3)e Zsidóohd (&ouftwnt De burgemeester van Voorschoten geïnstalleerd. Burgemeester Berkhout van Voorschoten, die Vrijdag als zoodanig geïnstal leerd is, in gesprek met den commandant der Vrijwillige Burgerwacht van fijn nieuwe gemeente Een hoekje van de Nieuw Guinea- tentoonstelling, welke door _de Kon. Vereeniging .Oost en West" te Am sterdam is geopend De nieuwbenoemde burgemeester van Voorschoten, de heer M. F. Berkhout, deed Vrijdag zijn intocht, waarbij hij door de inwoners van zijn nieuwe ge meente op hartelijke wijze ontvangen werd De bekende aviatrice Amy Mollison heeft na haar record-vlucht naar Kaap stad ook den terugtocht naar Engeland binnen recordtijd afgelegd. - De aankomst op Croydon Majoor J. J. Vermeulen heeft Vrijdag het commando over het Depot der politietroepen te Nieuwersluis overgegeven aan den waarnemend commandant, luitenant A. H. Tripplaar. Een foto tijdens de plechtigheid Koning Carol van Roemenië In gesprek met maarschalk Franchet d'Esperey tijdens de jongste te Bucarest gehouden troepenrevue FEUILLETON BINNEN TWAALF UUR... Naar het Engelsch bewerkt door J. VAN DER SLUYS. (Nadruk verboden). 11) „Het diner geeft verschillende gangen", herinnerde zij hem. „We kunnen tijd win nen door de gebakken tarbot niet over te slaan." Freddy voelde iets warms in zijn hart. Ze kou ook frivol zijn! Een plotselinge be geerte over/iel hem, om allen ernst uit zijn geest te bannen en zich te verblijden in dit oogenblik van avontuur, zooals hij het zich had voorgesteld bij zijn vertrek. Een idaal téte-a-téte-diner met het heer lijkste meisje op aarde! Zoo'n gouden uur kwam misschien geen tweede maal in zijn leven terug Maar een blik op haar ringvinger, waar aan de robijn fonkelde, vaagde zijn licht zinnige verlangens weg. „Welnu. ik dacht aan verscheidene dingen", hernam hij, „en als u het goed vincit zou ik u die graag allemaal, stuk voor stuk i/oorleggen. Intusschen ben ik niet zeker, dat de term „verscheidene din gen". inderdaad juist is.of ze niet al len deel intmaken van één geheel. Mis schien kunt u me helpen?" „Misschien kan ik het", knikte ze. „Ik wil graag alles hooren. U hoeft niet bang te zijn dat u me verveelt." „Om te beginnen.er is iets allemach tig zonderlings met dezen trein aan de hand, Miss Leveridge", ging Freddy door, „of ik ben de grootste idioot ter wereld." „Als er werkelijk iets niet heelemaal in den haak is", vermeende ze „zou het ver standiger zijn om niet te luid te spreken." Zelf had ze haar stem afgedempt. Fred dy keek een beetje schuldig en ging op zachter loon verder. „Ik geloof, dat ik dit als uw antwoord mag beschouwen", stelde hij vast. Hij wachtte even toen de kellner him borden wegnam en vervolgde: „Ik neem aan, dat u gezien heeft dat ik den verkeerden kant opging, toen ik ons compartiment verliet om naar het restauratierijtuig te gaan?" „Ja," bevestigde Miss Leveridge, „en ik vermoedde ook wel waarom." „Ik wilde nog eens even naar onzen vriend kijkenden zieken man." Het meisje knikte. „Hoe tref u hem aan?" „Ik trof hem heelemaal niet aan! Hij was er niet." Zij zei niets, maar haar gelaatsuitdruk king verstarde haast onmerkbaar. Toen zij geen antwoord gaf, sprak hij verder: „Neen, hij was er niet, Miss Leverige. Onder normale omstandigheden zou dat niet bijster gewichtig zijn. Maar het komt me voor, dat dit géén normale omstandig heden zijn! Natuurlijk is het mogelijk, dat hij in Ipswich is uitgestapt. Maar in dat geval had ik hem uit den trein moeten zien komen; ik heb goed opgelet. Ik heb hem op het perron niet gezien. En daarbij, zijn tasch was niet weg. Die stond nog in het bagagenet." ,HÜ kan, net als wij, zijn gaan dineeren", opperde ze. „Ik vrees, dat die veronderstelling on juist is. Ik heb dat zelf ook eerst ge- dacnt, v/eet u, en heb een kijkje genomen in het derde-klas restauratierijtuig." „En daar was hij niet?" „Neen." Zij bracht nog een andere mogelijkheid te berde. „Misschien heeft hij in een der gangen staan