27ste Jaargang WOENSDAG 20 MEI 1936 No. 8424 S)e £eid>6eJie (Boti/ïo/rit DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling: Voor Leiden 19 cent per weekJ 2.50 per kwartaal Bü onze Agenten 20 cent per week f 2.60 per kwartaal Franco per post f 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent. Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 t GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRUS BEDRAAGT) Gewone Advertentiën 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be- betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur ai verhuur, koop en verkoop: f 0.50 Dit nummer bestaat uit De wereld vier bladen. v Het verleden en het heden. Toen de burgemeester van Leiden de ten toonstelling opende van de Drie-October- Vereeniging, georganiseerd ter gelegen heid van haar vijftigjarig bestaan, zei hij: „Laten de jongeren, die wellicht spottend cp deze foto's zullen zien, hoe wij er voor vijftig jaar uitzagen, niet vergeten, dat zij, die na ons komen, misschien wel reeds over eenige jaren lachen zullen om de wijze, waarop deze jongeren op het oogen- blik gekleed gaan". Zóó is het inderdaad. De loftrompetters op den ouden tijd, zij, die alles van vroeger mooi en goed ach ten en aan het huidige geslacht als voor beeld voorhouden, denken en doen in dit opzicht niet verstandig. Maar verstandig is het óók niet, om in bekrompen zelfingenomenheid alles van het heden als veel mooier en veel beter te prijzen, dan wat in het verleden was. Want, zooals het met de kleeding gaat," geschiedt het ook met vele andere dingen. Men vindt de kleeding van heden mooier en beter, dan die van onze voorouders, waarom men lacht, omdat ze zoo „gek" was maar is veler mentaliteit niet zoo danig, dat men ook zóó oordeelt over al lerlei zeden en gebruiken van vroeger! De menschheid is nu eenmaal in geen enkel tijdperk der geschiedenis volmaakt niot in groote en gewichtige, maar ook zelfs niet in kleine en onbelangrijke zaken. Als we trachten dit feit te zien, te zien in de werkelijkheid van het ge meenschapsleven van het heden dan hebben we reden genoeg om over onszelf te lachen èn reden genoeg om over ons zelf te.... huilen, want er schuilt een die pe grond van waarheid in de gedachte, dat de schuld van den enkelen mensch vereffend kan worden in het hiernamaals, maar dat de schuld van gemeenschappen uit den aard der zaak haar straf vindt op de wereld zelve; telkens kan men consta- teeren, hoezeer de wereldgeschiedenis met ijzeren consequentie de schulden der vol ken en der gemeenschappen straft. En de schuld vaii de gemeenschap, waarin wij heden leven, is, helaas, zoo groot.... Jhr. Ruys de Beerenbrouck herdacht lm het zooeven verschenen nummer van: „De Soc. Gids" brengt de heer ir. J. W. Albarda een posthume hulde aan wijlen Jhr. mr. Ch. Ruys de Beerenbrouck. De lei der der S.D.A.P. schrijft ojn.: „Als voorzitter van de Tweede Kamer, eerst van 1925 tot 1929, daarna van 1933 tot aan zijn overlijden, heeft Ruys de Bee renbrouck zeer bijzondere quailiteiten ont plooid. Het Nederlandische parlement is dikwijls gelukkig geweest bjj het opmaken van zijn nominatie voor het voorzitter schap. Fock, Kooien, Van Schaik waren uitstekende leiders van de parlementaire beraadslagingen. Ruys de Beerenbrouck heeft hen bij het zeer moeilijke werk nog overtroffen. Niemand heeft als president der Kamer ooit beter voor de rechten en voor het aanzien van het parlement kun nen waken, dan deze oud-minister dat deed in een tijd, waarin de parlementaire democratie aan groote gevaren is blootge steld. Hijwas van de waarde der democra tische staatsinstellingen diep doordrongen; hij heeft nooit naar haar vijanden gelonkt en hij zou nooit voor hen hebben gebo Wel had hij een open oog voor tekortko mingen der parlementaire practijk en hij heeft er voortdurend naar gestreefd, doe tekortkomingen zooveel mogelijk te ver minderen. De belangrijke verbeteringen, in de laatste jaren in die