STADS NIEUWS Het eeuwfeest der Hartebrug-kerk MAANDAG 11 MEI 1936 DE LE1DSCHE COURANT EERSTE BLAD - PAG. 2 HOE WORDT HET WEER? DE BILT SEINT: Zwakke veranderlijke wind. Gedeelte lijk bewolkt, waarschijnlijk droog, behou dens kans op onweer, iets warmer over dag. Hoogste barometerst.: 767.8 te Ingoe. Laagste barometerst.: 758.8 te Janmayen. De hooge drukking in Scandinavië blijft langzaam afnemen, die in het Westen trok Oostwaarts, gevolgd door een diepe de pressie, die vermoedelijk Noord-Oostwaarts trekt. De depressie op het vasteland trok, in beteekenis afnemend, naar het Oosten. Scandinavië behield fraai weer met hooge temperatuur. Vooral in het Oosten in Duitschland valt bij grootendeels bedekte lucht regen op verscheidene plaatsen, ter wijl Muenchen en Zuerich onweersregens hebben gehad. In Frankrijk klaarde de lucht in het Westen op, in het Oosten is de lucht nog bedekt en zal wellicht nog eeni- gen tijd regen vallen. Ook op de Britsche Eilanden nam de bewolking af, vooral in den hoogen druk-rug, die zich van uit het Noorden uitbreidt. De wind is er overal zwak. Bij het overtrekken van de Weste lijke drukking is eenige opklaring en stij ging van temperatuur te wachten. De on regelmatige druk verdeeling geeft nog ge ringe kans op onweer. LUCHTTEMPERATUUR. 14.6 gr. C. LICHT OP VOOR FIETSERS e. a. Van Maandagnamiddag 8.10 uur tot Dinsdagmorgen 3.43 uur. HOOG WATER. Te Katwijk aan Zee op Dinsdag 12 Mei voorm. 6.03 en nam. 6.27 uur. WATERTEMPERATUUD. Zweminrichting „De Zijl" 15 gr. C. Viering met pontificalen luister Een feest van licht en bloemen van lof en dank KERKNIEUWS BENOEMINGEN IN HET BISDOM HAARLEM. Z. H. Exc. de Bisschop van Haarlem heeft benoemd: tot Pastoor te Amsterdam (H. Willebror- dus buiten de V.) den Zeereerw. heer J. M. Lucassen; tot Pastoor te Beverwijk (H. Agatha) en tot Deken van het District Beverwijk: den Zeereerw. heer P. J. Simons; tot Pastoor te Koog a. d. Zaan: den Wel- eerw. heer S. A. J. Vloothuis, thans Kape laan te 's Hage (H. Martha); tot Pastoor te Amsterdam (H. Nicolaas binnen de V.) den Weleerw. heer P. J. Aarts; tot Pastoor te Oude Wetering: den Weleerw. heer J. G. A. Saraber, thans Ka pelaan te Amsterdam (H. Nicolaas binnen de V.) tot Pastoor te Rotterdam (H. Hildegar- dis) den Weleerw. heer A. P. C. Konijn; tot Pastoor te Hoogkarspel: den Weleerw. heer L. H. Oudejans, thans Kapelaan te 's Hage (Allerh. Sacrament); tot Pastoor te 's Gravenhage (H.H. Engel bewaarders) den Weleerw. heer Th. M. Vinck; tot Pastoor te 's Heerenhoek: den Wel eerw. heer A. Kramer; tot Pastoor te Dordrecht (H. Bonifatius) den Weleerw. heer C. Wijnker; tot Pastoor te Zandvoort: den Weleerw. heer P. van Diepen, thans Kapelaan te Vlis- singen; tot Pastoor te 's Gravenhage (O. L. Vrouw van Lourdes) den Weleerw. heer G. D. van Emmerik; tot Pastoor te Nieuwerkerk ad. IJsel: den Weleerw. heer H. J. C. van der Burg, thans Kapelaan te Rotterdam (H. Willi- brordus) tot Pastoor te Moordrecht; den Weleerw. heer A. J. van Schaik, thans Kapelaan te Heemstede (H. Bavo). UITVAART Z. H. EXC. MGR. A. P. J. Van VELSEN S.J. In de kerk van St. Franciscus Xaverius aan den Singel (de Krijtberg) te Amster dam) heeft Zaterdagmorgen de pontifi cale uitvaart plaats gehad van Z. H. Exc. Mgr. Antonius P. J. van Velsen S.J., titu- lair-bisschop van Aesani en oud-aposto- lisch-vicaris van Batavia. Na de Lauden (waarvan reeds Zaterdag een verslag werd opgenomen) kwam te tien uur Z. H. Exc. Mgr. P. Giobbe, pauselijk internuntius en titulair-aartsbisschop van Ptolemais in Thebe zegenend de kerk door, teneinde de pontificale Requiem-mis op te dragen. Z. H. Exc. werd hierbij geassi steerd door den hoogeerwaarden heer Mgr. dr. G. C. Van Noort deken van Amster- De