De Prinsessehulde
DE GOUDEN BRUG
Een Hollandsch landschap in de omgeving van Parijs. De tulpen
velden in de omgeving van Parijs, staan momenteel in vollen bloei.
De bloemenpluksters aan den arbeid
In het Stadion te Amsterdam werd Woensdagavond een hulde ge
bracht aan H. K. H. Prinses Juliana, waarbij om. een fakkeloptocht
plaats vond. H. K. H. Prinses Juliana temidden der autoriteiten op de
tribune
Midden tusschen de narcissen. - De Amenkaansche miss Patty Burgemeester De Vlugt ontsteekt de eerste lakkei voor den lakkeioptocht die ongelukte Tsjechische vliegtuig vertoeven nog steeds in het Sophia-
Berg in actie tijdens de dames-gollkampioenschappen te Maid- ter gelegenheid van de prinsessehulde m het Stadion te Amsterdam gehouden ziekenhuis te Zwolle en hebben over gebrek aan belangstelling niet
stone (Eng.) werd le k|
FEUILLETON.
Roman van Hanno Plessen.
(Nadruk verboden).
57)
„Ze maakt zeker weer een van die dwa
ze wandelingen naar Schönbrunn", zegt
de barones tot zichzelf, als de middag voor
bij gaat, zonder dat het nichtje komt op
dagen. Meerdere gedachten verspilt ze
niet aan Johanna, wie ze het plotselinge
vertrek uit Cairo nog steeds niet geheel
kan vergeven, al verbiedt haar goedmoe
digheid haar ook hiervan uiterlijk iets te
latp-n blijken.
„Ik ga naar de familie Wolters in Pötz-
leinsdarfDe barones behoeft met het
souper niet op me te wachten", zegt ze tot
den ouden huisknecht.
Zoo vindt Johanna, wanneer zij, uiter
lijk althans wat kalmer, van haar wande
ling terugkeert, het huis leeg.
„....Er is rntuschen weer post geko
men voor de barones", begroet Josef haar.
Zijn toon klinkt eenigszins bedrukt, want
de breede rouwrand om den brief, welke
hij haar overhandigt voorspelt weinig
goeds.
Ook Johanna's gelaat verraadt heime
lijke onrust, als zij het couvert, dat van
een Engelschen postzegel is voorzien, aan
neemt. Met nerveuse haast scheurt zij hem
epen en leest:
Lieve Johanna!
Laat ik je voor deze eene maal zoo
mogen noemen. De bijzondere omstandig
heden waaronder ik dezen brief schrijf,
mogen daarvoor mede als excuus die
nen. Gisteren heb ik mijn goeuen oom
begraven. Jij alleen zult kunnen besef
fen, wat dat voor mij beteekent en hoe
nameloos verarmd ik me voel. Een hart
verlamming heeft plotseling een einde
aan zijn leven gemaakt. Hij stierf in de
stellige, hem zoo gelukkig stemmende
overtuiging, dat Nothery Hill in jou een
nieuwe, lieve meesteres zou krijgen. Ik
heb hem deze zorgvuldig gekoesterde
toekomstdroom niet willen ontnemen,
maar ik zelf weet wel beter. Ik heb be
grepen, dat jij nooit iets voor me zult
kunnen zijn. Eerder misschien dan jij
zelf heb ik dat ingezien, door de kracht
van mijn groote liefde voor jou.
Treur er niet over, Johanna. Ik ben
niet de man, die daaraan te gronde
gaat. Er bestaat in het leven niet alleen
liefde, maar ook nog zoo iets als plicht.
En mij wachten thans velerlei plichten
moeilijke en mooie die ik naar eer
en geweten hoop na te komen. Van har
te echter hoop ik, dat jij gelukkig zult
worden, zoo volkomen gelukkig, als je
dat ongetwijfeld verdient.
FRITS MOLLANDER-
Hawkins.
Diep verzonken in herinneringen, wel
ke ook deze weinige regels van den jon
gen Engelschman weer hebben opgewekt,
keert Johanna eerst tot de werkelijkheid
terug als Josel klopt om het souper aan te
kondigen.
„Ik heb geen honger, dank jeik
ga direct naar bed.... nee, ik heb anders
niets noodig
Hoofdschuddend verwijdert de oude be
diende zich om de tafel in de eetkamer
weer af te ruimen.
„Al die post vandaag heeft geen goed
gedaan.,., dat brengt maar ongeluk in
huis", wendt hij zich met een bedenkelijk
gezicht tot zijn trouwe Brigitte. „En die el
lendige rouwbrief.... wie wete....?l"
„Houd toch op Jij ziet direct alles even
somber in.... 't zal wel overgaan", troost
hem zijn betere helft, wier gemoedsrust
door niets aan het wankelen is te brengen.
„Nou ja.jij. Jij wilt nu eenmaal niets
zien en hooren Maar hoe verklaar je
het dan, dat ze tegen mij zegt, dat ze di
rect naar bed gaat en intusschen als maar
heen en weer loopt, onze barones....
hm
Want duidelijk hoort men in de stilte
van het huis de regelmatige voetstappen
van Johanna, die in haar kamer op en neer
loopt.
