DE ITALIANEN NADEREN ADDIS ABEBA In allerijl wordt een verdedigings linie gevormd MAANDAG 20 APRIL 1936 DE LEIDSCHE COURANT VIERDE BLAD - PAG. 13 MET DE VERKENNERS NAAR ROME Van Spaghetti en verken- nersknoopen Firenze. Dat stond op het groote witte bord op het station en volgens de reisgids moest het Florence zijn. Het duurde wel even, voor dit tot de jongens was doorgedrongen. Met bekwamen spoed werd de noodige bagage bijeengeraapt, want een geheele middag zou aan de bezichtiging van de stad der Medici worden besteed. Het weer was heerlijk, toen de vroolijke stoet het prach tige stationsgebouw uittrok. De hotels waren spoedig gevonden waar het diner gereed stond. Voor de meeste jongens werd dit een geweldige sensatie, want er kwam „spaghetti" op tafel. Men vertelt in Holland veel van die el lenlange macaroni, die geen macaroni is en door de Italianen met de vingers naar de mond wordt gebracht. Het ellenlange heb ben we leeren kennen, hoe de Italianen het eten is ons nog steeds niet duidelijk ge worden, want we hadden moeite genoeg, om het behoorlijk naar binnen te werken. Aan de vork steken en vlug rondwentelen werd er gezegd, maar hoe handig verken ners oo kmogen zijn, hier faalde iedere po ging. Steeds weer glibberde de lange dra den van de vlug ronddraaiende vork, tot dat tenslotte de handigste onder de handi- gen voorstelde, om er eerst een mastworp in te leggen. Maar ook dat mislukte, of be ter het werd maar niet geprobeerd, want ook de leiders, naar wie tersluiks eens een oogje werd geworpen, konden er niet al te best baas van worden en kordaat werd de knoop doorgehakt: de spaghette werd let terlijk gemillimeterd. De middaguren werden besteed aan een bezoek aan de prachtige San Marco, aan Santé Croce, aan mozaïkwerkplaatsen, aan pleinen en oude gebouwen, kortom al het schoone, wat de grootsten der Italianen hier bijeenbrachten, werd bezichtigd. 's Avonds een rondwandeling door de stad, waarbij we werden verrast op ge weldige demonstraties en optochten, die weinig in overeenstemming waren met de Middeleeuwsehe schoonheid der stad. I Naar Rome. Den anderen dag waren de jongens al vroeg uit de veeren. De nachtrust had goed gedaan en om, zeven uur verdween Firenze uit het oog. Het laatste traject naar Rome. Nu en dan staat de trein stil, om de stoomlocomotief te vervangen door een electrische of omgekeerd, onophoudelijk suizen we weer door donkere tunnels, de jongens zingen niet, maar zitten of staan stil voor het raampje van hun coupé, we rijden door de schoone vlakte van Umbrië naar de stad van den grooten Ouden Wolf: Sint Frans, patroon der Welpen. Vooral de leidsters zijn onder de indruk nu zij door de bergen rijden, waar ook eens de Arme van Assisië wandelde. De trein davert verder, slingert zich over de rammelende wissels over een breed em placement, tegen de groen beboschte hel ling van een berg ligt een stadje, de stad van Sint Franciscus. Allen stappen uit. Verschillende aalmoe zeniers spoeden zich naar de gereedstaan de auto's: zij willen zoo graag de H. Mis le zen op het graf van den Heilige. De chauf feurs weten met ongeloofelijke behendig heid de zware autobussen langs de kron kelende wegen naar het hooge plein van San Francesco te voeren. En plots rijden we door een groote poort op de oude bin nenhof van het klooster; we staan op het plein voor de groote basiliek. Heel stil zijn de bedevaarters, wanneer ze op deze plaats zijn aangekomen. Het Middeleeuwsohe As sisië hebben zij achtergelaten om hier alle tijden te vergeten en zich terug te plaatsen in de jaren, waarin Sint Frans hier rond trok. Eerbiedig, ontroerd bijna, schrijden de pelgrims in groepen door de eigenlijke kerk om af te dalen in de duistere crypte, waar zwart monniken ernstig en geruisch- loos rondloopen, de crypte waar de Groote Wolf ligt begraven. De olielampen werpen een zacht licht in de stille duisternis. Dan komen allen tezamen in