archivaris der Nederlandsche Francis canen heeft een belangwekkend boek ge schreven over de historie der Hartebrug- kerk maar een van de schoonste hoofd stukken uit de geschiedenis van de jubi- leerende Honderjarige staat in dit boek niet opgeteekend: de viering van het Eer ste Eeuwfeest. Niet dat wij pater Sloos daarvan een grief maken! Integendeel zelfs. Want aan ons valt nu de eere-taak te beurt zijn his torie van de Hartebrugkerk aan te vullen met een relaas van den heerlijken dag, welke gisteren is beleefd. Het was een dag van hoog-gestemde vreugde; een dag, dat men zich meer dan anders gelukkig voelde Katholiek te zijn. En het is alweer zonder grievende bedoe ling als wij verklaren, dat het schoonste moment van deze feestviering was: het einde toen Haarlem's bisschop zege nende de kerk verliet, terwijl de dicht- opeengedrongen menigte in heilige geest drift het „Wij groeten U, o Koningin" aan hief en niet ophield de Beschermvrouwe der kerk te loven en te prijzen, totdat de rijzige, in hermelijn en purper gekleede Kerkvorst door den hoofdingang het bede huis had verlaten. Dat was de climax van de feestviering, waarheen de grootsche plechtigheden van dezen dag opvoerden. Dat was misschien het schoonste oogen- blik, dat de Honderdjarige ooit binnen haar muren had medegemaakt. Het werd een nooit-te-vergeten ovatie aan de Moeder Gods wier door wittel bloemen omkranste beelte nis de plaats innam,welke Haar in deze kerk rechtens toekomt; het werd een huldebe toon aan den trouwen vereerder der H. Maagd, onzen Bisschop. „Prijst met ons uw Koningin" zong de menigte den Bis schop toe, zich één voelende met den Hoo- gepriester in dankbare liefde voor de On bevlekt Ontvangene. Deze massale hulde, één van stem en één van geest, blijft in de herinnering achter als een indrukwekkende betooging vóór twee veel miskende punten van ons H. Geloof: Maria-vereering en Apostolisch gezag. Deze geheele Eeuwfeest-viering is van den morgen tot den avond geweest een jube lende uiting van oprecht en innig christelijk leven, 's Morgens en 's avonds vulde zich de kerk met een groote menigte, zoo zelfs, dat honderden moesten worden teleurge steld en geen plaats konden bekomen. DE PLECHTIGE HOOGMIS Met alle luister van de Latijnsche ritus werd 's morgens een plechtig dankoffer opgedragen aan het met bloemen weelde omgeven hoogaltaar. De Provinciaal der Minderbroeders, de hoogeerw. pater Honoratus Camminada, of ficieerde, geassisteerd door den zeereerw. j pater S. Smitz, pastoor der parochie, als presbyter assistens, door de weleerw. pa- ters van den Snoek en G. Peerdeman als diaken en sub-diaken. Als cantores fun geerden de weleerw. paters P. Frigge en E. Sloos, als ceremoniarius de weleerw. pater D. van Galen. In het priesterkoor hadden plaats benomen de zeereerw. hee- ren pastoor Th. M. Beukers en de zeereerw. paters drs. Balduinus de Goede, v. Heel, Bayer, Geise, Zonderland, Sier, Haarmans en Jansen. (De hoogeerw. heer Deken Ho- dam, als presbyter assistens. Als troondia- ken fungeerden de hoogeerw. provinciaal der Jezuieten, pater v. Esser S.J., en de rector van het R. K. Gymnasium R. J. Rietra S.J.; diaken van de mis was pas toor H. W. J. Hoosemans, subdiaken van de mis was pastoor W. J. F. M. Goll S.J, de lagere assistentie werd verricht door paters van het St. Ignatiuscollege. In het geheel in rouw gestoken priester koor hadden plaats genomen Mgr. J. P. Huibers, bisschop van Haarlem, Z. Exc. Mgr. J. M. Buckx S.C.J., titulair bisschop van Doliche en oud-apostolisch vicaris van Finland en Z. H. Exc. Mgr. Tarcisius van Valenberg O.M. Cap., titulairbisschop van Comba en apostolisch vicaris van Nederl. Borneo. Van de geestelijkheid, die achter de bisschoppen