DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN 27ste Jaargang ZATERDAG 2 MEI 1936 No. 8409 Ste £cid4ehe(2oii/fcatit DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling: Voor Leider» 19 cent per week 2.5U per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal Franco per post 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is vooi de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 II GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeelmgen wordt het dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be- betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en verkoop: f 0.50 Dit nummer bestaat uit vijf bladen, w.o. geïllustreerd Zondagsblad. Bij de feestviering van een K. v. K, De Kamer van Koophandel te Amster dam heeft gisteren zijn 125-jarig bestaan gevierd. Op de gebruikelijke wijze: fees telijke vergadering en feestelijke maaltijd. Bij beide deelen der feestviering is gespro ken. Bij het eerste natuurlijk meer dan bij het tweede, althans qualitatief. In de feestvergadering heeft Minister G e 1 i s s e n het woord gevoerd. Wij willen diens rede hier gaarne uitvoerig mededee- len. „Zonder thans te willen ingaan op de door den voorzitter gestelde vraag of naast de adviseerende, beheerende en uitvoeren de bevoegdheden der K. v. K. voor haar in de toekomst ook een „verordenende taak" is weggelegd, wilde de Minister wel gaarne de verzekering geven, in de Kamers van Koophandel een belangrijk stabilisee- rend element te zien in de wel eens diver- geerende meeningen in handel, nijverheid en scheepvaart, een element, dat wij niet kunnen missen in onze hedendaagsche sa menleving. Spr. zeide verder, dat de wenschen van het bedrijfsleven bij de Kamer binnenge komen, bezonken en beredeneerd en daar na voorzien van haar advies ter kennis van de regeering gebracht, steeds groote aan dacht verdienen. In dit verband kon de minister mededee- len, dat de in de toekomst te voeren haven- politiek en de daarmede zou nauw samen hangende kwestie van verlaging van haven gelden en terreinhuren alsmede die der Rijnvaartpremies, op korten termijn door een interdepartementale commissie bestu deerd is. Deze commissie heeft twee zeer belangrijke rapporten uitgebracht. Spr. vertrouwt erop, dat de regeering ten aanzien van dit zoo bij uitstek nationale vraagstuk zeer binnenkort een definitieve beslissing zal kunnen nemen. Een andere, u eveneens zeer interessee- rende aangelegenheid, die van de reorga nisatie van de Koninklijke Hollandsche Lloyd, zal, zooals de directeur van de Be- nas den minister mededeelde, in deze da-, gen haar beslag krijgen. Aan een zeer spoe dige definitieve beslissing door de regee ring staat dan ook hier niets meer in den weg. Als gij mij nu vraagt, aldus ging spr. voort, hoe komt het, dat de oplossing van sommige zaken langer uurt dan ons lief is, dan is mijn antwoord daarop: omdat de regeering in al deze aangelegenheden geen St. Nicolaas kan spelen. Voor wat de wet op de evenredige vrachtverdeeling betreft, welke, daar Amsterdam niet in het vrije Rijngebied ligt, bepaalde nadeelen voor Amsterdam heeft, kon spr., zoolang hij niet iets beters voor deze wet in de plaats kan stellen, nog geen bepaalde toezegging doen. Intusschen is het onnoodig te zeggen, dat de toestand nog uitermate moeilijk blijft en de toekomst nog vol onzekerheid. Toch zijn er, aldus het Februari-nummer van het kwartaalschrift van de Nederlandsche Con junctuur (blz. 7), enkele omstandigheden te noemen, die redenen kunnen opleveren voor den ietwat meer optimistischen toon, dien men in het begin van 1936 hoorde klin ken. Ik weet, aldus de minister, dat enkele verbeteringen of teekenen van verbetering niet synoniem zijn met algemeene opleving. Maar het is toch goed, om in dezen tijd van „beroepspessimistenhierop te wijzen. Spr vroeg de Kamer, die haar kritiek steeds waardig en opbouwend voerde, in deze me de opvoedend te willen werken teneinde te voorkomen, dat onnoodig een oeconomisch defaitisme, waarvan de gevolgen ernstiger zijn dan die van de crisis