Besturen van slagersbonden bij den minister van Sociale Zaken DAMESCONFECTIE-INDUSTRIE BEDREIGD Door officieele Duitsche dumping LEERDAM glasreclame ZATERDAG 16 MEI 1936 DE LE1DSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 6 Beschikbaarstelling gehakt in blik blijft tot de werkloozen beperkt Op 8 Mei hebben de besturen van den Ned. Slagershond en den R. K. Hanzebond van Slagerspatroons den ministers van Sociale Zaken en Landbouw hun bevreem ding kenbaar gemaakt, dat, terwijl zij op 6 Mei met den regeeringscommissaris con fereerden over de mogelijkheid van distri butie van versch vleesch voor de steun- behoevenden, mede ter verruiming van het vleeschdebiet, vrijwel tegelijkertijd het de partement van Sociale Zaken besloot tot de fabricage en beschikbaarstelling van gehakt in blik. In dit verband werd den minister ge- \Traagd een deputatie uit de bondsbesturen in onderhoud te willen ontvangen. De mi nister van Sociale Zaken heeft gisteren deze conferentie toegestaan. Op deze audiëntie hebben de bondsbe sturen gevraagd, wat nu eigenlijk de be doeling der regeering is, en of nu de versch vleesch-distributie van de baan is, wijl met blikvleesch wordt begonnen; of de distributie van blikvleesch via de slagers zou loopen en of de minister erin mede wilde werken, dat de beschikbaarstelling niet weer zoo ruim werd gesteld, omdat de nu afloopende distributie een belang rijke concurrentie is geweest voor het nor male vleeschdebiet van de slagers, wijl in vele gemeenten „Jan en alleman" zich van blikvleesch kon voorzien en vele instel lingen het ook bij massa gebruiken. De slagers hadden dus een zware con currentie van het blikvleesch, en de enor me kosten dezer beschikbaarstelling moes ten zij zelf via crisisheffing op rundvleesch opbrengen. De minister van Sociale Zaken gaf te kennen, dat hij van de bespreking bij den regeeringscommissaris niets afwist, en zich met een eventueele versch vleesch-distri butie ook niet had ingelaten of zou inla ten. Voor hem gold alleen de zorg van de werkloozen om ondervoeding te voorko men, en was na bespreking met besturen der groote gemeenten besloten tot de proef van beschikbaarstelling van gehakt in blik. Een product, wat heel goed en goedkoop is, voor 35 cent per K.G. naar het oordeel van den minister. Het normale vleeschde biet zal er volgens den minister niet door worden aangetast, wijl de werkloozen an ders toch geen vleesch krijgen, iets wat de bondsbesturen ten deele toegaven. Zij drongen er bij den minister sterk op aan de beschikbaarstelling beslist tot de werkloozen te beperken, wijl toch ook voor de smalle beurzen versch vleesch en gehakt voor lagen prijs in de slagerswin kels verkrijgbaar zijn. De minister zei toe, dat de beschikbaarstelling tot de werkloo zen zal worden beperkt. De proef is trou wens op bescheiden schaal (20 weken van 50.000 blikken productie per week). De vorm van distributie is aan de ge meenten overgelaten. De minister wilde zich niet binden om den gemeentebesturen te vragen de distributie via de slagers te doen loopen, al verklaarde Z.Exc. de sla gers niet te willen uitsluiten. Hij verlangde eventueel van hen de distributie met een zeer kleine winstmarge te verzorgen minder dan thans het geval is omdat Sociale Zaken geen middelen heeft voor deze voorziening, en de werkloozen zoo goedkoop mogelijk moeten worden gehol pen. De onkosten op het product moeten tot een uiterste minimum worden beperkt. De besturen der slagersbonden hebben de blikvleeschdistributie derhalve als een feit aanvaard, maar hebben niettemin zooals op 8 Mei den regeerings-commissa- ris ir. Louwes, was toegezegd op een enkel punt nader hun meening gégeven ten aanzien van een eventueele versch vleesch-distributie, welke intusschen vol gens het oordeel der slagersbonden nu be ter achterwege kan blijven, als de kosten gedragen zouden moeten worden door het Landbouwcrisisfonds. „Hbld." In een gisteren gehouden persconferentie heeft de Federatie van Vereenigingen van Nederlandsche Confectief