de bovenkerk, waar aalmoezenier Huysmans, de geestelij- ge leider van de bedevaart, de gezongen II. Mis celebreert en een korte preek houdt. Na een maaltijd, die verschillende ma gen van onze Hollandsche jongens eenigs- zins in oproer brengt, trekken allen Assi sië in in kleine groepjes. Ieder kapelletje gaan de jongens binnen om er te kijken en even neer te knielen. Hooger gaat het tot het hoogste punt van de stad is bereikt. Op het plein van San Chiara, Sint Clara, heerscht een gezellige durkte. Er dartelen kleine, bruin gebrande kinderen rond het spuitende fontijn. De kerk van Sint Clara wordt bezichtigd. De leidsters hebben een bijzonder plezier in de koetsjes en kwalijk riekende taxi's, waarmee zij zich door de stad laten rijden. De jongens hanteeren de fototoestellen, staren naar het overweldi gend panorama of gaan de winkeltjes bin nen, om er ansichtkaarten te koopen. De leiders zien waakzaam toe, terwijl enkele voortrekkers een Salie Tabacchi binnen gaan om er inkoopon te doen. En overal hoort men de jongens hun talenkennis bot vieren in het „Quanti costa?", hoeveel kost het. Dat kent nu iedere jongen en het pleit voor hen, dat het den gehaaiden Italianen heusch niet meevalt, om hen „af te zetten". Slechts met moeite kunnen de bedevaar ters van de stad scheiden en wanneer de trein weer onverbiddellijk verder rijdt, blij ven allen stil nog staren naar de oude woonplaats van San Francesco. Het is donker wanneer het als een tele- graafbericht door de trein bekend wordt: we naderen Rome. Alle vermoeidheid wordt vergeten. Bagage vlug opgezocht, rugzakken omgegespt, de trein snelt voort, de duizende lichtjes tegemoet: Rome. De jongens turen in het duister van den avondniets dan lichtjes. Eindelijk rijdt men het breede station binnenPaters van alle orden en con gregaties wachten reeds op bekenden. De trein staat stil met een ruk. „Welkom in Romeklinkt het in het Hollandsch. Enthousiast scharen de pelgrims zich in rijen en zetten een jubelend „Aan U, o Ko ning der Eeuwen" in.... Van alle zijden stroomt de bevolking toe.... Alles blijkt keurig geregeld. Extra trams staan gereed en binnen een half uur zijn alle pelgrims, wijd en zijn in de stad verspreid, onderge bracht. Een blik in de avondbladen zegt het ons reeds: we zijn: Os piti di Roma", de gasten van Rome. DE VERKENNERS IN ROME. Kleurig défilé door de straten van de Eeuwige Stad. Toespraak van Mgr. Huibers. De Romeinsche oorrespondent van de „Tijd" meldt: Nadat de verkenners Zaterdag den mor gen besteed hadden aan het bezoeken der Vaticaansohe musea, vond in den namid dag een kleurig défilé plaats bij 'het Ne- derlandsch college. Met wapperende vanen trokken de verkenners en de leidsters den Aventijn op, hun pas scandeerend met het getik van de stokken op het asfalt. Op het bordes van het Nederlandsch College sloe gen mgr. dr. D. J. Eras en mgr. H. J. M. Taskin met de leiders van de bedevaart het kloeke en bondige^schouwspel gade, terwijl de bevolking nieuwsgierig het ongewone schouwspel bewonderde. Nadat de verkenners zich rondom het bordes geschaard hadden, sprak de hoofd commissaris van Leeuwen betuigingen van hulde en trouw aan de bisschoppen en com missaris van Berkom getuigde van den warmen dank der pelgrims jegens mgr. Eras, voor de zorg door hem bewezen. Daarop hield Z. H. mgr. J. P. Huibers tot de „Zusters en broeders verkenners", zooals hij de jonge pelgrims aansprak, een hooggestemde rede. Hij sprak zijn vreugde uit, hen te zien, bezield met den waren christelijken geest, bereid om te strijden voor hun geloof, maar ook, om met woord en voorbeeld anderen op te wekken, om als ware Christenen te leven. Monseigneur herinnerde aan de wet der verkenners, die beoefening van hulpvaar digheid, moed en andere werken voor schrijft. Voor anderen, aldus ongeveer Z. H. Exc., kunnen die natuurlijke deugden het doel zelf zijn. Voor u echter zijn zij een middel. Gij beoefent