zelve, wordt inge leid. Van de Kamer kan men terecht zeggen, dat zy niet geboren is in zonnegloren, even min dat zij dit jubileum in een periode van oeconomischen voorspoed viert. Al leeft, aldus minister Gelissen, het geheel der be volking sociaal-oeconomisch gezien thans op een veel hooger niveau dan in het jaar 1811 het geval was. Niet alleen politiek en staatkundig, immers Nederland was toen als „aanslibsel" der Fransche rivieren Rijn, Maas en Schelde bij dit land door keizer Napoleon ingelijf, maar ook oeconomisch waren de omstandigheden in het jaar uwer geboorte zeer slecht, ja verhoudingsgewijze slechter te noemen dan thans. De helft der bevolking werd toen bedeeld. De zeehandel lag stil, door de tol-unie was voor den han del de weg naar het Rijnland en de Zui delijke Nederlanden afgesloten. De export industrie was bezweken. Alleen de land bouw bloeide, tengevolge van de hooge graanprijzen. De staat verlaagde zijn eigen vaste lasten door tierceering van de rente der staatsschuld. Ook thans herdenkt zij haar geboortedag nog in crisis-omstandigheden. Gelukkig gloren, in de verte, volgens de zooeven door mij geciteerde woorden, de eerste teekenen eener oplevende conjunctuur ook voor ons land. Ook thans ziet zy als 125-jarige met geheelons volk, reikhalzend naar betere tij den uit. In haar 125-jarig bestaan heeft zij kunnen constateeren, dat, evenals in het bijbelsche verhaal op de magere jaren weer vette zijn gevolgd. Zoo zal het nu ook gaan. Sedert 1932 is de tendenz der internationale conjunctuur oplevend. Ook Nederland zal van deze opleving zijn deel krijgen. Terwijl velen juichen over den grooten opbloei elders, „somberen" zij, als spr. dit werkwoord voor den tijd dien wij thans beleven, hier mag introduceeren, over alles wat in eigen land gebeurt. Ook al spreken de cijfers een andere taal. Inplaats van lichtpunten de volle gelegenheid te geven cveral te schijnen waar dit noodig en nood zakelijk is, plaatst men daarop den dom per eener door oeconomische defaitisme in gegeven interpretatie. Het is alsof sommi gen, nu het militaire défaitisme in Neder land overwonnen is, nu met gelukkig weer inziet, dat een goed leger en een goede vloot de beste waarborgen voor onafhanke lijkheid en vrede bieden, nu men onze offi cieren en soldaten weer als geliefd en ge- eerd deel der natie gaat zien, dit nieuw soort van défaitisme gretig aanwakkeren en bevorderen, misschien niet altijd bewust, maar daarom in zijn gevolgen wellicht nog erger. Ondermijning onzer oeconomische weer baarheid, ondermijning van het vertrouwen in kunnen en kennen van onze nijverheid, van onze scheepvaart, van onzen handel, is minstens even erg, zoo niet erger dan de ondermijning onzer nationale deefnsie-be- langen. Het is fout en onverantwoordelijk om den toestano van ons land beter voor te stellen dan deze is, maar het is funest om bij voortduring alleen het minder goede of slechte, in dik gedrukte letters, of in het oog vallende headlines te doen spreken, terwijl het betere, hetzij verdoezeld, hetzij in den tekst tusschen haakjes geplaats wordt. Zij, die zulks doen, dragen een groot te verantwoordelijkheid. Immers een psy chologische depressie is nog erger dan een oeconomische depressie. Verliest een volk den moed, en het vertrouwen, zoo heeft het alles verloren. Er is dan heel wat noodig ter verkrijging van een buigpunt in de curve, die de psychische depressie als func tie dezer influenceering weer geeft. Wij hebben hier Minister Gelissen on verkort aan het woord gelaten (het is een verslag van de „N. R. Crt."), en 't is niet noodig er v e e 1 commentaar bij te geven. 