DE ITALIANEN NADEREN
ADDIS ABEBA
In allerijl wordt een verdedigings
linie gevormd
MAANDAG 20 APRIL 1936
DE LEIDSCHE COURANT
VIERDE BLAD - PAG. 13
MET DE VERKENNERS
NAAR ROME
Van Spaghetti en verken-
nersknoopen
Firenze.
Dat stond op het groote witte bord op
het station en volgens de reisgids moest het
Florence zijn. Het duurde wel even, voor
dit tot de jongens was doorgedrongen.
Met bekwamen spoed werd de noodige
bagage bijeengeraapt, want een geheele
middag zou aan de bezichtiging van de stad
der Medici worden besteed. Het weer was
heerlijk, toen de vroolijke stoet het prach
tige stationsgebouw uittrok.
De hotels waren spoedig gevonden waar
het diner gereed stond. Voor de meeste
jongens werd dit een geweldige sensatie,
want er kwam „spaghetti" op tafel.
Men vertelt in Holland veel van die el
lenlange macaroni, die geen macaroni is
en door de Italianen met de vingers naar de
mond wordt gebracht. Het ellenlange heb
ben we leeren kennen, hoe de Italianen
het eten is ons nog steeds niet duidelijk ge
worden, want we hadden moeite genoeg,
om het behoorlijk naar binnen te werken.
Aan de vork steken en vlug rondwentelen
werd er gezegd, maar hoe handig verken
ners oo kmogen zijn, hier faalde iedere po
ging. Steeds weer glibberde de lange dra
den van de vlug ronddraaiende vork, tot
dat tenslotte de handigste onder de handi-
gen voorstelde, om er eerst een mastworp
in te leggen. Maar ook dat mislukte, of be
ter het werd maar niet geprobeerd, want
ook de leiders, naar wie tersluiks eens een
oogje werd geworpen, konden er niet al te
best baas van worden en kordaat werd de
knoop doorgehakt: de spaghette werd let
terlijk gemillimeterd.
De middaguren werden besteed aan een
bezoek aan de prachtige San Marco, aan
Santé Croce, aan mozaïkwerkplaatsen, aan
pleinen en oude gebouwen, kortom al het
schoone, wat de grootsten der Italianen
hier bijeenbrachten, werd bezichtigd.
's Avonds een rondwandeling door de
stad, waarbij we werden verrast op ge
weldige demonstraties en optochten, die
weinig in overeenstemming waren met de
Middeleeuwsehe schoonheid der stad.
I
Naar Rome.
Den anderen dag waren de jongens al
vroeg uit de veeren. De nachtrust had goed
gedaan en om, zeven uur verdween Firenze
uit het oog. Het laatste traject naar
Rome.
Nu en dan staat de trein stil, om de
stoomlocomotief te vervangen door een
electrische of omgekeerd, onophoudelijk
suizen we weer door donkere tunnels, de
jongens zingen niet, maar zitten of staan
stil voor het raampje van hun coupé, we
rijden door de schoone vlakte van Umbrië
naar de stad van den grooten Ouden Wolf:
Sint Frans, patroon der Welpen. Vooral de
leidsters zijn onder de indruk nu zij door
de bergen rijden, waar ook eens de Arme
van Assisië wandelde.
De trein davert verder, slingert zich over
de rammelende wissels over een breed em
placement, tegen de groen beboschte hel
ling van een berg ligt een stadje, de stad
van Sint Franciscus.
