STADS
NIEUWS
Het eeuwfeest der Hartebrug-kerk
MAANDAG 11 MEI 1936
DE LE1DSCHE COURANT
EERSTE BLAD - PAG. 2
HOE WORDT HET WEER?
DE BILT SEINT:
Zwakke veranderlijke wind. Gedeelte
lijk bewolkt, waarschijnlijk droog, behou
dens kans op onweer, iets warmer over
dag.
Hoogste barometerst.: 767.8 te Ingoe.
Laagste barometerst.: 758.8 te Janmayen.
De hooge drukking in Scandinavië blijft
langzaam afnemen, die in het Westen trok
Oostwaarts, gevolgd door een diepe de
pressie, die vermoedelijk Noord-Oostwaarts
trekt. De depressie op het vasteland trok,
in beteekenis afnemend, naar het Oosten.
Scandinavië behield fraai weer met hooge
temperatuur. Vooral in het Oosten in
Duitschland valt bij grootendeels bedekte
lucht regen op verscheidene plaatsen, ter
wijl Muenchen en Zuerich onweersregens
hebben gehad. In Frankrijk klaarde de
lucht in het Westen op, in het Oosten is de
lucht nog bedekt en zal wellicht nog eeni-
gen tijd regen vallen. Ook op de Britsche
Eilanden nam de bewolking af, vooral in
den hoogen druk-rug, die zich van uit het
Noorden uitbreidt. De wind is er overal
zwak. Bij het overtrekken van de Weste
lijke drukking is eenige opklaring en stij
ging van temperatuur te wachten. De on
regelmatige druk verdeeling geeft nog ge
ringe kans op onweer.
LUCHTTEMPERATUUR.
14.6 gr. C.
LICHT OP VOOR FIETSERS e. a.
Van Maandagnamiddag 8.10 uur tot
Dinsdagmorgen 3.43 uur.
HOOG WATER.
Te Katwijk aan Zee op Dinsdag 12 Mei
voorm. 6.03 en nam. 6.27 uur.
WATERTEMPERATUUD.
Zweminrichting „De Zijl" 15 gr. C.
Viering met pontificalen luister
Een feest van licht en bloemen van lof en dank
KERKNIEUWS
BENOEMINGEN IN HET BISDOM
HAARLEM.
Z. H. Exc. de Bisschop van Haarlem heeft
benoemd:
tot Pastoor te Amsterdam (H. Willebror-
dus buiten de V.) den Zeereerw. heer J. M.
Lucassen;
tot Pastoor te Beverwijk (H. Agatha) en
tot Deken van het District Beverwijk: den
Zeereerw. heer P. J. Simons;
tot Pastoor te Koog a. d. Zaan: den Wel-
eerw. heer S. A. J. Vloothuis, thans Kape
laan te 's Hage (H. Martha);
tot Pastoor te Amsterdam (H. Nicolaas
binnen de V.) den Weleerw. heer P. J.
Aarts;
tot Pastoor te Oude Wetering: den
Weleerw. heer J. G. A. Saraber, thans Ka
pelaan te Amsterdam (H. Nicolaas binnen
de V.)
tot Pastoor te Rotterdam (H. Hildegar-
dis) den Weleerw. heer A. P. C. Konijn;
tot Pastoor te Hoogkarspel: den Weleerw.
heer L. H. Oudejans, thans Kapelaan te
's Hage (Allerh. Sacrament);
tot Pastoor te 's Gravenhage (H.H. Engel
bewaarders) den Weleerw. heer Th. M.
Vinck;
tot Pastoor te 's Heerenhoek: den Wel
eerw. heer A. Kramer;
tot Pastoor te Dordrecht (H. Bonifatius)
den Weleerw. heer C. Wijnker;
tot Pastoor te Zandvoort: den Weleerw.
heer P. van Diepen, thans Kapelaan te Vlis-
singen;
tot Pastoor te 's Gravenhage (O. L.
