H. M. de KonSngSn te Baarn. FEUILLETON. BINNEN TWAALF UUR... Naar het Engelsch bewerkt door J. VAN DER SLUYS. (Nadruk verboden). t) L Hoofdpersonen van het drama. Spoorwegstations zijn zooais je ze be kijkt. Vooral ais dat station het Londen- sche Liverpool Street is. Voor de gehaaste, mopperige werkers die er elke morgen wer den uitgegoten is Liverpool Station een van de onvermijdelijke nachtmerries van het bestaan en de oorspronkelijke ontwer pers hebben hun best gedaan, om in dit kopstation de uiterste leelijkheid te be lichamen. Maar zooals een leelijk man nobel wordt in de oogen van hen, die hem verrassen tij dens een menschlievende daad, of zooals een leelijke vrouw schoon kan zijn in de oogen van die haar hebben leeren liefheb ben, zoo kan zelfs Liverpool station bij bepaalde gelegenheden boven zijn triest heid uitkomen en tot een betooverd plekje gronds worden. En een betooverd plekje was het voor een jonge man in een lichtgrijs pak, die op een Augustus-middag uit een taxi stap te en luchtig naar een plaatskaarten-loket stapte. Voor hem was hier geen leelijk heid. De grauwe rook was geen olie-achti- ge en trage stroom, vermengd met roet, maar een geheimzinnige film waarachter werelden van wonder en- gemakkelijke overwinning lagen. De gore, grijze per rons waren gouden wegen van avontuur. Er waren vele goede redenen waarom Freddy Reeve in zulk een opperbest hu meur was en waarom hij niet vloekte toen een kleine-ras-Londenaar een lange reke ning bij hem opende door hem per onge luk op zijn teenen te trappen. (Dit was de eerste van vele beleedigingen, die ach tereenvolgens op het debetsaldo van dien ras-Londenaar geboekt zouden worden). Eén de redenen was, dat Freddy de eerste teugen van zijn vacantie-vrijheid dronk; een andere, dat hij voor het eerst in zijn jonge leven een pak droeg dat bij een alles zins respectabelen Londenschen kleerma ker het aanschijn gekregen had; een derde, dat de middag ongewoon zonig was, ten slotte dat hij uitvoering ging geven aan een heldhaftig besluit, dat dien ochtend onder het scheren in zijn geest vorm had aange nomen. „Waarom zou ik niet eens het pad van avontuur, weetje! De berg wilde niet tot gezicht in den spiegel gevraagd. „Echt avontuur, weetje! De berg wilde niet tot Mohammed gaan, dus wat deed Moham med toen? Hij marcheerde op den weerbar- stigen berg af en sprak: „Ziezoo, nu hebben we mekaar toch ontmoet!" Laat ik dit Mohammeda arische principe tot het mijne maken, een ontdekkingsreis ondernemen naar mooie meisjes en ze si garetten aanbieden met goud mondstuk, Russische Teofani! Ja, ik, Freddy Reeve, volmaakt gentleman en tot nu toe niet in tel!" En zoo begon hij, door een perfecten tailor uitgedost en met goudgerande siga retten als zijn tooverfluit, zijn tocht naar het avontuur, ten eenenmaïe onbewust, dat het avontuur hem ook achtervolgde en een enorm en muil openzette om hem te verzwelgen. Freddy wandelde tevreden de afsluiting door naar het negende perron en hier was het dat de kleine ras-Londenaar op zijn tenen trapte „Heeft niets te beteekenen", glimlachte Freddy. „Had er dan niet geloopen", gaf de Lon- denaar nijdig ten antwoord. „Waarom kijk je niet uit waar je loopt?" Een nare, twistzieke man! Maar Freddy dacht er niet aan een twist te ontketenen. Hij maakte zich van den Londenaar af bande hem zoo verbeelde hij zich uit zijn leven en zette zijn wandeling over het perron voort. „Hallo! Daar hebben we dien verdraai den kerel weer", dacht Freddy, toen hij de krantenkiosk naderde. „Die schijnt het met iedereen aan den stok te hebben." Deze commentaar werd uitgelokt door de gedragingen van een geagiteerde oude da me, die hij scheen te hebben opzij gescho ven. „Is het n o o d i g, dat u uw elleboog tegen me aanduwt?" vraagt het geschrokken slachtoffer. „Wat hebben we nou?" informeerde de ras-Londenaar zijnerzijds. „Uw elleboog!" sputterde de dame. „Wat is er mee?" herhaalde de Londe naar. ,,'t Is toch mijn eigen elleboog!" Aangezien dit Argument niet voor tegen spraak vatbaar was, kocht de oude dame snel een krant en haastte zich weg. De ras- Londenaar keek haar na en spuwde. „Sommige menschen denken, dat de heele wereld