3)e £cictocHe 0ou4omt De heer J. E. F. Kok is benoemd tot voorzitter der Koninklijke Vereeniging voor de luchtvaart In de aula van het Baarnsch lyceum wordt een tentoonstelling gehouden, hoofdzakelijk bestaande uit schilderijen en teekeningen van H. M. de Koningin. Het inrichten der tentoonstelling Het groote radiostation van Scotland Yard te Londen is bijna gereed. Het zal in verbinding staan met 500 politiemotoren, die van radio ontvangtoestellen voorzien zijn FEUILLETON. DE GOUDEN BRUG Roman van Hanoo Pieeaen. (Nadruk verboden). 56) Behalve de gebruikelijke briefkaarten van Renate met steeds denzelfden inhodu: „Ik ben daar en daar. Het gaat me goed", met dank voor ontvangen berichten en een verzoek om meerdere ontvangt Szartossy op gezette tijden punctueel de mededee- lingen van zijn toegewijden vriend Schwarzer. Zoo heeft hij van dezen vernomen, dat Renate een ganachen dag in de villa van professor Rehbergen in Blankenae heeft vertoefd. En van Hamburg ging de reis verder naar Westfalen. In Hamm nam ze haar intrek in een hotel. Vandaar heeft Re nate zich met een auto naar Groningen laten brengen. Vele uren heeft zij daar doorgebracht in de boerenhofstede van den ouden Vonberg. De man, die doelloos door het, met een dikke sneeuwlaag bedekte Tiro Ier Wald loopt, weet het allee zoo nauwkeurig, als of hij er zelf bij is geweest: Renate, die Gabriel Schwarzer een kleine koningin noemde, Renate, die hij Stefan Szar tossy lief heeft, deze buitengewone vrouw met haar subtiele fijngevoeligheid en aangeboren tact, heeft voor elkeen het goede woord en den juist en toon gevon den Voor den landbouwer Michael Von- bftrcr en diens vrouw Barbara, zoo aoed als voor den beroemden musicus, Ernst Rung; voor de eenvoudige naaister Emma Koch, voor de gevierde tooneels pee later Margot Sellert en de secretaresse Gertrud Breda, voor den hoogleeraar, prof. Rehberger pre cies zooals voor den dirigent van het Mun- chener Radio-orkest, Konrad Stieler.... Wat hij niet weet en wat zelfs Gabriel Schwarzer's argus oogen is ontgaan, is het volgende: In Hotel „Zum goldenen Adler" te Hamm bereikt Renate na eenige omwe gen de brief, dien Johanna in Assoean heeft gepost.... Nadat zij hem gelezen heeft, staart Renate langen tijd in stil ge peins verzonken, voor zich uit. Als zij ein delijk met een diepe zucht tot de werke lijkheid terug keert, verheldert een bijna bovennatuurlijke glimlach haar gelaat. Nog eenmaal leest zij het post scriptum van Johanna's brief: PJ3. Als u deze regels ontvangt, zijn wij reeds thuis, in Weenen. Van tante Sopbie weet ik, dat u haar half en half beloofd hebt ons eens te komen opzoe ken. Misschien zoudt u er nu toe kunnen besluiten deze belofte na te komen.... Ik behoef u wel niet te zeggen welk een buitengewoon genoegen u mij daarmee zoudt doen. Wij verwachten u spoedig! Dan begint Renate te schrijvenEen, twee, drie kwarto vellen worden het. En deze doet ze in een couvert, dat ze van Johanna'jS adres in Weenen voorziet Twee dagen later ligt deze brief op het zilveren tablet, waarmee Joseph, Sophie von Geitler's trouw factotum, de kamer van de jonge barones binnen treedt. ,Xn dan is hier ook nog een aangetee- kende zending.ook met de poet geko men Ik heb het re§u direct ge teekend", deelt hij haar mede. „Het is goed, Jozef', antwoordt Jo hanna. De belangstelling, waarmee zij de beide poststukken ter hand neemt, verkeert in blijde verrassing, als zij den naam van Re nate Lien tils afzendster ontwaart. Instinctief grijpt ze het eerst naar het pakje, ontdoet dit van het verzegelde touw en opent het doosjeOp den bo dem ligt haar ringdie zeer bijzondere ring. En alles, wat daarmee samen hangt, alles, wat ze met geweld in haar hart heeft onderdrukt en teruggedrongen, breekt thans