Vrouw van Lourdes) den Weleerw. heer
G. D. van Emmerik;
tot Pastoor te Nieuwerkerk ad. IJsel:
den Weleerw. heer H. J. C. van der Burg,
thans Kapelaan te Rotterdam (H. Willi-
brordus)
tot Pastoor te Moordrecht; den Weleerw.
heer A. J. van Schaik, thans Kapelaan te
Heemstede (H. Bavo).
UITVAART Z. H. EXC.
MGR. A. P. J. Van VELSEN S.J.
In de kerk van St. Franciscus Xaverius
aan den Singel (de Krijtberg) te Amster
dam) heeft Zaterdagmorgen de pontifi
cale uitvaart plaats gehad van Z. H. Exc.
Mgr. Antonius P. J. van Velsen S.J., titu-
lair-bisschop van Aesani en oud-aposto-
lisch-vicaris van Batavia.
Na de Lauden (waarvan reeds Zaterdag
een verslag werd opgenomen) kwam te tien
uur Z. H. Exc. Mgr. P. Giobbe, pauselijk
internuntius en titulair-aartsbisschop van
Ptolemais in Thebe zegenend de kerk door,
teneinde de pontificale Requiem-mis op te
dragen. Z. H. Exc. werd hierbij geassi
steerd door den hoogeerwaarden heer Mgr.
dr. G. C. Van Noort deken van Amster-
De archivaris der Nederlandsche Francis
canen heeft een belangwekkend boek ge
schreven over de historie der Hartebrug-
kerk maar een van de schoonste hoofd
stukken uit de geschiedenis van de jubi-
leerende Honderjarige staat in dit boek
niet opgeteekend: de viering van het Eer
ste Eeuwfeest.
Niet dat wij pater Sloos daarvan een
grief maken! Integendeel zelfs. Want aan
ons valt nu de eere-taak te beurt zijn his
torie van de Hartebrugkerk aan te vullen
met een relaas van den heerlijken dag,
welke gisteren is beleefd.
Het was een dag van hoog-gestemde
vreugde; een dag, dat men zich meer dan
anders gelukkig voelde Katholiek te zijn.
En het is alweer zonder grievende bedoe
ling als wij verklaren, dat het schoonste
moment van deze feestviering was: het
einde toen Haarlem's bisschop zege
nende de kerk verliet, terwijl de dicht-
opeengedrongen menigte in heilige geest
drift het „Wij groeten U, o Koningin" aan
hief en niet ophield de Beschermvrouwe
der kerk te loven en te prijzen, totdat de
rijzige, in hermelijn en purper gekleede
Kerkvorst door den hoofdingang het bede
huis had verlaten.
Dat was de climax van de feestviering,
waarheen de grootsche plechtigheden van
dezen dag opvoerden.
Dat was misschien het schoonste oogen-
blik, dat de Honderdjarige ooit binnen haar
muren had medegemaakt. Het werd een
nooit-te-vergeten ovatie aan de Moeder Gods
wier door wittel bloemen omkranste beelte
nis de plaats innam,welke Haar in deze kerk
rechtens toekomt; het werd een huldebe
toon aan den trouwen vereerder der H.
Maagd, onzen Bisschop. „Prijst met ons
uw Koningin" zong de menigte den Bis
schop toe, zich één voelende met den Hoo-
gepriester in dankbare liefde voor de On
bevlekt Ontvangene.
Deze massale hulde, één van stem en één
van geest, blijft in de herinnering achter
als een indrukwekkende betooging vóór
twee veel miskende punten van ons H.
Geloof: Maria-vereering en Apostolisch
gezag.
Deze geheele Eeuwfeest-viering is van den
morgen tot den avond geweest een jube
lende uiting van oprecht en innig christelijk
leven, 's Morgens en 's avonds vulde zich
de kerk met een groote menigte, zoo zelfs,
dat honderden moesten worden teleurge
steld en geen plaats konden bekomen.
DE PLECHTIGE HOOGMIS
Met alle luister van de Latijnsche ritus
werd 's morgens een plechtig dankoffer
opgedragen aan het met bloemen
weelde omgeven hoogaltaar.
