DINSDAG 12 MEI 1936
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BLAD - PAG. 10
BILJARTEN
KAMPIOENSCHAP F. B. H. O.
De uitslagen van de voortgezette wed
strijden der 2de klasse luiden:
pnt. brt. h.s. gem.
Ereira
150
40
21 3.75
Boogaarts
138
40
16 3.45
B. Engwerda
150
28
21 5.35
H. Oom en
150
28
22 5.35
C. de Nijs
150
39
30 3.84
Boogaards
11
39
10 2.84
Y. de Vries
150
21
38 7.14
D. Bonnet
135
21
20 6.24
De stand in de 2de klasse luidt:
gesp. gew. gel. verL pnt.
Ereirra
2 2
4
J. Duivenvoorden
2 2
4
H. Oomen
2 1
1
3
Y. de Vries
2 1
1 2
C. de Nijs
2 1
1 2
B. Engwerda
1
1
1
Boogaard
2
2
D. Bonnet
3
3
LUCHTVAART
„GRAF ZEPPELIN" NAAR ZUID-
AMERIKA GESTART.
Het luchtschip „Graf Zeppelin" is te 8
uur gisteravond van Franfort Main naar
Zuid-Amerika vertrokken. Er bevinden
zich 20 passagiers aan boord.
Om zeven minuten voor elf passeerde
gisteravond de Graf Zeppelin Tilburg. Het
luchtschip kwam uit de richting Eindho
ven en zette koers in Noord-Westelijke
richting.
Ook in Eindhoven, waar het luchtschip
om zeven minuten over half elf boven de
stad verscheen, trok het de belangstelling
van vele honderden.
Om kwart voor twaalf passeerde de
Zeppelin Vlissingen. Het luchtschip vloog
vermoedelijk op drie honderd meter hoog
te, maar was door den dikken mist niet
te zien. Men hoorde slechts het zware ge
dreun der motoren. Het gevaarte verdween
spoedig in de richting van de Noordzee.
DE .HINDENBURG" NAAR
DUITSCHLAND VERTROKEN.
Men seint d.d. 12 Mei uit New-York:
Het groote luchtschip „Hindenburg" heeft
met 47 passagiers en 2570 kg. vracht aan
boord de terugreis naar Duitschland aan
vaard.
PROEFVLUCHT VAN DE
HINDENBURG" NAAR N.-Indfe.
In het jaarverslag over 1935 van de
N.V. Nederlandsche Handel-Maatschappij
lezen we: dat het sinds 1931 bestaande
syndicaat voor luchtschipverkeer met Ne
rf er 1 andsch-Indizoover is gevorderd met
zijn bemoeiingen om het moederland en
deze gewesten door een Zeppelindienst te
verbinden, dat thans de oprichting van een
Nederlandsche luchtschipreederij wordt
overwogen. Teneinde nadere gegevens om
trent de geprojecteerde verbinding te
verkrijgen zal vermoedelijk in 1936 de in
het begin van dat jaar voltooide „Hinden
burg" een proefvlucht naar Nederlandsch-
Indië te maken."
RUSSISCH PASSAGIERSVLIEGTPIG
VERMIST.
Sedert vier dagen heeft men geen be
richt ontvangen van een passagiersvlieg
tuig, dat van Moermansk naar Dikson-
Siland was vertrokken. Men vreest, dat
het toestel tijdens een storm is veronge
lukt. Het opsporingswerk wordt door een
dichten mist belemmerd.
SPORTVLIEGERS, DIE PECH HADDEN.
Inplaats van te Parijs landden zij
in den Elzas.
Vrijdagmiddag is de Schiedamsche
sportvlieger H. L. Jonker Roelants met
zijn Koolhoven-toestel P.H.E.J.R. van
Waalhaven gestart voor een tocht naar
Parijs. Hij raakte den koers kwijt en land
de op een militair vliegveld in den Elzas
in de streng verboden zone. Piloot Roe
lants met zijn passagier, den heer van De
venter, werden onder militaire bewaking
gesteld en eerst den volgenden dag na een
streng onderzoek vrijgelaten. Het toestel
werd voorloopig vastgehouden.
