Noodlanding bij EIburg. H.K.H. Prinsei Juliana Heeft Maandag te Roden (Dr.) de officieel. opening bijgewoond van het werkkamp .Roden'. Dg noodlanding van het Dougla.-vliegtulg O.K.-A.I. A. der Tsjechische luchtvaartmaatschappij C.L.S. Het hijschen van de vlag door de Prinses bij EIburg. Het ernstig vernielde toestel De weg tusschen Dessie en Addis Abeba, de eenige verbinding door het hooggebergte, waarlangs de lta|iaansche troepenafdeelingeo thans naar de Abessijnsche hoofdstad oprukken Nederland bouwt bruggen. Boven het water slaan heimachines de stalen dam- wanden bij de constructie der verkeersbrug Zwijndrecht - Dordrecht Verschillende dagblad-directeuren maakten Maandag de eerste vlucht naar Rome mede van den dienst, welke door de K.L.M. in samenwerking met de Deutsche Lufthansa is hervat. De gasten op Schiphol even voor het vertrek Minister-president dr. H. Colijn verlaat het gebouw der Tweede Kamer te den Haag na de rouwzitting ter herdenking van wijlen jhr. mr. Ch. J. M. Ruys de Beerenbrouck FEUILLETON. DE GOUDEN BRUG Roman van Hanno Plessen. (Nadruk verboden). 49) Kameraad.... kameraad, denkt hij. Dat ia zóó: men verwacht den hoofdprijs en. komt er met een „eigen geld" uit. Een sur rogaat broederliefdevriend Dat beteekent: toezien, hoe zij dien ander kust en verstandig blijvenadviseeren... waarschuwen.... de biecht afnemen.... vermanenOf een mensch dat lang zal kunnen volhouden? Ik zal het moeten on dervinden. Eigen geld is geen honderddui zend. Maar beter eigen geld dan heele- imaal geen geld. Vriendschap is in ieder geval iets positiefs, al doet het dan pijn te weten, dat de vrouw, die men lief heeft een ander zal toebehooren. Hij vraagt niet naar dien ander. En Re nate zegt ook niets van hem. Zy vertelt niet, hoe hij heet, noch wat en wie hij is. Alleen, dat hij op Oudejaarsavond by haar in huis is gekomen, dat zij hun geluk tot dusver voor de geheele wereld geheim hebben gehouden, maar dat nu hij Szartossy, de vriend hun eens zeer spoe dig in de Lantaarn moet komen opzoeken. Zij zal hem wel bericht zenden.... reeds een der eerstvolgende dagen.... Een onwillekeurige blik op de klok doet haar echter opsohrikken. „M'n hemel.ik zit hier m'n tijd schan delijk te verpraten! Eigenlijk moest ik al lang thuis zijn.... Hij zit natuurlijk op me te wachten...." Eenigszins overhaast wordt de tafel opgeheven. Szartossy vergezelt haar tot het Stations plein, waar zij een slede neemt om zich snel naar huis te laten brengen. Haar aan bod om haar een eind te vergezellen, wijst hij beleefd maar beslist van de hand. Hij moet nu alleen zijn om orde té schep pen in de chaos van gedachten en gevoe lens, die hem beeheerschen. Langs een grooten omweg komt hij pas 's avonds uitgeput in Iglerhof aan. Mecha nisch ontkleedt hij zich en als hij de zakken van zijn colbert leegt, houdt hy plotseling het doosje met Johanna's ring in de hand. „Nu heb ik het nog niet weggestuurd...", zegt hij half luid tot zichzelf en met deze gedachte, welke zich met een zoo onbe- teekenende kleinigheid bezig houdt, valt hij in een diepe, droomlooze -slaap. In de Lantaarn zegt Renate tot Sylves ter: „Hier zijn de 5000 mark, die ik bij m'n zaakwaarnemer heb opgenomen". „Ik heb toch maar 3300 noodig...." werpt hy haar tegen. „Voor de betaling van die eene schuld ja....", zegt zij kalm, „maar ik denk, dat er nog wel een en ander noodig zal zijn voor verschillende dingen, die je niet kunt voorzien. Waarom zullen we toch over zoo'n kleinigheid zoo breedvoerig uitwij denBovendien reken ik zelf ook lieyer met ronde bedragenIk belast je dus met 5000 markafgesproken....?" Hij knikt slechts. „Mooi", besluit ze met een afwerend ge baar, „daarmee is dan deee zaak afge daan". „Ja, maar.ik moet dan morgen even naar Innsbruck, om daar...." „Dat spreekt vanzelf. Maar nu praten we er dan ook niet meer over. Ik wil weer eens muziek hoorenmuziek, Sylvester.... jouw muziek. Vierentwintig uur later. Sylvester is intusschen naar Innsforuck geweest en ditmaal behoeft Renate niet lang op zijn terugkeer te wachten. Veel sneller dan ze gedacht had, heeft hij zijn zaken daar afgedaan. Slechts nauwelijks twee en een