hadden plaats genomen noemen wij een Javaansche priester en Ja- vaansch theologant van het Jezuïetencol lege te Maastricht. Het stoffelijk overschot van den missie bisschop is daarna per lijkauto naar Ma- riëndaal bij Grave vervoerd, begeleid door Mgr. Tarcisius van Valenberg, pater pro vinciaal V. Esser S.J. en pater dr. J. Rietra en eenige leeraren van het St. Ignatius college. Daar heeft om vier uur de begra fenis plaats gehad. De absoute werd verricht door Mgr. van Valenberg met assistentie van Mgr. J. M. Buckx. Na de absoute, welke in den kloos tergang geschiedde, werd de kist naar het graf gedragen, waar Mgr. van Velsen naast zijn ordebroeders zal rusten. De plechtig heid werd bijgewoond door den provin ciaal der Jezuieten, verschillende paters van het Berchmanianum en het Canisius- college te Nijmegen, eenige Kruisheeren, familie van den overledene, onder wie pa ter Arnoldus van Velsen, oud-missionaris, oude vrienden uit Indië en burgemeester Ficq van Grave. mulle had medegedeeld, verhinderd te zijn, daar zyneerw. in eigen kerk de predi- caties hield voor „de Arme Kerken"). Na het Evangelie besteeg de pastoor de kansel, tot het houden van de feestpre- dicatie. FEESTPREDICATIE VAN DEN PASTOOR DER HARTEBRUG. Wij vieren vandaag blijde en dankbaar het honderdjarig stichtingsfeest van de kerk. Als herder der parochie is aan mij het voorrecht op dezen dag de gevoelens van vreugde en dankbaarheid te vertolken, waarvan ons hart vervuld is. Honderd jaar nagenoeg staat hier rustig en waardig in het brandpunt van de oude stad Leiden de Hartebrugkerk. In haar hooge gevel draagt zij het jaartal 1835, toen de eerste werkzaamheden van den bouw aanvingen, in 1836 werd de eerste-steen gelegd en rees de kerk omhoog, in 1837 had de plechtige consecratie plaats, in 1856 werd de kerk verheven tot parochiekerk. In wijden omtrek en van oudsher staat deze kerk bekend onder den naam van Hartebrug. Ieder Leidenaar kent de Har- tebrug. Ook bijna alle Katholieken uit de omliggende plaatsen kennen de Hartebrug. De Hartebrug is een stuk van Leiden, en Leiden zonder Hartebrug kan men zich haast niet denken. Door de ligging zelve is de kerk altijd geweest een middelpunt van Katholiek le ven temidden van het woelige stadsleven; een gezocht geestelijk rustoord voor dege nen, die regelmatig de Sleutelstad bezoe ken. Vandaar de feeststemming bij al dege nen, die de Hartebrug lief hebben en die zich met ons verheugen, dat de Hartebrug na honderd jaren nog ongedeerd staat. Maandenlang is onze belangstelling uitge gaan naar deze dagen. Naarmate de dag na derde, steeg onze geestdrift. En nu wij vol op in de feestviering zijn, worden wij over stelpt van vreugde en dankbaarheid. De grond voor onze vreugde en dank baarheid is hierin gelegen, dat dit gebouw honderd jaar geweest is de woonstede Gods en ook ons huis. Onze blijdschap spruit niet voort uit trots, dat dit gebouw de sloopende invloed van den tand des tijds heeft weerstaan en nog steeds hecht staat er zijn vele huizen van honderd jaar. Ook niet omdat deze kerk een historisch monument is, dat ons spreekt van het grijs verleden. En nog min der, omdat deze kerk zou zijn een monu ment van kunst. Wij, Katholieken, zien in onze kerken, naast een bedehuis, vóór alles het Huis van God. „Ziedaar de woonstede Gods on der de menschen. Hier zal Hij Zijn tente bouwen. Zij zullen Hem tot volk zijn. En Hij zal zijn de God met hen". Wanneer het Woord dat Vleesch werd een groot liefdegeheim is, even groot ge heim van -Gods liefde is het, dat het Vleeschgeworden Woord onder ons is blij ven wonen. O, het lichtje der godslamp, dat honderd jaar stil en rustig hier brandt, dat gesche nen heeft als een hemellichtje, welk een boodschap van