L
3)e £cicboKe 0ou^cmt
Het luxe-jacht, dat bij de N.V. Boele's scheepswerven te Bolnes in aanbouw is
voor den Shah van Perzië, is thans bijna gereed. Het jacht, zal in een speciaal
daarvoor gebouwd dok, via Rusland en Zwarte Zee naar Perzië vervoerd worden
Nederland bouwt bruggen. De nieuwe verkeersbrug over de Lek bij
Vianen, die Dinsdag voor het verkeer is open gesteld
Te Twello vond Dinsdag het huwelijk
plaats tusschen den heer J. G. W. H.
baron van Sijtzama en jvr. Th. E. baro
nesse van der Feltz. Na de huwelijks
inzegening vond een inspectie plaats
der Geldersche ruiters, waarvan de
bruidegom voorzitter is
Het nieuwe gebouw van den Pensioenraad aan den Be-
noordenhoutscheweg te den Haag, dat thans de voltooiing
nadert
Moment uit den cricket-wedstrijd
MiddlesexAll India welke te Londen
is gespeeld
De voorbereidingen voor de bekende races te Epsom in Engeland De ordebewakers arriveeren met hun
garderobe op de terreinen
Te Weenen is het huwelijk voltrokken tusschen vorst Ernst Hohenberg,
tweede zoon van aartshertog Franz Ferdinand en gravin Hohenberg,
die te Serajewo vermoord werden, en Maria Theresia Wood. Het
bruidspaar verlaat de kerk
FEUILLETON
BINNEN TWAALF UUR...
Naar het Engelsch bewerkt
door
J. VAN DER SLUYS.
(Nadruk verboden).
19)
,.Dat vermoed ik!"
„In orde U hoeft myn oude karretje niet
te koopen, dacht ik zoo. Ik leen het u."
HU stopte het geld weer in Freddy's
zak. „Als u het niet meer noodig hebt,
mynheer, kunt u me laten weten, waar u
het hebt gelaten. Naam en adres staan op
het zadeitaschje."
Hoewel het een paar seconden vertra
ging beteekende, keerde Freddy zich om
en drukte den werkman de hand.
„Waarachtig, je bent een fideele kerel!"
riep hy.
„Neen, daar gaat het niet om", ver
klaarde de werkman, „maar ik heb een
zuster; ziet u...."
xvm.
Overpeizingen in de duisternis.
De rit door de donkere, vochtige lanen
naar Aiysham, in den nog steeds stroo
menden regen en met onophoudelijke be
geleiding van donker en bliksem, was, sinds
den ruk aan de noodrem, voor Freddy Ree
ve de eerste gelegenheid om rustig na te
denken. Alles daarna was in een onthut
sende verwarring gegaan; slechts één ge
dachte had zijn geest geboeid gehouden:
het inhalen van den auto. Nu, op deze
nieuwe étappe van de expeditie, had hy
tijd om onder het fietsen de gebeurtenissen
de revue te laten passeeren. Hij probeerde
ze tot een samenhangend geheel te ver
een igen en zijn eigen plaats in dat geheel
nauwkeurig te bepalen.
Zyn overdenkingen gingen terug naar
het begin van de reis, toen hij in een ju
belende vacantiestemming langs het 9de
perron van Liverpool Street Station ge
slenterd was. Dat was vier uur geleden.
Verbazing wekende gewaarwording! Kon
er in zoo'n korten tyd zooveel gebeurd
zyn?
Ja, maar wat was er dan precies ge
beurd? Wel, om by de laatste episode in
den trein te beginnen, het trekken aan de
nooarem: waarom had die oud: dame
daaraan getrokken?
Haar eigen uitleg was geweest, dat de
Londenaar had gepoogd „haar aan te
randen" Dat leek niet bijster waarschijn
lijk en de Londenaar had het inderdaad
ook ontkend. Maar, het sprak vanzelf dat
die ontkende....
Zijn ontkenning werd echter ondersteund
door de verklaring van dat beredderige,
oude heerschap in den hoek. Waarom zou
die den Londenaar dekken, als hij de waar
heid niet sprak?
En waarom zou de Londenaar zoo gek
zyn te trachten een oude dame te moles-
teeren terwijl een andere passagier naar
hem keek? Misschien had die oude druk
temaker zitten soezen. Waar dan zou hij het
toch gezegd hebben. En hij had beslist be
vestigd.
Een nieuw idee werd met een schok in
Freddy's brein geboren.
Als die oude, springerige druktemaker
en de Londenaar eens bondgenooten wa
ren! Aangenomen voor een oogenblik dat
dit zoo was, wat was dan hun doel? Laten
we zeggen diefstal. Misschien was hun uit
gangspunt dat de tasch van de oude dame
dingen van waarde bevatte. De Londenaar
schaduwt haar van af Liverpool Street en
de oude springer komt er in Norwich bij.