't Zijn zeer behartenswaardige wenken, welke de Minister geeft in ver band met het oeconomisch defaitisme, in verband met de moedeloosheid op het ter rein der oeconomische activiteit! En 't is een bemoedigende en hoopgevende herinnering die, welke ons den toestand van 125 jaar terug, toen de oeconomische inzinking nóg erger was, voor den geest roept. Wij vestigen daarom gaarne op deze plaats de aandacht op deze ministerieele rede. Aan den feestmaaltijd heeft ook minis ter Slingenberg herinnerd aan den toestand van 125 jaar geleden. En deze minister besloot zijn speech met de „ver zekering, namens de regeering, dat zij van harte meeleeft met de pogingen om den handel en de industrie weder op te bou wen". Ja, 't zou ook 'ns anders moeten zijn! Zulke vanzelf-sprekendheden zijn zelfs nog te „gewoon" voor een speech aan een feestmaaltijd! Wij merken dit laatste maar even ter loops op, zonder er bepaald een verwijt van te willen maken aan den minister, 't Leide vooral niet de aandacht af van de behar tenswaardige woofden die minister Ge lissen op de feestvergadering heeft eesDro- ken. DE KRUISVAARDERS De wereld VAN ST. JAN Een groot kwartier ten Westen van de kom der gemeente Rijswijk (Z.H.) ligt het spuorstation RijswijkWateringen zouden daar nog wel passagiers voor deze dorpen uitstappen? en even verder prijkt boven een lange inrijlaan het blin kende opschrift: „Ora et Labore Kruisvaarders van St. Jan". Het nabije stationnetje ten spijt is het daar nog een landelijke omgeving. Wel ziet men in het Noorden Den Haag al bedenkelijk naderen (Spoorwijk met St. Jeroenskerk), maar 't zal toch nog wel eenige jaren aanloopen alvorens de Hof stad ook hier de weilanden overstroomt, landerijen en koeien verdrijft. En zoo ligt de bakermat der Broeders-congregatie „Kruisvaarders van St. Jan" voorloopig nog rustig in de vrije natuur. 't Was in 1922, dat op initiatief en onder leiding van pater Van Ginneken S. J. de eerste Broeders 5 in getal zich daar vestigden op het oude buitengoed „Nieuw Voorde". Hun eerste algemeen-overste was Broeder Van de Corput, die nog steeds het hoofd is der Congregatie, wier ledental inmiddels tot ruim 50 is gestegen, terwijl zy ook huizingen betrok te Wageningen, Rotterdam, Den Haag (Patronaatswerk), Rumpen (L.) en weldra ook te Sambeek (beide laatste werkampen voor R.K, werk- looze jongemannen). Het is een moderne Congregatie, niet al leen wat de tijd der stichting, maar ook wat haar doelstelling betreft. Zij wil zich begven onder de menschen, ten goede wer kend waar zij kan. In verband hiermede blijven de leden hun eigen naam voeren en kunnen zij zich in hun kleeding aan passen bij de omstandigheden. Is de zwarte toga hun kloosterlijk gewaad, zij dragen ook een donker colbert-costuum met staande boord en zwarte collar, van welk costuum kraag en mouwopslagen donker groen zijn; de kraag is aan weerszijden met een geborduurd gouden kruisje ver sierd. Wanneer de werkzaamheden zulks wenschelijk maken kunnen de Broeders zich echter ook in gewone wereldsche lileedij steken al blijft zulks uitzonde ring. Zooals gezegd: de bakermat der jeugdi ge congregatie is „Nieuw Voorde" te Rijs wijk, waar zich thans het Moederhuis met postulanten en novicen bevindt en ^ok gaandeweg een opvoedingsgesticht met een honderdtal pupillen tot bloei kwam. Deze pupillen varieerend van school jongens tót jongen mannen, die pas bij hun meerderjarigheid behoeven te ver- tiekken zyn allen uit de vrije maat schappij tot de Kruisvaarders gekomen. De omstandigheden brachten hen onder de schutse der Broeders, maar verplichting lot blijven bestaat niet. 't Is alles „vrij heid-blijheid", waarbij merkwaardig is, dat vooral de ouderen van de vrijheid liefst geen gebruik maken. Zij voelen zich thui« op „Nieuw Voorde", waar de gebou wenreeks natuurlijk gestadig is uitge breid. De pupillen hebben in groepen ruime verblijf- en slaapzalen, terwijl zij voor zoover zij geen lagere school of andere onderwijsinrichtingen bezoeken opgeleid worden bij den tuinbouw of in de goed geoutilleerde drukkerij, waar mooi werk wordt afgeleverd. Ook administratieve be zigheid kan worden aangeleerd en een smederij zorgt mede voor nuttigen arbeid. Een ruime kapel vormt het middenpunt der godsdienstige ontwikkeling een pater Jezuiet leest er iederen dag de H. Mis en voor gepaste recreatie is een groote tooneelzaal aanwezig. Vooral 'het niet lang geleden in gebruik genomen ge bouw „St. Jan" „refter" heeten er de gezellige