liefde heeft het ook ons tel kens hier gebracht. God troont hier niet als een afgodsbeeld, dat „oogen heeft en niet ziet, ooren heeft en niet hoort". Hij, waarlijk God, maar ook waarlijk Mensch, heeft hier honderd jaren lief en leed gedeeld en onze zorg, verdriet en kommer gedragen voor Gods troon. Vanuit dit tabernakel zag de Godmensch met eindelooze liefde op de menschen neer. Éénmaal in het jaar mocht de Hoogepries- ter van het Gud Verbond het Heilige der Heiligen binnen gaan. Hebben wij niet hoo- ren zeggen: Komt allen tot Mij. Zijn Huis si tevens ons huis. Als familie-vader verblijft God hier temidden Zijner kinderen. Hier vereenigt Hij ons als broeders en zusters, zonder onderscheid van rang en stand, aan de familiedisch de communiebank. In deze kerk hebben wij de gewichtigste en gelukkigste uren beleefd als kind van God. Hier heeft zich afgespeeld het liefde-spel tusschen Jezus en de zielen. Hoe menig meisje heeft hier Zijn stem gehoord: wees Mijn bruid. Hoe vele priesters, kloosterlin gen en missionarissen zijn hier gekweekt. Hier zijn gevormd de echte, sterke Katho lieke mannen en vrouwen met offerzin. Hier is zoo menig verloren zoon terugge keerd naar den Vader; hier heeft zoo me nige Maria Magdalena gelegen aan de voe ten van Jezus en is in zieleblankheid terug gekeerd. Tel ze eens, die in deze kerk hun hart hebben uitgestort aan de borst van den Goddelijken Vriend en rust gevonden hebben. Hoevele jongeren komen hier niet, voor hun dagtaak begint, den zegen vragen voor hun arbeid? Hoevele ouderen komen hier niet in den avond van hun leven neer knielen? Hoevele malen hebben wij hier gestaan rond de doodsbaar onzer dierba ren? Bij de herdenking van dit eeuwfeest ko men duizenden herinneringen in onze ziel opleven, wakker roepen misschien de diep ste geheimenissen van onze ziel, herinne ringen aan roerende momenten en dier bare personen. Heilige banden binden ons aan dit ge bouw. Daarom zijn wy God dankbaar, dat Hij ons dit gebouw gelaten heeft, dat door de liefde onzer vaderen werd gebouwd en uitgebreid en door onze liefde werd opge smukt, rijk en "overvloedig. Deze kerk staat hier als een monument van uw diepen godsdienstzin en toegewijde liefde. Deze kerk is onze kerk. Van de sociale en religieuse arbeid, honderd jaar in deze parochie verricht, getuigt het gedenkboek, dat spr. graag in aller handen zag om de band te vestigen tusschen volk en pa rochie. Wanneer wij herdenken alle zegeningen, ons door deze kerk te beurt gevallen, richt onze dankbaarheid als vanzelf zich naar O. L. Vrouw Onbevlekt Ontvangen, voor de groote dingen aan ons gedaan. Ons danklied is ook een loflied. Een lof lied aan God in den Hooge; wij knielen in het stof voor het Tabernakel. Wy danken en loven den Heer, dat Hij honderd jaar hier geweest is: God met ons. Wanneer de feestklokken aan het einde van dezen dag met zilveren toon onze dankbaarheid zullen vertolken, mogen dan de Engelen dit loflied overnemen en bren gen voor Gods troon, „waar Gij, Heer Je zus Christus, op voorspraak van de Aller heiligste Maagd, deze kleine en hartelijke' dankbede van ons gelievet te aanvaarden". Dan is dit feest ook geworden, zooals het bedoeld is: een dank- en loflied aan God. De Pastoor besloot zijn predicatie met de smeekbede, dat God zegene het volk van zijn parochie en haar priesters, opdat al len, die deze kerk binnengaan, eens de eeuwige zaligheid zal ontvangen. De morgen-feestviering werd besloten met een machtig unisono „Tantum Ergo" en de zegen met het Allerheiligste. AANBIEDING GESCHENK EN RECEPTIE. Na de Hoogmis had in de zaal van de pastorie plaats de aanbieding van het feest geschenk der parochianen. Aanwezig waren daar de hoogeerw. pa ter provinciaal, de