werkwijze van het parlement en in den gang der beraadsla gingen tot stand gekomen, zijn voor een groot gedeelte te danken aan zijn leiding, welke de Kamer gaarne volgde. „Op het Binnenhof zal men lang met warme gevoelens aan hem blijven denken, In het land zal men zich zijner blijven her inneren, omdat hij was een ernstig en eer lijk dienaar der volksgemeenschap, trouw aan zijn beste overtuiging". in vogelvlucht Het bericht, dat de Abessijnen, die zich aan plunderingen hebben schuldig gemaakt of in het bezit van wapens worden aange troffen bij honderden worden gefusilleerd, wordt te Rome tegengesproken. Welis waar zijn verschillende Abessijnen, die op heeterdaad bij plunderingen betrapt zijn, terechtgesteld, maar zóó erg als het bui tenland het voorstelt, zou het niet ge weest zijn. Hoe het ook zij, heel erg zacht zinnig zullen de Italianen wel niet te werk gaan in het veroverde land. De apostolische vicaris van de Gallas Z. H.Exc. Mgr. André Jarasseau, die te Har- rar resideerde, is uit Abessinië gezet onder het motief, dat hij „vijandige manifestaties" verrichtte jegens Italië. Waaruit die „vij andige manifestaties" hebben bestaan wordt niet vermeld. Wellicht kon de bisschop zich niet vereenigen met de bestuursmaatrege len, welke generaal Grabiani uitvaardig de tegenover de Gallas. Intusschen wordt een begin gemaakt met de in bezit neming van het land. Daar toe heeft Mussolini een geheel wegenplan ontworpen, wat een eerste vereischte is voor het doorvoeren van bestuursmaatre gelen. Voorts meldt de „Tijd" twee merkwaar dige uitspraken van de Duitsche rechter lijke macht, die in het Derde Rijk ook al gelijkgeschakeld is. De eerste beslissing was dat een woekeraar geen recht had om zijn geld terug te eischen, en de tweede, dat een z.g. gemengd huwelijk tusschen een Ariër en een niet-Ariër geen reden meer mag zijn tot echtscheiding. Van beide uit spraken kan met voldoening kennis geno men worden. WAT ANDERE BLADEN SCHRIJVEN HET ONTWERP-VASTE LASTEN. HOE STAAN DE KANSEN? De T ij d schrijf: Het R.-K. Kamerlid Van der Weyden heeft in een bijeenkomst van de Kamer- Centrale-Leiden het vaste lasten-ontwerp van de regeering genoemd een „bespotting van wat men heeft gevraagd". Het Volk stelt naar aanleiding daarvan de vraag, wat de R.-K. fractie nu zal doen wanneer dit ontwerp in het parlement in behande ling komt. Daarop kan natuurlijk geen zeker ant woord gegeven worden. Ieder afgevaar digde is vrij te stemmen zooals hem dat het beste lijkt, waarbij hij niet alleen heeft rekening te houden met de mérites van het wetsontwerp op zich zelf, maar ook met de politieke omstandigheden en met de consequenties van een eventueele verwer ping. De katholieken verkeeren hier nu eenmaal niet in de gemakkelijke positie waarin de sociaal-democraten ten opzichte van de defensie verkeeren: dat zij rustig kunnen tegenstemmen omdat- anderen het ontwerp toch wel voor hen zullen aanne men. Een tegenstemmen der Katholieken beteekent vrijzeker de val van het ont werp, met de consequentie dat er op het gebied der vaste lasten dan heelemaal niets gebeurt en de regeering het rustig bij die eene mislukte poging zal laten, haar eigen handen in onschuld wasschende. Men be hoeft er niet aan te twijfelen dat het ont werp in de oogen van de Katholieke frac tie lang niet ver genoeg gaat; maar de le den dier fractie zijn realist genoeg om in te zien dat iets beter is dan niets. Het blad merkt dan op, dat de wijzigin gen t.a.v. de huurverlaging zeker een ver betering beteekenen, doch niettemin is het geheele ontwerp een kindje gebleven, waar niemand goed raad mee weet. Het blad besluit: Zooals wij reeds schreven, kan men de houding der katholieke afgevaardigden niet van te voren vastleggen. Maar uit de woorden van den heer v. d. Weijden blijkt wel, dat het enthousiasme voor het ont werp ook daar niet bijzonder groot is. Dat het ontwerp door onze fractie niet aan vaard wordt, behoort daarom