op Vrijdag 24 April 1936 8 UUR, IN DE LEIDSCHE SCHOUWBURG BINNENLAND DINSDAG 21 APRIL 1936 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 7 ZETTE" OPERETTE ONDER LEIDING VAN JO MULDER, DEN HAAG. Meer dan 100 medewerkenden ten bate van de St. Vincentius Ver» te Leiden Prijzen der plaatsen, belasting inbegrepen, Vestiaire vrij: Loge-Baignoire f 1.25, Parterre f I.Ie Rang f 0.75, Galerij f0 50 Kaarten verkrijgbaar bij Wed. J fl. HUIBERS, Haarlemmerstr., H. J. HOEKSTRA, Botermarkt 4, Sigarenmagazijn VERBURG Heerenstraat 2, Adm. De Leidsche Courant, Papengracht, VAN ZWICHT, Breestraat 126 en 'a avonds aan de zaal. Plaatsbespreken bij den Heer VAN ZWICHT 2685 Het surplus van Nederlandsche boter Uit een anderen hoek bezien Het behoort tegenwoordig tot de „stan ding" schijnbaar, ook van agrarische afge- vaardigen, om, als er gesproken wordt of geschreven over de boter-margarine- kwestie, mee te zingen in het koor van hen, die zeggen dat het niet anders kan, dat de thans gevolgde weg de eenig juiste en de eenig mogelijke is. Nu wil het mij voorkomen, dat het hier mede gaat als met zooveel andere zaken. Bij de behandeling van het Landbouw crisisfonds, afd. Melk er. Zuivel heeft on- dergeteekende blijk gegeven van een an der inzicht. De Redactie van de „Leidsche Courant" heeft in het nummer van 11 April opgenomen een communiqué van hen, die de huidige toestand de juiste vinden of liever gezegd, alles bijeen genomen deze toestand ook wel niet bevredigend achten, maar toch meenen, oat het, gezien en ge wogen alle factoren, zoo maar moet blijven doorgaan. De Redactie van de „Leidsche Courant" heeft in deze geen standpunt ingenomen. Zij heeft de meening van anderen weer gegeven in zakelijke en objectieve vorm. Ik neem aan zonder voorbehoud, dat de Redactie als altijd alles onpartijdig behan deld wil zien en dus geen bezwaar zal ma ken als nu de zaak van een andere kant eens in het lioht wordt gesteld. Ook nog om een andere reden is het ge- wenscht, dat hieromtrent een en ander wordt gezégd. De Blue Band-reclame. Door de N. S. B.'ers wordt uitgegeven een blaadje, genaamd „Boerenstrijd" waar in o.m. wordt gezegd, dat het tot het de mocratisch stelsel behoort, dat alle agra rische voormannen in de beide Kamers der Staten Generaal stijf hun mond hebben dicht gehouden over deze hoogst ernstige zaak. Met die hoogst ernstige zaak wordt be doeld, blijkens het daaraan voorafgaande, de boter-margarinekwestie en bekende verklaring van den Dir. voor Volksgezond heid over de Blue Band en daarop gevolg de advertentie in de dagbladen. Het is, dunkt mij, noodig en gewenscht, dat men weet, dat dit een positieve leu gen is. Op bLz. 1684 en 1685 van de Handelin gen van de Tweede Kamer kan men vin den wat daarover door ondérgeteekende is gezegd. Men mag toch aannemen, dat zij die schrijven, dat daarover niet gesproken is, toch even de moeite nemen, om die Hande lingen in te zien. O.m. Is daar door ondergeteekende ge zegd over de Bleu Band-reclame: „Het schijnt, dat bij dit alles eigenaardige machten in het spel zijn. Terwijl bij de propaganda der Crisis-Zuivel-Centrale „Voedt u goed" voor melk en zuivel niet eenmaal de margarine is ter sprake geko men, moet men constateeren, dat de direc teur van een Rijksinstelling zich heeft la ten verleiden, een verklaring af te geven, dat Blue Band meer vitame bevat dan na tuurboter, waardoor de suggestie wordt gewekt, dat deze beter is dan natuurboter. Traan bevat echter ook veel vitaminen. Anderzijds wordt propaganda gemaakt met de gemengde margarine, omdat deze een percentage natuurboter bevat n.L 10 pet. op het oogenblik. Het Is een eigenaardige zaak en die het vatte kan, zegge het maar. Na de stopzetting der propaganda met de verklaring van den directeur voor de volksgezondheid