die natuurlijke deug den met een bovennatuurlijk doel. Wanneer gij als verkenner uw karakter staalt en vormt, is dat om een betere strij der te zijn voor Christus, om voor Christus te leven en te sterven. De bisschop ver klaarde overtuigd te zijn, dat zij door hun streven naar een sterke karaktervorming later mannen en vrouwen zullen worden, op wie Katholiek Nederland kan bouwen. Daarop sprak hij zijn vreugde erover uit, met de verkenners samen te zijn en voor hen Gods zegen af te smeek en over hun werk. Na eenige bijzondere woorden over de Maria-vereering, sprak Monseigneur den wensch uit, dat deze Romeinsche reis den pelgrims een herinnering zou geven voor hun gansche leven en eindigde met den uitroep: „Leve de zusters en broeders ver kenners!" Vervolgens sprak Monseigneur Eras, die verklaarde, weinig te willen toevoegen aan hetgeen de Bisschop gezegd had en slechts betuigde, dat hij voor zulke pelgrims steeds gaarne zijn zorgen en diensten beschikbaar had. Daarna gaven de verkenners eenige uit gelezen yells ten beste en klpnk het Wil helmus, plechtig door den tuin van het col- leeg en over den Aventijn. Tenslotte defi leerden de verkenners met hun vaandels langs het baloon, vanwaar Mgr. Huibers him den zegen gaf. Onder gezang trok de stoet met haar waaiende vaandels langs de Via Triomfale naar het Colosseum. Daarna hield prof. Vincent Kuiper O.P. een toespraak, waarin hij de geschiedenis van het Colosseum schetste, hetwelk vroe ger als theater diende voor het genot, da. de heidenen schepten in het zien lijden hunner medemensohen, maar waarin nu de herinnering der martelaren leeft die zelf het lijden hebben aanvaard voor het geluk deir menschheid. Hij wekte zijn hoorders op, om dezen weg van het Colosseum diep in zich op te nemen. Daarna werd met stichtelijke devotie door alle aanwezigen de kruisweg gehouden. Na het einde daarvan trokken de ver kenners naar het Nationaal Monument aan de Piazza Venetië, waar zij het graf van den Onbekenden Soldaat bezochten. In plaats van een krans, brachten zij ook hier heen hun gebed, en, terwijl de vaandels zich negen, klonken de eenvoudige gebeden voor de zielerust der gevallenen. Met dit plechtige oogenblik was het pro gramma van dezen dag geëindigd en het weer, dat al lang dreigend was geweest, liet nu alle égards varen en stortte 'n kil len plasregen uit over de verkenners, toen zij met snellen pas hun verblijven opzich ten. De verkenners hebben in twee dagen tijds nu reeds alle grilligheden van het Ro meinsche klimaat leeren kennen. BUITENLAND DUITSCHLAND. ZORG OVER DE JEUGD IN DUITSCHLAND. Herderlijk schrijven van den Aartsbisschop van Breisgau. Gisteren, Beloken Paschen, den dag, waarop in Duitschland vele katholieke kin deren hun doopbeloften plechtig hernieu wen, werd, naar Kipa meldt, in alle ker ken en kapellen van het aartsbisdom Breis gau een herderlijk schrijven voorgelezen van den aartsbisschop Z. H. Exc. mgr. dr. Groeber, waarin deze zijn ernstige bezorgd heid uitspereekt ten aanzien van den toe stand, waarin de jeugd zich bevindt. Wij weten het", aldus luidt het o.a. in het schrijven van den kerkvorst, „wij leven in een tijd, welke op godsdienstig gebied vol tweespalt is en waarin niet alleen de volwassenen vaak voor de grootste zielen offers en de zwaarste besluiten worden ge plaatst, doch het is God geklaagd ook vele kinderen Immers, waar wij, priesters en bisschoppen, de jeugdige menschen wij den aan Christus, den Goddelijken Kinder vriend, daar stellen anderen in woord en geschrift, met toenemende volharding, alles in het werk, hen te vervullen van koelheid en tegenzin tegen Hem en Zijn geloof. Zij willen niet meer, dat Christus over het Duitsche volk heerscht''. Niet omdat hij bevreesd is voor Christus en het Godsrijk, doch uitsluitend „omdat wij ons volk innig en eerlijk liefhebben en thans moeten zien, hoe men hier en daar de krachtbronnen verstopt en