De Provinciaal der Minderbroeders, de
hoogeerw. pater Honoratus Camminada, of
ficieerde, geassisteerd door den zeereerw.
j pater S. Smitz, pastoor der parochie, als
presbyter assistens, door de weleerw. pa-
ters van den Snoek en G. Peerdeman
als diaken en sub-diaken. Als cantores fun
geerden de weleerw. paters P. Frigge en
E. Sloos, als ceremoniarius de weleerw.
pater D. van Galen. In het priesterkoor
hadden plaats benomen de zeereerw. hee-
ren pastoor Th. M. Beukers en de zeereerw.
paters drs. Balduinus de Goede, v. Heel,
Bayer, Geise, Zonderland, Sier, Haarmans
en Jansen. (De hoogeerw. heer Deken Ho-
dam, als presbyter assistens. Als troondia-
ken fungeerden de hoogeerw. provinciaal
der Jezuieten, pater v. Esser S.J., en de
rector van het R. K. Gymnasium R. J.
Rietra S.J.; diaken van de mis was pas
toor H. W. J. Hoosemans, subdiaken van
de mis was pastoor W. J. F. M. Goll S.J,
de lagere assistentie werd verricht door
paters van het St. Ignatiuscollege.
In het geheel in rouw gestoken priester
koor hadden plaats genomen Mgr. J. P.
Huibers, bisschop van Haarlem, Z. Exc.
Mgr. J. M. Buckx S.C.J., titulair bisschop
van Doliche en oud-apostolisch vicaris van
Finland en Z. H. Exc. Mgr. Tarcisius van
Valenberg O.M. Cap., titulairbisschop van
Comba en apostolisch vicaris van Nederl.
Borneo. Van de geestelijkheid, die achter
de bisschoppen hadden plaats genomen
noemen wij een Javaansche priester en Ja-
vaansch theologant van het Jezuïetencol
lege te Maastricht.
Het stoffelijk overschot van den missie
bisschop is daarna per lijkauto naar Ma-
riëndaal bij Grave vervoerd, begeleid door
Mgr. Tarcisius van Valenberg, pater pro
vinciaal V. Esser S.J. en pater dr. J. Rietra
en eenige leeraren van het St. Ignatius
college. Daar heeft om vier uur de begra
fenis plaats gehad.
De absoute werd verricht door Mgr. van
Valenberg met assistentie van Mgr. J. M.
Buckx. Na de absoute, welke in den kloos
tergang geschiedde, werd de kist naar het
graf gedragen, waar Mgr. van Velsen naast
zijn ordebroeders zal rusten. De plechtig
heid werd bijgewoond door den provin
ciaal der Jezuieten, verschillende paters
van het Berchmanianum en het Canisius-
college te Nijmegen, eenige Kruisheeren,
familie van den overledene, onder wie pa
ter Arnoldus van Velsen, oud-missionaris,
oude vrienden uit Indië en burgemeester
Ficq van Grave.
mulle had medegedeeld, verhinderd te
zijn, daar zyneerw. in eigen kerk de predi-
caties hield voor „de Arme Kerken").
Na het Evangelie besteeg de pastoor de
kansel, tot het houden van de feestpre-
dicatie.
FEESTPREDICATIE VAN DEN PASTOOR
DER HARTEBRUG.
Wij vieren vandaag blijde en dankbaar
het honderdjarig stichtingsfeest van de
kerk. Als herder der parochie is aan mij
het voorrecht op dezen dag de gevoelens
van vreugde en dankbaarheid te vertolken,
waarvan ons hart vervuld is.
Honderd jaar nagenoeg staat hier rustig
en waardig in het brandpunt van de oude
stad Leiden de Hartebrugkerk. In haar
hooge gevel draagt zij het jaartal 1835, toen
de eerste werkzaamheden van den bouw
aanvingen, in 1836 werd de eerste-steen
gelegd en rees de kerk omhoog, in 1837 had
de plechtige consecratie plaats, in 1856
werd de kerk verheven tot parochiekerk.