abrikanten een uiteenzetting gegeven van de moeilijkhe den, waarmee de Nedejlandsche Dames- confectie-industrie, een bedrijftak waarin in normale tijden meer dan 50.000 men- schen hun brood verdienen en waarbij bo vendien de Nederlandsche textielindustrie ten nauwste betrokken is, te kampen heeft als gevolg van de hevige dumping van Duitsche zijde, die officieel wordt moge lijk gemaakt door de export-credieten, die de Duitsche Rijksregeering ter beschikking van de naar het buitenland uitvoerende on dernemingen stelt. Hoewel de damesconfectie-industrie in dezen tijd van het jaar gewoonlijk een sei zoenopleving kent, neemt het aantal werk loozen nog steeds toe, en herhaaldelijk heeft men de Nederlandsche regeering ver zocht, maatregelen te nemen, die tot nog toe echter zijn uitgebleven. De secretaris der Federatie, mr. W. A. Morie, heeft op de persconferentie van gisteren een overzicht gegeven van het verioop der besprekingen met de regee ring, die tot nadeel van de industrie en van ons geheele economische leven geen enkel resultaat hebben opgeleverd. De prijzen, waarvoor Duitschland dames- confectie-goederen in Nederland levert, blijven niet alleen onder de wereld marktprijzen, maar ook onder de Neder- landschen kostprijs, zoodat concurrentie onmogelijk is. Herhaaldelijk werden aan de regeering de bewijsstukken van deze dumping overgelegd en na een bespre king met de zoo nauw bij de belangen der Nederlandsche Confectie-industrie betrok ken Twentsche en Tilburgsche textielfabri kanten, had men op 29 Januari een onder houd met dr. Hirschfeld. Als handelsreizi gers beladen trok men met japonnen, man telpakken, offertes en andere documenten naar Den Haag. Men overtuigde dr. Hirsch feld volledig en kon hem zelfs fotocopieën toonen van de geheime stukken, die de Duitsche regeeringsinstanties zonden aan die exportondernemingen, die gebruik maakten van het „Zusatzausfuhrverfah- ren" en waaruit zonneklaar bleek, dat op dat oogenblik de Duitsche regeering 35 pet. exportpremïe op den kostprijs gaf van voor uitvoer naar Nederland bestemde goederen. In vertrouwen deden de vertegenwoordi gers der confectiefabrikanten mededeeling van eenige namen van Duitsche fabrikan ten, die op deze wijze naar Holland uit voerden, en toen korten tijd later dr. Hirschfeld de adressen van deze fabrikan ten vroeg .,om de Duitsche regeering in de gelegenheid te stellen de ingediende klachten te onderzoeken", besloot het be stuur van de federatie na rijp beraad dit verzoek af te wijzen. De situatie in Duitschland is n.L zoo, dat alle ondernemingen die van het „Aus- fuhrzusatzverfahren" genieten, daarover het diepste stilzwijgen moeten bewaren. Op alle desbetreffende stukken staat de vermelding, dat zij streng vertrouwelijk zijn en bovendien moeten de betrokken fabrikanten een „Eidesstattige Erklaerung" afleggen, dat zij deze geheimhouding niet zullen schenden. Het bestuur van de Fe deratie van Nederlandsche Confectie-Fa- brikanten staat op het standpunt, dat al leen de Duitsche regeeiing verantwoorde lijk is voor het verstrekken der export pre mies en niet de fabrikanten, die daar al of niet gedwongen gebruik van maken. De klacht der Nederlandsche regeering dient dan ook alieen te gaan tegen de houding der Duitsche regeering en niet tegen de naar Nederland uitvoerende fabrikanten. De Nederlandsche regeering diende te begrijpen, dat men te Berlijn slechts de adressen der in Nederland gekende onder nemingen. die met uitvoerpremies werken, wenscht te kennen om te weten te komen bij welke Duitsche fabrikanten het lek zit, waardoor de geheime maatregelen der Duitsche regeering in het buitenland be kend konden worden. In plaats van het juiste antwoerd aan de Duitsche regeering te geven deed het departement te Den Haag den confectie-fabrikanten de mede deeling, dat de Nederlandsche regeering door de weigering om de gevraagde adres sen te geven verder geen enkele stap te Berlijn kan doen. Daartegenover handha ven de confectief ah rikanter. hun stand punt, dat