rooken. Dan zou hij nu terug kun nen zijn." „Wilt u dat ik even poolshoogte ga ne men?" „Als het niet teveel gevergd is, heel graag." „Dus het is van belang?" „De aime man is niet goed." Hij had dus nog niet haar volle vertrou wen, flitste het door Freddy's brein. Haar bezorgdheid was grooter dan zelfs de teer- hartigste passagier geacht kon worden te koesteren ten opzichte van een volkomen vreemde in denzelfden trein. Freddy stond op, ietwat teleurgesteld en de kellner, die juist met de tarbot ver scheen, haalde vragend de wenkbrauwen op. ,Ik ben in een minuut terug", glimlach te Freddy tegen den dienenden geest. „Ik heb iets in mijn compartiment laten lig gen." Uit de zijgang keek hij in de coupé, waar de man in het bruin gezeten had. Het com partiment was nog leeg.- Op het punt rechtsomkeert te maken, be dacht hij zich, ging het compartiment bin nen en liet zijn oogen onderzoekend rond dwalen. In het eerst kon hij niets bijzon ders ontdekken. Toen begon op den ach tergrond van zijn bewustzijn een gewaar wording te schemeren, dat er iets veran derd moest zijn. Er was een verschil met daarnet.... een kleinigheid.... maar het was hem niet mogelijk direct uit te ma ken wat. De krant was er nog. De kleine bruine koffer was er ook nog. En toch. die bruine koffer.... daar was iets mee! Met een schrik drong het tot hem door. „De koffer is verplaatst!" kwam het over zijn lippen. De koffer had eerst in den hoek van het bagagenet gestaan. Nu stond hij misschien een halve meter van den hoek af. Sinds hij het laatst hier was geweest, moest iemand het compartiment zijn bin nengegaan en die tasch hebben ver plaatst, om daarna weer te verdwijnen. Als de bewuste persoon de eignaar van den koffer was, waarom had hij de coupé dan ten tweeden male verlaten? De oplossing was misschien heel een voudig, aan den anderen kant misschien ook niet en gezien de bezorgdheid van Miss Leveridge, was Freddy maar al te geneigd tot een pessimistische opvatting. Veronder stel dat degene, die den koffer verscho ven had, den eigenaar niet was? Zou die persoon zich dan alleen bepaald hebben tot het verplaatsen van de tasch of haar ook hebben geopend? En zoo ja, om welke reden? Toen deed Freddy Reeve iets heel on rechtmatigs en vrijpostigs. Hij stapte naar de plaats waar de koffer stond, strekte zijn hand uit en haalde het voorwerp, dat zijn geest zoo in beroering bracht, naar bene den. De volgende seconde was de tasch open en staarde hij naar den inhoud. Die in houd bestond uit kleine leeren notitieboek jes. De kleine koffer was er vrijwel mee gevuld. Elk notitieboekje was voorzien van een keurig potloodje en op den omslag stonden de woorden: „Noteer ons heden, want morgen zijn we vergeten!" Reismonsters blijkbaar, oordeelde Fred dy. De man in het bruine pak was dus han delsreiziger. Een kaartje, dat bovenop lag, gaf verdere informatie omtrent den onbe kende. Het luidde: Messrs. RACE SPLENDON Grossiers. Vertegenwoordiger: Mr. W. G. Biddock. Zoo, dat was dat! De inhoud van den koffer onthulde niet veel omtrent het ver moedelijke mysterie en na nog een halve minuut misschien intens naar het. kaartje en de notitieboekjes gekeken te hebben, sloot Freddy met een zucht de tasch, zette haar weer precies op de plek waar hij haar gevonden had en draaide zich om, om heen te gaan. Maar iets hield hem nog terug. De krant! Bevond die zich ten slotte inderdaad nog in den toestand, waarin hij haar achterge laten had? Neen, de krant bevond zich niet meer in dien toestand. De pagina met het por tret van Miss Leveridge, had bovenop ge legen. Nu lag een andere pagina boven. Dat moest hem ook al een prikje in zijn onderbewustzijn hebben gegeven, toen hij het compartiment was binnengekomen en bijgedragen hebben tot het gevoel dat er iets veranderd was. De groote onbeken de, die zich vóór hem met ^en koffer had beziggehouden, was ook met zijn handen aan de krant geweest. Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 9