Slapeloos brengt zij den nacht door
En in deze uren openbaart zich ook aan
haar de oeroude ervaring, dat er bijna in
elke vrouw iets sluimert, dat duizendmaal
sterker is dan het verstand
„Wat mij betreft, had zij haar naam niet
eens in het vreemdelingenboek behoeven
te schrijven Ik heb het gisteravond direct
gezien, toen ze aankwam", zegt de portier
van Hotel Imperial in Weenen tot liftboy
No. 5, een steeds dankbaar auditorium voor
zijn experimenten op het gebied der genea
logie van den ouden Weenschen adel.
„Ja, ja, u hebt daar een zeldzame kijk
op", antwoordt liftboy No. 5 met oprechte
bewondering en beider oogen volgen Re-
nate, die de hall passeert om het hotel te
verlaten.
Buiten neemt zij een taxi om zich naar
het Döblinger kerkhof te laten brengen.
De chauffeur zou blyk geven zijn vak
niet te verstaan, als hij de elegante vreem
delinge uit Hotel Imperia] langs den kort-
sten weg naar de plaats van bestemming
reed.
I Renate, die als geboren Weensche de
I stad op haar duimpje kent, doorziet hem
onmiddellijk, maar zij heeft er niets tegen
rond den Ring gereden te worden en door
de Karnterstraat de Schotenpoort weer te
zien en de Votivkerk om dan aan het eind
van de Wahringerstraat nog een omweg te
maken langs het Turkenschanzpark, welks
besneeuwde boomen in de ochtendzon van
den helderen winterdag haar het vertrouw
de gevoel van de geboortestad geven
Voor de begraafplaats laat zij den wagen
wachtenDan schrijdt zij langs de lan
ge rijen van graven tot den kleinen heu
vel, waarop een groot, wit marmeren kruis
met inscriptie van gouden letters de laat
ste rustplaats van Wolfgang Lien aanwijst.
Lang toeft ze hier.... met gebogen
hoofdEen eenzame figuur in de ver
latenheid rondom. Scherp teekent haar
bleek gelaat zich af onder de dunne, zwar
te sluier. Een waas omfloerst den blik van
haar grijze oogenZoo onderhoudt ze
zich met het verleden. Dan streelt de
smalle rechterhand in den donkeren glacé
handschoen afscheidnemend over de sneeuw
van den grafheuvel.
Met rustige schreden wendt Renate zich
naar links. Zij behoeft niet heel ver te
gaan om het familiegraf der Royter's te
bereiken, een in gothischen stijl opgetrok
ken, kleine grafkapel. In stille aandacht
toeft zij hier voor de bronzen steen, welke
de namen van haar ouders draagt.haar
jonge nfbeder, die ze nauwelijks gekend
heeft, en haar ridderlijke vader....
Dan keert ze in het leven terug.
„Beatrixgasse 5" zegt zij den chauffeur
en deze ziet wederom kans den toch reeds
langen afstand naar het derde district nog
wat te verlengen.
Beatrixgasse 5 is het kleine paleis van
Iden erfgraaf, Ferdinand Karl Franz Royter,
het oudste lid der familie.
Kwiek spoedt Renate zich de enkele tre
den van den hoogen stoep op.
„Welkom Renat'!" Kaarsrecht en jeugdig
is de figuur van dezen zeventigjaren Roy
ter; slechts de oogleden liggen ietwat ver
moeid over het lichte blauw van zijn hel
dere oogen.
„Dag oom.. Wat ziet u er stralend uit!'*
Renate is nog niet vergeten, dat graaf Fer
dinand Karl Franz een dergelijk compli
ment boven alle andere begroetingsphrases
prefereert.
„Ach ja", zegt hij, nu ook onmiddellijk
uitermate vriendelijk, „een mensch doet,
wat hij kan.... hm, dat geldt trouwens
ook voor die kwestie van jou, kind.... Ga
zittenom direct maar met de deur in
huis te vallen: ik feliciteer je met je ont
dekking. Een groot talenteen zeer
groot talent zelfs, die man.... hm....
hoe is zijn naam ook weer
„Vonberg.... Sylvester Vonberg, oom."
„Hm.... die naam zal ik onthouden..."
„Hebt u de symphonie zelf
„Natuurlijk, kind! Ondanks de vleiende
critiek van Rung, die je me met de mu
ziek zond, zou ik er nooit werk van hebben
gemaakt, als ik niet zelf van de bijzonde
re beteekenis overtuigd was. Protectie in
de kunst, dat bestaat by mij niet, weet je.
Daarvoor staat de kunst me te hoog. 't Is
heel wat anders of ik een of anderen ken
nis, al is het nog zoo'n kameel, door m'n
relaties aan een ambtenaarsbaantje help...."
„Ja, dat weet ik en daarom heb ik ook
juist m'n verzoek tot u gericht.... en ik
ben u zeer dankbaar...."
(Wordt vervolgd).