is men op basis van die verklaring op dezelfde plaats en de zelfde grootte doorgegaan met de propa ganda in de pers. De Min. van Sociale Zaken was onaan genaam getroffen; maar in zuivelkringen was men niet minder onaangenaam ge troffen door dezen gang van zaken. Ik zal er niet meer van zeggen. Alleen dit, dat ik hoop, dat in de toekomst der gelijke dingen niet meer zullen voorkomen" Ziedaar de voorlichting van de N. S. B. op dit punt. Geen enkele agrarische voor man in de democratische party en heeft daar iets van gezegd. Zij hebben allen stijf hun mond dicht gehouden over deze hoogst ernstige zaak!! Men behoeft heusch niet alles goed te pra ten, wat „partijen" doen daar is niet altijd reden voor maar stelselmatig de menschen opzetten met leugens tegen hun politieke organisatie is ook niet verhef fend. Het A N. P. heeft nu een communiqué uitgegeven, waarin o.m. wordt betoogd, dat de huidige boterpolitiek onder de ge geven omstandigheden juist is. Ik betwist dit en hoop dit aan te toonen. Welke factoren behoören in deze maat gevend te zijn? Men zal zich op de eerste plaats moeten afvragen: wat is he* alge meen Nederlandsch belang. I. Hoeveel menschen leven er direct of indirect van de zuivel-productie en -in dustrie en hoeveel van de margarine-pro ductie? Indirect leven van de zuivelproductie en -industrie, naast de producenten en fa brikanten een groot aantal arbeiders en zij die hun inkomsten putten uit den grond als pacht- of hypotheekrente. II Wat is nationaal-economisch gezien voor het volkshuishouden van de meeste beteekenis? M.a.w. kunnen wij maar door gaan met een economische inrichting van ons volk, waarbij wij datgene, wat wij zelf kunnen produceeren uit het bui tenland blijven betrekken en onze eigen veredelings-producten voor afbraakprijzen over de tolmuren blijven gooien of ons eigen productie-apparaat uitschakelen? III. Als er te veel is en e. moet be perkt worden, welk bedrijf kan dan met het minste nadeel voor ons volkshuishou den worden ingekrompen en wat ook van groote beteekenis is bij eventueel veranderde omstandigheden weer* het spoe digst intact gemaakt worden. Ir dit een geamputeerde veestapel of de margarine industrie? IV. Zijn de financieele uitkomsten van beide takken van volkswelvaart niet om gekeerd evenredig aan het belang dat zij hebben voor de volkswelvaart? V. Vooral nu, in deze tijden, is ook van groote beteekenis de vraag: Hoe houden wij bij ev. blokkade of oorlog (wat zeker nu toch niet denkbeeldig is) de vetpositie van ons land het beste in de hand. Zal dat het beste geschieden door uit het buiten land te betrekken, de grondstof voor 48 millioen K.G. margarine of zal dit geschie- dtn door de nationale vetbron, de veehou derij, een zuiver nationaal bedrijf, zoo goed mogelijk in stand te houden? Ik geloof niet, dat men zal kunnen zeg gen, dat de hier voorgenoemde doelstel ling, in de 5 punten kort weergegeven, eng is genomen, of dat het groepsbelang op den voorgrond is gesteld. Over de beide laatste punten is in het communiqué van het Algemeen Neder landsch Persbureau niet gesproken. Daar om wil ik daar eerst iets over zeggen, om daarna de argumenten welke aangevoerd worden voor de huidige boterpolitiek na der te bekijken. Blokkade of oorlog. Het is begrijpelijk, dat dit probleem, de voorbereiding der economische zelfverde diging, bij de voortdurend toenemende in ternationale spanning, meer onze aandacht behoort te vragen, dan eenige jaren gele den. Het gewicht van dit vraagstuk dient thans nu acuut gevaar van oorlog aan wezig blijkt meer tot de verantwoor delijke instanties en het Nederlandsche volk door te dringen. Indien onverhoopt een nieuwe oorlog in Europa zou uitbreken, dan is het volstrekt niet denkbeeldig, dat, zelfs al zou Neder land daarin niet