zaaltjes, waar de pupillen in hun vrijen tijd groepsgewijze onder leiding van Broeders vertoeven vooral dit nieu we gebouw mag er wezen, terwijl heel de bezitting een vriendelijk aanzien heeft. Een beeld van hel, H. Hart en een van St. Jan, in bloemperken geplaatst, spreken tot den bezoekers van het karakter der instelling. En zoo bloeit daar onder den rook der Residentie de jonge Congregatie der Kruis vaarders van St. Jan, wier taak stellig nog in omvang zal toenemen. De toekomst brenge haar veel goeds. AJO. in vogelvlucht LUCHTVAART De opmarsch der Italianen naar de Abes- sijnsche hoofdstad, is voor een oogenblik gestaakt, aangezien de genie blijkbaar het snelle tempo niet kan bijhouden in dit ruwe bergland. Er moeten nJ. wegen worden aangelegd, om de verbinding met het ach terland niet te Verliezen en dat schijnt niet bepaald gemakkelijk te zijn wegens de regens. De Negus maakt ook niet veel haast om uit zijn hooiustad weg te komen. Hij schijnt vermoeiu te zijn en besluiteloos. Geen wonder, want het loopt hem nogal tegen. Er schijnt een oproep te zyn gedaan aan alle Abessijnsche mannen, om met een leeftocht voor 5 dagen naar het Noorden te trekken teneinde de Italianen tegen te houden. Van den anderen kant verluidt uit Abessijnsche bron, dat de hoofdstad niet verdedigd zal worden, hetgeen in tegen spraak is met het eerste bericht. In ieder geval zal het niet lang duren, of de Negus zal met zijn regeering zijn hoofdstad vaar wel moeten zeggen. Het radio-station maakt reeds aanstalten om te sluiten. Tijdens de 1 Mei-viering in de Duitsche hoofdstad heeft Hitier een groote rede ge houden in de Lustgarten, waarbij hij o.a. opnieuw gesproken heeft over den Duit- schen vredeswil. Hij heeft opnieuw Duitsch- lands vredelievendheid naar voren gescho ven; alleen eenige internationale „knoei ers" zouden het tegendeel beweren. Toch schijnt alles nog niet even helder te zijn in de Duitsche politiek, want de En- gelsche regeering stelt een vragenlijst op, dat haar zelf nogal hoofdbrekens kost. Het lijstje is nog steeds niet klaar. VOORNAAMSTE NIEUWS BUITENLAND. De Italiaansche opmarsch naar Addis Abeba ondervindt vertraging. (2de blad). Rede van Hitier te Berlijn. (2de blad). BINNENLAND. Z.H.Exc. Mgr. Huibers is van zijn Rome reis teruggekeerd. (Kerkn., 2de blad). Minister Slingenberg zegt aan het com munistisch Kamerlid de Visser zijn mee ning over de staking in den Wieringer- meerpolder. (1ste blad). Ernstige instorting in de Cunerakerk te Rhenen; geen persoonlijke ongelukken. (Gem. Ber. 3e blad). LEIDEN. Het 75-jarig bestaan der St. Elisabetth- Vereeniging; mej. D. Coebergh ontvangt „Pro Ecclesia" en Oranje Nassau-Orde. (lste blad). Program van de eeuwfeestviering in de Hartebrugskerk. (lste blad). De feestviering ter gelegenheid van het 60-jarig feest van het 6e Reg. Veld Artil lerie. (lste blad). VLIEGTUIG OMLAAG GESTORT. Twee dooden. Uit Honolulu wordt gemeld, dat een ver kenningsvliegtuig van de marine nabij Pearl Harbour in zee is gestort tijdens ma noeuvres met onderzeeërs. De piloot en de hem begeleidende officiers zijn om het leven gekomen. Het diamanten feest van het 6e Reg. Veld Artillerie. Receptie en Ruiterfeest. Op feestelijke wijze is gisteren de vie ring van het zestig-jarig bestaan van het 6e Reg. Veld Artillerie voortgezet. Er heerschte 'n levendige drukte in de stad, niet alleen doordat de militairen natuur lijk druk in de weer waren, doch ook om dat zich steeds vele belangstellenden voor al in de nabijheid van de Doelenkazerne ophielden. De receptie. Des middags te 4 uur recipieerde de re gimentscommandant, overste C. de Iongh in de gymnastiekzaal der kazerne en met hem de hoofdinstructeur majoor Brasser en de overige officieren. De ontvangstzaal was keurig gearrangeerd. Er stonden voorts fraaie bloemstukken van het Collegium van het Leidsch Studentencorps, van het Landstormkorps Motordienst en van de 3 Octobervereeniging, maar dat ging ver scholen in den grooten stroom van bezoe kers. Een der eersten, die den regimentscom mandant kwam gelukwenschen, was