zeereerw. pastoor en de weleerw. kapelaans der parochie, vele andere geestelyken en het feestcomité, ter wijl inmiddels al de toeloop kwam voor de receptie. De voorzitter van het feestcomité nam het woord en zeide, dat hij op dit jubel feest dank wilde betuigen aan allen, die in den loop van een eeuw in de kerk en de parochie van de „Hartebrug" instrumen ten zijn geweest van Gods goedheid, omdat zy geweest zijn de uitdeelers van de goede gaven, die zij van God hadden ontvangen en omdat zij zelf goed waren; dank aan al de priesters, pastoors en kapelaans, die hier met de zielzorg zijn belast geweest. 't Is een van de voortreffelijke resulta ten, waarmede wij, aldus spr., den schrij ver van het Geschiedboek der Hartebrug kerk, pater Sloots, geluk wenschen, dat hij door dat boek in ons heeft opgewekt of verlevendigd een katholieken plicht, den plicht n.l. om in onze gevoelens en gedach ten en in onze daden van dankbaarheid niet alleen te betrekken degenen, die rondom ons leven, maar ook hen, die ver der van ons wonen, en hen, die van ons zijn gescheiden door den dood, aan de pas toors en kapelaans, die voorheen aan de „Hartebrug" den priesterlijken arbeid hebben verricht, brengt spr. dank en aan de priesters, die hier n u werkzaam zijn. Dank bracht spr. aan de Franciscaner-orde; dank aan pastoor Smitz, die in den korten tijd van zijn pastoraat reeds heel veel goeds voor kerk en parochie heeft tot stand ge bracht, met de hem typeerende voortva rendheid en een activiteit, waarbij wij, al dus spr., vreezende voor de physieke kracht van den pastoor, wel 'ns denken: een beet je minder zou ook nog goed zijn; dank aan de kapelaans, wier stichtende ijver ons zooveel goeds brengt, in 't bijzonder aan dengene, die reeds zoovele jaren hier als priester leeft en werkt en aller hoogach ting en sympathie heeft verworven, pater Frigge. Het feestcomité, ging spr. voort, is hier bijeen, maar niet voltallig. Ongesteld zijn de ijverige secretaris, de heer v. Deene, en de heer v. Kampenhout; hun toestand wettigt echter gelukkig de hoop op een spoedig herstel. Wij missen hier het on langs overleden lid van het Kerkbestuur den heer Straatsburg; ik herdenk hem, al dus spr., met waardeering en vriendschap. Het feestcomité wil den pastoor aanbie den een bedrag aan geld, dat zijneerw. ge bruiken kan voor een versiering van of een sieraad in de kerk, zooals hijzelf 't wenscht. Spr. overhandigde den pastoor een „enve loppe". waarbij een (door een Zuster van het klooster in de Pelikaanstraat) ge- calligrapheerde lijst van hen, die aan de feestgave hebben bijgedragen. De pastoor sprak in een kort woord AGENDA Woensdag, R. K. Rytuig- en Wagenmakers- patroonsver., Café Bremmer, 6 uur. Donderdag St. Bonifatius". Ledenvergade ring, Bondsgebouw, 8 uur. De avond-, nacht- en Zondagsdienst der apotheken wordt van Maandag 11 tot en met Zondag 17 Mei a.s. waargeno men door de apotheken: C. B. Duyster, Nieuwe Ryn 18, Tel. 523 en C. van Zijp, Wilhelminapark 8, Oegstgeest, Tel. 274. om het later uitvoeriger te herhalen zijn hartelijken dank uit voor deze feest gave. De band tusschen parochianen en kerk is zoo innig en zoo hecht, dat 't hem telkens weer opnieuw treft. De receptie, die nu volgde, was buiten gewoon druk bezocht. Van 12 ys tot 2 uur was het een bijna onafgebroken rij men schen. Wij kunnen niet beginnen aan een opsomming van alle deputaties en voor aanstaande personen, die ter receptie kwa men. Wij willen slechts noemen het hoofd onzer gemeente, burgemeester A. v. d. Sande Bakhuyzen, die in hartelijke woor den den pastoor zijn gelukwenschen aan bood. HET PONTIFICALE LOF. INTOCHT VAN DEN BISSCHOP Terwijl de klokken in feestroes over stad en ommelanden het jubileum uit