Allen stappen uit. Verschillende aalmoe
zeniers spoeden zich naar de gereedstaan
de auto's: zij willen zoo graag de H. Mis le
zen op het graf van den Heilige. De chauf
feurs weten met ongeloofelijke behendig
heid de zware autobussen langs de kron
kelende wegen naar het hooge plein van
San Francesco te voeren. En plots rijden
we door een groote poort op de oude bin
nenhof van het klooster; we staan op het
plein voor de groote basiliek. Heel stil zijn
de bedevaarters, wanneer ze op deze plaats
zijn aangekomen. Het Middeleeuwsohe As
sisië hebben zij achtergelaten om hier alle
tijden te vergeten en zich terug te plaatsen
in de jaren, waarin Sint Frans hier rond
trok. Eerbiedig, ontroerd bijna, schrijden
de pelgrims in groepen door de eigenlijke
kerk om af te dalen in de duistere crypte,
waar zwart monniken ernstig en geruisch-
loos rondloopen, de crypte waar de Groote
Wolf ligt begraven. De olielampen werpen
een zacht licht in de stille duisternis. Dan
komen allen tezamen in de bovenkerk,
waar aalmoezenier Huysmans, de geestelij-
ge leider van de bedevaart, de gezongen II.
Mis celebreert en een korte preek houdt.
Na een maaltijd, die verschillende ma
gen van onze Hollandsche jongens eenigs-
zins in oproer brengt, trekken allen Assi
sië in in kleine groepjes. Ieder kapelletje
gaan de jongens binnen om er te kijken en
even neer te knielen. Hooger gaat het tot
het hoogste punt van de stad is bereikt. Op
het plein van San Chiara, Sint Clara,
heerscht een gezellige durkte. Er dartelen
kleine, bruin gebrande kinderen rond het
spuitende fontijn. De kerk van Sint Clara
wordt bezichtigd. De leidsters hebben een
bijzonder plezier in de koetsjes en kwalijk
riekende taxi's, waarmee zij zich door de
stad laten rijden. De jongens hanteeren de
fototoestellen, staren naar het overweldi
gend panorama of gaan de winkeltjes bin
nen, om er ansichtkaarten te koopen. De
leiders zien waakzaam toe, terwijl enkele
voortrekkers een Salie Tabacchi binnen
gaan om er inkoopon te doen. En overal
hoort men de jongens hun talenkennis bot
vieren in het „Quanti costa?", hoeveel kost
het. Dat kent nu iedere jongen en het pleit
voor hen, dat het den gehaaiden Italianen
heusch niet meevalt, om hen „af te zetten".
Slechts met moeite kunnen de bedevaar
ters van de stad scheiden en wanneer de
trein weer onverbiddellijk verder rijdt, blij
ven allen stil nog staren naar de oude
woonplaats van San Francesco.
Het is donker wanneer het als een tele-
graafbericht door de trein bekend wordt:
we naderen Rome. Alle vermoeidheid
wordt vergeten. Bagage vlug opgezocht,
rugzakken omgegespt, de trein snelt voort,
de duizende lichtjes tegemoet: Rome. De
jongens turen in het duister van den
avondniets dan lichtjes.
Eindelijk rijdt men het breede station
binnenPaters van alle orden en con
gregaties wachten reeds op bekenden. De
trein staat stil met een ruk. „Welkom in
Romeklinkt het in het Hollandsch.
Enthousiast scharen de pelgrims zich in
rijen en zetten een jubelend „Aan U, o Ko
ning der Eeuwen" in.... Van alle zijden
stroomt de bevolking toe.... Alles blijkt
keurig geregeld. Extra trams staan gereed
en binnen een half uur zijn alle pelgrims,
wijd en zijn in de stad verspreid, onderge
bracht.
Een blik in de avondbladen zegt het ons
reeds: we zijn: Os piti di Roma", de gasten
van Rome.
DE VERKENNERS IN ROME.
Kleurig défilé door de straten van de
Eeuwige Stad. Toespraak van
Mgr. Huibers.
De Romeinsche oorrespondent van de
„Tijd" meldt:
Nadat de verkenners Zaterdag den mor
gen besteed hadden aan het bezoeken der
Vaticaansohe musea, vond in den namid
dag een kleurig défilé plaats bij 'het Ne-
derlandsch college. Met wapperende vanen
trokken de verkenners en de leidsters den
Aventijn op, hun pas scandeerend met het
getik van de stokken op het asfalt. Op het
bordes van het Nederlandsch College sloe
gen mgr. dr. D. J. Eras en mgr. H. J. M.