het niet aangaat, de enkele Duit sche fabrikanten, die in zoo goede zaken relatie met hun Nederlandsche collega's staar., dr.t zij hun het zoo r.oc-dige, bewijs materiaal hebben verschaft, aan de Duit sche iustitite over te Ie eren. Behalve de fotocopieën van het bewijsmateriaal wer den op de persconferentie ook statistieken getoond, waaruit bleek, dat de Duitsche invoer in Nederland van damesconfectie- goed ongeveer 90 pet. van den totalen in voer bedraagt en dat in de eerste 4 maan den van 1936 de hoeveelheid ingevoerde confectiegoederen uit Duitschland met 66 ton van de 284 of met bijna 25 pet. is gestegen, terwijl de waarde op een totaal bedrag van 3.153.000 gulden slechts met 3.000 gulden was toegenomen of het slechts 1/10 pet., wat mogelijk was door de daling van den gemiddelden prijs per kg. van 14.45 verleden jaar tot 11.60 in het hui dige voorjaar, terwijl de grondstofprijzen een stijgende tendenz toonen in alle an dere landen de prijzen gestegen zijn. BINNENLAND NEDERLANDSCHE JOURNALIST UIT DUITSCHLAND VERBANNEN. G. Ridder de van der Schueren, correspondent van „De Maasbode". De „Maasbd." beperkt zich tot de mede deeling, dat haar correspondent te Berlijn, de heer G. Ridder de van der Schueren, van de autoriteiten aanzegging heeft ge kregen om binnen tien dagen Duitschland te verlaten. De Nederlandsche collega's van den heer De van der Schuren te Berlijn zijn uitvoe riger in hun berichtgeving. Die van het „Hbld." deelt mee, dat de correspondent van de „Maasb." Donderdag ochtend van den hoofdcommissaris van po litie te Berlijn bericht ontving, dat hij Duitschland zou moeten verlaten „omdat hij door onzakelijke berichtgeving in staats- vijandigen zin jegens het Duitsche Rijk werkzaam is geweest." Deze uitwijzing is zegt de „Hbld."- correspondent verder geen verrassing. Collega De v. d. Schueren was den laat- sten tijd herhaaldelijk op het ministerie Göbbels gewaarschuwd, naar wij meenen te weten minder wegens zijn eigen bericht geving, die bij alle critische gezindheid ge matigd mocht worden genoemd door naast de algemeene strekking ook de positieve prestaties van het Derde Rijk recht te doen wedervaren, dan wel wegens de alge meene houding van zijn blad ten opzichte van het nieuwe Duitschland, waarover men in de Wilhelmstrasse blijkbaar met den dag meer ontstemd bleek te zijn. De heer De van der Schueren is langen tijd in Berlijn voor de „Maasbode" werk zaam geweest en had ook buiten den kring van zijn vakgenooten vele vrienden die hem no ode zien verixekken. De „Berlijnsche correspondent van de „N. R. Crt." zegt, dat men in de kringen van de buitenlandsche correspondenten te Berlijn met zekere verbazing van de ver banning van den heer De van der Schue ren heeft kennis genomen, omdat De van der Schueren van het begin der machts aanvaarding door de nationaal-socialisten bekend stond als een '°r buitenlandsche journalisten, welke een open oog vooral voor de goede zijden van de ingetreden veranderingen hadden. Dit was zoo sterk het geval, dat hij in bepaalde buitenland sche milieux kortweg voor een nationaal- socialist werd gehouden. Mocht dit ook een misvatting door overdrijving wezen als ge volg van de contrastwerking met tegen overgestelde opvattingen, stellig was De van der Schuren diegenen onder de katho lieke buitenlandsche correspondenten te Berlijn, die het dichtst bij het nationaal- socialisme stond, zonder dat men van zijn blad kon zeggen, dat het onder de katho lieke buitenlandsche bladen door bijzon dere sympathie voor het nieuwe Duitsche regiem wordt gekenmerkt. Juist daarom, zoo werd veelal aangenomen, zouden de Duitsche autoriteitert de werkzaamheid al- 'hier van den correspondent op prijs stel len en vandaar de verwondering, dat dezen het initiatief hebben genomen daaraan een einde te maken. Deze verwondering sug gereert echter bij de Duitsche autoriteiten een ander standpunt dan deze in werkelijk heid blijken in te nemen. Voor de instan ties, die in zulke dingen te beslissen heb ben, geeft blijkbaar