In wijden omtrek en van oudsher staat
deze kerk bekend onder den naam van
Hartebrug. Ieder Leidenaar kent de Har-
tebrug. Ook bijna alle Katholieken uit de
omliggende plaatsen kennen de Hartebrug.
De Hartebrug is een stuk van Leiden, en
Leiden zonder Hartebrug kan men zich
haast niet denken.
Door de ligging zelve is de kerk altijd
geweest een middelpunt van Katholiek le
ven temidden van het woelige stadsleven;
een gezocht geestelijk rustoord voor dege
nen, die regelmatig de Sleutelstad bezoe
ken.
Vandaar de feeststemming bij al dege
nen, die de Hartebrug lief hebben en die
zich met ons verheugen, dat de Hartebrug
na honderd jaren nog ongedeerd staat.
Maandenlang is onze belangstelling uitge
gaan naar deze dagen. Naarmate de dag na
derde, steeg onze geestdrift. En nu wij vol
op in de feestviering zijn, worden wij over
stelpt van vreugde en dankbaarheid.
De grond voor onze vreugde en dank
baarheid is hierin gelegen, dat dit gebouw
honderd jaar geweest is de woonstede Gods
en ook ons huis.
Onze blijdschap spruit niet voort uit trots,
dat dit gebouw de sloopende invloed van
den tand des tijds heeft weerstaan en nog
steeds hecht staat er zijn vele huizen
van honderd jaar. Ook niet omdat deze
kerk een historisch monument is, dat ons
spreekt van het grijs verleden. En nog min
der, omdat deze kerk zou zijn een monu
ment van kunst.
Wij, Katholieken, zien in onze kerken,
naast een bedehuis, vóór alles het Huis
van God. „Ziedaar de woonstede Gods on
der de menschen. Hier zal Hij Zijn tente
bouwen. Zij zullen Hem tot volk zijn. En
Hij zal zijn de God met hen".
Wanneer het Woord dat Vleesch werd
een groot liefdegeheim is, even groot ge
heim van -Gods liefde is het, dat het
Vleeschgeworden Woord onder ons is blij
ven wonen.
O, het lichtje der godslamp, dat honderd
jaar stil en rustig hier brandt, dat gesche
nen heeft als een hemellichtje, welk een
boodschap van liefde heeft het ook ons tel
kens hier gebracht.
God troont hier niet als een afgodsbeeld,
dat „oogen heeft en niet ziet, ooren heeft
en niet hoort". Hij, waarlijk God, maar ook
waarlijk Mensch, heeft hier honderd jaren
lief en leed gedeeld en onze zorg, verdriet
en kommer gedragen voor Gods troon.
Vanuit dit tabernakel zag de Godmensch
met eindelooze liefde op de menschen neer.
Éénmaal in het jaar mocht de Hoogepries-
ter van het Gud Verbond het Heilige der
Heiligen binnen gaan. Hebben wij niet hoo-
ren zeggen: Komt allen tot Mij. Zijn Huis si
tevens ons huis. Als familie-vader verblijft
God hier temidden Zijner kinderen. Hier
vereenigt Hij ons als broeders en zusters,
zonder onderscheid van rang en stand, aan
de familiedisch de communiebank. In
deze kerk hebben wij de gewichtigste en
gelukkigste uren beleefd als kind van God.
Hier heeft zich afgespeeld het liefde-spel
tusschen Jezus en de zielen. Hoe menig
meisje heeft hier Zijn stem gehoord: wees
Mijn bruid. Hoe vele priesters, kloosterlin
gen en missionarissen zijn hier gekweekt.
Hier zijn gevormd de echte, sterke Katho
lieke mannen en vrouwen met offerzin.