Nieuwe vraag: waarom? Antwoord: om
de feiten ten voordeele van den Londenaar
te kunnen uitleggen als het mis gaat. Tot
zoover klopt het. Maar als de Londenaar
van zins is de tasch van de oude dame te
stelen, waarom houdt hij zich dan niet
koest, in plaats dat hy zijn aanstaand
slachtoffer al begint te prikkelen vóór de
5.18 vertrok?
„Dat klopt n i e t", redeneerde Freddy.
„Dus we beginnen opnieuw. Waarom" terg
de de Londenaar de oude dame drie uur
lang, voordat hij probeerde haar te beroo-
ven? Dat doet geen dief. Hij maakte haar
zóó bang, dat het bijna een wonder was,
dat ze niet eerder aan de noodrem trok..
Toen een bliksemschicht jle duisternis
van den weg verlichtte, verlichtte een an
dere flits Freddy's geest. iNemand, die de
opwinding van de oude dame gezien had,
was venaasd, dat ze aan de noodrem ge
trokken had. Het voorval maakte op ieder
een den indruk van een volkomen natuur
lijk incident, geboren uit de agitatie van
die vrouw! Die geagiteerdheid was ten toon
gespreid om als explicatie te dienen voor
bet tot stilstand brengen van den trein;
op zoodanige manier, dat de schuld van
den Londenaar buiten beschouwing kon
blijven. Iedereen zou het gebeurde aan
„zenuwen" toeschrijven, zooals de druk
temaker onmiddellijk had gedaan.
Hetgeen beteekent, stelde Freddy vast,
dat de oude dame ook in het complot was,
van het begin af aan zich nooit werkelijk
angstig had gemaakt over den Londenaar
en er uitsluitend aan de noodrem getrok
ken werd om, als de trein stopte, de alge-
meene aandacht te concentreren op een
compartiment waarin niets bijzonders voor
viel. Gevolg: dat de attentie werd afge
leid van een ander compartiment, waar
wél iets belangrijks gebeurde.
Freddy werkte de consequentie van deze
theorie uit.
„Als dit juist is, wil het zeggen, dat de
geagiteerde oude dame, de Londenaar, het
drukke, springerige heerschap, de groote
dikke mynheer en de man met den paarde-
kop allen samenwerkten! Met z'n vyven!
Br!"
Het was werkelijk een verbijsterende
gedachte. Ze hield, behalve het feit, dat er
buitengewoon hoog spel was gespeeld, en
dat het plan wel overdacht en uitnemend
voorbereid moest zijn, tevens in, dat de
vyand over een uitgebreide tegenmacht
beschikte.
Bepaalde die zich o- erigens tot het vyf-
tal, vroeg Freddy zich af.
„De reverend", riep hij eensklaps uit, „is
dit misschien nummer zes?"
En dan was er nog iemand. De man in
het bruine pak. De man die verdwenen
was! Nummer zevc
Daarna kwam de meest onstellende ge
dachte van alle over hem en een gewaar
wording van hopeloosheid maakte zich van
Freddy meester. Lydia Leveridge, het meis
je dat ringen wgetooverde en andere deed
verschijnen, wier portret het eene oogen
blik in een krant stond en het volgende er
uit verdwenen was, F^t meisje dat werd
ontvoerd, maar dat hem verboden had tus-
schenbeide te komen, omdat zyn bescher
ming een oedreiging zou zyn.... Wat was
haar rol?
Onder den regen op zijn voorhoofd be
gon zich een ander vocht vast te zetten.
Was Lydia Leveridge nummer acht?
„Luister Freddy", hield hij zichzelf voor.
„Er is één ding, wat je glad vergeten schijnt
te zijn, myn jongen. Haar ooren. Kan een
meisje met zulke ooge op een of andere
manier in een complot van schurken be
trokken zyn?
Zijn wanhoop week en zyn plan om de
politie te Aylsham te waarschuwen, stond
niet meer zoo vast als zooeven. Was het wel
heel zeker dat de politie Miss Leveridge's
belangen zou dienen? Zoozeer was hy aan
twijfelingen ten prooi, dat hij de gevaren
van den gliberigen "eg /ergat, tot hij op
eens uit zyn overpeinzingen opgeschrikt
werd doordat hij opzij slipte, welk ongeval
hem een hap uit zijn broek kostte en de
waarde van een werkmansfiets met min
stens drie shilling deed verminderen.
Maar het had niets te beteekenen! Hij
was nu vlak by zijn bestemming. In een
paar minuten zou hij er zijn, als hij de aan
duidingen van zyn vriend goed begrepen
had.
„Hé!" riep hy plotseling, toen uit de
duisternis een gestalte in den lichtkring
van zijn lantaarn kwam, „Dat is toch de
weg naar Aylsham, nietwaar?"
Pas toen de woorden over zyn lippen
waren, bemerkte hy, dat hij de vraag had
gericht tot den rug van iemand in de klee
ding van een reverend
(Wordt vervolgd)