o.i. geenszins tot de onmogelijkheden. En evenmin lijkt het ons ondenkbaar, dat de regeering zelf die verwerping nu niet bepaald als een ramp zal opvatten. Haar verdediging van het vaste lasten-ontwerp is nooit van harte gegaan. Mogelijk dat zij de verwerping als een opluchting beschouwt en deson danks rustig zal blijven zitten waar zij thans ongenaakbaar troont. Het aanpassingsvraagstuk zal intusschen op een afdoende oplosing blijven wachten. Op den langen duur is daaraan niet te ont komen. DE GRUWEL DER VERWOESTING OVER SPANJF Een Fransch journalist, Pierre Arm-in jon, die zelf ooggetuige was van de Spaansche terreur, geeft in zijn juist verschenen brochure „De Roode Terreur" een ontstellend overzicht van de gruwelen en hei ligschennissen die door de Com munisten in Spanje werden bedre ven. Wij laten hier enkele passages uit genoemde brochure volgen: Er gaat geen dag voorbij, of de bladen vermelden nieuwe schanddaden, brand stichtingen, verwoestingen door de Commu nisten in Spanje bedreven. Uit deze berich ten, die in korten, zakelijken toon zijn ge houden, kan men zich reeds eenigszins een voorstelling maken, hoe het ongelukkige land gebukt gaat onder een Bolsjewistische terreur. Maar een samenvatting van de feiten, een nauwkeurige beschrijving van de schanddaden tóont ons den waren omvang en de gruwzaamheid, waarmede het ge peupel in het geheele land te werk gaat. In een onlangs te Lyon (April 1936) ver schenen brochure „Le Terreur Rouge", deelt de Fransche journalist P. F. Armin- jon mede, wat hij zelf in Spanje beleefd heeft, en wat hij uit den mond van oogge tuigen en slachtoffers heeft vernomen. Deze bloedige kroniek stelt alles wat tot heden over de terreur geschreven is in de schaduw. In een kerk van Yekla (Provincie Mur- cia) beging de woedende menigte de meest schandelijke heiligschennissen. Men dronk uit de miskelken en de Heilige Hosties werden vertrapt; een 18-jarig meisje nam de leiding op zich bij de vernieling van het hoogaltaar, terwijl zij zich met de mantel van de H. Maagd bekleedde en de gruwe lijkste godslasteringen uitschreeuwde. In de kerk van San Francisco vertoon den ongeveer 1000 communisten een gru welijke parodie op de H. Handelingen. Wij laten hier de ontroerende beschrij ving volgen van den dood van twee jonge mannen, waarbij Pierre Arminjon zelf te genwoordig was. Ook in Jumilla zooals overigens in alle provinciesteden van Spanje werd de gemeenteraad verdreven, en vervangen door een plaatselijke Sovjet, die dan syste matisch en „van ambtswege" de zooge naamde „roode dagen" instelde. Vanaf dat oogeniblik was niemand meer zeker van zijn leven. Van 's morgens tot 's avonds trokken de opgehitste massa's schreeuwend en plunderend door de stad. Nooit zal ik vergeten hoe Pedro Cutillas en Antonio Martinez, twee jongemannen, die ik zeer goed kende, onder mijn oogen op straat vermoord werden. Mijn leven lang zal ik mij verwijten, dat ik niets gedaan heb om hen te red den, maar wat kon ik alleen uitrichten tegenover twee a drie duizend menschen? De twee mannen werden ervan verdacht zooals later bleek, geheel ten onrechte dat zij op sociaal-democraten geschoten hadden, en zij waren daarom in hechtenis genomen door enkele leden van de Bur gerwacht, die hen nu door de straten naar de gevangenis bracht. Het ongeluk wilde, dat zij een groote groep demonstranten tegenkwamen, die aanstonds riepen: „Dood aan* de Fascis ten!" Ik had nog juist tijd, om mij in een na bijgelegen woning in veiligheid te stellen. Door het venster kon ik het verschrikke lijke tooneel zien, dat zich daar voor mij op straat afspeelde. Op het geschreeuw van de menigte lie pen weer andere troepen oproermakers toe, die in de naburige straten de huizen plun derden en de bewoners lastig vielen. Het was een walgingwekkend gezicht: driekwart van deze menschen was dron ken. „Het zijn Fascisten!" riep men van alle kanten. Er waren ook vrouwen onder de menigte, die nog