappen ma
ken hem voor de vervulling van de bedoel
de tweeledige taak bijzonder geschikt
Gelet, op de opgedragen arbeid, alsmede
op hetgeen de betrokkene eerst in het par
ticuliere bedrijf en later als regeerings-
commissaris aan inkomen genoot, acht de
minister het thans toegekende salaris
waarop, evenals op de overige rijkssalaris
sen met ingang van 1 Januari j.l. vijf pet.
werd gekort, een redelijke bezoldiging.
VEROUDERDE BRUGGEN IN
ZUID-HOLLAND.
Rijksweg LeidenUtrecht voor zwaar
vrachtverkeer onbruikbaar.
Een onhoudbare verkeerstoestand is sinds
korten tijd geschapen, doordat de drukke
rijksstraatweg LeidenUtrecht voor het
zware vrachtverkeer gesloten is. De her
stellingen aan de beide ophaalbruggen by
Gouwsluis te Alphen a. d. Rijn, welke dit
jaar reeds tot tweemaal toe moesten wor
den aangebracht, hebben bewezen, dat deze
beide overgangen over de Gouwe in ge
noemden rijksweg niet meer aan de
eischen van het moderne verkeer beant
woorden.
Reeds jaren bestaan er bij den Rijks
waterstaat plannen om deze beide museum
stukken, die ongeveer 50 jaar oud zijn, te
vervangen door een nieuwe brug, welke
eenige honderden meters zuidelijker zal
komen te liggen en waardoor dan ook de
rijksstraatweg zal worden omgelegd. Tot
dusver bestaat er nog geen enkel uitzicht,
dat deze plannen spoedig zullen worden
verwezenlijkt. De beide verouderde brug
gen zullen het zeker nog eenige jaren moe
ten uithouden en om niet al te veel van
hun krachten te vergen, is men kortgele
den overgegaan tot het instellen van een
passeerverbod voor motorrijtuigen met een
zwaardere wielbelasting dan 1500 K.G.
In de practijk komt dat dus hierop neer,
de vrachtwagens van meer dan 6 ton laad
vermogen geen gebruik meer zullen kun
nen maken van den rijksstraatweg Leiden
Utrecht. Dat het den autoriteiten ernst is
met dit verbod moge blijken uit het feit,
dat de rijkspolitie streng op de naleving
let, hetgeen o.m. aan het einde van de vo
rige week tot gevolg had, dat in enkele
uren tijds niet minder dan 14 processen
verbaal tegen verschillende vrachtautobe
stuurders werd opgemaakt.
Daarmee is de onhoudbare toestand,
waarvan wy hierboven gewaagden, wel
voldoende aangetoond. Het zware vracht
verkeer tusschen Den Haag en het Oosten
en Noorden van het land, dat vroeger voor
een deel gebruik maakte van den ouden
weg GoudaDen Haag, zag zich hiervan
verdreven, doordat de brug bij Zevenhui
zen voor een hoogere wielbelasting dan
1500 K.G. moest worden gesloten. Men was
dus den laatsten tijd geheel aangewezen
op den rijksweg LeidenUtrecht, doch nu
ook de Gouwsluische bruggen gesloten zijn,
zal men dus voortaan om Den Haag en Lei
den te bereiken een omweg van tientallen
kilometers moeten maken via Gouda en
Rotterdam.
Vrachtwagens van meer dan 6 ton laad
vermogen behooren tegenwoordig waarlijk
niet meer tot de zeldzaamheden. Ook de in
dustrie in de Rijnstreek maakt er herhaal-
JOZEF, BLIJF EENVOUDIG!
Eenige Nederlander® brachten een maand
geleden een bezoek aan een schouwburg te
Berlyn. Toen zy er ^goed en wel gezeten
waren, gingen de lichten half uit en kwam
de heer Goering binnen met zyn vrouw,
die een diadeem droeg vol paarlen, welke
schitterden in het halfdonker.
Even daarna gingen de lichten weer uit
en trad de heer Jozef Goebbels binnen,
ook vergezeld van een vrouw (hy is ge
scheiden en zoogenaamd hertrouwd) met
een prachtigen diadeem.
Opeens klonk een stem door de zaal:
„Joseph bleibe einfach". De lichten vlogen
aan; een politieman sprong op het tooneel
en vroeg den dader zich te melden- Er
kwam niemand. Toen vroeg hy, dat de
buren van den schuldige zich zouden be
kend maken. Er kwam weer niemand.
Daarop werd de benedenzaal ontruimd en
moesten allen, die op de galery zaten
daar was de stem vandaan gekomen
een zeer nauwkeurige controle ondergaan.
Er is natuurlijk niets van in de Duitsohe
kranten gekomen.