beierden, arriveerde des avonds te kwart over zes de Bisschop van Haarlem, Z. H. Exc. Mgr. P. J. Huibers, per auto. Even voor de pastorie stapte Mgr. vergezeld van zijn secretaris, den zeereerw. heer Fr. Bank, uit en begaf zich tusschen een haag van Graalmeisjes, Verkenners en K.J.C.'ers naar de pastorie. Om zeven uur verliet Mgr. de pastorie, om naar de kerk te gaan. Wéér stond de jeugd op de Haarlemmer straat als een eere-wacht opgesteld. Het verkeer op de Haarlemmerstraat was even stil gelegd; de politie zorgde voor een goeden gang van zaken. Bekleed met de statige cappa magna schreed Mgr. de kerk binnen, waar Z. H. Exc. werd opgewacht door den pastoor der kerk en door de assisteerende geestelijk heid. De golvende menschenzee, die binnen de kerk was samengestroomd, zegenend, ging de Bisschop naar het priesterkoor. De kerk kan tijdens haar bestaan nooit voller zijn geweest. Reeds voor den aan vang moesten de deuren worden gesloten Het Lof werd gecelebreerd door Mgr. Huibers, waarbij assisteerden de zeereerw. heeren A. H. M. J. Homulle, deken der stad, en Th. M. Beukers, pastoor der St. Petrus-parochie als troondiakens, de zeer eerw. paters I. Smeets, O.F.M., pas toor der Haagwegkerk, en drs. B. de Goede O.F.M., directeur der Kath. H.B.S., als diaken en sub-diaken, ad baculum de weleerw. pater J. Jorna O.F.M., kapelaan te Delft (oud-kapelaan der parochie), ad mithram de weleerw. heer P. M. Verhoof- stad, kapelaan der Monpèrekerk. Als ce remoniarius fungeerde de secretaris van den Bisschop, de zeereerw. heer F. J. Bank. In het priesterkoor had plaats genomen een groot aantal geestelijken, paters Fran ciscanen, geestelijken uit de stad, de oud kapelaan pater van Lubeek, de zonen der parochie, die reeds 's morgens aanwezig waren, pater v. Egmond Ord. Carm. en pa ter Peterse Ord. Carm. Door het zangkoor werd bij het binnen komen van den Bisschop uitgevoerd een Gregoriaansch „Sacerdos et Pontifex". Daarna zong de geheele kerk het Maria- lied van Hamers „Wat spreiden die lich ten". Gedurende het Lof werden Gregoriaan- sche hymnen gezongen en de antiphoon „Sub tuum praesidium". Onder het Lof heeft de Bisschop, ge- stafd en gemijterd, vanaf den preekstoel een toespraak gehouden. TOESPRAAK VAN DEN BISSCHOP. Het is moeilijk om woorden te vinden, welke weergeven de ontroerende gevoe lens, die mij heden bestormen, nu ik het geluk heb, temidden van deze compacte menigte, dit jubel- en dankfeest ter eere van den goeden God, den Gever van alle gaven, met u te vieren. Het spreekt vanzelf, dat deze parochie in een eeuw tijd vele schoone vruchten heeft voortgebracht. Maar de redenen van mijn dankbaarheid zijn inniger nog, omdat zij zijn van zeer intiem en en persoonlijken aard; om de banden, waarmede ikzelf met u en in ze keren zin met deze parochie verbonden ben. Voor de meesten van u ben ik geen on bekende. Om van andere zaken te zwijgen per soonlijk gedenk ik in deze kerk met dank bare gevoelens hen, die God mij gegeven heeft als Zijn natuurlijke plaatsbekleeders en leiders. Mijn dierbare ouders hebben geleefd in deze kerk. Hier werden zij door de wateren des Doopsels gemaakt tot kind van God; hier werd met God het verbond gesloten, dat, wij mogen veilig zeggen, niet is verbroken. Hier richtten zij hun eerste schreden naar de biechtstoel; hier ontvin gen zij hun Eerste H. Communie; hier heb ben zij het Woord Gods gehoord; hier zijn zij neergeknield voor het altaar om de hu welijkszegen te ontvangen, de zegen, die op deze plaats zoo overvloedig over geheel hun leven, en naar wij hopen, in alle eeuwigheid over hen is neergedaald. Zoo kan ik met reden zeggen, dat ik tot de uwen behoor en van het uwe althans

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 2