Hier is zoo menig verloren zoon terugge
keerd naar den Vader; hier heeft zoo me
nige Maria Magdalena gelegen aan de voe
ten van Jezus en is in zieleblankheid terug
gekeerd. Tel ze eens, die in deze kerk hun
hart hebben uitgestort aan de borst van
den Goddelijken Vriend en rust gevonden
hebben. Hoevele jongeren komen hier niet,
voor hun dagtaak begint, den zegen vragen
voor hun arbeid? Hoevele ouderen komen
hier niet in den avond van hun leven neer
knielen? Hoevele malen hebben wij hier
gestaan rond de doodsbaar onzer dierba
ren?
Bij de herdenking van dit eeuwfeest ko
men duizenden herinneringen in onze ziel
opleven, wakker roepen misschien de diep
ste geheimenissen van onze ziel, herinne
ringen aan roerende momenten en dier
bare personen.
Heilige banden binden ons aan dit ge
bouw. Daarom zijn wy God dankbaar, dat
Hij ons dit gebouw gelaten heeft, dat door
de liefde onzer vaderen werd gebouwd en
uitgebreid en door onze liefde werd opge
smukt, rijk en "overvloedig. Deze kerk staat
hier als een monument van uw diepen
godsdienstzin en toegewijde liefde.
Deze kerk is onze kerk. Van de sociale
en religieuse arbeid, honderd jaar in deze
parochie verricht, getuigt het gedenkboek,
dat spr. graag in aller handen zag om de
band te vestigen tusschen volk en pa
rochie.
Wanneer wij herdenken alle zegeningen,
ons door deze kerk te beurt gevallen, richt
onze dankbaarheid als vanzelf zich naar
O. L. Vrouw Onbevlekt Ontvangen, voor
de groote dingen aan ons gedaan.
Ons danklied is ook een loflied. Een lof
lied aan God in den Hooge; wij knielen in
het stof voor het Tabernakel. Wy danken
en loven den Heer, dat Hij honderd jaar
hier geweest is: God met ons.
Wanneer de feestklokken aan het einde
van dezen dag met zilveren toon onze
dankbaarheid zullen vertolken, mogen dan
de Engelen dit loflied overnemen en bren
gen voor Gods troon, „waar Gij, Heer Je
zus Christus, op voorspraak van de Aller
heiligste Maagd, deze kleine en hartelijke'
dankbede van ons gelievet te aanvaarden".
Dan is dit feest ook geworden, zooals het
bedoeld is: een dank- en loflied aan God.
De Pastoor besloot zijn predicatie met
de smeekbede, dat God zegene het volk van
zijn parochie en haar priesters, opdat al
len, die deze kerk binnengaan, eens de
eeuwige zaligheid zal ontvangen.
De morgen-feestviering werd besloten
met een machtig unisono „Tantum Ergo"
en de zegen met het Allerheiligste.
AANBIEDING GESCHENK EN
RECEPTIE.
Na de Hoogmis had in de zaal van de
pastorie plaats de aanbieding van het feest
geschenk der parochianen.
Aanwezig waren daar de hoogeerw. pa
ter provinciaal, de zeereerw. pastoor en
de weleerw. kapelaans der parochie, vele
andere geestelyken en het feestcomité, ter
wijl inmiddels al de toeloop kwam voor de
receptie.
De voorzitter van het feestcomité nam
het woord en zeide, dat hij op dit jubel
feest dank wilde betuigen aan allen, die in
den loop van een eeuw in de kerk en de
parochie van de „Hartebrug" instrumen
ten zijn geweest van Gods goedheid, omdat
zy geweest zijn de uitdeelers van de goede
gaven, die zij van God hadden ontvangen
en omdat zij zelf goed waren; dank aan al
de priesters, pastoors en kapelaans, die
hier met de zielzorg zijn belast geweest.
't Is een van de voortreffelijke resulta
ten, waarmede wij, aldus spr., den schrij
ver van het Geschiedboek der Hartebrug
kerk, pater Sloots, geluk wenschen, dat hij
door dat boek in ons heeft opgewekt of
verlevendigd een katholieken plicht, den
plicht n.l. om in onze gevoelens en gedach
ten en in onze daden van dankbaarheid
niet alleen te betrekken degenen, die
rondom ons leven, maar ook hen, die ver
der van ons wonen, en hen, die van ons
zijn gescheiden door den dood, aan de pas
toors en kapelaans, die voorheen aan
de „Hartebrug" den priesterlijken arbeid
hebben verricht, brengt spr. dank en aan
de priesters, die hier n u werkzaam zijn.