betrokken worden, toch de moeilijkheden van de voedselvoorziening groot zijn, omdat men niet of in zeer ge ringe mate goederen uit het buitenland zou kunnen invoeren. Men moet zich dan eens duidelijk realiseeren wat voor ons land dan van de grootste beteekenis is. Een binnenlandsch productie-apparaat voor vetten, als de veehouderij is, of een uit sluitend op buitenlandsche grondstoffen aangewezen margarine-industrie. Het antwoord op deze vaag is niet twij felachtig. Zelfs de beste technische oorlogs middelen falen, als niet de economische ver dediging, met name de voedselvoorziening, mogelijk blijft. Volgt dan de vraag uit een oogpunt van rechtvaardigheid. Zijn de financieele re sultaten van deze beide takken van volks welvaart in overeenstemming met het be lang wat zy hebben voor de volkshuishou ding? Over dit punt kan ik zeer kort zijn. Het Ünilever-concern maakte over 1934 een winst van 14 millioen gulden. Het re servefonds bedroeg toen reeds 100 millioen. Op de gewone aandeelen wordt regel matig 815 pet. dividend betaald, afge zien van de zeer ruime reserveering. Antoon Jurgens' fabrieken maakten in 1934 een winst van 12.265.195. In 1935 bedroeg dit f 12.296.529. Van den Bergh's fabrieken maakten in 1934 een winst van 5.337.734, in 1935 weer ƒ5.304.481 met een dividendbetaling van resp. 7 1/2 en 15 pet. op de gewone aandeelen A en B. Zoo kan men de lijst verder afmaken, maar overduidelijk blijkt, dat de margari ne-industrie niet noodlijdend is. Indien we deze gegevens vergelijken met de gegevens van onze boekhoudbureaux in de landbouw, dan komt het mij voor dat het recht en billijk is een deel van de cri- sisdruk af te nemen van de veehouderij en te verplaatsen naar de margarine-indus trie. Uit de resultaten van de Overijselsche Landbouw-boekhoudburpaux blijkt, dat door de zelfwerkende boer in het weide gebied werd verdiend 29 ctr per dag of op de rivierklei aan de IJsel 67 ct. per dag. Gevaar voor een vet-ontploffing is er bij een dergelijke verdienste nog niet aanwe zig. De inkrimping van de margarine-industrie Katholiek Jong Nederland in het Vaticaan VERKENNERS-AUDIENTIE BIJ Z. H. DEN PAUS. DE H. VADER OVER DE KATH. ACTIE. Men meldt uit Rome dd. 20 April aan de „Maasbode": Om half één hedenmiddag trok de stoet verkenners en welpenleidsters, begeleid door Mgr. di. Jan Olav Smit, Mgr. dr. B. Eras en Mgr. H J. M. Taskin en alle te Rome aanwezige Nederlandsche geestelijken en priesterstudenten door de bronzen deur het Vaticaan binnen, zichtbaar doordron gen van de verhevenheid van het moment, dat de H. Vader juist in deze verkenners- audiëntie in een toespraak van meer dan een half uur de richtlijnen vooi de katho lieke actie uiteen zou zetten. Na een half uur wachten in een der be lendende zalen werden de pelgrims in de consistorie-zaal toegelaten, waar mgr Hui- bers zich bij hen voegde. Bij het verschijnen om precies twee uur van den H. Vader brachten de pelgrims den Paus een minutenlange ovatie. Dan trad at kroonverkenner Jos. Arntz uit Nijmegen tot aan den voet van den pau selijken troon en las in hét Fransch het vol gende adres van hulde aan den H. Vader voor: Hulde-adre*. Heilige Vader, gedrongen door het on weerstaanbaar verlangen om van onze lief de voor U, Heiligen Vader te getuigen en door het Nederlandsche Episcopaat aange moedigd, zijn wij tot U gekomen in den naam van 11.000 katholieke verkenners, om U onze gevoelens van trouw aan den H. Stoel en van kinderlijke onderwerping aan Uw verheven Persoon te getuigen. Het is voor ons een groot voorrecht hier, verge zeld van een onzer bisschoppen, in het huis van den gemeenschappelijken Vader van alle christenen, te mogen vertroeven. Een dezer dagen hebben wij het geluk gehad ons neer te werpen voor het graf van den Apostel Petrus om ons