3)e Cdcbclie Gou/fccmt Gedurende elf degen van deze maand heeft de typische plechtigheid der overname Een fette brand woedde Vrijdagmiddag in een boerderij aen den Sfoterweg j60*1 j'ur?' je nieuwe Fransche minister-presi- van de koninklijke wacht voor den paleisdienst te Londen plaats op de Horse Guards te Amsterdam. - Het blusschingswerk JOU™?,isten he* resultaat zijner Parijs verstoken van kranten. - Voor het gebouw van de .Hachette" staan de kranten-auto's werkloos, tengevolge van de staking in het dagbladbedrijf Or. H. M. E. Schürmann met .Big Ben* tijdens de dressuurproeven voor het concours hippique in het Westbroek- park te den Haag Door Haagsche schoolkinderen is Vrijdag een eenvoudige bloemenhulde gebracht bij het monument van wijlen H. M. de Koningin-Moeder FEUILLETON BINNEN TWAALF UUR... Naar het Engelsch bewerkt door J. VAN DER SLUYS. (Nadruk verboden). 27) Hy was naar deze kamer gehold en hier was óf opnieuw op hem geschoten, óf was hij door de gevolgen van het eerste schot bewusteloos geraakt. Toen hadden ze hem ingesloten en had hij zich in een oogenblik van helderheid naar het raam gewerkt, had het opengemaakt en de flesch, die hy hier toevallig gevonden kon hebben, naar bui ten gegooid. Later had hy blijkbaar weer het bewustzijn verloren.... Goed. Dat was dat. Maar wat deden de andere bewoners van het huis ondertus- schen? Waar waren die nu? Wachtten ze tot de groote. dikke mijnheer bij hen te rugkwam? Zochten ze buiten naar hem? Of.... Freddy's voorhoofd werd plotseling klam, toen hem iets anders te binnen sohoot. Veronderstel, dat er alarm gesla gen was, en dat ze nu aanstalten maakten om zoo spoedig mogelijk weer te vertrek ken? Veronderstel, dat ze Lydia Leveridge naar een andere plaats brachten terwijl hy hier machteloos in deze kamer opgeslo ten bleef? Deze gedachte deed hem naar het raam vliegen. Dan maar weer langs de gootpijp Ten minste als In de gang klonk een lichte tred. Vlug als de weerlicht was Freddy bij de deur terug. De buitgemaakte revolver had hij in de hand. Buiten hielden de voetstappen op. De sleutel werd omgedraaid. „Nu gaat het er om!" flitste heit door Freddy's hersens. De deur opende naar binnen. Toen zy op hem toezwaaide, verschool hij er zich ach ter, zijn revolver stevig omklemd. Wat het wapen betrof, aarzelde hij niet. Zoo noodig 2ou hij het gebruiken en zonder vooraf gaande waarschuwing. Nu was de deur wyd open. De persoon, die van buiten kwam, trad binnen. „Handen omhoog en gauw!" riep Fred dy, uit zijn schuilhoek komend. Een onderdrukte gil gaf antwoord en aan een der opgeheven handen fonkelde een robijr in een ring. „Hemel!" Het kwam haast als een snik over Freddy's lippen. En toen het meisje wankelde, ving hy haar op in zijn armen. HOOFDSTUK XXVI. Rose. Een paar minuten geleden had Freddy aan den rand van een donkeren afgrond gestaan, met één seconde tusschen hem en de eeuwigheid, en hier was hij nu, levend en wel, met een meisjs in zijn armen ge leund, haar hart vlak bij het zijne, terwijl haa.r haren zijn wangen streelden. Neen, niet een meisje. Het meisje! „Ik begrijp het gewoonweg niet", was Freddy's eenig-uitgesproken commentaar. Het meisje begreep het evenmin. Het zien van Freddy had haar een schik gege ven, die haar wereld ondersteboven scheen te keeren, een schok, die oorzaak was, dat zij voor het eerst toegaf aan haar zwak- heid. In een plotselinge verwarring had zy kans gezien aan haar bewakers te ontsnap pen; nu stond zij daar onthutst en buiten adem.... Maar zjj was de eerste die zich herstelde. Ze maakte zich van hem los en ging een stap opzij. „Wat is er gaande?" hijgde ze. „De weet het niet", was zyn antwoord. „Al wat ik weet is, dat ik u gevonden heb, en dat ik u hier weg kom halen!" „Neen nog niet!" Zij sprak tegen hem, maar hij was er zich van bewust, dat hij maar half haar aandacht had. De andere helft van haar attentie