Om het voetbalkampioenschap van Nederland. DE GOUDEN BRUG 3)e £öidóoH& Qowtmil Een der deelnemers In actie tijdens den eersten hippischen sportmiddag welke door de Amster- damsche ruiterclub .Anjer op het sportterrein .Minerva" in de hoofdstad werd georganiseerd Om het voetbalkampioenschap van Nederland. Een snapshot uit den wed strijd Ajax Feyenoord, welke Zondag in de hoofdstad werd gespeeld en door de Rotterdammers met 4 1 werd gewonnen De Apollo-promenade in Amsterdam Zuid is Zondag onder groote belang stelling van het publiek weer begon nen. Een aardig snapshot van deze typische attractie voor de hoofdstad Mr. C. G. Bijleveld, rechter in de arrondissementsrechtbank te Almelo, die benoemd is tot rechter in de arrondissementsrechtbank te Haarlem Te Hemrik (Fr.) had Zondag de wedstrijd plaats voor de demi-finale van het tournooi om het Nederlandsch korfbal- kampioenschap tusschen W.W.M.D. en Blauw Wit. Spel moment bij de korf van Blauw Wit Spelmoment uit den wedstrijd om het voetbalkampioenschap van Nederland tusschen Be Quick en Enschede te Groningen, welke door Enschede met 6—3 werd gewonnen Het stoffelijk overschot van wijlen jhr. mr. Ch. Ruys de Beerenbrouck is Zaterdag van Utrecht naar Wichmond bij Doetinchem overgebracht. Het uitdragen van de kist uit het St. Antoniusziekenhuis FEUILLETON. Roman van Hanno Flessen. (Nadruk verboden). 48) Instinctief vermoedt hij, dat zijn beste vriending een of ander gevaar dreigt en ernstig betreurt hij daarom haar wel zeer duidelijk gebrek aan vertrouwen. Want als zij hem niet volledig van haar doen en la ten op de hoogte stelt, kan hij haar ook niet beschermen en het was hem toch wer kelijk een lief ding waard haar het leed te besparen, dat haar hij voelt dat zeer duidelijk te wachten staat.... Ook Renate betreurt haar weinig open hartige houding tegenover den ouden, ver trouwden vriend. Dit, zoowel als het groo te, beslissende element in haar leven met Sylvester is oorzaak, dat zij haar schreden naar de oude Hofkerk richt. De comtesse Royter is in haar ouderlijk huis een godsdienstige opvoeding ten deel gevallen, welke als mengsel van tradi tie en piëteit karateristiek is voor den ouden Oostenrijkschen, streng katholieken adel. Tot geloovigheid in bewust mensche- lijken zin is zij opgegroeid als de vrouw van Wolfgang Lien en tijdens haar we- duwestaat, welke zich kenmerkte als de tijd van haar vrij scheppend kunstenaarsle ven, ontstond door een zeldzame verbin ding van deze beide vormen een derde: haar eigen religie, haar zuiver persoon lijke verhouding tot God, waarin de natuur en haar werk als schrijfster de plaats in namen van kerk en gebed.... Maar daar naast openbaren zich ook thans nog in haar leven bijzondere stemmingsmmenten waar op zij zich tot deze beiden onweerstaan baar voelt aangetrokkaen En zoo staat zij dan voor het genade rijke beeld van de „zilveren Madonna" in het schemer-duistere schip van de kerk. Geheimzinnig welft zich over en rondom haar de majestueuze omvang van den Dom. Hoogten en diepten liggen verbor gen in donkere schaduwen, waaruit de bronzen beelden der monarchen uit lang vervlogen tijden spookachtig opdoemen. Het grijze waas, waarin de vage omtrek ken van koor, kansels en altaars gehuld zijn, is doortrokken van het bedwelmende wierook der eeuwen. Het daglicht, dat door de bont gekleurde ramen naar bin nen valt, verspreidt slechts een mat schijn sel, evenals de spaarzaam gele vlam der tallooze kaarsen Voetstappen schuifelen en glijden om haar heen.... Fluisterend stemmen Geruisch van kleerenDe zucht van een geloovige, die in deemoed neerknielt.... Daartusschendoor klinkt zeldzaam helder het klokje van een misdienaar op een der zij-altaars Menschen komentoeven zwijgend of met zacht murmelende lippen in ge bedberoeren met een devoot gebaar de zilveren lijst en het glas, dat het Hei ligenbeeld beschermtslaan een kruis op voorhoofd, mond en borst en gaan weer. Een geur van was ligt zoetig in de, der wereld ontrukte ruimte.... In stil gepeins verzonken staat Renate wel ee" half uur lang voor het, door een kostbare lijst omgeven, primitieve beeld van Maria met het Kind, aan wie de belas ten en beladenen tallooze generaties