Gisteren zijn zij in het vaderland terug
gekeerd. De „Maasbode" had een onder
houd met de beide onfortuinlijke vliegers
en vroeg hun, hoe het kwam, dat zij zoo
ver uit de koers waren geraakt?
„De oorzaak hiervan aldus de heer Roe
lants is eene vergissing met het uitzetten
van den koers geweest. Op mijn graden
boog heb ik bij het aflezen een verschil
gemaakt van 90 graden."
„Waar is die vergissing begonnen?"
„Wij waren Brussel gepasseerd. Inplaats
van naar het Zuiden, zijn wij op die wijze
naar het Zuid-Oosten gevlogen. Het zicht
was zeer slecht, zoodat wij geheel op kom
pas moesten vliegen. Na eenigen tijd vlie
gen meenden wij Mons te passeeren, doch
in werkelijkheid moet dit Namen zijn ge
weest.
Het onweerde hevig en aan alle kanten
sloegen de bliksemstralen recht omlaag.
Wij dachten dan ook aan een noodlanding,
doch deze is bij zulk een geladen atmos
feer ook lang niet ongevaarlijk. Wij beslo
ten dus maar door te vliegen.
Spoedig werd het ons echter duidelijk,
dat wij niet de goede richting hadden ge
nomen. Want aan alle zijden zagen wij ons
omringd door bergen van tamelijke hoogte.
Wij ontdekten eindelijk een spoorlijn en
besloten deze te volgen om ons te orien-
teeren. Na eenigen tijd zagen wij een sta
tionsgebouwtje. We daalden tot 45 meter
van den grond en vlogen toen langs het
gebouwtje. Mijn passagier las tot zijn ver
bazing den naam „Schweighausen".
Waar we nu waren wisten we nog niet.
Want op de kaart was geen „Schweighau
sen" te vinden. Maar in elk geval zaten we
zeker niet in Noord-Frankrijk.
We hebben toen wel benauwde oogen-
blikken doorgemaakt, omdat we nu in het
geheel niet meer wisten waar we zaten.
En door het slechte zicht konden we ook
niet van den grond af ons een weg zien te
vinden.
Zoo vlogen we eenigen tijd rond, tot
mijn kameraad in eens uitriep: een vlieg
veld!
Inderdaad het bleek er een te zijn en
onze onrust week in eens, toen we ons in
elk geval verzekerd wisten van een goede
landing. We hadden nog maar benzine
voor twintig minuten vliegen.
De kist werd spoedig op den grond ge
zet. Waar zouden we zijn?
Die onzekerheid werd al spoedig opge
heven, to an militairen ons toestel kwa
men tegemoet loopen.
We stapten uit ons toestel en vroegen,
hoever we van Parijs af waren.
„Vijfhonderd kilometer" luidde het cor
recte antwoord, maar meteen beduidde
men ons, dat we daaraan maar niet moes
ten denken, want we waren neergekomen
op een militair vliegveld en nog wel op
een in de streng verboden zone.
We vertelden van ons ervaren, doch men
scheen er niet veel geloof aan te hechten
en op vrij barsche wijze beduidde men ons,
dat we aan doorreizen niet behoefden te
denken, en onder militaire bewaking wer
den gesteld.
Zoo zaten we dus in plaats van in Pa
rijs in Hagenau, 28 km. ten Noorden van
Straatsburg. Het was kwart over zeven
Fransche tijd, toen we afscheid namen
van ons toestel en naar de hoogere mili
taire autoriteiten werd geleid, die ons in
tegenstelling tot de lagere met voorko
mendheid behandelden.
Na een langdurig verhoor, een onder
zoek van onze papieren en het in bslag
nemen van de films, welke men besloot
direct te ontwikkelen, leidden de militai
ren ons naar een hotel waar wij den nacht
konden doorbrengen.
Den volgenden dag werd het onderzoek
voortgezet. Maar 's middags konden wij ter
oplossing van het geval eindelijk naar
Straatsburg gaan. De films waren onder
wijl ontwikkeld en men had er natuur
lijk niets op gevonden.