was op de gang gericht. Zij luisterde met gespitste ooren. Van beneden kyvamen verwarde geluiden. Wat gebeurde er? had zij gevraagd. Freddy had er geen notie van. Maar hy liet zich door haar onbegrijpelijk protest niet van zyn stuk brengen. „Ja, ik kom u hier weghalen, nu", her nam hij. „Er is geen oogenblik te verlie zen!" „Natuurlijk moet-ie dat doen", mompel de de werkman van den grond af. ,,'t Is een handige jongenEn we hebben het meissie gered, ziet u?" De stem van den werkman, plotseling opklinkend, scheen den muur van haar verstrooidheid te doorboren. Ze zou hem hebben kunnen vragen wie hij was en hoe hij daar gekomen was. Maar ze deed niets van dit alles.... ze fluisterde alleen ge spannen: „Ik ben de eenige niet, die u moet red den! We kunnen nu niet praten. Later. Maar er is nog iemand een klein meisje ik moet haar vinden ik moet!" Er flitste Freddy iets door het hoofd. Een klein meisje. Had hij niet wat over een klein meisje gehoordwel ja! Rose Ter- rence! De dikke mijnheer had het over haar gehad. „Help me haar te zoeken!" ging het meis je voort. „Dan zal ik met u meegaan maar niet eerder!" Het rumoer beneden werd duidelijker. Er sloeg een deur dicht Iemand gaf op scherpen toon een bevel.... Rose Terrence.... zette de stroom van Freddy's gedachten zich voort. Ja natuur lijk. Maar wat had Lydia Leveridge met Rose Terrence te maken....? „Hemel-nog-aan-toe!" riep Freddy, in het oogenblik dat een licht in zijn brein ging dagen. „U bent voor haar hier gekomen hebt u voor haar laten ontvoeren om haar te kunnen vinden „Vlug! Vlug!" pleitte het meisje. „Om 's hemelswil!" Toen begon Freddy's geest helder en ac tief te werken. Beneden gebeurden gevaar lijke dingen. Hij kon niet toestaan, dat het meisje dat gevaar tegemoet ging. Ook kon hij den werkman niet aan de genade van dat gespuis overlaten. En Rose Terrence! Hij moest Rose Terrence vinden! Rose Ter rence beteekende blijkbaar alles voor Lydia Leveridge, dat ze zooveel voor het kind op het spel zette. Ja, maar hoe had ze.... Och, daar was nu geen tijd voor. Welke drie dingen had hij te doen? O, ja, Hij moest zich voor het moment bij drie dingen hou den. het meisje de werkman Rose. „Wat gaat u doen?" riep het meisje. „Kom niet tusschenbeide", waarschuwde Freddy, al by de deur. Zyn zenuwen tin telden. „Als u my myn gang laat gaan, komt alles in orde." Ze sprong naar hem toen en pakte hem by den schouder. „Ik moet dat kind vinden", riep zij uit. „Ja, en u zult het vinden", beloofde Freddy, „Rose Terrence, ik weet het." Zij staarde hem verbluft aan. „U ziet, ik weet meer dan u denkt, u kimt op me vertrouwen." „Maar weet u waar ze is?" „Ja," verklaarde Freddy, „ik heb haar gezien!" Hij probeerde den deurknop. Luister terwijl ik weg ben, ga naar dien man op den grond. Laat hij u kunnen zien. Laat hem weten, dat we het klaar gespeeld hebben. Hy heeft behoefte aan een beetje troost en geruststelling." Het volgende oogenblik was Freddy de kamer uit. De kamer met het licht de kamer, waar hij dat kleine gezicht gezien had! Hij kende de ligging. Op de verdieping hier boven en dan twee kamers verder de gang in. Heelemaal rechts aan het einde. Mis schien was er ergens een tweede trap. Een achtertrap. Verduiveld, ja! vlak bij hem.. Dus de heele geschiedenis was met voor bedachten rade in elkaar gezet! Lydia Le veridge had zich met opzet laten ontvoe ren om te kunnen uitvinden, waar Rose Terrence was. En die beide anderen de man met het bruine pak en de reverend moesten detectives geweest zyn, die pro beerden de verbindingslijn te onderhou den tusschen haar en de veilige wereld. En natuurlijk had ze niet gewild, dat Fred dy tusschenbeide kwam, want als hy ver hinderde dat ze ontvoerd werd, of iets deed om de ontvoerders te verschrikken, zou het heele plan in duigen vallenAh, daar was hy er! (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 9