half uur is hij weggeweest. Een omvangrijke hoeveelheid muziek- papier heeft hij meegebracht. Sinds hij te rug is, werkt hij. Renate's „Gouden Brug" heeft hem sterk aangegrepen. De grond gedachte van dit werk op muziek te zetten, is iets, wat zoowel zijn hart als zijn ge dachten volkomen in beslag neemt. Renate zelf verheugt zich in stilte over dit onver wachte resultaat van haar novelle. Volop genietend van het geluk, dat haar ten deel is gevallen, brengt zij de uren tus schen ochtend en avond door, als aangesla gen accoorden en aarzelend beproefde gamma's gedempt tot haar schrijfhoek doordringen, onderbroken door het ryth- me der heen en weer gaande schreden van den man in de kamer naast de hare. Ja, zelfs het krassen van zijn pen over het pa pier, het ritselen van de vellen is hoor baar in de diepe stilte om haar heen.. Al deze geluiden verdichten zich voor Renate tot een melodie van belofte: Nu begint het leven.... mooi en rijkvervuld en ge zegendEn onwillekeurig vouwt zij haar handen in een samenvloeiing van ge dachten en gevoelens van dank en bede. Een schrille dissonant, gevolgd door een zware bons doet haar eensklaps uit haar mijmering opschrikken. Zy snelt naar het aangrenzende vertrek.Daar vindt zij den man, ineen gezakt naast den vleugel, in een moeizame poging om zich op te rich ten. Met een geruststellende handbeweging beantwoordt hy de vraag, die in haar, van angst wijd opengesperde oogen ligt. „Het is niets", brengt hij er eindelijk met moeite uit, terwijl zijn tanden in een plotselinge koortsrilling tegen elkaar klap peren„Dank je.Renate heeft hem op een stoel geholpen, waarin hij vermoeid achterover leunt. „Niet bang zijn, kind. 't Lijkt veel erger dan het iseen ma laria-aanvaloorlogssouvenir.... 't heeft niet veel te betee kenen „Ik zal direct een dokter laten halen!" „In geen gevalprotesteert hij hef tig. „Misschien heb je wat kinine in huis... of antipryrine.of een ander middel te gen koorts. Zij knikt. Gelukkig is haar huis-apo theek van alles voorzien, zooals haar een zaamheid dat vereischt. Terwijl hy zich naar zijn kamer be geeft, maakt zij de medicijn voor hem klaar. „Wil je misschien een nat compres stelt ze voor, als ze vol zorg zijn gloeiende wangen ontwaart en zijn, plotseling bijna verglaasden blik. „Niet noodig.... en de thermometer zoek je ook voor niets", antwoordde hij op gemaakt luchtigen toon. „Ik ben absoluut niet nieuwsgierig naar m'n tempeartuur... 't Komt er trouwens niets op aan ook.... Ik ken dat alles al langer dan vandaag 't gaat weer net zou gauw voorbij als 't ge komen is.Je moet alleen niet zulke ver schrikte oogen opzetten, kind....!" En we derom loopt hem een ijskoude rilling ovei den rug. Zij glimlacht hem toe. „Ik denk, dat ik wel gauw zal inslapen- maar je moet me stellig beloven: geen dok ter!" Zóó dringend bindt hij haar dit op het hart, dat ze het niet waagt hem door een of anderen tegenspraak te irriteeren. De besliste toon, waarop hij tegen haar spreekt stelt haar trouwens eenigszins gerust. Zij vermoedt niet, welk een zeldzame inspan ning het den man kost om zoo weinig mo gelijk van zijn miserabelen toestand te la ten blijken. Zij legt hem een koud compres op het gloeiende voorhoofd en gaat daarna op een tabouret naast zijn bed zitten. Hij maakt een afwerende beweging, alsof hij wilde verhinderen, dat zij deze plaats inneemt. Zijn gedachten raken echter verward en spoedig valt hij in een onrustige koorts achtige slaap.... Zijn ademhaling is moeilijk en onregel- maitg. De trekken van zijn heet gelaat verraden een kwellende spanning. Geen minuut ligt hij stil. Steeds weer schudt Re nate zijn kussen op en trekt zij de dekens glad. Zijn toestand wordt bepaald zorg wekkend, als hij in afgebeten woorden be gint te ijlen.nu eens luid, bijna schreeu wend zelfsdan weer fluisterend en nauwelijks verstaanbaar: „Niet doenlniet doen!Toon toch een klein beetje medelijden!Margot, ben je nu tevreden?Nu heb je alles. alles.... Help!.... de boot slaat om.... Ik kon er niets aan doen, professor.... werkelijk nietik zweer uneen...,, neenHelp!.... Moeder....!" (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 5