met verbijsterend geweld over haar los. Zij voelt een radelooze pijn. Het mes der herinnering heeft de nauwe lijks gesloten wond getroffen en doet alles, wat zij voorbij waande, opnieuw voor haar opleven. De vraag, hoe Renate Lien er toe komt haar dezen ring te zenden, drijft haar smartelijke gedachten een oogenblik in een andere richting. Zij opent den brief en leest het volgende: I leve Johanna! Het is niet onze verre familierelatie, welke mij tegenover jou tot een zoo ver- trouwelijken toon dwingt Je brief en niets anders dein deze lieve, onder den indruk van m'n „gouden brug" geschre ven brief is oorzaak, dat we elkaar zoo na zijn gekomen. Ik zou mijn korte no velle er voor kunnen zegenen, dat zij, buiten mijn weten en zonder mijn toe doen, bij jou mijn voorspraak is geweest. Want Johanna, laat het mij je direct mo gen leggen: ik zoek een weg naar jou. Ook wanneer je me die goede, warme, impulsieve regels niet had gezonden, zou ik je dezer dagen hebben geschreven. Nu valt het me uiteraard gemakkelijker, om dat „de gouden brug" ons reeds ver bindt. Geallieerden in de diepere betee- kenis moeten wij zijn, ter wille van een mensch, die dit noodig heeft en die het verdient! Sylvester Vonberg weet niet, dai lie je den ring rond als pleit bezorger voor hem, die slechts jou lief heeft. Wat er ook gebeurd mag zijn, het is te verklaren en te verontschuldigen en daardoor ook te vergeven. Voorbarig en hardvochtig heb je geoordeeld, hem in het diepst van zijn ziel getroffen en... daardoor jezelf het meest te kort ge daan. Je trots nam een verkeerde beslis sing, welke jullie beiden bijna je le vensgeluk heeft doen verspelen en on schuldige derden in gevaar heeft ge bracht. Lieve, jonge, trotsche Johanna, luis ter naar mij! Luister naar een vrouw, wie het leven zooveel heeft doen erva ren, in vreugd, zoowel als in verdriet, die de liefde kent in haar kostelijkste ga ven, maar ook in haar bitterste teleur stellingen. Geloof me: nimmer dwaalt een vrouw af, als zij liefheeft en die lief de onvoorwaardelijk volgt Waar liefde heerscht, houdt het oordeelen op. En ik zou den mensch willen zien, die zich te genover de gevoelens van zijn hart op een recht of onrecht zou kunnen beroe pen. Liefde is een oer-macht, een natuur- bevel. Zij is het eenige aangrijpende en treffende middel tot het scheppen van gelijkheid in de wereld der menschen, een middel, dat verheft en niet verne dert. Als eenvoudig, nuchter feit zij je dit nog meegedeeld: Toen Sylvester Von berg begreep, dat je hem zonder een woord had los gelaten, waande hij zich reddeloos verloren en ware ik niet door een hoogere macht ter elfder ure op zijn weg gebracht, dan zou dat ook inder daad het geval zijn geweest. In mijn wo ning bij Igls gaat hij nu langzaam zijn lichamelijk, psychisch en geestelijk her stel tegemoet. Ik heb mijn missie aan hem volbracht. Nu is het aan jou hem het laatste te geven, wat nu eenmaal de bekroning van het leven is. Over een paar dagen hoop ik je te be zoeken om, over hetgeen nog gezegd moet moet worden, met je te spreken. Ik hoop van harte, dat deze regels er toe zullen bijdragen je op mijn komst en daarmee op een algeheele overeenstemming voor te bereiden. RENATE. Hulpeloos en'verward staart Johanna een oogenblik voor zich uit. Deze brief van de, haar persoonlijk nog onbekende schrijf ster heeft de diepste en meest verborgen plekken van haar ziel aangeroerd. De stra lende goedheid en rijpe menschelijkheid van de vrouw, die toch eigenlijk nog een vreemde voor haar is, dringen diep m haar verscheurd gemoed. Mechanisch neemt ze haar hoed en man tel. Vóór alles wil ze nu het drukke pra ten van tante Sophie ontgaan en haastig verlaat ze daarom het huis. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 5