Taskin met de leiders van de bedevaart het
kloeke en bondige^schouwspel gade, terwijl
de bevolking nieuwsgierig het ongewone
schouwspel bewonderde.
Nadat de verkenners zich rondom het
bordes geschaard hadden, sprak de hoofd
commissaris van Leeuwen betuigingen van
hulde en trouw aan de bisschoppen en com
missaris van Berkom getuigde van den
warmen dank der pelgrims jegens mgr.
Eras, voor de zorg door hem bewezen.
Daarop hield Z. H. mgr. J. P. Huibers
tot de „Zusters en broeders verkenners",
zooals hij de jonge pelgrims aansprak, een
hooggestemde rede. Hij sprak zijn vreugde
uit, hen te zien, bezield met den waren
christelijken geest, bereid om te strijden
voor hun geloof, maar ook, om met woord
en voorbeeld anderen op te wekken, om als
ware Christenen te leven.
Monseigneur herinnerde aan de wet der
verkenners, die beoefening van hulpvaar
digheid, moed en andere werken voor
schrijft. Voor anderen, aldus ongeveer Z.
H. Exc., kunnen die natuurlijke deugden
het doel zelf zijn. Voor u echter zijn zij een
middel. Gij beoefent die natuurlijke deug
den met een bovennatuurlijk doel.
Wanneer gij als verkenner uw karakter
staalt en vormt, is dat om een betere strij
der te zijn voor Christus, om voor Christus
te leven en te sterven. De bisschop ver
klaarde overtuigd te zijn, dat zij door hun
streven naar een sterke karaktervorming
later mannen en vrouwen zullen worden,
op wie Katholiek Nederland kan bouwen.
Daarop sprak hij zijn vreugde erover uit,
met de verkenners samen te zijn en voor
hen Gods zegen af te smeek en over hun
werk.
Na eenige bijzondere woorden over de
Maria-vereering, sprak Monseigneur den
wensch uit, dat deze Romeinsche reis den
pelgrims een herinnering zou geven voor
hun gansche leven en eindigde met den
uitroep: „Leve de zusters en broeders ver
kenners!"
Vervolgens sprak Monseigneur Eras, die
verklaarde, weinig te willen toevoegen aan
hetgeen de Bisschop gezegd had en slechts
betuigde, dat hij voor zulke pelgrims steeds
gaarne zijn zorgen en diensten beschikbaar
had.
Daarna gaven de verkenners eenige uit
gelezen yells ten beste en klpnk het Wil
helmus, plechtig door den tuin van het col-
leeg en over den Aventijn. Tenslotte defi
leerden de verkenners met hun vaandels
langs het baloon, vanwaar Mgr. Huibers
him den zegen gaf. Onder gezang trok de
stoet met haar waaiende vaandels langs de
Via Triomfale naar het Colosseum.
Daarna hield prof. Vincent Kuiper O.P.
een toespraak, waarin hij de geschiedenis
van het Colosseum schetste, hetwelk vroe
ger als theater diende voor het genot, da.
de heidenen schepten in het zien lijden
hunner medemensohen, maar waarin nu
de herinnering der martelaren leeft die zelf
het lijden hebben aanvaard voor het geluk
deir menschheid. Hij wekte zijn hoorders
op, om dezen weg van het Colosseum diep
in zich op te nemen. Daarna werd met
stichtelijke devotie door alle aanwezigen de
kruisweg gehouden.
Na het einde daarvan trokken de ver
kenners naar het Nationaal Monument aan
de Piazza Venetië, waar zij het graf van
den Onbekenden Soldaat bezochten. In
plaats van een krans, brachten zij ook hier
heen hun gebed, en, terwijl de vaandels zich
negen, klonken de eenvoudige gebeden voor
de zielerust der gevallenen.
Met dit plechtige oogenblik was het pro
gramma van dezen dag geëindigd en het
weer, dat al lang dreigend was geweest,
liet nu alle égards varen en stortte 'n kil
len plasregen uit over de verkenners, toen
zij met snellen pas hun verblijven opzich
ten.
