De toestand in Palestina.
3)e £eicbcHe Gou/fccwt
Een overzicht tijdens den internationalen schaakwedstrijd
weike te Amsterdam werd gespeeld tusschen de schaak
club .Effectenbeurs Amsterdam" en .The London Stock
Exchange"
De IJsel is buiten zijn oevers getreden
en heeft op verschillende plaatsen
overstroomingen veroorzaakt. Een
kijkje in de omgeving van Steenderen
De kampioen op de internationale
bulldog-tentoonstelling, welke te Lon
den gehouden is
Spelmoment uit den wedstrijd om het Nederlandsch voetbalkampioenschap
tusschen Feyenoord en N.A.C., welke Zondag te Rotterdam door Feyenoord
werd gewonnen
De bekende .Ronde van Oss" is Zondag onder groote belangstelling ver
reden. De amateurs in actie
James, de aanvoerder van Arsenal, welke club Zaterdag in de Engelsche Cup-final tegen Shef
field U. zegevierde, met de behaalde trofee op de schouders van zijn clubmakkers
De Engelschen beschermen hun mandaaisgebied. Poliiietroepen ie Jerusa
lem gereed om op hei eersie bevel uit ie rukken
FEUILLETON.
DE GOUDEN BRUG
Roman van Hanno Plessen.
(Nadruk verboden).
64)
De mededeeling van Renate is slechts
kort en luidt als volgt:
Beste vriend!
Ik ben hier goed aangekomen en neb
mijn intrekgenomen in Hotel „Vier Jah-
reszeiten", waarheen je voorloopig je
post kunt adresseeren.
Ik maak het uitstekend.
Hartelijke groeten van
RENATE LIEN.
Zeldzaam koel ondanks de branden
de zon blaast de Noordenwind van de
verre Delta. Hij doet de hooge palmen langs
het strand buigen en vult de zeilen van de
dahabye, die scheef liggend, de groene,
met schuim bedekten golven doorklieft....
Het, voor Egypte karakteristieke vaar
tuig, dat door Sir Herbert Hawkins voor
een tocht langs de Nijl is gecharterd en
waarbij de beide dames Geitler zijn gas
ten zijn, is voorzien van alle comfort van
een modern zeiljacht
De Brit heeft deze trip georganiseerd in
de stille hoop, dat Fritz Mollander en Jo
hanna zich deze, bij uitstek gunstige gele
genheid ten nutte zullen maken.
Het jongemeisje ligt in een dekstoeï en
staart omhoog naar de jagende wolken
Raadselachtig en onverklaarbaar is de
droomerïge uitdrukking van haar gelaat.
Het was den jongen Fritz Mollander een
lief ding waard den sleutel tot haar ziel
te vinden.
Barones Sophie von Geitler vindt dezen
tocht langs de Nijl „au fond een beetje
eentonig". De oude dame met haar onver
woestbare blijmoedigheid en levensvreugde
is de eenige in het gezelschap, die de wel
doende stilte na de wat vermoeiende druk
te van het Egyptische winterseizoen bij
Shepheard niet als een welkome ontspan
ning begroet.
Lichtelijk verveeld bladert ze in de ra-
aiogids, waarin de programma's der Euro-
peesche stations vermeld staan. Als ge-
electriseerd springt ze plotseling van haar
stoel op.
„Gunst, kinderen", roept ze opgewonden,
„kom toch eens kijken.dat is werkelijk
interessant.
Gehoorzaam treden de geroepenen, tot
v/ie ook sir Herbertg Hawkins zich re
kent, naderbij.
„Wel, heb je ooit...," vervolgt de oude
dame levendig, „hier.... de Munchensche
zender brengt in het litteraire half uurtje
een nog ongedrukte novelle var. Renate
Lien, de gouden brug, voorgedragen door...
nou, hoe heet ze nu zoo gauw.aha.
Margot Sellert van het Munchener Klein-
tooneel".
Welsprekend en uitvoerig zet zij voor
Sir Herbert en diens neef uiteen, wie die
Renate Lien is en hoe zij zich op deze uit
zending verheugt.
Johanna toont eveneens warme belang
stelling voor de vrouw en kunstenares,
over wien zij destijds van de deelnemers
aan den avotuurlijke sledetocht zoo veel
heeft gehoord. Zij steekt daardoor Fritz
Mollander aan, die het radio-ontvangtoe
stel onmiddelijk op Munch en instelt en
als dan eenigen tijd later de omroeper het
litteraire half uurtje aankondigt, is het
kleine auditorium op de Egyptische daha
bye een en al oor.