de houding van het blad als geheel de doorslag, ongeacht de vraag of de correspondent daarop een neu- traliseerenden invloed tracht uit te oefenen. De uitgewezen correspondent van de „Maasb." heeft in een gesprek, hetwelk hij eenigen tijd geleden op het ministerie van propaganda voerde, ook dezen indruk ge kregen. NEDERLANDSCHE FIRMA WINT GOUDCLAUSULEPROCES. De N.V. Nederlandsche Crediet en Fi nanciering Maatschappij te Amsterdam heeft eenigen tijd geleden bij de Kamer voor handelszaken in Dortmund een zaak aanhangig gemaakt tegen de Harpener Bergbau A.G. aangezien deze sedert 1 Jan. 1935 een ten behoeve van de Magdenbur- ger Bau-und Kreditbank aangegane schuld niet volgens contract afgedaan heeft. In de desbetreffende overeenkomsten was o.m. gestipuleerd, dat de aan de Baubank ver leende en door Harpen te betalen credie- ten en rentebedragen moesten worden uit gekeerd „in effectieve USA-dollars van het tegenwoordige peil en gehalte fijn goud". Tot 1 Januari 1933 zijn de betalingen door Harpen in vollen omvang verricht. Na de devalutatie van den dollar echter werden de betalingen nog slechts verricht ter hoogte van den op den betalingsdag gel denden gedevalueerden dollarkoers. De Ne derlandsche firma eischte dat vastgelegd zou worden dat Harpen -verplicht is het verschil tusschen de feiltelijke betalingen en de dollarkoers voor de devaluatie alsnog af te dragen. Het gerecht heeft thans de Nederlandsche firma in het gelijk gesteld en de Duitsche veroordeeld tot betaling van 170.443 R.M., vermeerderd met rente, op grond van de overweging dat bij op stelling van het contract de bedoeling heeft voorgezeten door het kiezen van den dol lar, die als volstrekt betrouwbaar werd be schouwd, een vaste basis voor de betalin gen te bepalen. AANKOOP HAAGSCHEN DIERENTUIN DOOR DE GEMEENTE B. en W. van 's Gravenhage stellen den Raad voor, om van de vereeniging „Ko ninklijk Zoölogisch Botanisch Genoot schap" te 's Gravenhage den Haagschen oierentuin te koopen voor een bedrag van 850.000 en dezen dan met ingang van 1 Juli a.s. weder te verhuren voor een jaar- lijkschen huurprijs van 35.000 aan een op te richten naamlooze vennootschap Ko ninklijk Zoölogisch Botanische Genoot schap N.V. „De Dierentuin". STAKING IN HET BROODBAKKERS BEDRIJF TE AMSTERDAM. Naar aanleiding van een dreigende sta king in het broodbakkersbedrijf te Amster dam, had de rijksbemiddelaar, mr. S. de Vries Czn. de partijen tegen gistermiddag ten stadhuize bijeengeroepen. Omtrent deze conferentie vernemen wij het volgende: De toestanden, die in Amsterdam in het bakkersbedrijf heerschen, zijn nog altijd chaotisch. Het brood wordt door den eenen bakker verkocht tegen tien cent, terwijl een ander er 14 cent of meer voor vraagt. Er zijn ook nog weinig bakkerijen, waar men nog de loonen betaalt, die in de C.A.O. in 1935 waren neergelegd. Het loon was voor den z.g. bankman 30.per week. Van djen kant der werkgevers wenscht men nu te komen tot 28.per week, een loon, dat in andere groote steden reeds is vastgesteld. De werknemersorganisaties wenschen eerst over loonsverlaging te spreken, nadat een gezamenlijke poging van werkgevers en de werknemers bij de regeering zou zijn beproefd, om een toeslag op den broodprijs is Amsterdam te krijgen, waardoor het mogelijk zou worden, dat ook de goed geoutilleerde bakkers het brood in Amsterdam tegen den laagsten prijs zouden kunnen leveren. De werkgevers verwacht ten van dit middel geen heil en zagen bij eventueele doorvoering van dit plan er een groot gevaar is, om, wanneer eenmaal de broodprijs in Amsterdam tot 9 cent wordt verlaagd, later weer te komen tot een nor malen prijs, gelijk opgesloten ligt in het plan van prof. Gerbrandy. Dit plan is thans bij de regeering in onderzoek en houdt in den prijs, die minstens voor het brood zou worden betaald, om de bedrijven niet met verlies te laten werken. Deze prijs zou dan neerkomen op pijn. 14 cent per brood van 800 gram. Aangezien de C.A.O. van 1935 door zeer betrekkelijk weinig werkgevers