De verkenners hebben in twee dagen
tijds nu reeds alle grilligheden van het Ro
meinsche klimaat leeren kennen.
BUITENLAND
DUITSCHLAND.
ZORG OVER DE JEUGD IN
DUITSCHLAND.
Herderlijk schrijven van den Aartsbisschop
van Breisgau.
Gisteren, Beloken Paschen, den dag,
waarop in Duitschland vele katholieke kin
deren hun doopbeloften plechtig hernieu
wen, werd, naar Kipa meldt, in alle ker
ken en kapellen van het aartsbisdom Breis
gau een herderlijk schrijven voorgelezen
van den aartsbisschop Z. H. Exc. mgr. dr.
Groeber, waarin deze zijn ernstige bezorgd
heid uitspereekt ten aanzien van den toe
stand, waarin de jeugd zich bevindt.
Wij weten het", aldus luidt het o.a. in
het schrijven van den kerkvorst, „wij leven
in een tijd, welke op godsdienstig gebied
vol tweespalt is en waarin niet alleen de
volwassenen vaak voor de grootste zielen
offers en de zwaarste besluiten worden ge
plaatst, doch het is God geklaagd ook
vele kinderen Immers, waar wij, priesters
en bisschoppen, de jeugdige menschen wij
den aan Christus, den Goddelijken Kinder
vriend, daar stellen anderen in woord en
geschrift, met toenemende volharding, alles
in het werk, hen te vervullen van koelheid
en tegenzin tegen Hem en Zijn geloof. Zij
willen niet meer, dat Christus over het
Duitsche volk heerscht''.
Niet omdat hij bevreesd is voor Christus
en het Godsrijk, doch uitsluitend „omdat wij
ons volk innig en eerlijk liefhebben en
thans moeten zien, hoe men hier en daar
de krachtbronnen verstopt en afsluit, waar
door het volk groot en bloeiend geworden
is", richt de aartsbisschop dezen nieuwen
oproep tot de kinderen die vandaag hun
Eerste Communie doen en tot al zijn dio
cesan en.
Het vermaan tot trouw van den aarts
bisschop sluit tevens een waarschuwing in
tegen die jeugdgroepen, welke het geloof
en de trouw aan Christus minachten. De
schooljeugd en de jeugd, welke de school
pas heeft verlaten, hebben thans vele ge
legenheden tot een waar heldendom.
„In zooverre", aldus vervolgt mgr. Groe
ber zijn schrijven, „men u echter thans weer
zegt, dat gij daarmede de volkseenheid ver
stoort en de volkskracht benadeeld, ant
woorden wij met onverschrokken moed:
Niet wij zijn het, die de Duitsche eendracht
vernietigen, doch veeleer de anderen, die
beleedigen, wat ons het heiligste is, ons ver
hinderen bereidwillig als Duitschers samen
te gaan en de volkskracht versplinteren.
Slechts met diep leedwezen schrijf ik
thans, omjubeld door het Alleluja van Pa
schen, deze regelen. Maar als uw bisschop,
kan ik niet anders, als ik geen betaalde
huurling wil zijn, wien zijn kudde niet ter
harte gaat.
Steeds weder de publieke opinie weet
het heb ik gehoopt en ik geef ook thans
de hoop niet op, dat wij onaangetast trouw
Duitsch en trouw christelijk en katholiek
kunnen zijn. juist in een tijd, waarin ons
land iederen Duitsch mensch onvoorwaar
delijk noodig heeft".
In het slot van zijn herderlijk schrijven
verklaart mgr. Groeber, dat, indien hij de
hoop nog niet geheel verloren heeft, dit is,
omdat hij rekent op den moed en de trouw
van de katholieken, die op Beloken Paschen
weder aan hun doopbeloften herinnerd
worden.
DUITSCHLAND VIERT HITLERS
VERJAARDAG.
Duitschland viert heden den 48sten ver
jaardag van Adolf Hitler. In Berlijn wordt
druk gevlagd en vele huizen zijn met guir
landes versierd. Ook hebben vele winkels
busten of portretten van den Führer in de
etalages geplaatst.