De weergave is uitstekend. Helder en
duidelijk klinkt Margot Sellert's volle,
klankrijke stem. De toehoorders bemer
ken onmiddellijk, dat niemand Renate
Lien's werk beter tot zijn recht zou kunnen
laten komen. Men voelt hoe de spreekster
haar onderweip volkomen beheerscht en
zoo verkondigt zij dan ook in werkelijkheid
wat Renate Lien haar aandeel noemde in
het prediken van het evangelie der naas
tenliefdeZij roert daarmee iets aan,
wat meer of minder verborgen in de
ziel van eiken mensch sluimert.
Innerlijk diep ontroerd luistert Johanna.
Verborgen en reeds gedeeltelijk vergeten
gevoelens worden opgewekt en doorstroo
men haar met pijnlijken en toch verblij
denden gloed Het is, alsof er iets in haar
smelt, dat als een zwaar stuk ijs haar hart
heeft bezwaard. Zij voelt den kunstmatig
opgewekten en gesteunden tegenstand in
haar binnenste wankelenEn nu bre
ken de lang weerhouden tranen zich baan
om in stroomen langs haar wangen te
vloeien.
„Wat is dat toch voor een vrouw, wier
schoonheid zelfs door tranen niet beinvloed
wordt", denkt Sir Herbert bewonderend.
Dan zwijgt Margot Sellert....
Een korte gongslag volgt....
Met een diepe zucht zet de oude baro
nes zich wat gemakkelijker in haar stoel....
„Dat zou een mensch totaal van streek
maken", meent ze na een korte pauze
ietwat schuchter te moeten opmerken.
Daarmee verbreekt ze het wat uijnlyke
zwijgen Onmiddellijk vindt Sir Herbert een
paar passende woorden en ook Fritz Mol
lander neemt deel aan het zich ontwikke
lende gesprek.
Alleen Johanna verwijdert zich zwij
gend.
Den volgenden dag doet de dahabye As-
soean aan. Als het gezelschap het schip
verlaat om het oude Sysne te bezichtigen,
werpt Johanna een brief in de bus van het
postkantoor. Hij is geadresseerd aan Renate
Lien en bevat den impulsieven dank van
een, tot in het diepst van haar ziel getrof
fen jonge vrouw voor de menschelijk-ar-
tistieke schepping van de schrijfster
Dienzelfden dag nog wendt de dahabye
den steven om weer koers te zetten naar
Cairo.
De terugtocht verloopt in stille con
templatie, welke slechts af en toe onder
broken wordt door eenige vermakelijke
uitvallen van Sophie van Geitler.
Als de stad der Kalifs, met haar zee van
vlakke daken en Europeesche paleizen,
haar moskeekoepels en fabrieksschoorstee-
nen, in zicht komt, wendt Johanna zich tot
Fritz Mollander:
'„Ik heb genoeg van Cairo; ik ben beu
van het vegeteeeren en den heeten woes
tijnwind. Ik verlang naar den frisschen
winter van het Noorden.... Ik zal tante
voorstellen morgen reeds te vertrekken.,
naar Weenen."
De jonge Engelschman is volkomen uit
het veld geslagen. „Johanna...." zegt hij
bijna smeekend.
„Ik weet wat je zeggen wilt, Fritz Mol
lander engeloof me, ik mag je graag...
Meer nog.... het afscheid zal me niet ge
makkelijk vallenmaar het kan niet
anders.Je moet me nog eenigen tijd ge
ven voor nader overlegeen periode,
waarin ik volkomen aan mezelf ben over
gelaten.... Ik hoop, dat je me begrijpt".
„Hoe zou ik anders kunnen, baro
nes"
„Niet zoo vormelijk, Fritz Mollander....
Misschien gaat het maar om twee, drie we
ken het is alleen, omdat ik met me
zelf in 't reine wil komen, temeer
Ze kijkt hem aan, smeekend, met een
door tranen omfloersten blik. Nog nooit
heeft hij haar zoo hulpeloos en verlegen
gezien. Roerend en zeldzaam aantrekkelijk
is deze nieuwe, zoo typisch vrouwelijke
kant van haar karakter. Onstuimig stijgt
het verlangen in hem op haar in zijn armen
te nemen, maar ook ditmaal weet hij zich
te beheerschen.
„Johanna", zegt hij met nauw verholen
innigheid, „lieve, lieve Johanna...." Hij
neemt haar hand en brengt deze aan zijn
lippen.
Zij buigt zich over hem heen. Vluch
tigslechts een oogenblik. En als een
zucht beroert haar mond zijn vorhoofd.
Op dit oogenblik beseft hij met onmis
kenbare duidelijkheid, dat dit meisje als
zijn vrouw voor hem verloren is. Hij be
merkt het op hetzelfde oogenblik, dat sir
Herbert en de oude barones von Geitler,
in de stellige overtuiging van een spoedig
te verwachten verloving tusschen de bei
de jonge menschen, de stoutste toekomst
plannen smedenHij voelt het, terwijl
Johanna zelf nog aan de mogelijkheid ge
looft eens lady Mollander-Hawkins te zul
len worden...,
(Wordt vervolgd).