Daar in Straatsburg werden wij door den
politiecommissaris van Hagenau voor den
onderzoekingsrechter geleid.
Hier kwam de zaak tot klaarheid en
herkregen we onze persoonlijke urijheid.
In welk lot ons toestel evenwel niet
deelde. Dit kon niet vrij komen dan na de
formaliteit van een proces, dat, naar men
reeds beduidde, ons ongeveer 500 francs
zou kosten.
Zaterdagavond om 7 uur stonden we
weer vrij in de straten van Straatsburg.
We hebben toen den trein genomen naar
Parijs, vanwaar we gistermiddag zijn te
ruggekeerd."
„En wat zal er nu met uw kist gebeu
ren?"
„O, als die zaak in orde is met het pro
ces, waarmede wel eenige dagen zullen
gemoeid zijn, ben ik van plan om den
trein naar Hagenau te nemen en mijn
Koolhoventje persoonlijk te gaan terug
vliegen."
1 RECHTZAKEN
KANTONGERECHT TE LEIDEN.
Overtreding loterijwet?
De firma T. en D„ conservenfabrikanten
te Leiden heeft in het begin van dit jaar
een nieuwe patent-blikopener op haar blik
ken conserven aangebracht.
Om te ondervinden of deze blikopener
bij het publiek in den smaak viel had de
firma gemeend een enquête onder het pu
bliek uit te schrijven.
Daar op zulk een vraag haast geen ant
woorden binnen komen had de firma T. en
D. een prijsvraag verbonden aan deze ant
woorden.
De prijsvraag bestond uit een vouwpuzz-
le, welke puzzle zoodanig gevouwd moest
worden, dat een bekend fabrieksmerk te
voorschijn moest komen. Een honderdtal
prijzen waren voor de goede oplossers be
schikbaar gesteld.
Bij meer dan honderd goede oplossingen
besliste het lot.
Bovendien moest men een drietal vra
gen oplossen en het geheel, di. dus de
vouwpuzzle en de drie vragen, vergezeld
doen gaan van drie etiquetten van de bus
jes, waarop de nieuwe bikopener bevestigd
was. Gedagvaard was den heer H. W. T.,
terwijl als verdediger optrad mr. Nord
Thomson. Den heer T. verklaarde, dat de
prijsvraag niet uitgeschreven was om voor
deel te behalen en dat het ook geen re
clame was. Voor reclame wordt een andere
methode gevolgd.
Het was alleen geschied om den smaak
van het publiek te kennen. Er waren pl.m.
4000 oplosingen binnengekomen, waarvan
5 pet. fout was.
De ambtenaar acht het ten laste gelegde
bewezen. De puzzle was heel gemakkelijk,
zoodat men er zeker van mocht zijn, dat
meer dan honderd goede oplossingen bin
nen zouden komen.
Al deze soort prijsvragen zijn in strijd
met de wet.
Spr acht bovendien economisch voor
deel aanwezig.
Rekening houdende met een en ander
vraagt de ambtenaar maar. een lichte boete
van 10 subs. 1 week hechtenis.
Mr. Nord Thomson voerde aan, dat hier
van een loterij geen sprake was, alleen een
enquête.
Geldelijk voordeel was er voor de firma
in het geheel niet aan verbonden.
Deze patent-opener kost de firma jaar
lijks duizenden guldens. De drie eitquet-
ten moesten ingestuurd worden als een
soort legimitatiebewijs, dat men zelf on
dervonden had hoe de opener werkte.
Spr. noemt het niets anders dan een con
tact zoeken met de afnemers. Verder be
treurt de verdediger het, dat zulk een zaak
wordt vervolgd. Hij noemt het een daad
van maatschappelijk belang, dat een fir
ma alles doet om in dezen crisistijd het
bedrijf te laten draaien en de honderden
menschen, die voor de firma werken, aan
den gang te houden.
Na de dagvaarding onderhanden geno
men te hebben vroeg pleiter vrijspraak
subs, schuldig verklaring zonder oplegging
van straf.
Na re- en dupliek bepaalde de kanton
rechter de uitspraak over 8 dagen schrif
telijk.
Overtreding wet op de
uitverkoopen.