bloeddorstiger schenen dan de mannen. Want, terwijl de aanvoerders van de roode bende onderhandelden met de le den der Burgerwacht, die weigerden de gevangenen uit te leveren, wierpen de vrouwen zich op de beide ongelukkigen, die zich niet konden verdedigen, daar hun handen geboeid waren. Wat zich nu afspeelde is bijna niet te beschrijven. De wijven trokken de gevangenen de haren uit het hoofd, spuwden hun in het gezicht, krabden hun de oogen stuk en sneden met messen in hun wangen. De jammerklachten overstemden bijna het gekrijseh van de vrouwen. De Burger wacht moest wijken voor de steeds drei gender wordende houding van de aan groeiende menigte. De gevangenen werden op den grond ge worpen en vertrapt. Ieder wilde de slacht offers mishandelen. Men drong elkander opzij, om toch ook maar bij de gevangenen te zijn. Spoedig lagen zij met bloed bedekt onder de voeten van hun beulen. Plotseling gilde een vrouw boven het lawaai van de menigte uit: „Haal een bijl uit een slagerswinkel, iik wil er zelf een einde aan maken!" Nauwelijks had zij dit geroepen, of de menigte kwam in beweging. Eenige man nen baanden zich een weg en liepen naar de dichtst nabij zijnde slagerswinkel.' Eenige oogenbliikken later kwamen zij terug met een bijl en verschillende groote messen. Op bevel van de roode aanvoer ders week de menigte iets terug. In het midden van de straat werd dan een open ruimte gevormd van enkele vier kante meters, waar men de beide slacht offers halfnaakt en met bloed overstroomd op de grond zag liggen. Ternauwernood kon men de menigte inhouden. De vrouw ik zie haar nog steeds voor mij: groot, bruin, met bloedbevlekte kleederen en verward haar nam de bijl, en sloeg er met onbe schrijflijke wildheid op los. Ik weet niet hoeveel keer zij heeft toe- Maar een oogenblik later waren de bei den hoofden en de lichamen nog slechts een vormelooze klomp bloed. Opnieuw verdubbelden de toejuichingen, met klapte in de handen en stak de gebalde vuisten omhoog. Het beulswijf, dat geheel met bloed van haar slachtoffers was bespat, werd in triomf in de hoogte geheven, en door de stad rondgedragen. De massa wierp zich op de lijken, ieder wilde een stuk meene men. Dicht by de plaats, waar zich dit hui veringwekkend schouwspel afspeelde, woonde een oude priester. Iemand riep zijn naam, en aanstonds ging de menigte naar zijn huis. Wat had hij misdaan? Niemand wist het. Eenige oogeriblikken later zag ik de on- menschen uit het huis komen, om het hoofd van den grijsaard aan.de bloeddorstige me nigte te toonen. Ook hem had men ont hoofd. Ook een 22-jarige jongeman Ortuno ge naamd, die wilde verhinderen, dat de beel den in de kerk van „La Puriosina" vernield werden, heeft zijn heldenmoed met zijn le ven moeten bekoopen. Fascist, Fascist! riep men van alle kan ten en slechts met moeite kon de man een huis binnenvluchten. De huiseigenaar durf den den vluchteling echter geen gastvrij heid verieenen, daar zijn tegenwoordig heid voor de overige bewoners gevaar op leverde. De jongeman ging onverschrok ken weer op straat in de hoop ergens an ders een veilige schuilplaats te vinden. Zoo dra hij buiten kwam, werd hij door een ge weerkogel in het been getroffen. Hij viel neer en werd door de beestachtige volks menigte met messteken, stokslagen en schoppen afgemaakt. Zelfs het ontzielde lichaam werd nog geruimen tijd mishan deld, totdat men tenslotte het lijk in de goot sleepte, waar het den heelen dag bleef liggen. Om 2 uur 's nachts werd de Pastoor uit zijn bed gehaald; men liet hem zich eerst aankleed en om hem later al zijn kleeren weer van zijn lijf te scheuren. Dan werd hij geboeid en aan een touw gebonden door de straten voortgesleurd, terwijl het gepeupel den ouden priester met stokken sloeg en met lange stopnaalden stak. Eindelijk toen de priester van uitputting neerstortte, sleepte men hem nog zoolang over de steenen, totdat hij geen teeken van leven meer gaf. DE KWESTIE VAN DEN AARTSBISSCHOP