wordt nagekomen, zonder dat de besturen der werknemers-organisaties de nakoming er van kunnen afdwingen, ontstond bij de werkgevers overwegend bezwaar, een nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst af te sluiten, die toch alleen maar op papier zou aangegaan worden. Wel waren vele werkgevers bereid de belangrijkste bepalingen der C.A.O. 1935 na te komen en zich daartoe schriftelijk te verbinden. Onder de omstandigheden heeft de rijks bemiddelaar geadviseerd, dat de werkne mersorganisaties in afwachting van het lot van het plan-Gerbrandy met genoemde be reidverklaring genoegen zouden nemen en heeft hij verder aanbevolen, dat de loons verlaging van twee- gulden per week niet in eens zou worden toegepast, doch, even als in den Haag in twee etappes, zoodat de eerste zal ingaan op 23/24 Mei en de tweede op 29/30 Aug. Aangezien een eventueele staking de chaos nog veel grooter zou maken heeft tenslotte de rijksbemiddelaar ernstig aan gedrongen zijn voorstellen in de organisa ties te verdedigen. Gezellenorganisaties wijzen het voorstel van den rijksbemiddelaar af. Na afloop van de conferentie tusschen de werknemersorganisaties en den rijksbe middelaar, mr. S. de Vries Czn., hebben de hoofd- en afdeelingsbesturen der gezel- lenbonden na een langdurige bespreking besloten het voorstel van den rijksbemid delaar niet tegenover de arbeiders te verdedigen. De besturen zijn van oordeel dat aanvaarding van het voorstel, loonsver laging beteekent, zonder dat ordening in het bedrijf en/of een overeenkomst in uit zicht is gesteld. A.s. Zondag zal de staking ingaan bij de firma's van Thijn, Jodenbreestraat en Cor nells Troostplein, Muis, Valkenburgerstraat en Sternefeld, Plantage Kerklaan. De arbeiders in het Joodsche bedrijf werkzaam zullen Zaterdagmiddag om twee uur bijeenkomen in het gebouw van de A.O.F., Sarphatistraat. Maandag wordt de staking geproclameerd bij de firma's Bun dels, Jacob van Lennepkade, Lucas, Cein tuurbaan en Sluisstraat, Car els, Laurier gracht (deze. firma heeft een groot aantal verkoopzaken in de stad), van Muiden, P. C. Hooftstraat, Lagas, Andreas Bonstraat, en voorts bij alle Schagen's en Homoet- bakkerijen. CONTINGENTEERING VAN ROGGEMEEL EN BLOEM. Ingediend is een wetsontwerp tot rege ling bij de wet van de bij Kon. Besluit van 30 Maart 1936 voor 1 jaar verlengde con- tingenteering van roggemeel en rogge bloem. In verband met de voortzetting van de steunmaatregelen op landbouwgebied, als ook met het oog op de belangen van de Nederlandsche industrie van roggebloem en roggemeel, kan de onderhavige invoer beperking nog niet worden gemist. Bij de verlenging werden het percentage en de basisperiode ongewijzigd gelaten. Bestrijding bosch- en heidebranden. Om het publiek opmerkzaam te maken op het gevaar van bosch- en heidebranden heeft de Nederlandsche Heidemaatschappij een transparant laten vervaardigen, welke gedurende de maanden Mei tot en met September a.s. dank zij de groote mede werking van de Nederlandsche Spoorwe gen, gemeentebesturen, en vele tram- en autobusondernemingen op de stations, in trams en in autobussen zullen worden aan gebracht. Het ligt in de bedoeling deze transparanten ook in hotels, pensions, uit spanningen enz. te doen aanbrengen. Op aanvraag worden deze transparanten gra tis door de Nederlandsche Heidemaatschap pij verstrekt. Profiteer ook van de voor onze klanten 10 ct. per stuk ADRES OM DEVALUATIE Adres van groot-ondernemers aan minister Colijn Naar de „Tijd" verneemt, hebben een groot aantal leiders van het bedrijfsleven in Nederland een adres gericht aan mi nister Colijn om dezen met aandrang te verzoeken, dat de regeering niet langer zal aarzelen om onverwijld tot geldcorrectie over te gaan, ten einde herstel van het economisch leven in Nederland en Neder- landsch-Indië mogelijk te maken. Het adres herinnert aan het feit, dat sinds Julo 1933 reeds talrijke dikwerf uitvoerig gemotiveerde adressen zijn gezonden aan minister Colijn, waarin de urgentie van geldcorrectie in