Credo te hernieu wen en onze gelofte aan Kerk en Paus te herhalen. Bij ons bezoek aan de gewijde plaatsen, gedrenkt door het bloed van tal- looze martelaren, hebben wy beter ver staan en gevoeld wat het zeggen wil, lid te zijn van de Apostolische Kerk en wij zijn versterkt geworden in onze idealen om te kunnen ijveren voor de katholieke actie, waarvan wij deel uitmaken en altijd ge reed te zijn om mede te helpen aan de uit breiding van Christus' Rijk op aarde. Daarom zijn wij vandaag tot U gekomen, tot den Paus der Katholieke Actie, om U onze volledige medewerking aan Uw pro gram aan te bieden. Wij komen U vragen, onze idealen vaderlijk te willen zegenen. Namens alle Katholieke verkenners van Nederland beloven wij U plechtig, ijverige apostelen te zijn der Katholieke Actie; trouw aan de Kerk en den H. Stoel en trouw aan de leiding van het Episcopaat in ons vaderland. Wy vragen U nederig H. Vader, ons Uw Apostolischen Zegen te wil len verleenen voor ons zelf, voor onze broe ders in het vaderland, voor heel de katho lieke verkennersbeweging, voor het werk der Katholieke Actie in Nederland, voor al onze intenties en voor onze familie. Wij smeeken U tevens m onze banieren te wil len zegenen, als een onvergetelijke herinne ring aan dit plechtige oogenblik. Terwijl hij het adres aan den H. Vader overhandigde, streek de Paus hem met va derlijke teederheid over het hoofd en vroeg hem nadere bijzonderheden over de katho lieke padvindersbeweging in Nederland. mag des te eerder worden gevraagd, ook in het algemeen belang, nu vaststaat, dat deze industrie door haar vroegere groote winsten en enorme reserves zeer goed in staat is deze te dragen. Men behoeft niet meerdere animositeit in het leven te helpen roepen tusschen bo ter- en margarine-producten, maar ook hier is verschil van meening mogelijk en dan is het niet te aanvaarden, als men tracht de suggestie te wekken, dat zij, die er een andere dan de gangbare meening op na houden, dit doen om de boeren te prik kelen, zooals dit gedaan is door sommi ge leden in het Voorloopig Verslag van de Landbouwbegrooting. Op die manier brengt men het vraagstuk in een soort van Gouden Standaardsfeer, zooals die eenigen tijd geleden werd op gewekt, waarbij men zich al geaffron teerd voelde, indien men dit besprak. Der gelijke dwangbuismethoden zijn niet naar mijn smaak. Daarom hoop ik in een vol gend artikel aan te toonen, dat de argu menten, door het A. N P. aangevoerd, ter continueering van 4e huidige boterpolitiek, geen steekhouden en dat, aan de hand van de door ons eerst gestelde punten, een an dere boterpolitiek gewenscht en noodza kelijk is. M. P. v. d. WEIJDEN. De H. Vader spreekt. Dan verhief Z. H. zich vam wen mnm en hield een improvisatie. Bijna woordelijk sprak de H. Vader als volgt: Zeer beminde zonen! Dit ia een audiën tie, die tot de groote audiënties behoort en dit kan een groote audiëntie zijn, omdat ge zooveel rechten kunt doen gelden, die U in onze aandacht aanbevelen. In de eerste plaats zijt ge zonen van de groote katho lieke familie die, vanwaar ook gekomen, altijd welkom is bij den Vader van allen. De jongens en meisjes hier aanwezig ver tegenwoordigen de jeugd van die groote familie. Daarom is ons vaderhart vandaag zoo buitengewoon gevoelig, alleen reeds bij het zien van deze jeugd. Ge komt uit Nederland, een land dat Ons by zonder dierbaar is, werkelijk zeer dier baar, want onze eerste lectuur ging over de glorie en over de schoonheden van Ons en uw dierbaar Nederland. Nederland is ons ook verder dierbaar omdat het onderwerp was van een der mooiste in de Italiaansche taal geschreven boeken: „Olanda". Er zijn onder U jongeren en zelfs zeer jongen Die jeugd doet ons denken aan Onze kin derjaren en ook aan Onze latere jeugd, dicht bij hei