K. L., winkelier te Leiden, heeft eind
Januari in de Leidsche bladen een adver
tentie doen opnemen, waarin hij naar vo
ren bracht, dat hij een viertal goedkoope
fabriekspartijen had aangekocht en hij
deze partijen voordeelig kon verkoopen.
De ambtenaar, dadelijk het woord ver
krijgend, zeide, dat een arrest van den Hoo-
gen Raad uitgesproken 4 Mei 1936 (nog
niet openbaar en officeel bekend ge
maakt) een definitie geeft van het woord
„bijzondere omstandigheden".
Op dezen grond vraagt spr. dan ook vrij
spraak.
Mr. Vos optredend voor verdachte gaf
nog eenige uitleggingen van de zinsnede
„tijdelijke voordeelige aanbieding" waar
van hier in 't geheel geen sprake is.
Uitspraak over 8 dagen schriftelijk.
Overtreding vleesch-
kenringswet.
P. J. v. d. B., poelier teNoordwijker-
hout, heeft een ongemerkte kalfsachter-
bout afgeleverd, dus zonder keuringsstem
pels en een drietal geitjes geslacht zonder
vergunning.
Eisch tweemaal 20 subs, tweemaal 8
dagen.
Uitspraak: tweemaal 15 syibs. tweemaal 1
dagen.
Overtreding crisiszuivelwet
T. P. v. d. B„ slager te Oegstgeest,
heeft voorhanden gehad een groote hoe
veelheid spijsvetten (77 K.G.) zonder dat
deze vetten voorzien waren van de voor
geschreven merken.
Bovendien had hij een grooter hoeveel
heid aanwezig gehad dan hij mocht heb
ben.
Eisch 50 subs. 25 dagen met verbeurd
verklaring van het in beslag genomen vet.
Uitspraak 8 dagen.
A. S. handelaar in melkproducten (geen
winkelier) heeft een hoeveelheid melk, pap
van karnemelk en room aanwezig gehad in
zijn huis zonder in het bezit te zijn van
een perceel-vergunning.
Verdachte had wel een vervoervergun-
ning, terwijl hij inmiddels ook een perceel
vergunning heeft gekregen. Eisch 4 subs.
2 dagen. Uitspraak 1 subs. 1 dag.
Overtreding wet op de even
redige vrachtverdeeling.
Voor dit feit moest terecht staan H. N.
aardappelenhandelaar te Leiden.
Deze heeft 19 November 1935 500 H.L.
aardappelen laten vervoeren, door zy'n
knecht, met het motorschip „Hoop op Wel
vaart I" zonder vergunning der bevrach
tingscommissie.
Eenzelfde overtreding heeft hij gepleegd
13 Febr. 1936. Toen waren het een groote
partij aardappelen en wortelen.
Eisch voor beide zaken 10 subs. 4 dagen.
Uitspraak conform.
Onbeschermde machine
aanwezig gehad.
L. F. E„ drukker teLeimuiden, heeft
als hoofd van een onderneming niet ge
zorgd dat een pers in zijn drukkerij be
hoorlijk beschermd was, zoodat er gevaar
aanwezig was voor degene die deze ma
chine bediende.
Eisch 15 subs. 8 dagen. Uitspraak 10.
subs. 4 dagen.
S neiheidsmanlakken.
L. E. R. te 's-Gravenhage, heeft op de
Rijksstraatweg te Sassenheim gereden
per auto met een snelheid van 110 K.M.
Bij het passeeren van een andere auto,
die 100 K.M. reed, was hij deze wagen ra
kelings gepasseerd en had toen er een te
genligger aankwam de juist gepasseerde
wagen gecoupeerd.
Een heel lichte aanrijding met de tegen
ligger was het gevolg geweest, waar op
haast onbegrijpelijke wijze alleen de wiel
dop er af was gereden.
Eisch 2 maal 20 subs 2 mal 8 dagen.
Uitspraak over 8 dagen.
J. A. M. te Warmond heeft op den
Heerenweg daar ter plaatse op Zondag
met zijn motorrijwiel gereden.