het licht werd gesteld. De onderteekenaars, waaronder de na men van vooraanstaande ondernemers uit geheel Nederland en hoofdbestuurders van groote vakorganisaties voorkomen, onder anderen Philps, Van Beuningen, dr. Patijn,, Van Heek, het Eerste Kamerlid Serrarens en het Tweede Kamerlid J. ter Laan, ver klaren zich door den loop der omstandig heden gedrongen te gevoelen, andermaal dat inzicht aan de regeexing mee te dee- len. Zij meenen aan eigen verantwoorde lijkheid verplicht te zijn den minister-pre sident duidelijk te doen blijken, dat Ne derland zonder geldcorrectie niet uit het crisis-moeras kan worden gered. De gedetailleerde overwegingen, op grond waarvan bovenbedoelde bedrijfs leiders zich tot minister Colijn hebben ge wend, luiden als volgt: „In scherpe tegenstelling tot het alge meen economisch wereldbeeld staat het economisch beeld van Nederland. De werkloosheid staat hier op een onge kend hoog peil en vertoont een onrust barend stijgend tendenz. Het bedrijfsleven kwijnt, het werkt, als geheel beschouwd, met verlies en onder steeds minder te ontwarren kunstmatige verhoudingen. De outillage onzer industrie veroudert en kan niet op peil gehouden worden. De vakbekwaamheid onzer arbeiders gaat in lediggang verloren. De steunmaatregelen vormen een on draaglijke last voor de overheidskassen. Evenwicht in de overheidsbudgetten is niet bereikbaar zoolang deflatie leidt tot dalende inkomsten. Het hypotheekwezen is ontwricht. De fi- nancieele spanningen zijn groot en drei gen nog toe te nemen. De belangentegenstelling tusschen Ne derland en Nederlandsch-Indië wordt door het uitblijven van geldcorrectie geaccen tueerd. De bevolking in Nederlandsch-Indië, vooral op Java en Madoera, ondervindt in toenemende mate de gevolgen der steeds dieper doorwerkende depressie, haar re serves zijn opgeteerd". De inhoud van dit adres is ook ter ken nis gebracht van de voorzitters van de groote fracties in de Staten-GeneraaL HOEVEEL EN WAT WORDT ER IN NEDERLAND GEROOKT? Volgens in de vierde aflevering van het maandschrift van het Centraal Bureau voor de Statistiek opgenomen cijfers werden in 1S35 gebanderolleerd 1.428.770.000 sigaren, 4.008.972.000 sigaretten en 10.569.000 k.g. tabak. Van de in 1935 verbruikte sigaren moest voor 1.048.335.000 sigaren 1214 pet. en voor 380.435.000 sigaren 1114 pet. accijns wor den betaald. Het verbruik per hoofd der gemiddelde bevolking is toegenomen van 153 sigaren over 1926 tot 174 sigaren over 1930, waar op een daling is gevolgd tot 169 sigaren over 1935, van 317 sigaretten over 1926, behoudens enkele gevallen van teruggang, tot 475 sigaretten over 1935. Het tabaks verbruik per hoofd der bevolking is daar entegen iets afgenomen, over de jaren 1926 tot en met 1933 bedroeg dit gemid deld 1,5 kg. en over de jaren 1934 en 1935 gemiddeld 1,3 kg. De totale verkoopwaarde vermeerderde van ruim f 152 millioen in 1926 tot ruim 183 millioen in 1930, waarop dalingen zijn gevolgd tot bijna 128 millioen in 1935. Deze sterke daling is in hoofdzaak veroor zaakt door het meerdere gebruik van goed- koopere soorten sigaren, sigaretten en ta bak, waartegenover een sterkere teruggang van de duurdere soorten staat. Voorts blijkt, dat in 1935 van de totale gebanderolleerde hoeveelheid sigaren 41 pet. een waarde had van 510 ct., sigaret ten 59 pet. een waarde had van 13 ct. en tabak 55 pet. een waarde had van 1.60 f 3. Over 1926 waren deze verhoudingscij- fers nog resp. 77.94 en 77. In het eerste kwartaal van 1936 werden gebanderolleerd 360.204.000 sigaren tegen 855.209.000 in het le kwartaal van het vo rig jaar, 964.495.000 sigaretten tegen 951.504.000 in 1935 en 2.811.000 kg. tabak tegen 2.477.000 kg. in het vorig jaar. Soberheid geboden! Ged. Staten van Noord-Holland hebben een besluit afgekondigd, waarbij het aan noodlijdende gemeenten van de provincie verboden wordt consumpties te verstrek ken in raadsvergaderingen waarvoor aan de leden presentiegeld wordt uitbetaald.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 6