priesterschap. Het is in Onze kinderjaren dat Wij reeds met de grootste vreugde kennis namen van een gedicht, dat door Uw land is geïnspireerd geworden, een gedicht van den grooten Latinist, Prof. Savese, die een van Onze latere professo ren is geweest. Onder zijn voornaamste werk bevindt zich een gedicht van 300 tot 400 verzen, dat tot het mooiste behoort, wat men kan lezen. Ge ziet dus hoe vroeg wij reeds hebben geleerd, Uw land te waar deer en en lief te hebben. Nederland heeft echter nog een andere reden om recht te hebben op Onze dank baarheid, namelijk om de eereplaats, welke het inneemt in de Voortplanting des Geloofs en in het werk van de missionarissen. Gy zijt tot Ons gekomen met den Bis schop van Haarlem, die hier ook de an dere leden van Uw doorluchtig Episcopaat vertegenwoordigt Naast Uw verkenners- leiders hadt ge geen beteren gids kunnen kiezen. Ge zijt hier ook met vele vaan dels gekomen en te vragen om deze te wil len zegenen ter heiliging van Uw doel, want Uw vaandels kunnen niet anders zijn dan heilige vaandels voor een heilig doel, namelijk de Katholieke Actie, die My dier baar is als mijn eigen oogappels. Deze actie is noodig voor de Kerk.. Uw Vader zou nog heel veel mooie din gen willen zeggen in antwoord op de voor nemens en besluiten, door Uw jongen woordvoerder zoo goed naar voren ge bracht, en waarbij gij U allen hebt aange sloten onder den stralenden hemel van Rome en op den bodem, die doordrenkt is van het bloed der martelaren. Blijft trouw aan God door Hem te die nen uit geheel Uw hart en in volledige on derwerping aan de Moederkerk. Blijft ge trouw aan Jw Bisschoppen, die mijn broe ders in het Episcopaat zijn. Zy zyn de op volgers van de eerste Apostelen, die het Lichaam van Christus vormden en nog vor men. Dit apostolaat wordt vertegenwoor digd en uitgevoerd door Uw Bisschoppen. Wij zouden met elk van U afzonderlijk willen spreken, zoozeer hebt ge Ons vader hart door Uw jeugd ontroerd. Als Vader van allen kan ik U hier niet vandaan laten gaan zonder U ais herinnering aan deze audiëntie een souvernir mee te geven. Zeer zeker zal Uw ponge memorie de herinne ring aan deze dagen blijven behouden. Maar ook het kruisje, dat Mgr. Huibers U zal overhandigen, zal U later aan dit mo ment herinneren. Ge moogt zeggen, dat ge het hebt ontvangen uit de hand zelf van den Paus. Wij moeten hier eerlijkheids halve aan toevoegen, dat deze kruisjes niet van Ons zijn, maar dat zij door de Uwen voor deze gelegenheid werden meegebracht. Maar wy willen U toch iets persoonlijks geven en daarom overhandigen Wij aan Mgr. Huibers nog voor elk Uwer een ge dachtenisprentje, dat wel geen meesterwerk is, maar in dezen tijd zyn er slechtere in de wereld. Van deze prentjes kunt ge zeg gen, ze uit 's Pausen handen ontvangen te hebben. Op Uw verzoek zullen Wij de zegening geven aan Uw vaandels. Ook aan Uw fa- I milies, huizen, ouders en anderen, die gy in Uw intentie gedenkt, geven Wy Onzen zegen. Voor Ons is het leven, dat vroeger in Onze oogen toekomst was, reeds het ver leden. Voor U staat het leven nog open. Laat Onze zegen met dat leven meegaan. Mijn zegen gaat ook uit naar Uw Bisschop pen. Het is een zegen van vaderlijke gene genheid en dankbaarheid. Ook Uw pries ters zegenen Wij en geheel Uw land. En terwijl allen geknield lagen, verleen de Z. H. den pauselijken zegen. Dan nam Mgr. Huibers de kruisjes en prentjes in ontvangst en overhandigde hy den H. Vader een groote reproductie van het kruisje. De H. Vader hoorde het „Aan U, o Ko ning der Eeuwen" nog aan en verliet dan de zaal, onder nieuwe toejuichingen. DE GRAAL TE ROME. DE AUDIËNTIE BIJ Z. H. DEN PAUS. Men seint nog uit Roane dd. 20 AprE aan de „Msbd.": Z. H. de Paus heeft hedenmorgen in par ticuliere audiëntie ontvangen Z. H. Exc. Mgr. J. P. Huibers, bisschop