afsluit, waar door het volk groot en bloeiend geworden is", richt de aartsbisschop dezen nieuwen oproep tot de kinderen die vandaag hun Eerste Communie doen en tot al zijn dio cesan en. Het vermaan tot trouw van den aarts bisschop sluit tevens een waarschuwing in tegen die jeugdgroepen, welke het geloof en de trouw aan Christus minachten. De schooljeugd en de jeugd, welke de school pas heeft verlaten, hebben thans vele ge legenheden tot een waar heldendom. „In zooverre", aldus vervolgt mgr. Groe ber zijn schrijven, „men u echter thans weer zegt, dat gij daarmede de volkseenheid ver stoort en de volkskracht benadeeld, ant woorden wij met onverschrokken moed: Niet wij zijn het, die de Duitsche eendracht vernietigen, doch veeleer de anderen, die beleedigen, wat ons het heiligste is, ons ver hinderen bereidwillig als Duitschers samen te gaan en de volkskracht versplinteren. Slechts met diep leedwezen schrijf ik thans, omjubeld door het Alleluja van Pa schen, deze regelen. Maar als uw bisschop, kan ik niet anders, als ik geen betaalde huurling wil zijn, wien zijn kudde niet ter harte gaat. Steeds weder de publieke opinie weet het heb ik gehoopt en ik geef ook thans de hoop niet op, dat wij onaangetast trouw Duitsch en trouw christelijk en katholiek kunnen zijn. juist in een tijd, waarin ons land iederen Duitsch mensch onvoorwaar delijk noodig heeft". In het slot van zijn herderlijk schrijven verklaart mgr. Groeber, dat, indien hij de hoop nog niet geheel verloren heeft, dit is, omdat hij rekent op den moed en de trouw van de katholieken, die op Beloken Paschen weder aan hun doopbeloften herinnerd worden. DUITSCHLAND VIERT HITLERS VERJAARDAG. Duitschland viert heden den 48sten ver jaardag van Adolf Hitler. In Berlijn wordt druk gevlagd en vele huizen zijn met guir landes versierd. Ook hebben vele winkels busten of portretten van den Führer in de etalages geplaatst. Reeds vroeg in den ochtend verzamelden zich duizenden op den Wilhelmplatz om zich een goede plaats te verzekeren voor de parade. ENGELAND. VERSTERKING VAN MALTA? De „Daily Telegraph" bericht, dat op het oogenblik maatregelen worden genomen om de defensie van Malta te versterken. SPANJE. PRIESTERS EN KLOOSTERZUSTERS VERJAAGD. Het Katholieke Tehuis voor Verwaarloos- de kinderen, dat sedert 1925 in Cartagena door de Liefdezusters van den H. Vincen- tius a Paulo wordt bestuurd, is door het Marxistisch gemeentebestuur opgeheven. In dit gesticht werden 347 arme en ver waarloosde kinderen kosteloos verpleegd en opgevoed. De Liefdezusters alsmede de Rector van het gesticht en enkele oude geestelijken die in het gesticht woonden, zijn met geweld op straat gezet. Deze gebeurtenis heeft in het stadje een groote opschudding teweeggebracht. TURKIJE. GRIEKENLAND EN DE MILITARI SEERING DER DARDANELLEN. In politieke kringen te Athene verluidt, dat de Grieksche regeering de Turksche nota betreffende de Dardanellen in den loop van deze week zal beantwoorden. Het lijkt zeker, dat het Turksche verzoek door Griekenland welwillend zal worden opge nomen. Men is te Athene van meening, dat ingeval de betrokken* mogendheden toe stemmen in opheffing der bepalingen van j het verdrag van Lausanne, Griekenland automatisch het recht krijgt tot verster- Groote veldslag aan het Zuidelijk front ANKOBER REEDS BEZET? De Italiaansche troepen rukken thane hi snel tempo naar Addis Abeba op. Het gerucht gaat te Addis Abeba, dat Ankober, 125 K.M. ten Noordwesten van Addis Abeba, door de Italianen is bezet Dit bericht wordt evenwel niet bevestigd. Indien het werkelijk waar is, dan zouden de Italianen een moeilijk gedeelte van den weg DessieAddis Abeba achter den rug hebben. Verplaatsing der Abessijnsche regeering? Het gerucht heeft de ronde gedaan te Addis Abeba, dat de Abessijnsche regee- rqjg besloten zou hebben, Addis Abeba te verlaten en zich naar het binnenland terug te trekken. De regeering ontkent deze