de hoogeerw. heer deken A. H. J. M. Homulle pastoor der parochie O. L. Vr. Hemelvaart en St. Joseph, die wilde uiting geven aan de waardeering van katholieke geestelijk heid en leeken voor het militair gezag. Namens het gemeentebestuur kwamen de burgemeester, mr. A. van de Sande Bakhuyzen en de Gemeente-secretaris, mr. dr. van Stryen, gelukwenschen aan bieden. De burgemeester zeide in zijn toespraak het een groote behoefte te achten namens het gemeentebestuur van zijn belangstel ling te doen blijken. Naast de aanbieding van de beste gelukwenschen, sprak de burgemeester de hoop uit, dat het regi ment Veld Artillerie moge blijven toene men in groei en bloei en dat het steeds aan de stad Leiden moge verbonden blij ven. Spr. wees er vervolgens op, hoe geheel verschillend zijn opwachting thans was vergeleken bij die van zijn voorgangers in vroeger jaren. Deze toch gingen in de Stadsdoelen te gast bij de voetboogschut ters. heel primitieve wapenen vergeleken bij die van nu. Spr. kwam ook in een heel andere om geving dan zijn voorgangers, want al wat de Doelen aan schoons en artistieks beza ten heeft de gemeente zich toegeëigend om het onder te brengen in de Lakenhal. Bij al die verschillen wilde spr. echter toch ook opmerken, dat geen enkele zij ner voorgangers met grooter waardeering en grooter liefde dan hij thans tot den re gimentscommandant kan zijn gekomen. Spr. dankte ten slotte voor de prettige samenwerking en de goede verstandhou ding tusschen regiment en burgerij. Met 'n enkel woord dankte overste de Iongh voor deze hartelijke woorden. Onder degenen, die verder hun opwach ting kwamen maken noemen we overste Koningsfeld, Garnizoenscommandant en commandant van het 4e Reg. Infanterie, majoor Gaillard, hoofdinstructeur van het 4e Reg. Infanterie, majoor Smitt, verte genwoordiger van den Commandant der le Artilleriebrigade, overste H. van Mens, commandant en kapt.F. J. J. Trapman, voorzitter van de Leidsche Burgerwacht, ds. Nauta, legerpredikant, ds. Thomas als voor zitter van Bijz. Vrijw. Landstorm en den heer E. Raams als plaatselijk leider van den B.VX., afgevaardigden van den Kon. Bond van Oud-Onderofficieren, afd. Leiden en Omstreken, een afvaardiging van de mu ziek van het 6e Reg. Veld-Artillerie, het Collegium van het L.S.C., en de Unitas S.L.B., den commissaris van politie, den heer Meyer, afgevaardigde van de Alg. Ver. van Ned. Res. Officieren afd. Leiden, enz .enz. De heer M. Bolderdijk bood den Regi mentscommandant ter herinnering een ju- bileumfeestmarsch aan. Het was een drukbezochte receptie. Het Ruiterfeest. Het slot van de feestelijkheden werd ge vormd door het sinds geruimen tijd aange kondigde Ruiterfeest. Dit werd gegeven in de groote zaal van de Manege in de ke- zerne. Deze avond was uitsluitend voor ge- noodigden. Hieronder merkten we nagenoeg alle personen op, die ter receptie waren verschenen, maar bovendien wilde de com mandant van het veldleger, jhr. Roëll hier van zijn belangstelling blijk geven, hetgeen natuurlijk ten zeerste op prijs werd gesteld. Verder waren hier nog aanwezig de verte genwoordigers van den Commandant der lste divisie en van den Brigadecomman dant; dan de hoogeerw. heer deken Ho- mulle, de président-curator der Leidsche Universiteit en burgemeester van Leiden, mr. A. van de Sande Bakhuyzen met den gemeente-secretaris mr. dr. C. E. v. Stryen, de rector magnificus der Leidsche Univer siteit, prof. A. L. de Blécourt en den Secr. van den Senaat, prof. v. d. Hoeve. Verder mr. P. E. Briët en de heer H. Engels, resp. lid der Eerste en der Tweede Kamer, mr. Idenburg, secretaris van het college van turatoren, het Collegium van het L.S.C. en de V.V.S.L. enz. enz. In totaal waren enkele honderden genoodigden aanwezig. Toen de Veld-Muziek de door den heer M. Bolderdijk gecomponeerde Jubileum- marsoh ten gehoore had gebracht, reden de deelnemers voor het eerste nummer de manege binnen. Toen zij voor het front gesalueerd had den, trad de regimentscommandant, overste

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 1