Reeds vroeg in den ochtend verzamelden
zich duizenden op den Wilhelmplatz om
zich een goede plaats te verzekeren voor
de parade.
ENGELAND.
VERSTERKING VAN MALTA?
De „Daily Telegraph" bericht, dat op het
oogenblik maatregelen worden genomen om
de defensie van Malta te versterken.
SPANJE.
PRIESTERS EN KLOOSTERZUSTERS
VERJAAGD.
Het Katholieke Tehuis voor Verwaarloos-
de kinderen, dat sedert 1925 in Cartagena
door de Liefdezusters van den H. Vincen-
tius a Paulo wordt bestuurd, is door het
Marxistisch gemeentebestuur opgeheven.
In dit gesticht werden 347 arme en ver
waarloosde kinderen kosteloos verpleegd en
opgevoed. De Liefdezusters alsmede de
Rector van het gesticht en enkele oude
geestelijken die in het gesticht woonden,
zijn met geweld op straat gezet.
Deze gebeurtenis heeft in het stadje een
groote opschudding teweeggebracht.
TURKIJE.
GRIEKENLAND EN DE MILITARI
SEERING DER DARDANELLEN.
In politieke kringen te Athene verluidt,
dat de Grieksche regeering de Turksche
nota betreffende de Dardanellen in den
loop van deze week zal beantwoorden. Het
lijkt zeker, dat het Turksche verzoek door
Griekenland welwillend zal worden opge
nomen. Men is te Athene van meening, dat
ingeval de betrokken* mogendheden toe
stemmen in opheffing der bepalingen van
j het verdrag van Lausanne, Griekenland
automatisch het recht krijgt tot verster-
Groote veldslag aan het Zuidelijk front
ANKOBER REEDS BEZET?
De Italiaansche troepen rukken thane hi
snel tempo naar Addis Abeba op.
Het gerucht gaat te Addis Abeba, dat
Ankober, 125 K.M. ten Noordwesten van
Addis Abeba, door de Italianen is bezet
Dit bericht wordt evenwel niet bevestigd.
Indien het werkelijk waar is, dan zouden
de Italianen een moeilijk gedeelte van den
weg DessieAddis Abeba achter den rug
hebben.
Verplaatsing der Abessijnsche regeering?
Het gerucht heeft de ronde gedaan te
Addis Abeba, dat de Abessijnsche regee-
rqjg besloten zou hebben, Addis Abeba te
verlaten en zich naar het binnenland terug
te trekken. De regeering ontkent deze mo
gelijkheid niet, doch zij voegt eraan toe,
dat hieromtrent nog niets besloten is.
Tenslotte verklaart de regeering, dat in
elk geval de veiligheid in de stad, o.a. voor
de vreemdelingen, dank zij een voldoen
de politiemacht, is verzekerd.
Vele buitenlanders verlaten Addis Abeba
Vele buitenlanders zijn gisteren ver
trokken naar Djiboeti, ook de Belgische of
ficieren, nu men vreest, dat de Italianen
binnenkort de hoofdstad zullen bereiken.
GROOTE SLAG AAN HET SOMALI-
FRONT
Hardnekkige tegenstand der Abessijnen
Het 190ste Italiaansche leger bericht luidt
als volgt:
„Maarschalk Badoglio telegrafeert: In
den ochtend van 14 April heeft de Liby-
sche divisie onder commando van generaal
Nasi de Abessijnen aangevallen, die ge
concentreerd waren bij de Giana Gobi-
rivier en gecommandeerd werden door
Dedjaz Abbebe Damtoe en Maconel Ende
Laccioe. De vijand had zich genesteld in
een bijna ontoegankelijk terrein met grot
ten en ravijnen en bood een hardnekki-
gen tegenstand op 14, 15, 16 en den och
tend van 17 April. De Libysche en Somali-
troepen werkten nauw samen, gesteund
door de luchtmacht.' De slag eindigde met
een totale nederlaag van den vijand. De
omsingelingsmohoeuvre van de vleugels
slaagde uitstekend. In den middag van 18
April kon alle tegenstand als gebroken
worden beschouwd en de troepen gingen
uiteen naar verschillende doelen.