Dank bracht spr. aan de Franciscaner-orde;
dank aan pastoor Smitz, die in den korten
tijd van zijn pastoraat reeds heel veel goeds
voor kerk en parochie heeft tot stand ge
bracht, met de hem typeerende voortva
rendheid en een activiteit, waarbij wij, al
dus spr., vreezende voor de physieke kracht
van den pastoor, wel 'ns denken: een beet
je minder zou ook nog goed zijn; dank aan
de kapelaans, wier stichtende ijver ons
zooveel goeds brengt, in 't bijzonder aan
dengene, die reeds zoovele jaren hier als
priester leeft en werkt en aller hoogach
ting en sympathie heeft verworven, pater
Frigge.
Het feestcomité, ging spr. voort, is hier
bijeen, maar niet voltallig. Ongesteld zijn
de ijverige secretaris, de heer v. Deene,
en de heer v. Kampenhout; hun toestand
wettigt echter gelukkig de hoop op een
spoedig herstel. Wij missen hier het on
langs overleden lid van het Kerkbestuur
den heer Straatsburg; ik herdenk hem, al
dus spr., met waardeering en vriendschap.
Het feestcomité wil den pastoor aanbie
den een bedrag aan geld, dat zijneerw. ge
bruiken kan voor een versiering van of een
sieraad in de kerk, zooals hijzelf 't wenscht.
Spr. overhandigde den pastoor een „enve
loppe". waarbij een (door een Zuster
van het klooster in de Pelikaanstraat) ge-
calligrapheerde lijst van hen, die aan de
feestgave hebben bijgedragen.
De pastoor sprak in een kort woord
AGENDA
Woensdag, R. K. Rytuig- en Wagenmakers-
patroonsver., Café Bremmer, 6 uur.
Donderdag St. Bonifatius". Ledenvergade
ring, Bondsgebouw, 8 uur.
De avond-, nacht- en Zondagsdienst der
apotheken wordt van Maandag 11 tot
en met Zondag 17 Mei a.s. waargeno
men door de apotheken: C. B. Duyster,
Nieuwe Ryn 18, Tel. 523 en C. van Zijp,
Wilhelminapark 8, Oegstgeest, Tel. 274.
om het later uitvoeriger te herhalen
zijn hartelijken dank uit voor deze feest
gave. De band tusschen parochianen en
kerk is zoo innig en zoo hecht, dat 't hem
telkens weer opnieuw treft.
De receptie, die nu volgde, was buiten
gewoon druk bezocht. Van 12 ys tot 2 uur
was het een bijna onafgebroken rij men
schen. Wij kunnen niet beginnen aan een
opsomming van alle deputaties en voor
aanstaande personen, die ter receptie kwa
men. Wij willen slechts noemen het hoofd
onzer gemeente, burgemeester A. v. d.
Sande Bakhuyzen, die in hartelijke woor
den den pastoor zijn gelukwenschen aan
bood.
HET PONTIFICALE LOF.
INTOCHT VAN DEN BISSCHOP
Terwijl de klokken in feestroes over
stad en ommelanden het jubileum uit
beierden, arriveerde des avonds te kwart
over zes de Bisschop van Haarlem, Z. H.
Exc. Mgr. P. J. Huibers, per auto. Even
voor de pastorie stapte Mgr. vergezeld van
zijn secretaris, den zeereerw. heer Fr. Bank,
uit en begaf zich tusschen een haag van
Graalmeisjes, Verkenners en K.J.C.'ers
naar de pastorie. Om zeven uur verliet
Mgr. de pastorie, om naar de kerk te gaan.
Wéér stond de jeugd op de Haarlemmer
straat als een eere-wacht opgesteld.