Verdachte had een snelheid van 85 K.M.,
slingerde over den weg, zoodat de voet
gangers ijlings achter de boomen moesten
vluchten, en had bovendien geen rijbe
wijs
Verdachte was door dit woeste rijden
dan ook ten val gekomen en was bewuste
loos blijven liggen.
Gezien de financieele toestand van ver
dachte vroeg de ambtenaar voor dit zeer
ernstige feit, zooals hij het noemde, een
boete van 2 maal 5 subs. 2 maal 3 da
gen met de ontzegging om motorrijtuigen
te besturen voor den tijd van een jaar.
Uitspraak conform.
Verkeersovertredingen.
J. W. te Leiden was met een met een
paard bespannen wagen in galop den in
gang van het Academisch Ziekenhuis in
gereden, zonder vooraf een teeken te heb
ben gegeven.
Een wielrijdster was door deze wijze van
rijden aangereden geworden.
Eisch ƒ10 subs. 4 dagen. Uitspraak con
form.
J. L. te Amsterdam heeft op den Rijks
weg te Oegstgeest een driewielige mo
torbakfiets aangereden, trots het feit, dat
de bestuurder over een afstand van 40
M. zijn hand uitgestoken hield ten teeken
dat hy van richting wilde veranderen.
De aangeredene had een schade opgeloo-
pen van 23.80, voor welk bedrag hij zich
civiel partij stelde.
Na een tweetal getuigen gehoord te heb
ben die eenstemmig verklaarden dat de
schuld bij verdachte lag, was de eisch
ƒ20 subs. 10 dagen met toewijzing van een
schadebedrag van ƒ15.Uitspraak 8 da
gen.
A. J. W., autobusbestuurder te 's-Gra
venhage, heeft op den Rijksstraatweg te
Sassenheim bij het inhalen van een
anderen auto niet behoorlijk naar links uit
gehaald zoodat een aanrijding volgde.
Eisch 20 subs. 10 dagen. Uitspraak 15
subs 5 dagen.
EEN MOORDZAAK UIT HET JAAR 1923.
Moord met roof bij een bejaarde vrouw
en haar dochter.
Gisteren hebben voor de rechtbank te
rechtgestaan C. V. uit Hoensbroek, J.
v. <L B. uit Hoensbroek en M. v.
O. uit Heesch, alle drie sedert eenigen tijd
gedetineerd. Him is ten laste gelegd dief
stal met geweldpleging, den dood en zwaar
lichamelijk letsel tengevolge hebbend, een
en ander gepleegd in den nacht van Vrij
dag 20 op Zaterdag 21 Juli van het jaar
1923.
In het perceel no. 116 aan de Kouven-
raderstraat te Hoensbroek woonden toen
de 80-jarige weduwe Wilhelmina Kusters,
weduwe van Jan Rednier Haartmans en
haar pl.m. 40-jarige dochter Elisabeth Haart
mans. Beiden sliepen in een achterkamer,
beneden in huis. Omstreeks middernacht
waren eenige mannen terzijde van het huis
binnengedrongen. Toen zij op den zolder
waren, moesten zij zich door het heele huis
begeven om in de slaapkamer te komen.
Deze kamer was slechts door een paar klei
ne venstertjes van de buitenwereld afge
sloten. Toen de vrouwen onraad hoorden,
konden zij zich dan ook niet meer in vei
ligheid stellen. De mannen drongen de ka
mer binnen en de 80-jarige vrouw werd
door een der onverlaten gewurgd. Ook de
dochter werd bij de keel gegrepen; zü be
zwijmde van schrik en kwam pas om drie
uur 's nachts weer bij, zoodat zij niets wist
van al wat er gebeurd was. Haar handen
waren gebonden met een riem. De kamer
deur bleek door de indringers van buiten
gesloten te zijn, zoodat zij deze moest for
ceer en. Toen heeft zij de hulp van een
buurman ingeroepen, die de marechaussee
waarschuwde. De politie en het parket uit
Maastricht kwam ter plaatse en er werd
een uitvoerig onderzoek ingesteld. Er werd
ook met eenige politiehonden gespeurd en
er werd een gipsafgietsel gemaakt van een
voetafdruk, die naast de woning was ge
vonden. Het onderzoek leverde echter geen
direct resultaat op. Het bleek, dat de da
ders met veel overleg te werk waren ge
gaan. Zij hadden een klein venstertje in de
slaapkamer met een doek afgedekt. Uit de
bedsteden van de beide vrouwen hadden
zij het geld weggenomen, dat daar bewaard
werd. In totaal was dit ongeveer ƒ540. De
oude vrouw had een paar weken te voren
een koe en een kalf verkocht.