Onze verliezen bedragen voor zoover tot
nu toe kon worden geconstateerd 10 offi
cieren gesneuveld of gewond, drie vlieger
officieren gewond en eenige honderden man
deren buiten gevecht gesteld. Twee vlieg
tuigen zijn omlaag gestort. De vijand 1
loor duizenden dooden, waaronder eenige
legeraanvoerders en duizenden geweren,
dozijnen mitrailleurs en ander wapentuig
viel in onze handen. De luchtihacht was
uitermate actief. Het moreel van de troe
pen is zeer goed.
Jijiga bezet
Volgens bericht uit Addis Abeba hebben
de Italiaansche troepen Jijjga bezet. De ge
ruchten betreffende de bezetting van Har-
rar houden aan.
DE ABESSIJNSCHE TEGENSTAND
De Negus niet tot aftreden bereid
Van bevoegde zijde wordt medegedeeld,
dat de berichten, volkens welke de Negus
bereid zou zijn af te treden ten gunste van
zijn zoon, die erin zou hebben toegestemd
onvoorwaardelijk met de Italianen te on
derhandelen, onjuist zijn.
Ook wordt ontkend, dat Mussolini in
structies zou hebben gezonden aan Bfe-
doglio inzake een wapenstilstand.
5000 Vrijwilligers bieden zich heden aan
Gisteren boden zich 5000 vrijwilligers
aan om een laatste verdedigingslinie te
bezetten tegen den aandringenden vijand,
welke linie zal worden ingericht op een
niet genoemd punt tusschen Dessie en Ad-
die Abeba. Indien deze linie wordt door
broken, zal geen nieuwe poging worden
gedaan de hoofdstad te verdedigen, aan
gezien men het principe van open stad
wil handhaven, ten einde het risico van
een bombardemeht te voorkomen. Even
wel be teekent de inname van de hoofd
stad door de Italianen nog geenszins een
einde van den oorlog. De Negus zal zich
nog verscheidene maanden in de bergen
van het Westen kunnen handhaven,
De bevolking op de renbaan
bijeengeroepen
De Abessijnsche regeering heeft de be
volking van Addis Abeba gisteren op de
renbaan bijeengeroepen, ten einde haar
moed aan te wakkeren en er toe te brengen
de wapens op te nemen en den vijand te
gemoet te gaan, die zich in de richting
van de hoofdstad beweegt. Men weet nog
steeds niet de juiste positie van de Italia
nen. Reeds zouden vele inboorlingen met
hunne families de stad hebben verlaten,
terwijl een deel der vreemdelingen reeds
naar hun respectievelijke legaties zijn ge
vlucht, en voorbereidingen treffen zoo
spoedig mogelijk te vertrekken,
De burgemeester van Addis Abeba
ten strijde
De burgemeester van Addis Abeba Blata
Tekala heeft zich aan het hoofd van een
t roe pen afdeel in g naar het Noorden bege
ven om te trachten in een laatsten slag
het verdere optrekken der Italianen in de
richting van Addis Abeba te verijdelen.
NED. AMBULANCE TE ADDIS ABEBA?
Of is Assa pas bereikt?
De Nederlandsche Roode Kruis-ambu-
lance in Abessynië is, naar de „Daily Te
legraph" meldt, te Addis Abeba gearri
veerd. Volgens een Reuter-telgeram zou de
Nederlandsche ambulance echter pas te
Assa aangekomen zijn, een plaatsje onge
veer 100 K.M. ten Noorden van de Abes-
synische hoofdstad gelegen.