VAN ROUAAN. Morgen, hoogfeest van 's Hee- ren Hemelvaart, zal „De Leldsche Courant" NIET VERSCHIJNEN. VOORNAAMSTE NIEUWS BUITENLAND. Fransche gezant bij het Vatikaan naar Parijs. PARIJS, 20 Mei (A.N.P.). De „Matin" verneemt uit Rome, dat de Fransche am- i bassadeur bij het Vatikaan, Charles Roux, naar Parijs is vertrokken. Men heeft goede redenen om aan te nemen, dat hij met de Fransche regeering de kwestie van mgr. de la Villerabel, die is afgezet als aartsbis schop van Rouaan, zal bespreken. Te Rome is geen verdere ontwikkeling in de zaak gekomen. Het Vatikaan blijft op zijn stand punt staan. Mgr. André Jarosseau, apostolisch vica ris van de Galla's, uit Abessynië gewezen. (2de blad). Twee belangrijke rechterlijke beslissin gen in Duitschland. (2de blad). De toestand in Palestina blijft gespannen. (2de blad). Aartsbisschop van Mexico overleden. (2de blad). BINNENLAND. De regeering overweegt een doeltreffen de bestrijding der kwakzalverij. (2de bl.) De loonen in de textielnijverheid. (2de blad). Inperking van de druiven-cultuur door de regeering. (2de blad). Mededeeling inzake de zomerpostzegels. (2de blad). Ernstige branden te Den Haag, Rotter dam, Berkhout. (1ste blad)Geleen, Nistel- rode en Heesch. (rem. Ber., 3de blad). Bosch- en heidebranden bij Goirle en Ugchelen (Gem. Ber, 3de blad). Vrouw te Herwen en Aerdt in brand ge raakt en overleden. (Gem. Ber., 3de blad). UIT DEN LEIDSCHEN RAAD. De agenda van de Raadsvergadering van Maandag j 1. zag er wat omvang betreft geducht genoeg uit, maar had bij nader inzien toch niet veel om het lijf. Alleen het voorstel tot het invoeren van een nieu we regeling der gastarieven, noodig ge worden door de mislukking van de vorige tariefregeling, bood stof tot ampele bespre king, temeer daar de heer Tobé een gewij zigde regeling had ingediend, welke vrij veel afweek van het voorstel van B. en W. Toch is over deze gastariefkwestie niet ge sproken in evenredigheid met het belang van het vraagstuk. De kwestie der gas tarieven toch is een uiterst belangrijk en tevens een uiterst ingewikkeld vraagstuk. Zij is belangrijk, omdat van de financieele resultaten van de Gasfabriek het wel en wee der gemeentelijke schatkist in hooge mate afhankelijk is. De gemeentelijke schatkist kan niet uit zichzelf boven blij ven drijven, merkwaardiger wijze (althans in deze beeldspraak) niet omdat zij te zwaar is maar omdat zij te licht is. Om te blijven drijven heeft zij de hulp van gaszakken noodig, welke echter door de inwerking van petroleum dermate poreus dreigen te worden, dat er groot gevaar is van ondergang. Er moet (of liever: er moest) een concurreerend tarief gevonden kunnen worden, om de Gasfabriek weer op de been te helpen en het was de heer de Reede, die dit beseffende een motie in diende, om B. en W. uit te noodigen bin nen korte termijn een onderzoek te willen instellen naar de mogelijkheid van een dergelijk concurreerend tarief. Hij liet evenwel zijn denkbeeld varen, omdat hij wel inzag, dat er voorloopig toch niets aan te doen was. Want het belang, dat de ge meentelijke schatkist heeft bij- de winst der Gasfabriek, vormt tevens het obsta kel voor een concurreerende bedrijfspoli- tiek. Het mislukte tarief dat in wezen zoo gek nog niet was had één fout, wel ke zich in de practijk geducht gewroken heeft; het was niet overzichtelijk genoeg. In dit opzicht is het nieuwe tarief beter; men betaalt naarmate men verbruikt en beeft geen gezanik met vast recht en met terugstorting van eventueel te veel betaal de bedragen enz. De door den heer Tobé ontworpen tariefregeling was in dit opzicht nog duidelijker en eenvoudiger, maar het kwam duurder uit, werd beweerd, en, of schoon de voorsteller dit niet toegaf, trok hij het door hem voorgestelde ontwerp maar in. Zooals gezegd, is er niet te veel over gesproken en wij kunnen dat niet be treuren. Het is, zooals de heer Hessing op-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 1