Er bestond gistermorgen voor de recht
bank groote belangstelling voor deze zaak,
die nu na dertien jaar zou worden berecht.
Het O.M. vertegenwoordigd door den
substituut-officier van justitie, mr. Daut-
zenberg, had 28 getuigen gedagvaard. On
der deze getuigen waren enkele bekenden
uit de strafprocessen voor de rechtbank en
het gerechtshof in Den Bosch.
Het getuigenverhoor duurde tot half
twee, waarna de behandeling van de zaak
om drie uur werd voortgezet.
Onder de getuigenverklaringen waren er
enkele zeer verzwarende, om een van ze
keren H. K., die in 1928 in het ziekenhuis
te Heerlen verpleegd was. Verdachte van
der B., had toen naast hem gelegen en had
hem over zijn leven verteld, en ook gezegd,
dat hij meegedaan had aan den roofmoord
op de oude vrouw te Hoensbroek.
De vrouw A. H., verklaarde, dat verd. v.
d. B. verzocht had te verklaren, dat hij dien
bewusten nacht bij haar had doorgebracht,
Andere zeer bezwarende verklaringen,
welke voor de marechaussee waren afge
legd door getuige P. de Bie en diens echt-
genoote en volgens welke vend, van O. bij
De Bie thuis omstandig zou hebben ver
teld, hoe de zaak zich had toegedragen,
werden thans door deze twee getuigen te
ruggenomen. De Bie zeide onder eede, dat
deze verklaring hem was voorgezegd, en
dat van O. heelemaal niets verteld heeft.
De getuige T. J. van B. heeft vroeger
eveneens bezwarende verklaringen afge
legd, doch hij zegt zich thans niets te kun
nen herinneren.
1 In de middagzitting verscheen nog getui
ge M. H. B. De rechtbank wensch/te hem
buiten aanwezigheid van de verdachten te
hooren. Toen de verdachten weg waren
kreeg deze getuige echter een zenuwtoeval,
trapte een stoel en een tafeltje om en bleef
kreunend liggen, waarna hij door den ge
neeskundigen dienst uit de zittingzaal werd
weggeleid.
De rechtbank besloot daarop de zitting
te schorsen tot de volgende week Dinsdag,
19 Mei, om drie uur.
DE KINDERMISHANDELING TE
MEGEN.
Voor het Bossche Gerechtshof stond gis
teren in hooger beroep terecht de 61-jarige
mej. M. Walraven uit Megen, die ervan
verdacht werd twee voogdij-kinderen, die
aan haar waren toevertrouwd te hebben
mishandeld. Zij was door dien politierech
ter te 's Hertogenbosch tot zes maanden
gevangenisstraf veroordeeld.
Haar was ten laste gelegd, dat zü de bel
de kinderen met een stok geslagen zou heb
ben en het jongste kind met de handjes
tegen den brandenden kachel zou hebben
geduwd. Bij het getuigenverhoor verklaar
den de kinderen minder positief dan voor
den politierechter. Een onderwijzeres, als
getuige k décharge, verklaarde, dat het
jongste kind, toen haar gevraagd werd, hoe
zij aan de wondjes op haar hand kwam,
gezegd had, dat zij tegen den kachel was
gevallen.
De advocaat-generaal eisch te vier maan
den gevangenisstraf. Uitspraak over 14 da
gen.
VERZEKERINGSMAATSCHAPPIJ
OPGELICHT DOOR EEN DUIM
AF TE HAKKEN.
Anderhalf jaar gevangenisstraf geëlscht.