DE VROUWEN WILLEN ADDIS
VERDEDIGEN
Prof. Stanley Jones, secretaris van de
Vereeniging voor Abessynië te Londen,
heeft van den Bond van Abessijnsche vrou
wen een telegram ontvangen van den vol
genden inhoud:
Wij zyn nog in staat de zaak van ons
vaderland te verdedigen en wij zijn vast
besloten dat te doen, doch de bestaande
toestand sluit de mogelijkheid in, dat wij
niet in staat zouden kunnen zijn onze
hoofdstad te verdedigen. Europa is ver
antwoordelijk voor dezen toestand, want
er zyn in Abessynië Tienduizenden, die 't
vaderland zouden kunnen verdedigen, in
dien ons niet de wapenen ontbraken ten
gevolge van het embargo.
DE COMMISSIE VAN DERTIEN NEEMT
RAPPORT VAN DE MADARLAGA AAN
De Commissie van Dertien is Zaterdag
middag bijeengekomen om kennis te ne
men van het rapport van de Madariaga
aan den Volkenbondsraad. Het rapport
concludeert, dat de pogingen tot verzoe
ning ongelukkigerwijze zijn mislukt. Het is
zonder debat met algemeene stemmen
aangenomen.
ENGELAND EN DE SANCTIES
De berichten, dat de Engelsche delega
tie te Genève ermede accoord zou gaan,
dat ten aanzien van de sancties tegen Ita
lië de status quo tot na de Fransche ver
kiezingen gehandhaafd wordt, vinden in
bevoegde kringen te Londen bevestiging.
Deze procedure wordt wenschelijk ge
acht, teneinde de eenheid van actie tus
schen Frankrijk en Engeland te bewaren.
king van de eilanden Samothraki en Lem-
nos. Wanneer de Volkenbóndsraad artikel
18 van het verdrag van Lausanne mocht op
heffen zoo wordt verder gezegd zal
Griekenland gerechtigd zijn, opheffing te
vragen van artikel 13 van dit verdrag en
daarmede het recht krijgen tot versterking
van Chios, Samos, Mytilene en Ikaria.
PALESTINA.
Ernstige onlusten
tusschen Joden
en Arabieren
IN VERSC1LLENDE PLAATSEN
Alarmtoestand afgekondigd.
Bij hevige botsingen, welke zich te Jaffa
en elders 'hebben voorgedaan tusschen Jo
den en Arabieren, zijn verscheidene perso
nen gedood.
Volgens te Cairo ontvangen berichten
dragen de wanordelijkheden in verschillen
de plaatsen van Palestina een ernstig ka
rakter.
De hevigste botsingen deden zich voor
te Haifa, waar vier Joden en twee Arabie
ren werden gedood. Een Britsche politie
officier werd ernstig gewond.
De zaken zijn gesloten. De handel ligt
geheel stil.
De ontevredenheid onder de bevolking
zou voortdurend toenemen. De beweging
dreigt over te slaan op Tel Aviv, waar men
aanvallen vreest van de Arabieren.
De autoriteiten hebben den alarmtoe
stand afgekondigd en troepen opdracht ge
geven de orde te herstellen.
Volgens latere berichten uit Joodsche
bron werden 9 Joden gedood en 39 ge
wond, waarvan 11 ernstig. Uit Jaffa en Tel
Aviv wordt nu gemeld, dat alles rustig is.
Na zeven uur des avonds was het verboden
zich op straat te vertoonen.
Uit Cairo wordt gemeld, dat de ongere
geldheden in Palestina Zondagmiddag toe-
jiamen. Demonstreerende Muzelmannen
begraven zich in grooten getale van Haifa
in de richting van Tel Aviv. Vele auto's,
waarin Joden waren gezeten, werden aan
gehouden, in brand gestoken of met stee-
nen geworpen. De inzittenden werden mis
handeld. Er werden een 50-tal personen
naar de ziekenhuizen te Tel Aviv vervoerd.
Een Engelsch toerist en diens echtegenoote
werden eveneens gewond en naar het zie
kenhuis overgebracht. Ook te Jaffa had
den nieuwe onlusten tijdens demonstraties
plaats. Het aantal slachtoffers van dezen
dag bedraagt elf dooden, van wie negen
Joden en twee Arabieren, terwijl een zes
tigtal personen gedood werden.