van hen hoort", merkte hij op, ter wijl hij den kratenverkooper een geldstuk toewierp. „Geef me maar een „Sport-Re- vue". Toen hij het tijdschrift in ontvangst ge nomen had en zich omkeerde om het boe kenstalletje te verlaten, viel zijn oog op Freddy, en de herkenning bracht hem niet bepaald in een minnelijke stemming. Met een loenschen blik op den jongeman, mom pelde hy iets onparlementanrs en schui felde. in het kielzorg der oude dame. „H ij denkt, dat de wereld van hem is!" merkte de krantenverkooper op. „Een heel gewone zienswijze, als je een glaasje te veel op hebt", meende Freddy. En deed toen alsof de wereld van hem hoorde, door een half dozijn dure magazi nes in te slaan. Gewapend met deze verfijnde lectuur, keek hij op de stationsklok en terwijl hij dat deed, gebeurde er iets, dat hem be lachelijk deed blozen. Uit een hoek van zijn oog, zag hij het mooiste meisje van de heele schepping. Natuurlijk klinkt dat ongelooflijk, en dat is het ook min of meer, maar een feit is, dat Freddy het heilig gele de en meende, dat nu zijn heele kijk op het le ven veranderd was. Hij wist nu waarom hij leefde, en het doel van zijn bestaan was hem tot heden wel eens onduidelijk ge weest. En tevens stond dat bestaan nu in een gouden gloed. Dit meisje was het, waarvoor hij, Freddy Reeve geboren was. En heel zeker was zij ook iets, waarvoor Freddy bereid zou zijn te sterven.... Iemand rende tegen hem op en deed hem rondtollen. Het volgende oogenblik was het mooiste meisje van de schepping ver dwenen. Gedurende een enkel oogenblik. op de zen uitgelezen, zonnigen namiddag zelfs, kwam er een bloedroode nevel voor Fred dy's oogen. Waarom botste iedereen te gen hem aan? Wat was de verborgen zin daarvan? Hij keek zijn nieuwen beleedi- ger scherp aan, gereed tot het uiten van eenige schilderachtige termen. Maar de man was zóó beleefd en putte zich zóó uit in verontschuldigingen, dat de woor den Freddy op de lippen bestierven. „Het spijt me verschrikkelijk, mijnheer", sprak de man. Hij had juist een kleine kof fer opgeraapt, die bij de botsing was ge vallen. Een totaal andere kerel als die ruziezoekende Londenaar. Heldere, intel ligente oogen en bijna pijnlijk netjes in zijn donkerbruine pak. „Ik hoop, dat ik u geen pijn gedaan heb?" „Volstrekt niet", verklaarde Freddy, met eenige spijt dan sarcastischen commentaar, die hy had willen leveren, binnenhoudend. „Ik holde naar mijn trein", vervolgde de man in het donkerbruine pak. „Hij gaat achttien minuten over. „Nu, dan hebt u nog tien minuten om hem te pakken", stelde Freddy hem gerust. „Tien minuten!" De man in het bruin keek op den stationsklok en vervolgens op zyn horloge, dat hij weer snel in zijn zak stak. „Ik ben acht minuten voor! Het spijt me, mijnheer, dat ik u voor niets haast onderst boven geloopen heb!" Hij glimlachte en vervolgde zijn weg. Freddy keek hem wenkbrauw-fronsend na. En die frons zou nog dieper zijn geweest wanneer hij geweten had, dat 's mans hor loge niet vóór liep, maar precies gelyk was! (Wordt vervolgd). Vier Arabische hengsten, bestemd voor de koninklijke stallen, zijn Maandag met het S.S. „Saleier der Stoomvaart Mij. .Nederland' te Amsterdam aangekomen. Een der prachtige viervoeters De commissaris der Koningin in Groningen, dr. J. P. Fockema Andreae, heeft Maandag de waterleiding te Oldehove en te Ezinge officieel in gebruik gesteld. Na de plechtigheid te Ezinge spuit een fontein haar stralen omhoog, tot vreugde der bewoners In het Mauritshuis te den Haag zijn Maandag de door Sir Henry Deterding geschonken schilderijen qeplaatst. Van links naar rechts de werken van: Jan Steen, Frans van Mieris de Oude en Jan v. d. Capelle H. M. de Koningin bracht Maandag een bezoek aan de schilderijen-tentoonstelling in het Baarnsche lyceum. De aankomst der vorstin aan het lyceum In tegenwoordigheid van minister Slingenberg is Maandag het jeugdwerkkamp „De Baast" te Oostelbeers officieel geopend. Een kijkje tijdens de plechtigheid Een kranig staaltje van dressuur leverde majoor Cambell met zijn paard „Big Bad Wolf" bij de ruiterwedstrijden te Tidworth. Het beklimmen van een trap

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 5