In hooger beroep stond voor het Hof te
Leeuwarden terecht de 29-jarige J J3. B„
administrateur te Amersfoort, wden ten
laste is gelegd, dat hij op 8 Augustus 1931
te Burgiwerd opzettelijk een landbouwer
de gelegenheid heeft verschaft tot het ple
gen van het misdrijf van oplichting door
behulpzaam te zijn bij het afhakken van
diens linkerduim, waarna een aangiftebiljet
van de ongevallenverzekeringsmaatschap-
pij „Zuerich" werd ingediend, hetgeen tot
gevolg had, dat aan dezen landbouwer
achttienduizend gulden werden uitbetaald.
Na het voortgezet getuigenverhoor eisch-
te de procureur-generaal een gevangenis
straf van een jaar en zes maanden, zooals
hij ook tegen den landbouwer M. B. heeft
gevraagd.
De verdediger, mr. Simon te Utrecht
pleitte ontslag van rechtsvervolging subsi
diair vrijspraak wegens gebrek aan bewijs
en vroeg verdachte's ontslag uit de pre
ventieve hechtenis, hetgeen door het Hof
werd geweigerd.
De Leeuwarder Rechtbank veroordeelde
hem tot een jaar en vier maanden gevan
genisstraf.
Arrest 20 MeL
„DER STURMER" VOOR HET RAAM
GEHANGEN.
Gistermorgen stond voor den Haarlem-
schen Politierechter terecht een zekere
Schliephaken, van geboorte Nederlander,
bewaarder van het kringhuis der N. S. N.
A. P., (de partij van majoot Kruyt) aan
het Spaarne, die gedurende eenige dagen
in Maart een nummer van het blad „Der
Stürmer" voor de ramen van het z. g.
„Kruythuis" had opgehangen. In dit num
mer kwamen verschillende uitlatingen voor
die de justitie beleedigend had geacht voor
de Joodsche groep der bevolking. Zoo
stond er met enorme letters op de front
pagina gedrukt: „Die Blutschuld der Juden
wegt über den Erdball" en „Die Juden
sind unser Unglück".
De verdachte gaf toe het nummer daar
te hebben opgehangen, doch voegde er tot
zijn verdediging aan toe, dat hij regel
matig „Der Stürmer" ontving. De inhoud
van het blad was voortdurend dezelfde,
waarom hij ze de laatsten tijd maar niet
eens meer las. Het ging in dit geval niet
zoozeer om den inhoud dan wel om te de-
monstreeren, wat er alzoo op dit gebied in
Duitschland wordt gepubliceerd.
„Mocht u het minder oirbaar achten",
aldus S. tot den politierechter, „dan zul
len wij het zeker niet meer ophangen,
want wij zijn een legale partij!"
De officier van Justitie, mr. J. Semeyns
de Vries van Doesburgh, vond, dat de ver
dachte ernstige reden had om te vermoe
den, dat de inhoud van het blad beleedi
gend zou zijn. „Want", zoo zeide de offi
cier, „als er niet op de Joden gescholden
kon worden, dan zou „Der Stürmer" im
mers niet bestaan!" Het verweer van ver
dachte vond hij buitengewoon laf en het
droeg er volgens hem niet toe bij om de
sympathie en het respect voor de persoon
van den verdachte te verhoogen. Spr.
eischte tenslotte een geldboete van 20.
of tien dagen hechtenis.
De verdachte zeide, dat het blad in de
haast was opgehangen.
De officier: „Waarmee u ons maar zeg
gen wilt, dat wij nog dankbaar mogen
zijn, dat het niet onderstboven hing. Zeg
toch wat je bedoelt, man, je kent toch
Duitsch."
De politierechter, mr. Top, was ook van
oordeel, dat de verdachte het blad eerst
had moeten lezen, omdat hij de inhoud
in het algemeen kende. Wat het verweer
van verdachte betreft, daarvan wilde hij
aannemen, dat het oprecht gemeend was.
Hij veroordeelde S. tot een week hechtenis
voorwaardelijk met een proeftijd van twee
jaar.
Verdachte vond deze straf onteerend en
meende, dat, waar er in Nederland geen
verboden bladen bestaan, men ook geen
bezwaar zou mogen hebben tegen het op-
nangen van „Der Stürmer".
Voqr