mo gelijkheid niet, doch zij voegt eraan toe, dat hieromtrent nog niets besloten is. Tenslotte verklaart de regeering, dat in elk geval de veiligheid in de stad, o.a. voor de vreemdelingen, dank zij een voldoen de politiemacht, is verzekerd. Vele buitenlanders verlaten Addis Abeba Vele buitenlanders zijn gisteren ver trokken naar Djiboeti, ook de Belgische of ficieren, nu men vreest, dat de Italianen binnenkort de hoofdstad zullen bereiken. GROOTE SLAG AAN HET SOMALI- FRONT Hardnekkige tegenstand der Abessijnen Het 190ste Italiaansche leger bericht luidt als volgt: „Maarschalk Badoglio telegrafeert: In den ochtend van 14 April heeft de Liby- sche divisie onder commando van generaal Nasi de Abessijnen aangevallen, die ge concentreerd waren bij de Giana Gobi- rivier en gecommandeerd werden door Dedjaz Abbebe Damtoe en Maconel Ende Laccioe. De vijand had zich genesteld in een bijna ontoegankelijk terrein met grot ten en ravijnen en bood een hardnekki- gen tegenstand op 14, 15, 16 en den och tend van 17 April. De Libysche en Somali- troepen werkten nauw samen, gesteund door de luchtmacht.' De slag eindigde met een totale nederlaag van den vijand. De omsingelingsmohoeuvre van de vleugels slaagde uitstekend. In den middag van 18 April kon alle tegenstand als gebroken worden beschouwd en de troepen gingen uiteen naar verschillende doelen. Onze verliezen bedragen voor zoover tot nu toe kon worden geconstateerd 10 offi cieren gesneuveld of gewond, drie vlieger officieren gewond en eenige honderden man deren buiten gevecht gesteld. Twee vlieg tuigen zijn omlaag gestort. De vijand 1 loor duizenden dooden, waaronder eenige legeraanvoerders en duizenden geweren, dozijnen mitrailleurs en ander wapentuig viel in onze handen. De luchtihacht was uitermate actief. Het moreel van de troe pen is zeer goed. Jijiga bezet Volgens bericht uit Addis Abeba hebben de Italiaansche troepen Jijjga bezet. De ge ruchten betreffende de bezetting van Har- rar houden aan. DE ABESSIJNSCHE TEGENSTAND De Negus niet tot aftreden bereid Van bevoegde zijde wordt medegedeeld, dat de berichten, volkens welke de Negus bereid zou zijn af te treden ten gunste van zijn zoon, die erin zou hebben toegestemd onvoorwaardelijk met de Italianen te on derhandelen, onjuist zijn. Ook wordt ontkend, dat Mussolini in structies zou hebben gezonden aan Bfe- doglio inzake een wapenstilstand. 5000 Vrijwilligers bieden zich heden aan Gisteren boden zich 5000 vrijwilligers aan om een laatste verdedigingslinie te bezetten tegen den aandringenden vijand, welke linie zal worden ingericht op een niet genoemd punt tusschen Dessie en Ad- die Abeba. Indien deze linie wordt door broken, zal geen nieuwe poging worden gedaan de hoofdstad te verdedigen, aan gezien men het principe van open stad wil handhaven, ten einde het risico van een bombardemeht te voorkomen. Even wel be teekent de inname van de hoofd stad door de Italianen nog geenszins een einde van den oorlog. De Negus zal zich nog verscheidene maanden in de bergen van het Westen kunnen handhaven, De bevolking op de renbaan bijeengeroepen De Abessijnsche regeering heeft de be volking van Addis Abeba gisteren op de renbaan bijeengeroepen, ten einde haar moed aan te wakkeren en er toe te brengen de wapens op te nemen en den vijand te gemoet te gaan, die zich in de richting van de hoofdstad beweegt. Men weet nog steeds niet de juiste positie van de Italia nen. Reeds zouden vele inboorlingen met hunne families de stad hebben verlaten, terwijl een deel der vreemdelingen reeds naar hun respectievelijke legaties zijn ge vlucht, en voorbereidingen treffen zoo spoedig mogelijk te vertrekken, De burgemeester van Addis Abeba ten strijde De burgemeester van Addis Abeba Blata Tekala heeft zich aan het hoofd van een t roe pen afdeel in g naar het Noorden bege ven om te trachten in een laatsten slag het verdere optrekken der Italianen in de richting