van Haarlem. Na afloop van het gehoor ontving Z. H. ook Mgr. H. J. M. Taskin, president van het Groot-Seminarie te Warmond en den wol- eerw. heer H. W. Agterof, secretaris van het bisdom. Ook werden ter audiëntie toegelaten de presidente en vier andere leden van het hoofdbestuur van de Graal en den direc teur, den zeereerw. heer A. M. A. Vol- laerts, leer aar aan het Klein Seminarie Ha- geveld te Heemstede. Allen werden door Mgr. Huibers aan den Paus voorgesteld. De H. Vader heette hen vervolgens har- terlijk welkom, prees hunne gehoorzaam heid aan hét kerkelijk gezag en hun werk wijze. Ook prees Z. H. de Vrouwen van Na zareth en zegende aller werk voor de Katholieke Actie. Hierna onderhield de Paus zich met ieder afzonderlijk en ze gende allen. In het bijzonder sprak Z. H. langen tijd met directeur Vollaerts, wien hij velerlei raadgevingen deed omtrent het werk der Katholieke Actie. Aan het eind legde de H. Vader hem de hand op het hoofd en zegende hem. Het werk der Katholieke Actie noemde de Paus een providentieel werk. En van deze waarheid moest leder steeds meer overtuigd worden. De presidente van de Graal bood ten slotte aan Z.H. een adres aan van trouwe aanhankelijkheid van de Graal. De audiëntie vond plaats in de particu liere bibliotheek des Pausen. „KWATTA" IN MOEILIJKHEDEN. Fabriek moet door concurrentie oudere krachten ontslaan. De Kwatta-fabrieken te Breda hebben zich door concurrentie genoodzaakt gezien, in de afgeloopen weken veertig volwas sen arbeiders te ontslaan en te vervangen door jeugdige, goedkoopere arbeidskrach ten. Indien de regeering geen hulp biedt, zal zij binnenkort nog 200 oudere krachten moeten vervangen door jongeren. De vakbonden hebben met de directie een onderhoud over deze kwestie aange vraagd. In bovenstaand bericht staat: „door con currentie genoodzaakt". Gedoeld wordt op een groote fabriek in de levensmiddelenbranche, die door met jeugdige arbeidskrachten te werken de cho colade goedkooper op de markt kon bren gen dan Kwatta. Dat is een droevig verschijnsel. Daar zijn er meer, die aldus handelen. En onder de zen zijn er, die beweren, dat zy aldus de jeugdige werkloozen willen helpen! Een bewering, die meer uit phariseïstische, dan uit christelijke overwegingen voort komt! HET GODLOOZEN-CONGRES TE PRAAG Vragen van een N.S-B.'e*. Het Eerste Kamerlid De Marchant et d'Ansemlbourg heeft aan den Minister van Justitie de volgende schriftelijke vragen gesteld: 1. Heeft de Minister kennis genomen van het o.a. In de „Maasbode" van 6 April jj., avondblad, verschenen Katholiek We reld-persbureau bericht betreffende het god- loozen-congres in Praag, waarin oa. het volgende wordt medegedeeld: „De wereldbond der godloozen heeft het hoogfeest van Paschen uitgekozen, waarop te Praag een eenheidsfront zal worden ge vormd van de internationale organisaties van strijders voor de godloosheid, die een nieuwen oorlog zullen ontketenen tegen den godsdienst. „Op dit congres zullen plannen worden ontworpen voor een nieuwe atheïstische campagne, de grootste, die tot nog toe werd georganiseerd. „Er werden reeds voorbereidende bespre kingen gehouden in Frankrijk, Zwitserland, Holland, Tsjecho-Slowakije en België. Op 8 Januari j.l. werden te Brussel de eerste on derhandelingen gevoerd over het stichten van een eenheidsfront tusschen de twee grootste anti-godedienstige organisaties: „De Internationale Vrijdenkersbond", die met „wetenschappelijke" middelen den strijd zal voeren en de proletarische vrij denkers, die hun instructies vanuit Moekou ontvangen"? 2. Indien het bericht in de „Maasbode" juist Is, wat denkt de Minister dan ter be scherming van den Christelijken gods dienst te dien aanzien in Nederland te doen?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 7