hun kommer, hun stil gedragen leed en him innige smeekbeden in geloovige ootmoed hebben toevertrouwd en tot wie zij nu gekomen is in haar overstelpend gevoel van geluk als liefhebbende vrouwDan slaat ook zij een kruis en vertrekt. Schier verblindend is het licht van den wintercchen dag als zij uit het kerkpor taal naar buiten treedt. In scherp contrast met de stilte en de veilige geborgenheid van de kathedraal, stormt nu het brui- schende stadleven op haar af.... Zij 3laat de Maria Theresiastraat in en hier in de nabijheid van het postkantoor, brengt bet toeval haar op den weg van Stefan Gzartossy ca.meneer Szartossy. „Mevrouw. „Nee maarmoeten we elkaar in Innsbruck ru tegen het lijf loopenI" „Hier, of in het bosch of op welke plaats ook moet ik Fortuna dankbaar zijn, dat ze mij zoo'n ontmoeting schenkt, want bij m'n laatste bezoek aan uw gezellige wo ning, mevrouw, is het me helaas niet mee- geloopenTherese heeft me afge poeierdZe vertelde me, dat u het druk had en niet gestoord wenschte te worden... Ik weet niet, of het meisje verteld heeft, dat ik geweest ben...." „Ach ja...." Voor de tweede maal dezen ochtend kleurt een kinderlijke blos Rena- te's wangen. „Ach, m'n beste meneer Szar tossy, u moet niet boos op me zijn, nee. Dat was een samenloop van omstandighe den. Ik zal het u vertellen en dan zult u me ook begrijpenTen slotte weet u toch zelf ook wel, dat u in de Lantaarn steeds een hartelijk welkome gast bent, ja. zelfs nog meer dan dat.... maar dit maal Weet u watU mag me voor een goede lunch inviteerenja?!" „O, mevrouw...." Szartossy is in den zevenden hemel. „Ik weet ergens een klein, gezellig res taurant, hiei vlak bij aan het Margareth- plein Gaat u mee, dat wil zeggen, als u ten minste niets anders te doen hebt. „Maai mevrouwSzartossy is op recht "erbaasd, dat Renate zoo iets ook maar zou kunnen veronderstellen. Lachend neemt ze zijn armZe is zeldzaam opgewektpraat en schertst aan een stuk door en trekt den man met zich mee.. Het wordt een allergenoeglijkste maal tijd in een hoekje van het gerenommeer de. kleine restaurant aan een keurig ge dekte en smaakvol met bloemen gedeco reerde tofel Szartossy heeft een met zorg gekozen menu samengesteld en een voortreffelijke vitte bordeaux doen aanrukken Renate eet en drinkt met een gezonde eetlust en verheugt zich opiecht over Szartossy's prettig gezelschap. Zij heft haar glas op: „Op een goede.... zeer goede.... aller beste vriendschap, meneer Szartossy...." en innerlijk denkt ze: Neen, niet den ouden Delmer, maar hem zal ik het 't eerst ver ellen. want onweerstaanbaar dringt zich vandaag de behoefte aan haar op zich uit 'e spieken.... Haar oogen stralen van innerlijk geluk en als zij het ernstige, maar nochthans van •auw bedwongen vreugde stralende gelaat tot hem overbuigt, geeft hij laraan een geheel verkeerde uitlegging. Zijn hart juicht in zijn borst. „Renate...." stamelt hij, zichzelf ee(n oogenblik vergetend, „wat zie je er stra lend uit.... zoo jong „JongDat weet ik niet, maar ge lukkig ben ik, onuitsprekelijk gelukkig, beste vriend". Het is of alle leven eensklaps in Stefan Szartossy uitbluscht, want er is slechts één enkel geluk in het leven der vrouw, waar over zij zóó spreekt, dat haar zoo ver jongt en zooveel mooier maaktMet een duidelijkheid, die geen twijfel over laat, wordt hij het zich plotseling be wust: een ander heeft haar liefde gewon nen, terwijl hij slechts een pbantoom neefl nagejaagd. Slechts met de grootste moei te slaagt hij er in zijn wanhopige stem ming meester te worden en zij praat door, zonder ook maar in het minst te vermoe den, wat zij daarmee verwoesJ „Evenals in een overmaat van smart zoekt de mensch ook, wanneer hem een zeldzaam geluk ten deel is gevallen den toegewijden vriend. Diens trouw immers, zoowel als diens begrijpen zijn onontbeer lijk in vreugde en in leed.... Schenk m« je vriendschap, Stefan Szartosy, zooals j« steeds overtuigd kunt zijn van de mijne" Zwijgend legt de man zijn rechterhand in die, welke Renate hem toesteekt. „Jij bent de eerste, wien ik een blik gun in m'n jong en groot geluk, jij, m'n trou we kameraad...." iWordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 12