Heerlijk land! „De Opmarsch".
delyk gebruik van, doch om de daar ge
vestigde fabrieken van Utrecht te kunnen
bereiken, is er dus geen andere mogelyk-
heid dan dat men zijn weg kiest over Gouda
RotterdamDen HaagLeiden. Naar wy
vernemen, heeft een en ander ook reeds
de aandacht getrokken van het bestuur van
de Kamer van Koophandel voor Rijnland,
dat zich, naar verwacht mag worden, bin
nenkort tot den minister van Waterstaat
zal wenden.
DE OPENING VAN DE MOERDIJKBRUG
Half November a.s.
De burgemeester van Breda heeft by de
opening van het kantoor van den A. N.
W. B. aldaar, op 4 Januari jl. de hoop uit
gesproken, dat de Kon. Ned. Toeristenbond
by de openstelling van de Moerdykbrug
zou zorgen, dat een groot aantal automo
bilisten en andere weggebruikers van de
nieuwe verbinding gebruik maken, om
Breda te komen „overrompelen".
Als gevolg hiervan heeft de A. N. W. B.
den burgemeester van Breda aangeboden,
ter gelegenheid van de openstelling van
de Moerdykbrug, welke half November
van dit jaar kan worden verwacht, een
stertocht voor alle vormen van toerisme
daarheen te organiseeren, op overeenkom
stige wyze als op 16 Juni a.s. by de ope
ning van de Waalbrug te Nijmegen zal ge
schieden.
RECHTZAKEN
GERECHTSHOF TE 'S-GRAVENHAGE.
Het Hof heeft heden het vonnis van den
Haagschen politierechter bevestigd, waar-
by J. A. L- M., wegens opruiing is veroor
deeld tot een geldboete van 30.subs.
60 dagen.
M. had, toen een troep militairen uit
Leiden hem naby den Haagschen Schouw
passeerde, tot deze militairen geroepen:
„gooi de rommel maar neer".
A. J. B. uit Oegstgeest is door den
Haagschen politierechter wegens overtre
ding der geldschieters wet, veroordeeld tot
een geldboete van duizend gulden, subs, zes
maanden hechtenis.
Het Hof heeft hedfn B. vry gesproken.
MARKTBERICHTEN
VOORSCHOTEN, 10 Juni. Vrije Veiling.
Prijzen: kippeneieren 3.003.40, eenden
eieren 2.803.10 per 100 stuks, kippen
0.601.10, hanen 2060 cent, konijnen
1580 cent per stuk.
KOUDEKERK, RIJNDIJK, 9 Juni.
Eierenveijing. Aanvoer 5010 stuks. Prijzen:
kippeneieren 2.703.20, eendeneieren
2.602.80 per 100 stuks, boter 6064 cent
en kaas 1422 cent per pond, hanen 10
60 cent en konijnen 0.251.00 per stuk.
TER AAR, 9 Juni. Centrale Veiling.
Peulen 0.551.30, doperwten 0.851.55,
capucyners 1.20—1.90, tuinboonen 1 1.30
1.90, snijboonen 3.203.80, stek 1.60
2.40, Koolrabi 3.20, peen 79 cent,
aardbeien 610 cent.
ROELOFARENDSVEEN, 9 Juni. Groen-
tenveiling. Aardbeien 710 cent per doos
je, bloemkool 37 cent per stuk, sla 0.50
1.?0 per 100 krop, Peulen 3590 cent
doperwten 5590 cent, capucijners 1.55
1.75, tuinboonen 1.80 per 100 kg., snij
boonen 1.55—1.95, idem stek 1.101.35
per 10 pond.
BOSKOOP, 9 Juni. Bloemenveiling.
Rozen per bos van 10 stuks: Golden Ophe
lia 6—12 cent, E.G. Hill 10—16 cent, Had-
ley 1726 cent, Claudius Pernet 2033
cent, Columbia 1015 cent, Butterfly 10—
14 cent, Mac Keiler 1015 cent, Wilh.
Kordes 1016 cent, Rosalandia 814 cent,
Florex 1527 cent, Steward 10—15 cent.
Wendland 1225 cent, Chas. P. Kilham 8
16 cent, Edith Helen 1018 cent, Aug.
Noack 1015 cent, Else Poulsen 4065
cent, Gloria Mundi 4057 cent. Rosa
Mundi 77 cent, Paul Grampel 20—45 cent,
Ingar Ohlson 40—65 cent, Talisman 1519
cent, Pechtold 1017 cent, Ellen Poulsen
1220 cent, Str. van Nes 4060 cent, Iris
12 cent, Lathyrus 48 cent, Pioenen 20—
40 cent, Imbellatum 2030 cent, koren
bloemen 7 cent, Campanula 710 cent,
Clematis Prins Hendrik f 1.401.70, Beu
kenblad 1320 cent, Ligustrum 10 cent,
Hortensia per stuk 15 cent, Rozen per st.
1217 cent