Het verkeer op de Haarlemmerstraat was
even stil gelegd; de politie zorgde voor
een goeden gang van zaken.
Bekleed met de statige cappa magna
schreed Mgr. de kerk binnen, waar Z. H.
Exc. werd opgewacht door den pastoor der
kerk en door de assisteerende geestelijk
heid.
De golvende menschenzee, die binnen de
kerk was samengestroomd, zegenend, ging
de Bisschop naar het priesterkoor.
De kerk kan tijdens haar bestaan nooit
voller zijn geweest. Reeds voor den aan
vang moesten de deuren worden gesloten
Het Lof werd gecelebreerd door Mgr.
Huibers, waarbij assisteerden de zeereerw.
heeren A. H. M. J. Homulle, deken der
stad, en Th. M. Beukers, pastoor der St.
Petrus-parochie als troondiakens, de zeer
eerw. paters I. Smeets, O.F.M., pas
toor der Haagwegkerk, en drs. B. de
Goede O.F.M., directeur der Kath. H.B.S.,
als diaken en sub-diaken, ad baculum de
weleerw. pater J. Jorna O.F.M., kapelaan
te Delft (oud-kapelaan der parochie), ad
mithram de weleerw. heer P. M. Verhoof-
stad, kapelaan der Monpèrekerk. Als ce
remoniarius fungeerde de secretaris van
den Bisschop, de zeereerw. heer F. J.
Bank.
In het priesterkoor had plaats genomen
een groot aantal geestelijken, paters Fran
ciscanen, geestelijken uit de stad, de oud
kapelaan pater van Lubeek, de zonen der
parochie, die reeds 's morgens aanwezig
waren, pater v. Egmond Ord. Carm. en pa
ter Peterse Ord. Carm.
Door het zangkoor werd bij het binnen
komen van den Bisschop uitgevoerd een
Gregoriaansch „Sacerdos et Pontifex".
Daarna zong de geheele kerk het Maria-
lied van Hamers „Wat spreiden die lich
ten".
Gedurende het Lof werden Gregoriaan-
sche hymnen gezongen en de antiphoon
„Sub tuum praesidium".
Onder het Lof heeft de Bisschop, ge-
stafd en gemijterd, vanaf den preekstoel
een toespraak gehouden.
TOESPRAAK VAN DEN BISSCHOP.
Het is moeilijk om woorden te vinden,
welke weergeven de ontroerende gevoe
lens, die mij heden bestormen, nu ik het
geluk heb, temidden van deze compacte
menigte, dit jubel- en dankfeest ter eere
van den goeden God, den Gever van alle
gaven, met u te vieren.
Het spreekt vanzelf, dat deze parochie
in een eeuw tijd vele schoone vruchten
heeft voortgebracht.
Maar de redenen van mijn dankbaarheid
zijn inniger nog, omdat zij zijn van zeer
intiem en en persoonlijken aard; om de
banden, waarmede ikzelf met u en in ze
keren zin met deze parochie verbonden
ben.
Voor de meesten van u ben ik geen on
bekende.
Om van andere zaken te zwijgen per
soonlijk gedenk ik in deze kerk met dank
bare gevoelens hen, die God mij gegeven
heeft als Zijn natuurlijke plaatsbekleeders
en leiders. Mijn dierbare ouders hebben
geleefd in deze kerk. Hier werden zij door
de wateren des Doopsels gemaakt tot kind
van God; hier werd met God het verbond
gesloten, dat, wij mogen veilig zeggen, niet
is verbroken. Hier richtten zij hun eerste
schreden naar de biechtstoel; hier ontvin
gen zij hun Eerste H. Communie; hier heb
ben zij het Woord Gods gehoord; hier zijn
zij neergeknield voor het altaar om de hu
welijkszegen te ontvangen, de zegen, die
op deze plaats zoo overvloedig over geheel
hun leven, en naar wij hopen, in alle
eeuwigheid over hen is neergedaald.
Zoo kan ik met reden zeggen, dat ik tot
de uwen behoor en van het uwe althans