van Addis Abeba te verijdelen. NED. AMBULANCE TE ADDIS ABEBA? Of is Assa pas bereikt? De Nederlandsche Roode Kruis-ambu- lance in Abessynië is, naar de „Daily Te legraph" meldt, te Addis Abeba gearri veerd. Volgens een Reuter-telgeram zou de Nederlandsche ambulance echter pas te Assa aangekomen zijn, een plaatsje onge veer 100 K.M. ten Noorden van de Abes- synische hoofdstad gelegen. DE VROUWEN WILLEN ADDIS VERDEDIGEN Prof. Stanley Jones, secretaris van de Vereeniging voor Abessynië te Londen, heeft van den Bond van Abessijnsche vrou wen een telegram ontvangen van den vol genden inhoud: Wij zyn nog in staat de zaak van ons vaderland te verdedigen en wij zijn vast besloten dat te doen, doch de bestaande toestand sluit de mogelijkheid in, dat wij niet in staat zouden kunnen zijn onze hoofdstad te verdedigen. Europa is ver antwoordelijk voor dezen toestand, want er zyn in Abessynië Tienduizenden, die 't vaderland zouden kunnen verdedigen, in dien ons niet de wapenen ontbraken ten gevolge van het embargo. DE COMMISSIE VAN DERTIEN NEEMT RAPPORT VAN DE MADARLAGA AAN De Commissie van Dertien is Zaterdag middag bijeengekomen om kennis te ne men van het rapport van de Madariaga aan den Volkenbondsraad. Het rapport concludeert, dat de pogingen tot verzoe ning ongelukkigerwijze zijn mislukt. Het is zonder debat met algemeene stemmen aangenomen. ENGELAND EN DE SANCTIES De berichten, dat de Engelsche delega tie te Genève ermede accoord zou gaan, dat ten aanzien van de sancties tegen Ita lië de status quo tot na de Fransche ver kiezingen gehandhaafd wordt, vinden in bevoegde kringen te Londen bevestiging. Deze procedure wordt wenschelijk ge acht, teneinde de eenheid van actie tus schen Frankrijk en Engeland te bewaren. king van de eilanden Samothraki en Lem- nos. Wanneer de Volkenbóndsraad artikel 18 van het verdrag van Lausanne mocht op heffen zoo wordt verder gezegd zal Griekenland gerechtigd zijn, opheffing te vragen van artikel 13 van dit verdrag en daarmede het recht krijgen tot versterking van Chios, Samos, Mytilene en Ikaria. PALESTINA. Ernstige onlusten tusschen Joden en Arabieren IN VERSC1LLENDE PLAATSEN Alarmtoestand afgekondigd. Bij hevige botsingen, welke zich te Jaffa en elders 'hebben voorgedaan tusschen Jo den en Arabieren, zijn verscheidene perso nen gedood. Volgens te Cairo ontvangen berichten dragen de wanordelijkheden in verschillen de plaatsen van Palestina een ernstig ka rakter. De hevigste botsingen deden zich voor te Haifa, waar vier Joden en twee Arabie ren werden gedood. Een Britsche politie officier werd ernstig gewond. De zaken zijn gesloten. De handel ligt geheel stil. De ontevredenheid onder de bevolking zou voortdurend toenemen. De beweging dreigt over te slaan op Tel Aviv, waar men aanvallen vreest van de Arabieren. De autoriteiten hebben den alarmtoe stand afgekondigd en troepen opdracht ge geven de orde te herstellen. Volgens latere berichten uit Joodsche bron werden 9 Joden gedood en 39 ge wond, waarvan 11 ernstig. Uit Jaffa en Tel Aviv wordt nu gemeld, dat alles rustig is. Na zeven uur des avonds was het verboden zich op straat te vertoonen. Uit Cairo wordt gemeld, dat de ongere geldheden in Palestina Zondagmiddag toe- jiamen. Demonstreerende Muzelmannen begraven zich in grooten getale van Haifa in de richting van Tel Aviv. Vele auto's, waarin Joden waren gezeten, werden aan gehouden, in brand gestoken of met stee- nen geworpen. De inzittenden werden mis handeld. Er werden een 50-tal personen naar de ziekenhuizen te Tel Aviv vervoerd. Een Engelsch toerist en diens echtegenoote werden eveneens gewond en naar het zie kenhuis overgebracht. Ook te Jaffa had den nieuwe onlusten tijdens demonstraties plaats. Het aantal slachtoffers van dezen dag bedraagt elf dooden, van wie negen Joden en twee Arabieren, terwijl een zes tigtal personen gedood werden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 13